Veehouderij D e groepshokken met stro. waarin 5 a 6 kal- veren lopen, vragen veel stro en veel werk. Groepshokken met volledige roostervloer zijn voor jonge kalveren voorzien van hardhouten latten. Op betonnen roosters slijten de klauwt jes teveel. Het voerhek van deze groepshokken is een vastzethek. Vóór dit hek bevindt zich een voerbak die 10-15 cm hoger ligt dan de roos tervloer. Op deze voerbak komt een deksel waarin ronde gaten uitgezaagd zijn waarin de emmers met melk geplaatst kunnen worden. Verder zit er nog een drinkbakje in het hok, zodat de kalveren steeds over water beschik ken. De hokjes zijn 2,5 bij 3 meter groot. I n de opvang- of kalverstal worden de kalfjes ieder apart gehuisvest. De boxen zijn bij voor keur zo opgesteld dat men er gemakkelijk voor en achter langs kan lopen. Deze opstelling vraagt meer ruimte dan die waarin de boxen met de achterkant tegen de muur staan. De laatste opstelling heeft wel als nadeel dat het serveren wat moeilijker wordt. Als het kalfje de box verlaat moet de box wel zeer goed schoongemaakt en ontsmet worden. De opfokstal kan op diverse manieren inge richt worden, o.a.: G roepshokken met roostervloer zijn dan 2,5 x 3 meter. De roosterbalken zijn van beton met D oor een goede kalververzorging en -huisvesting zou het kalversterftecijfer van 13% een stuk terug gebracht kunnen worden. Hierbij is het vakmanschap een zeer belangrijke faktor. Over de opfok van kalveren is het een en ander geschreven in het artikel "De maand juli op het Zuidwestelijk landbouwbedrijf". De huisvesting van kalveren is vaak een probleem; vooral op bestaande bedrijven. Soms is de huisvesting wel goed, maar is deze arbeidstechnisch erg ongunstig gesitueerd. In andere gevallen laat de huisvesting te wensen over, terwijl er dan wel gemakkelijker gewerkt kan worden. I n deze tijd van het jaar heeft men op vele plaatsen, waar vee is, last van vliegen. Het na deel van grote aantallen vliegen is dat ze hin derlijk zijn. het vee onrustig maken en ziekten overbrengen. Deze vliegen kan men indirekt béstrijden door het verwijderen van mest, het droog houden van de stallen, het goed schoon maken van lege stallen en het aanbrengen van horrengaas in ventilatie-openingen van de ge bouwen. Is het niet mogelijk dat de mestvaalt opgeruimd wordt, dan is het beter om deze met grond of plastik af te dekken. I n augustus kan de temperatuur vrij sterk va riëren. Op sommige bedrijven wil in deze maand het verschijnsel kopziekte de kop nog wel eens opsteken. Op bedrijven waar zich dit probleem vaker voordoet, dient men er reke ning mee te houden. Als maatregel kan het weiland bestoven worden met 30 kg magne- siet/ha of men kan anti-kopziektebrok/koek- jes voeren. Een goede bemesting, aan de hand van grondanalyses, kan een bijdrage leveren tot het beperken van kopziekte op een bedrijf. D e maand augustus kan erg vochtig zijn. Ook mist is eind augustus niet ondenkbaar. Door kondensvorming kan het gebeuren dat het stof van het krachtvoer gaat aankoeken en er schimmelvorming op gaat treden. Van tijd tot tijd de silo even kontroleren en de ontluch- tingspijp even schoonmaken kan verstopping voorkomen. I n het najaar als het gras minder groeit vallen de bossen in het weiland in het oog. De koeien eten dit gras niet al te best. Daarom kan nu al met het bossen van de weilanden begonnen worden om te bereiken dat het weiland straks nog optimaal produceert. Bij het maaien van de bossen moet de maaimachine 1 k 2 cm hoger afgesteld worden dan gebruikelijk. Blauwmaanzaad Karwij Knolselderij Het stalklimaat Voor kalveren jonger dan 2,5-3 maanden Inrichting van de jongveestal Huisvesting van kalveren Voor kalveren ouder dan 3 maanden Vliegenbestrijding Italiaans raaigras Stikstof op grasland Kopziekte Krachtvoersilo's Het bossen heeft gemiddeld een wat lagere opbrengst en is gevoeliger voor Phoma. Het nieuwe ras Jet Neuf geeft een wat hogere opbrengst, doch over diverse