De maand augustus op het Zuidwestelijk landbouwbedrijf T p Hie|
w anneer de weersomstandigheden gunstig
zijn voor het uitvoeren van stoppelbewerkin
gen, kunnen bepaalde wortelonkruiden goed
bestreden worden. Zodra het hoofdgewas ge
oogst is beginnen. Het land grof leggen en het
perceel intensief bewerken zijn noodzakelijke
voorwaarden. Betreft het kweek, dan is een
chemische bestrijding met 5 liter Roundup per
h'a bijna altijd beter op zijn plaats. De bespui
ting pas uitvoeren als de kweek goed ontwik
keld is 20 cm lengte).
Akkerbouw
R
D stand is momenteel vrij goed tot goed,
doch van tijd tot tijd een behoorlijke hoeveel
heid neerslag zal noodzakelijk zijn gezien de
struktuur van de grond lang niet overal ideaal
meer is.
D e bestrijding van valse meeldauw en blad-
vlekkenziekte dient tot uiterlijk vier weken
voor de oogst te worden voortgezet.
H et oogsten van dit gewas op de nog steeds
veel toegepaste methode, namelijk maaien,
ruiteren en daarna dorsen uit de ruiter, vraagt
zeer veel arbeidsuren. Deze grote arbeidsbe-
hoefte geeft voor steeds meer bedrijven pro
blemen. Voor het zwaddorsen met de Mobil-
viner neemt de belangstelling dan ook toe. Be
langrijk hierbij is dat het gewas doodrijp ge
maaid wordt, zodat het gemaaide gewas zeer
kort, vaak maar één dag, in het zwad behoeft te
liggen. Hierdoor wordt het risiko van slecht
weer aanzienlijk verminderd. De gedorste bo
nen zullen echter altijd een hoger vochtgehalte
hebben, waardoor direkt drogen noodzakelijk
is.
ing. F. van Houts
D
Grondverbetering
Grondonderzoek
Groenbemesters
Stoppelbewerking
Granen
Stro onderploegen i.v.m.
organische stofvoorziening?
Aardappelen
Uien
Graszaad
Bruine bonen
Koolzaad
D
De bodrijfsvoorlichters
e maand augustus staat alom bekend als de oogstmaand. Dit heeft echter vooral
betrekking op de oogst van granen, erwten, pootaardappelen en Engels raaigras. Daar
naast zal dit jaar nog een deel van de karwij en het koolzaad in deze maand geoogst
worden.
Droog weer bij de oogst is zeer welkom, werkt kostenbesparend en bevordert de kwaliteit.
Daarnaast vraagt de insekten- en ziektebestrijding in diverse gewassen zoals aardappelen,
uien, knolselderij, stambonen en winterwortelen voortdurend de aandacht. Tevens zullen
in deze periode diverse afspraken gemaakt en werkzaamheden uitgevoerd moeten worden
ter verbetering van de bodemvruchtbaarheid.
V erbetering van de ondergrond heeft tot doel
de gewasopbrengsten te verhogen. Storende
lagen of een dun kleipakket op zand, belem
meren de wortelontwikkeling en de vocht-
voorziening van de plant, waardoor de kg-op-
brengsten achterblijven. Thans zijn er diverse
machines beschikbaar, zoals de spitfrees en de
mengrotor om de doorwortelbaarheid van het
profiel te verbeteren.
Mocht U profielverbetering overwegen, vraag
dan eerst deskundig advies. De keuze van de
machine is namelijk afhankelijk van het profiel
van het perceel en de zwaarte van de grond.
voeren.
Voor de grondmonsternemers
komt er weer een drukke tijd
Ook onderzoek op bietecysteaaltjes, vooral op
bedrijven met een 1 op 4 teelt, mag men niet
nalaten. Met matige of lage bietenopbrengsten,
tengevolge van ernstige aantasting door cys-
teaaltjes, is een rendabele bietenteelt niet mo
gelijk. In dergelijke situaties kan overweging
van grondontsmetting zeker de moeite waard
zijn. Door nu kontakt op te nemen met de
grondmonsternemer van het Bedrijfslaborato-
rium hebt U Uw analyse óp tijd terug.
Denkt u over grondontsmetting dit
najaar? Laat dan nu nog grond
monsters nemen voor onderzoek
op hietecysteaaltje. V kunt dan
doelgericht uw percelen kiezen.
Bel nu meteen de monsternemer.
Z-/ odra de dekvrucht geruimd is dient men op
een grasgroenbemester direkt 40-60 kg N per
ha te strooien. Vrijkomende kale stoppels dient
men zoveel mogelijk te benutten voor het in
zaaien van wikken, Italiaans en Westerwolds
12
raaigras en bladramenas. Voor verdere infor
matie hierover verwijzen wij naar het artikel in
het kader van de aktie "Zeeland - Groenbe-
mestingsland" dat in de vakbladen van juli
reeds is verschenen.
Stoppelbehandeling tegen worte-
lomkruiden begint bij de perceels-
randen en slootkanten. Neem de on
kruiden akkerwinde, kweek ak -
kerdistel, klein hoefblad enz. enz.
vooral daar te pakken.
egelmatig grondonderzoek is noodzakelijk
om een doelmatig bemestingsbeleid te kunnen
Om onkruidgroei vanuit de slootkanten te
voorkomen, is een regelmatige stoppelbewer
king van de kanten van alle percelen noodza
kelijk.
