Uitslagen van de Provinciale Keuring van Ned. Trekpaarden gehouden 30 juni 1979 te Serooskerke Ing. J.H. Lantinga OVERGANGSTERMIJN TUINBOUW MINIMAAL 10 JAAR Landbouwschap akkoord met gewijzigde AHL Zesde momentopname van de Nederlandse Konsumptiemelkindustrie Landbouwschap: versterking konkurrentiel acht agrarische sektor dringende noodzaak Meer duidelijkheid over de omzetbelasting op hengstendekkingen MERRIEVEULENS (oudere) le pr. Elza van Reimershoek, Eig.: B. de Maaker te Wolfaartsdijk. le pr. Erna van Reimershoek, Eig.: B. de Maaker, Wolfaartsdijk. le pr. Sarina, Eig.: C.N. den Hamer, Schoondijke. MERRIEVEULENS (jongere) le pr. Jozeflentje van Poppendamme, J. Maris, Grijpskerke; la pr. Aida uit de Bredeweg, C.P. Oele, Kloetinge; la pr. Caria van 't Hof de Dankbare, K. de Visser, Oostkapelle; 2e pr. Co- ra van Welgelegen, P. Maas, Ritt- hem. HENGSTVEULENS (oudere) le pr. Pascal van Boswijk, Jac. van Wallenburg, Middelburg; le pr. Lambiek van Steenzwaan, A.N. Steendijk, Nieuwerkerk; 2e pr. Al- bert van Waarde, M.J. Mol, Waarde; 2e pr. Axel van Waarde, M.J. Mol, Waarde. HENGSTVEULENS (jongere) le pr. Alexander van Welleweg, A. Remeeus, Dreischor; 2e pr. Harold van Oostkapelle, Gebr. Geldof, Oostkapelle; 2e pr. N.N. D. Wiele- maker, Koudekerke. 1-jarige MERRIES, KLEINE MAAT le pr. Corrie, A.Z. de Buck en G. de Werd, Oostkapelle/Alphen; le pr. Erna van Mortiere, J. Maris, Grijps kerke; le pr. Sonja van Welgelegen, P. Maas, Ritthem. 1-jarige MERRIES, GROTE MAAT le pr. Elza van Driewegen, J. de Vis ser, Vlissingen; le pr. Rozette, A.N. Steendijk, Nieuwerkerk; le pr. Mir- za van Welgelegen, P. Maas, Ritt hem. 2-jarige MERRIES, KLEINE MAAT le pr. Kitty van de Linge, A.Z. de Buck en G. de Werd, Oostkapel le/Alphen; le pr. Fanny de Lifïingé, J. Maris, Grijpskerke. 2-jarige MERRIES, GROTE MAAT le pr. Yvonne van Waarde, M.J.Mol, Waarde; le pr. Erna van Driewegen, J. de Visser, Vlissingen. 3-jarige MERRIES, KLEINE MAAT le pr. Iionka van Steenzwaan, A.N. Steendijk, Nieuwerkerk; le pr. Brendy van de Havenweg, C. Mauri ce, Wolfaartsdijk; 2e pr. Vera van de Nieuwe Erve, G. Sturm, Souburg; 2e pr. Silvia van Musschot, A.C. Re meeus, Dreischor; 2e pr. Marjan van 't Hof de Dankbare, Kr. de Visser, Oostkapelle. 3-jarige MERRIES, GROTE MAAT le pr. Jonda van de Lindestronk, J. Maris, Grijpskerke; le pr. Emma van Gamin, J. de Visser, Vlissingen. 4-jarige MERRIES, KLEINE MAAT le pr. Klaartje uit de Linde, C.P. Oe le, Kloetinge; le pr. Ilva van de Lin ge, P. Maas, Ritthem. 4-jarige MERRIES, MIDDEN MAAT le pr. Carolien, Gebr. Geldof, Oost kapelle. 5 - 10 jarige MERRIES, KLEINE MAAT le pr. Udine van Waarde, M.J. Mol, Waarde; le pr. Fientje van Bleijen- daal, M.J. Mol, Waarde; le pr. Karin van de Haansberg, A.N. Steendijk, Nieuwerkerk; le pr. Grada van Steenzwaan, A.N. Steendijk. Nieu werkerk; 2e pr. Lyda van Kuijfhoek, St. v.d. Velde, Zonnemaire; 2e pr. Nicolien van de Langedijk, A.C. Re meeus, Dreischor; 2e pr. Mirza van Welzinge, S. de Visser, Nieuw St. Joosland; 2e pr. Rita van de Witte Bergen, J. Maris, Grijpskerke; 2e pr. Beatrix van Dishoek, D. Wielema- ker, Koudekerke. 5 - 10 jarige MERRIES, MIDDEN MAAT le pr. Paulette van Sint Truiden, J. Maris, Grijpskerke; le pr. Sabina,' C.N. den Hamer, Schoondijke; le pr. Thea van de Rinkepas, M.J. Mol, Waarde; le pr. Claartje van de Hoe ve, B. de Maaker, Wolfaartsdijk; le pr. Jacolientje van 't Woud, B. de Maaker, Wolfaartsdijk. 