eigenschappen is nog weinig be kend. B ij het van stam maaidorsen moet het gewas doodrijp zijn. Wanneer er veel onkruid in het gewas voorkomt, b.v. zwarte nachtschade, kan vooraf doodspuiten met 3 a 4 liter Reglone per ha noodzakelijk zijn. Het beste tijdstip hiervoor is ongeveer één week voor het maaidorsen. Dit doodspuiten moet echter als een noodmaatre gel worden gezien, daar dit vaak enig op- brengstverlies tot gevolg heeft. De aanwezig heid van veel groene plantenresten en on kruidzaden veroorzaakt echter vlug broei en daardoor kwaliteitsverlies. Daarnaast is blauwmaanzaad erg gevoelig voor dorsbeschadiging waardoor olieverlies en kleurbederf kan optreden. Na de oogst eerst voorschonen en bij een te hoog vochtgehalte, boven 12% is direkt drogen noodzakelijk. iZ odra de dekvrucht geruimd is moet op dit gewas stikstof gestrooid worden. Na dekvrucht erwten 30-60 kg en na vlas en blauwmaanzaad 80-100 kg N per ha. In droge en warme perioden in augustus en september wordt dit gewas vaak ernstig aan getast door de wollige peenluis. Op de wortels komt dan een wit schimmelpluis voor, waarin zich grote aantallen luizen bevinden. De jonge karwijplanten worden geel en sterven af. Over de bestrijding is weinig bekend. Wanneer de tweede stikstofgift, 60-100 kg N per ha nog niet gestrooid is, moet dit vlug gebeuren. Daarnaast is voortdurende kontrole op aanwezigheid van wantsen nodig. Deze in- sekten worden met de middelen Undeen en Dimethoaat goed bestreden. Het gebruik van veel water per ha en een grove druppel geven het beste resultaat. Vooral na enige tijd warm en droog weer is 1 a 2 keer spuiten met 2 kg Maneltra-Borium op 1000 liter water per ha nodig om inwendig bruin te voorkomen. Ook zal er regelmatig een preventieve bespui ting tegen de bladvlekkenziekte uitgevoerd moeten worden. een spleetbreedte van 3 cm. Bij een onderbe zetting per hok blijven de dieren minder goed schoon. De groepshokken met ligboxen zijn zeer ge schikt voor ligboxenstalhouders. De roosters zijn in deze hokken van beton met een spleet breedte van 3 cm. Gezien de dieren in de pe riode van 3-22 maanden sterk groeien, zullen de malen van de ligboxen nogal moeten varië ren. In de praktijk is dit onhandig en worden de boxmaten 70 x 150 cm en 90 x 190 cm het meest gebruikt. Het is zodoende mogelijk dat zowel het kleinere dier als de kalfvaars een ligbox heeft. Voor het oudere jongvee worden veel "diago nale" voerhekken toegepast met een spijlaf stand van 29 cm. De voerbak is binnenwerks 45 cm breed en ligt 8 cm boven de voergang. De afscheiding tussen de groepshokken is van hardhouten planken of van stalen spijlen die vertikaal staan. De afscheiding is 1,50 m hoog. In ieder groepshok moet een automatisch drinkbakje aanwezig zijn. Dit bakje moet zo opgesteld worden dat het gemakkelijk bereik baar is, maar zo dat het toch niet bevuild kan worden. In het voerhek van ieder hok komt een poort voor het in- en uitlaten van de dieren. a) groepshokken met lattenrooster waarop stro komt te liggen; b) groepshokken met een gemeenschappelijk ligbed; c) groepshokken met ligboxen; d) groepshokken met volledige roostervloer. Voor dieren die straks naar een ligboxenstal gaan heeft een opfokstal met groepshokken waarin een gemeenschappelijk ligbed of lig boxen gemaakt zijn de voorkeur boven de lat ten roostervloer of de volledige roostervloer. Ook hier kunnen jonge dieren beter op latten dan op betonroosters geplaatst worden. De boxen zijn 60 cm breed en 120 cm lang, de loopruimte is 150 cm diep. Bossen op tijd Bij de huidige stand van zaken worden bij het opfokken van de kalveren drie fasen onderscheiden, namelijk: 1. De eerste twee weken na de geboorte krijgen de kalveren biest en de eerste kunstmelk. Door middel van de biest kunnen ze een weerstand opbouwen tegen ziekten. In deze twee weken komen de dieren in de kalverstal. 