Nieuwe looncijfers per 1 juli 1979
TUINBOUW
AKKER- WEIDEB0UW
EN VEEHOUDERIJ
Te laag en te laat
H,
H et hoofdbestuur stelde ernstig teleurgesteld vast, dat de
moeizaam tot stand gekomen EG-prijsverhoging, juist ook van
wege het ongelukkigerwijze verlate tijdstip niet past bij de kos
tenstijging, die op het moment in de gehele land- en tuinbouw
wordt ervaren. Slechts het feit dat de landbouwministers in gun
stige zin van de onrechtvaardige Kommissie-voorstellen afweken,
kan enige voldoening geven.
Minimum (jeugd)lonen
per 1 juli 1979
M inister Van der Stee herhaalt, dat de toetreding van Grie
kenland tot de EG niet model zal staan voor de Spaanse toetre
ding. Hij is met het Landbouwschap eens, dat er een langere
overgangstermijn moet komen voor de tuinbouw in kombinatie
met overgangsmaatregelen, die een reeële inhoud dienen te heb
ben. Het Landbouwschap biedt de bewindsman een nota aan voer
de Spaanse tuinbouw. Afgesproken wordt dat over dep de pro
blematiek rond de Spaanse toetreding nader overleg zal volgen.
Prijzen bij kosten:
EG-prijsbeleid 1979/'80
De aardappelexport in juni 1979
Prijskompensatie 1,8% (minimum 8,45 per week) per 1
juli 1979
TIJDLONEN EN VAKANTIEBONWAARDEN
VASTE WERKNEMERS PER WEEK
Leeftijd
22 t/m 64 jr.
21 jaar
20 jaar
19 jaar
18 jaar
17 jaar e.j.
voorman
2-6 werknemers
480,35
Ongeschoolde
Geoefende
Vakarbeider
(100%)
413,10
432,15
455,15
93%)
384,20
401,90
423,30
84%)
347,00
363,00
382,35
75%)
309,85
324,10
341,35
65%)
268,50
280,90
295,85
55%)
227,20
237,70
250,35
voorman meer
specialist
dan 6 werknemers
505,85
minimaal 505,85
LOSSE WERKNEMERS PER WEEK: (1,0345 x tijdloon vaste werk
nemers)
Leeftijd
22 t/m 64 jaar
21 jaar
20jaa r
19 jaar
18 jaar
17 jaar en jonger
voorman
2-6 werknemers
496,90
Ongeschoolde
427,35
397,45
358,95
320,50
277,80
235,05
Geoefende
447,05
415,75
375,50
f 335,30
290,60
245,90
V akarbeider
470,85
437,90
395,55
353,15
306,05
259,00
voorman meer
dan 6 werknemers
523,30
specialist
minimaal 523,30
UURLONEN VOOR WERKNEMERS VAN 65 JAAR EN OUDER
Ongeschoolde 10,33
Geoefende 10,80
Vakarbeider 11,38
Voorman 2-6 werknemers 12,01
Voorman meer dan 6 werknemers 12,65
Specialist minimaal 12,65
VAKANTIEBONWAARDEN
Leeftijd Ongeschoolde
17 jaar en jonger
18 jaar
18 jaar
19 jaar
20 jaar
21 jaar
22 t/m 59 jaar
60 jaar
61 jaar
62 jaar
63 jaar
64 jaar
65 jaar en ouder
57,70
67,10
62,00
71,50
80,10
88,80
95,40
97,70
100,00
102,40
104,80
107,20
95,40
Leeftijd
22 t/m 59 jaar
60 jaar
61 jaar
62 jaar
63 jaar
64 jaar
65 jaar en ouder
Voorman
2-6 werknemers
110,90
113,60
116,40
119,10
122,00
124,70
110,90
PER WEEK
Geoefende
60,40
71,40
64,90
74,80
83,90
92,80
99,80
102,30
109,80
112,20
99,80
Voorman meer
dan 6 werkn.