5 - 10 jarige MERRIES, GROTE MAAT le pr. Carla van Bleijendaal, A.L.C. Brooymans, Tholen; le pr. Brigitte van 't Hof de Dankbare, K. de Visser, Oostkapelle; le pr. Bella, A.L.C. Brooymans, Tholen; 2e pr. Gadie van 't Kleinhof, A,Z. de Buck, Oostka pelle; 2e pr. Colinda van Meliskerke, J. Boogaard, Meliskerke; 2e pr. Pao- la van de Leegweg, J. van Wallen burg, Middelburg. MERRIES, ouder dan 10 jaar, KLEINE MAAT le pr. Nellie van het Oudven, M.J. Mol, Waarde; le pr. Joziena, St. v.d. Velde, Zonnemaire; 2e pr. Jenny van de Sluis, B. de Maaker, Wolfaarts dijk; 2e pr. Marietha van Loosbroek, A.C. Remeeus, Dreischor; 2e pr. Bruno van Ëendenoord, J. de Visser, Vlissingen. MERRIES, ouder dan 10 jaar, GROTE MAAT le pr. Yolanda van Meliskerke, A.L.C. Brooymans, Tholen; le pr. Monique van Stuivenberg, A.L.C. Brooymans, Tholen; le pr. Rosalie, Gebr. Geldof, Oostkapelle; le pr. Clairona van Ten Holt, B. de Maak er, Wolfaartsdijk. STALGROEPEN VAN MIN STENS 3 STUKS 1. B. de Maaker, Wolfaartsdijk; 2. A.L.C. Brooymans, Tholen; 3. M.J. Mol, Waarde; 4. J. de Visser, Vlis singen; 5. A.C. Remeeus, Dreischor. VIERSPANNEN VAN één EIGE NAAR 1. B. de Maaker, Wolfaartsdijk; 2. A.L.C. Brooymans, Tholen; 3. M.J. Mol, Waarde. HENGSTEN MET MINSTENS 5 AFSTAMMELINGEN 1. A.Z. de Buck en J. Roodzand, Oostkapelle. BESTE VEULEN: Pasval van Bos wijk, van Jac. van Wallenburg, Mid delburg. KAMPIOENE: Carlan van Bleijen daal, van A.L.C. Brooymans, Tholen RESERVE-KAMPIOENE: Pouletta van Sint Truiden, van J. Maris, Grijpskerke. Landbouwschap stelt uitgangspunten vast voor Spaanse toetreding EG Het bestuur van het Landbouwschap heeft in zijn openbare be stuursvergadering van 4 juli 1979 zijn uitgangspunten vastge steld, die bij de toetreding van Spanje tot de Europese Gemeenschap in acht genomen moeten worden. Gezien de grote verschillen op ekonomisch en sociaal terrein tussen Spanje en de huidige EG is voor het totale integratieproces een voldoend lange overgangstermijn nodig. Bij het volledig of gedeeltelijk wegvallen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het on derlinge vrije handelsverkeer zou met name de Nederlandse land en tuinbouw worden getroffen. De betekenis en ontwikkeling van de Spaanse tuinbouw in acht genomen meent het bestuur van het Landbouwschap dat voor de agrarische sektor een overgangsperiode van minimaal 10 jaar noodzakelijk is. Even belangrijk hierbij is de duur van de over gangstermijn en de inhoud van de overgangsmaatregelen, die in onderlinge harmonie moeten zijn. Het bestuur verwees in dit verband nogmaals naar de toetredingsonderhandelingen met Griekenland, waarbij onvoldoende aandacht is besteed aan de inhoud van de overgangsmaatregelen. Het bestuur van het Landbouwschap is in zijn openbare bestuursvergadering van woensdag 4 juli 1979 akkoord gegaan met een herziening van de Algemene Handels- voorwaarden Landbouwwerktuigen (AHL) en het gewij zigde Arbitragereglement. De wijzigingen beogen een aanzienlijke uitbreiding van de toepasbaarheid van de voorwaarden. De herziening van de Algemene Handelsvoorwaarden Landbouwwerktuigen en het Arbitragereglement is voor bereid in de Stichting Mechanisatie Centrum in Wage- ningen. Vertegenwoordigers van de handel, importeurs en gebruikers hebben eraan meegewerkt. Deze betrokken or ganisaties wordt nu gevraagd de voorgestelde wijzigingen aan te nemen. Door het Landbouwschap wordt de tuinbouw als de meest be trokken sektor gezien bij de Spaanse toetreding. Met produkten als aardappelen en uien is ook de akkerbouw een sektor waarin men belangrijk grotere konkurrentie zal ondervinden dan thans het geval is. Door de sterke uitbreiding en stimulering van de legpluimveesektor in Spanje zullen ook de belangen van deze sektor in de huidige Gemeenschap scherp in het oog moeten worden gehouden. In de uitgangspunten die het Landbouwschap heeft vastgelegd, wordt met name ook gewezen op de gevaren van een snelle produktieuitbreiding, die het gevolg kan zijn van een te korte overgangsperiode voor Spanje. Nu reeds wordt buiten de Ge meenschap (vooral door de landen rond de Middellandse Zee) gesproken over kompensatie na toetreding van Griekenland, Spanje en Portugal. Het Landbouwschap meent in dit verband, dat geen nieuwe of verbeterde tariefpreferenties in de sektor groente en fruit aan deze landen verleend mogen worden, daar deze sektoren door de toetreding toch al het sterkst worden