B ij gunstig weer geeft de oogst van de granen
weinig problemen. Is het slecht weer in de
oogstperiode, dan zal men vooral bij de tarwe
rekening moeten houden met de schotgevoe
ligheid van de rassen.
De rassenlijst geeft de volgende cijfers voor
resistentie tegen schot.
Adamant 9 Arminda 7
Anouska 8 Durin 7
Donata lxh Clement 7
Nautica IVi Caribo 5 Vz'
Manella V/z Okapi 5
Ook het ras Marksman bleek de laatste jaren
zeer gevoelig te zijn voor schot. Er worden re
gionaal waarnemingen verricht om zo nodig
via de radio mededelingen te doen hoe het is
gesteld met de schotgevoeligheid.
Bij de beoordeling van het oogsttijdstip dient
men ook de gevoeligheid voor korreluitval te
betrekken.
Naast verlies aan opbrengst veroorzaakt dit
verlies op percelen met ondervrucht graszaad
een zeer hinderlijke en vaak schadelijke opslag.
Door de maaidorser goed af te stellen en niet te
snel te rijden kan korrelverlies aanzienlijk
worden beperkt.
N erbranden van het stro is om diverse rede-
nen niet aan te bevelen. Hierbij gaat alle orga
nische stof verloren, het houdt risiko's in voor
belendende percelen en het kan het verkeer in
gevaar brengen.
Hakselen, mits>goed verdeeld, en onderploegen
is een veel betere aanwending. Vooral stro
hakselen over een groenbemester is ideaal,
daar de vertering hierbij vlug op gang komt.
Al er onder het graan een groenbemester staat
moet het stro zo snel mogelijk afgevoerd worden
Bij hakselen van stro is een goede verdeling van
het grootste belang. Vooral de brede zwaden van
de grote maaidorsers kunnen
hierbij problemen geven
Voor verdere informatie over dit onderwerp
verwijzen wij naar een te verschijnen artikel in
de vakbladen.
Vooral bij kritieke weersomstandigheden, tij
dens de graanoogst, mag de aandacht voor de
phytophthorabestrijding niet verslappen.
Bladluisbestrijding in augustus is meestal niet
nodig.
Als er inderdaad nog luis bestreden moet wor
den, verdient het middel Pirimor de voorkeur.
Zodra jonge larven van de coloradokever op
het gewas voorkomen is een bestrijding wette
lijk verplicht.
Voor het doodspuiten van aardappelen op
zandgrond is het gebruik van arseniet verbo
den. Op klei- en zavelgronden is slechts één
bespuiting met arseniet toegestaan. Verder zijn
voor konsumptieaardappelen DNOC' in olie,
dinoseb in olie, Reglone en Purivel beschik
baar.
In pootaardappelen mag ook het middel para
quat gebruikt worden, doch is het middel Pu
rivel niet toegestaan.
Wees echter met doodspuiten voorzichtig
i.v.m. overwaaien.
ugustus - oogstmaand
In warme, vochtige en ook in regenrijke perio
den, verdienen de systemische fungiciden aan
gevuld met maneb, de voorkeur. Deze mogen
maar twee keer toegepast worden.
De laatste bespuiting tegen aantasting van de
bollen door de preimot moet zo kort mogelijk,
doch uiterlijk drie weken voor het rooien, uit
gevoerd worden.
Zijn de uien bestemd voor een lange bewaring,
dan is een bespuiting met 6,25 liter maleine
hydrazide 36% of 1 -1,5 liter ethefon 50% per ha
noodzakelijk. Toepassen met 500 liter water
per ha wanneer het vroegst gestreken loof nog
groen is. Na de bespuiting is een droge periode
van minimaal tien uur gewenst.
J—ngels raaigras kan zowel uit zwad als van
stam gedorst worden. In het zwad maaien en
daarna dorsen geeft meer weerrisiko en vlugger
zaadverlies. Percelen met veel doorwas dient
men echter eerst in het zwad te maaien en
daarna te dorsen.
Van stam dorsen voldoet in het algemeen zeer
goed, doch hierbij moet men over voldoende
droogkapaciteit beschikken. Direkt na het
dorsen moet met drogen worden begonnen.
Wil men deze methode gaan toepassen, dan
zijn goede afspraken met het ontvangende be
drijf, t.a.V. de mogelijkheid van drogen, een
eerste vereiste.
De voordelen van het dorsen met de Mobil-vi-
ner zijn het niet meer moeten ruiteren en min
der dorsbeschadiging.
e beste zaaitijd van dit gewas is eind au
gustus. De hoeveelheid zaaizaad varieert van
6-8 kg per ha. afhankelijk van ras en grond
soort.
De rassenlijst vermeldt de rassen Marcus, Ma
jor, Ra pol en de nieuwe rassen Orma. Jet Neuf
en Primor. De twee laatstgenoemde rassen
hebben erucazuurarm zaad. Het ras Primor
Wilde bieten kunnen lastig on
kruid vormen. U kunt ze in het
gewas suikerbieten herkennen
omdat ze tussen de rijen staan.
Voer ze af van het perceel. A Is ze
blijven liggen, kunnen ze toch nog
zaad leveren.