116,80
119,70
122,60
125,40
128,40
131,30
116,80
63,60
75,10
68,30
78,90
88,30
97,80
105,10
107,70
110,30
112,90
115,60
118,20
105,10
Specialist
minimaal
116,80
119,70
122,60
125,40
128,40
131,30
116,80
Voor hen die bij de aanvang van het C.A.O.-tijdvak de 18-jarige
leeftijd nog niet hebben bereikt.
Prijskompensatie 1,8% (minimaal 8,45 per week) per 1
juli 1979
TIJDLONEN EN VAKANTIEBONWAARDEN
Vakarbeider A:
Leeftijd:
22 t/m 64 jaar
21 jaar
20jaar
19 jaar
18 jaar
17 jaar en jonger
Vakarbeider:
Leeftijd:
22 t/m 64 jaar
21 jaar
20 jaar
19 jaar
18 jaar
17 jaar en jonger
Tijdloon per week
overeengekomen arbeidstijd van:
2088 uur
per jaar
454,75
422,90
382,00
341,05
295,60
250,10
2341'/2 uur
per jaar
551,10
512,50
462,90
413,35
358,20
2270 uur
per jaar
524,20
487,50
440,35
393,15
340,75
Tijdloon per week
overeengekomen arbeidstijd van:
2088 uur 2341'/2 uur 2270 uur
per jaar per jaar
523,45 497,90
486,80 463,05
439,70 418,25
392,60 373,45
340,20 323,65
per jaar
431,85
401,60
362,75
323,90
280,70
237,50
Ongeschoolde:
Met ingang van 1 juli 1979 gelden de volgende lonen:
Leeftijd:
22't/m 64 jaar
21 jaar
20 jaar
19 jaar
18 jaar
17jaar en jonger
Tijdloon per week
413,10
384,20
347,00
309,85
268,50
227,20
WEEKENDVERGOEDING:
De weekendvergoeding ingevolge artikel 24 van de C.A.O. bedraagt
112,50
Voor werknemers van 65 jaar en ouder gelden de volgende uurlonen:
Vakarbeider A: 11,37
Vakarbeider: 10,80
Ongeschoolde: 10,33
Vakarbeider BASISUURLOON EN UURLOON BIJ OVERWERK
VAKARBEIDER A: basis
uurloon
11,37
10,57
9,55
8,53
7,39
6,25
basis
leeftijd:
22 jaar en ouder
21 jaar
20jaar
19 jaar
18 jaar
17 jaar en jonger
VAKARBEIDER:
leeftijd:
22 jaar en ouder
21 jaar
20jaar
19 jaar
18 jaar
17jaar en jonger
ONGESCHOOLDE: basis-
uurloon overwerk tegen
130%
14,78
13,74
12,42
11,09
9,61
8,13
150%
17,06
15,86
14,33
12,80
11,09
9,38
200%
22,74
21,14
19,10
17,06
14,78
12,50
uurloon overwerk tegen
uurloon
130%
10,80
14,04
10,04
13,05
9,07
11,79
8,10
10,53
7,02
9,13
5,94
7,72
150%
16,20
15,06
13,61
12,15
10,53
8,91
200%
21,60
20,08
18,14
16,20
14,04
11,88
leeftijd:
22 jaar en ouder
21 jaar
20jaar
19 jaar
18 jaar
17 jaar en jonger
uurloon
10,33
9,61
8,68
7,75
6,71
5,68
uurloon overwerk tegen
130%
13,43
12,49
H,28
10,08
8,72
7,38
150%
15,50
14,42
13,02
11,63
10,07
8,52
200%
20,66
19,22
17,36
15,50
13,42
11,36
HOOFDBESTUUR
KNLC IN HAREN
et hoofdbestuur van het Kon. Ned. Landbouw-Comité ver
gaderde 2 juli jl. 's avonds in Haren, omdat het de volgende dag
zijn jaarlijkse exkursie hield; deze keer in Noord-Groningen en
goed verzorgd door de Groninger Maatschappij van Landbouw.