getroffen. Tot nu toe werden de Algemene Handelsvoorwaarden Land bouwwerktuigen niet toegepast door de Stichting Sektie Me- chanisatiebedrijven Smecoma en de BOVAG (afdeling mecha- nisatiebedrijven). De Algemene Handelsvoorwaarden Land bouwwerktuigen zijn zodanig aangepast dat deze organisaties de voorwaarden tot onderdeel van hun eigen leveringsvoor waarden kunnen maken. Tot heden waren de Algemene Han delsvoorwaarden Landbouwwerktuigen alleen van toepassing op de levering van werktuigen van de leverancier aan de ge bruiker. De toepassing van de Algemene Handelsvoorwaarden Landbouwwerktuigen is ook mogelijk op de leveranties tussen de groothandel/importeur en de dealer. In het Arbitragereglement worden voor het uitbrengen van het deskundigenrapport geen vaste bedragen meer genoemd. Met een dergelijk rapport (opgesteld door deskundigen van het IMAG) kan vaak formele arbitrage worden voorkomen. Een dergelijk rapport kostte 100,— De werkelijke kosten liggen echter aanzienlijk hoger. Door de wijziging worden de vooruit te betalen rapportkosten meer in overeenstemming gebracht met de kosten die werkelijk aan het rapport zijn verbonden. In september 1978 waren er in Nederland 173 zuivelfabrieken in bedrijf, waarvan er slechts 57 één of meer artikelen uit het as sortiment verpakte melk en konsumptiemelkprodukten produ ceerden. Het aantal zuivelfabrieken dat deze artikelen in kon- sumptie bracht bedroeg 66. Er waren 21 konsumptiemelkfabrie- ken met een produktie van meer dan 40 miljoen kg per jaar; deze verzorgden te zamen ca. 77,5% van de totale produktie. Indien ieder produkt dat naar benaming, vetgehalte of verpak king duidelijk is gekenmerkt, als een afzonderlijk artikel wordt beschouwd, werden er in Nederland in oktober 1976 254 ver schillende konsumptiemelkartikelen bereid, dat is 31 minder dan in september 1974. De verkleining van het assortiment was het gevolg van de vermindering van het aantal bijzondere soor ten konsumptiemelk en van het aantal inhoudsmaten. De meeste fabrieken hadden een beperkt assortiment van maxi maal 40 verschillende artikelen, maar sommige grote fabrieken kwamen daar aanzienlijk boven; de fabriek met het grootste assortiment voerde 61 verschillende artikelen. Éénmalige verpakkingen winnen snel terrein; in september 1978 werd 64% van de totale produktie in een dergelijke ver pakking afgeleverd, tegenover 53% vier jaar daarvoor. Éénma lige verpakkingen spelen thans bij vrijwel alle produkten een belangrijke rol. Van het gehele assortiment wordt de helft ver pakt in karton, hierbij neemt Purepak met 29% de belangrijkste plaats in. Vergeleken met de overeenkomstige periode in 1974 verdub belde het aandeel van de vruchtenyoghurts, hetgeen te danken is aan de snelle toeneming van de vraag naar zg. drinkyoghurts. Deze gegevens zijn ontleend aan een door het Produktschap voor Zuivel samengesteld rapport dat is getiteld: "Zesde mo mentopname van de Nederlandse konsumptiemelkindustrie". In dit rapport wordt uitgegaan van de gegevens over de kon- sumptiemelkproduktie per bedrijf over de periode van 3 t/m 30 september 1978. Deze werden vergeleken met die van de perio de 8 september t/m 5 oktober 1974. Deze publikatie kan tegen betaling van 5,- worden besteld bij het Produktschap voor Zuivel, Sir Winston Churchill-laan 275, 2288 EA RIJSWIJK ZH of Postbus 5806. 