2. Na 14 dagen gaan gezonde kalveren naar de opfokstal. Het verblijf in deze stal duurt 5 maanden. Tot een gewicht van 65-70 kg ontvangen ze kunstmelk. Tijdens het verblijf in deze stal schakelen de dieren over van melk op ruw- en krachtvoer. 3. Van 5-22 maanden verblijven de dieren in de jongveestal. In deze periode worden ze geïnsemineerd, zodat ze op 2-jarige leeftijd kunnen afkalven mits de opfokperiode goed verlopen is. Kalverboxen gemaakt van hardhout O m gezonde dieren te hebben en te houden is het klimaat in de stal uiterst belangrijk. Het stalklimaat wordt bepaald door onder meer de samenstelling van de lucht, de luchtvochtig heid, de temperatuur, de luchtstroming, enz. Het klimaat in de stal is een nog vrij onbekend gebied. In de praktijk zijn voorbeelden van warme en koude opfokmethoden die beide goed voldoen. Het belangrijkste is dat de stal tochtvrij en droog is en dat er voldoende lucht ververst wordt. In de opvangstal gaat men er van uit dat in de winter de temperatuur niet beneden de 10 graden daalt en dat de relatieve luchtvochtigheid ongeveer 80% is. Om dit te bereiken kan verwarming nodig zijn. In dit korte bestek is het niet mogelijk om dieper op deze problemen in te gaan. Voor vragen over de huisvesting van het rundvee kunt U kontakt opnemen met de bedrijfsvoorlichter. is zeer belangrijk Er zijn vele chemische middelen in de handel om de vliegen direkt te bestrijden. Deze mid delen zijn te verdelen in de volgende groepen: Middelen die op het vee aangebracht wor den. De werkingsduur van deze middelen varieert van enkele dagen tot enkele uren. Sommige van deze stoffen mogen enkel na het melken aangebracht worden. Lees de gebruiksaanwijzing en houdt U eraan. - Stoffen waarmee de stalwanden bespoten worden - Stoffen die men op plaatsen waar de vliegen vaak zitten aanstrijkt. Deze chemische middelen die op muren en zolderingen aangebracht worden zijn meestal lokmid delen en zijn 3 a 4 weken werkzaam. Middelen die over de mest verspoten wor den. Deze middelen doden de maden die tijdens de werkingsduur van de chemische stof, uitkomen. Bij al deze chemische middelen is voorzichtig heid geboden en is het lezen en ter harte nemen van de gebruiksaanwijzing een eerste vereiste. De elektrische vliegendoder werkt met blauw licht. Een U.V.-lamp trekt de vliegen aan. Om bij de lamp te komen moet de vlieg door een raster dat onder spanning staat. Op het mo ment dat de vlieg het raster passeert krijgt ze een elektrische schok en wordt gedood. De do de vlieg valt in een bak onderaan het apparaat. Deze bak dient regelmatig schoongemaakt te worden om problemen (brand!) te voorkomen. T ijdig inzaaien van Italiaans raaigras heeft vele voordelen om een zo hoog mogelijke op brengst te verkrijgen. Italiaans raaigras is zeer geschikt voor kort durende kunstweiden die gemaaid worden voor voordroogkuil of hooi. Bij gunstig weer is het zelfs mogelijk om in het najaar nog een tweede snede te winnen. In het voorjaar is de ontwikkeling zeer vroeg. Italiaans raaigras is gevoelig voor kort maaien, lang op het veld liggen alsook voor betrappen door dieren en het berijden door zware ma chines. De tetraploïde rassen zijn minder ge schikt voor maaien. De zaaizaadhoeveelheid is 25-30 kg/ha. 13 it jaar is een laat jaar geworden, waardoor de eerste snede te laat kwam en tevens nog eens te zwaar waardoor grote hergroeivertraging optrad. Voor beweiden is 40-60 kg N per ha en voor maaien 80 kg N per ha nodig. Voor een snelle hergroei is het nodig om de N zo snel mogelijk na het maaien of beweiden toe te dienen. Om het optimaal mogelijke nog uit het grasland te halen, zijn de volgende punten be langrijk: - het vee inscharen als het gras 12-15 cm lang is; - maaien bij een opbrengst van 3000 kg ds/ha; - een stoppellengte van 5 a 6 cm aanhouden; - een korte veldperiode realiseren. Elke dag veldperiode betekent één dag hergroeiver traging mits de veldperiode niet langer dan 1 week duurt. 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 13