Het had weer allerlei zaken op zijn agenda. Uiteraard stond het
om te beginnen stil bij de zo overvloedig in juni gevallen neerslag
en de daardoor hier en daar individueel nogal ernstige schade.
Op organisatorisch vlak vroegen de grondslag en de procedure bij
de onderlinge verdeling van de formatieplaatsen van sociaal-
ekonomische voorlichters de aandacht.
Wat de EG betreft werden de uitbreiding met Spanje en haar
gevaren voor de tuinbouw ernstig bezien: Niet weer zoals het
geval was bij Griekenland, een minstens 10-jarige overgangspe
riode en daarbij deugdelijke overgangsmaatregelen, dat was de
boodschap die het hoofdbestuur had te geven. De jongste EG-
prijsbesluiten kregen natuurlijk ook de volle aandacht.
De gemiddelde prijsverhoging van circa 1,2%, te vergelijken met
de 4% die het COPA verlangde, moet geheel onvoldoende worden
genoemd. Daarbij komt dat ook tot een verlaging van grensver-
rekeningen vanwege uiteengeweken geldwaarden werd besloten,
die voor Nederland een half procent-punt prijs-aftrek betekent.
Een korrektie overigens, die nogal onevenwichtig is, zij is voor
Duitsland te gering en voor zwakke-valutalanden te groot (extra
nationale prijsverhoging), d.w.z. dat per saldo Nederlands kon-
kurrentiepositie verslechtert.
Het hoofdbestuur vond vooral voor de akkerbouw deze officiële
prijsverhoging ontoereikend. Weliswaar is geen vermindering
van het half-vette suikerkwotum tot stand gekomen, maar de
hogere verwerkingskosten en de isoglucose-regeiing zullen hun
ongunstige uitwerking niet missen. De hogere evenwichtspremie
voor aardappelzetmeel is nog onvoldoende, ofschoon in beginsel
wel juist.
Wat de veehouderij betreft konstateerde het hoofdbestuur dat
helaas in feite geen aanvaardbare weg tot verbetering van het
vraagstuk van het slechte zuivelmarktevenwicht is betreden. Een
betrekkelijk kleine prijsverhoging had het principieel onjuiste
besluit om de melksektor uit te sluiten van geldwaarde-korrek-
ties kunnen voorkomen. Jammer genoeg is niet tot betere sti
mulering van vrijwillige melkproduktiebeheersing besloten. Als
de huidige kosten-ontwikkeling, met name ook bij veevoer,
doorgaat, zal de melkheffingsverhoging op termijn (1,5% in april
1980) onterecht blijken.
Het hoofdbestuur meende in het licht van de onvoldoende EG-
prijsverhoging nog eens krachtig de verlangens te moeten on
derstrepen, die eerder aangaande het nationale beleid voor land
en tuinbouw zijn voorgelegd. De lastenverlichting zal versneld en
vergroot moeten worden; bedrijfsontwikkeling, voorlichting en
onderzoek moeten onverkort voort kunnen gaan; aan zelfstandi
gen zal verlichting van inkomsten- en vermogensbelasting moe
ten worden toegestaan.
Vervolg van pag. 3
Het minimumloon voor werknemers van 23 jaar en ouder
wordt met ingang van 1 juli 1979 verhoogd tot bruto
1790,10 per maand (was 1751,10), 413,10 per week
(was 404,10 en 82,62 per dag (was 80,82). Deze
verhoging bedraagt 2,23%.
Bij deze gebruikelijke halfjaarlijkse aanpassing van het mini
mumloon per 1 juli aan de ontwikkeling van de regelingslonen
in de periode van 31 oktober tot en met 30 april daaraan voor
afgaand is evenals bij de verhoging per 1 januari j.l. uitgegaan
van een fiktief lager loonindexcijfer.