2280 HV RIJSWIJK ZH (telefoon 070 - 907740, toestel 255). De besluiten van de EG aad van landbouwministers over het EG-markt- en prijsbeleid 1979/1980 verslechteren de konkurrentiepositie van de Neder landse boeren en tuinders. Het uiterst krappe prijsbeleid geeft onvoldoende mogelijkheden om de teruggang in konkurrentie kracht op eigen kracht teniet te doen. Tot deze konklusie kwam het bestuur van het Landbouwschap op woensdag 4 juli in zijn openbare bestuursvergadering naar aanleiding van de beslisten van de EG-landbouwministers, die onlangs voor het komende prijsjaar zijn genomen. Het Landbouwschap zal op zeer korte termijn bij de minister van Landbouw aandringen op de noodzaak van verdergaande en versterkte lastenverlichting voor de agrari sche sektor. Het bestuur van het Landbouwschap meent dat de uitkomst van de besluiten (een gemiddelde prijsverhoging van circa 1,2%) beneden de maat is in vergelijking met de gemiddelde verhoging van 2 tot 4%, die door het Landbouwschap is gevraagd. De wijze van afbraak van de monetair kompenserende bedragen (mcb's) heeft samen met de nu vastgestelde beperkte prijsverhoging tot gevolg dat de konkurrentie- en inkomenspositie van de Neder landse agrarische sektor verder verslechtert. De inkomensposi tie van boer en tuinder komt hierdoor verder in de knel en dat, terwijl de agrarische sektor dit jaar te maken heeft met een aanzienlijke kostenstijging. Unaniem vindt het bestuur van het Landbouwschap, dat er bij minister Van der Stee met klem aangedrongen moet worden op de realisatie van het beleid, zoals riat kortgeleden in de nota "Landbouwbeleid 1979/1980" door het Landbouwschap is verwoord. Centraal daarin staat de versterking van de konkur rentiekracht van de Nederlandse agrarische sektor op korte en op langere termijn. Een en ander sluit aan op het regeringsbe leid, dat de versterking van de konkurrentiepositie van het Ne derlandse bedrijfsleven tot doelstelling heeft. Ten aanzien van het zuivelvraagstuk is het bestuur van het Landbouwschap erover teleurgesteld dat, afgezien van enige versterking van de afzetbevordering van zuivelprodukten, op geen enkele wijze een oplossing is gevonden. Eens te meer wijst het bestuur op de noodzaak haar voorstel over een premierege ling voor vrijwillige vermindering van de melkaflevering in EG-verband nader uit te werken. Exploitanten van dekhengsten zijn voor de, jegens land bouwers en veehouders, verrichte diensten (inseminatie) onderworpen aan het verlaagde tarief van 4% omzetbelas ting. Worden deze diensten echter jegens anderen dan agrariërs verricht, dan is het normale tarief van 18% om zetbelasting verschuldigd. In overleg met de Centrale Bond van Houders van Hengsten en het Landbouwschap is het ministerie van financiën de vraag voorgelegd, welk tarief voor deze diensten aan paardenfokkers berekend moet worden. Uit het antwoord blijkt, dat ondernemers, die bedrijfsmatig paarden voor de verkoop fokken, met betrekking tot die pres tatie als landbouwer of veehouder in de zin van de Wet op de Omzetbelasting aangemerkt kunnen worden. Voor bedoelde diensten geldt voor hen dus het 4%-tarief. Bij de vraag of er sprake is van bedrijfsmatige exploitatie is onder meer van belang de mate van deelneming aan het maat schappelijke verkeer en de kontinuïteit van de bedrijfsvoering (het regelmatig verkopen van veulens bijvoorbeeld); het hebben van winstoogmerk, zoals van belang voor de inkomstenbelas ting, behoeft dus niet. Voldoet de paardenfokker aan deze vereisten, dan kan hij ook de BTW-landbouwregeling toepassen. Uiteraard geldt dit niet voor paardenfokkers die renpaarden leveren. Voor renpaarden geldt nl. het 18%-BTW-tarief in tegenstelling tot overige paar den waarvoor - mits de levering geschiedt door een ondernemer - te allen tijde het verlaagde tarief van 4% geldt. De dekhengstenhouder zal de omzetbelasting over de dekking moeten afdragen aan de fiskus. Indien het 4%-tarief van toe passing is, verdient het aanbeveling een door de merriehouder ondertekende verklaring te verlangen, waarin staat dat deze de prestatie van de dekhengstenhouder heeft afgenomen in zijn hoedanigheid van landbouwer of veehouder. Een zodanige verklaring ontslaat de dekhengstenhouder echter niet van zijn wettelijk vastgelegde aansprakelijkheid inzake de afdracht van omzetbelasting en tevens niet van zijn verant woordelijkheid t.a.v. het al of niet terecht afgeven van de ver klaring. 8

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 8