In verband met de verwerking van toeslagen in een aantal
c.a.o.'s in de bouwsektor en de uitzonderlijk hoge loonstijging in
de c.a.o. voor uitzendkrachten in de kantoor- en administratieve
sektor voor het kontraktjaar dat loopt van april tot en met 31
maart 1979 is bij wet het indexcijfer der lonen per 30 april 1979
fiktief op 184 vastgesteld. Het feitelijke indexcijfer inklusief het
effekt van de genoemde toeslagverwerkingen en de loonstijging
in de uitzend-c.a.o. bedraagt 187.
Ook bij deze lagere aanpassing zal de koopkrachthandhaving
voor minimumloners in 1979 gewaarborgd zijn.
In afwachting van het aan de Sociaal Ekonomische Raad ge
vraagde advies inzake het aanpassingsmechanisme van mini
mumloon en sociale uitkeringen heeft de wettelijke maatregel
om een fiktief indexcijfer vast te stellen een voorlopig karakter.
De bruto minimumjeugdlonen luiden vanaf 1 juli 1979 als
volgt:
VAKANTIEBONWAARDEN PER WEEK
per week
22 jaar 382,10 (was 373,80)
21 jaar 351,10 (was 345,50)
20 jaar 320,20 (was 313,20)
19 jaar 289,20 (was 282,90)
18 jaar 258,20 (was 252,60)
17 jaar 227,20 (was 222,30)
16 jaar 196,20 (was 191,90)
4
per maand
1655,80 (was 1619,80)
1521,60 (was 1488,40)
1387,30 (was 1357,10)
1253,10 (was 1225.80)
1118,80 (was 1094,40)
984,60 (was 963,10)
850,30 (was 831,80)
leeftijd:
17 jaar en jonger
18 jaar
18 jaar
19 jaar
20 jaar
21 jaar
22 t/m 59 jaar
60 jaar
61 jaar
62 jaar
63 jaar
64 jaar
65 jaar en ouder
Vak
arbeider A
61,40
72,60
66,00
76,20
85,30
94,40
Vak
arbeider
101,50
104,00
106,50
109,00
111,70
114,20
101,50
58,30
68,90
62,70
72,30
81,00
89,70
96,40
98,80
101,20
103,60
106,10
108,40
96,40
Ongeschoolde
55,30
65,30
60,70
70,20
78,70
87,10
93,60
95,90
98,10
100,50
102,70
105,10
93,60
PER MAAND 4,35 x weekwaarden
Voor hen, die op 1 maart 1979 nog geen 18 jaar waren.
Volgens het Produktschap voor Aardappelen zijn in de maand
juni 62.000 ton konsumptie- en industrieaardappelen uitge
voerd. Hierdoor is de totale export van oogst 1978 op 800.000
ton gekomen.
Vorige jaren is tot 1 juli uitgevoerd: oogst 1977 660.000 ton;
oogst 1976 838.000 ton; oogst 1975 765.000 ton; oogst 1974
608.000 ton. De bestemmingen van de juni-uitvoer zijn: West-
Duitsland 42.500 ton; Engeland 12.500 ton; België 2.000 ton;
EEG 57.000 ton; rest Europa 3.500 ton; Amerika, Azië en Afrika
1.500 ton; totaal 62.000 ton.
In de kalenderweek van 25 juni t/m 30 juni zijn 13.500 ton
konsumptie- en industrieaardappelen uitgevoerd.
In juni zijn 18.000 ton konsumptie- en industrieaardappelen
ingevoerd, waarvan uit: Italië 11.000 ton; Frankrijk 3.000 ton;
Malta 2.500 ton; diverse landen 1.500 ton.
Voorlopig zullen geen cijfers over de in- en uitvoer van aard
appelen worden bekendgemaakt.
De minister gaat verder in op enkele speciale onderwerpen,
waarvoor zijn medewerking wordt gevraagd. Op de eerste plaats
verklaart de bewindsman zich bereid om in de abnormale ha-
gelrisiko's voor de fruitteelt tegemoet te komen. Hij denkt
daarbij aan een periode van vijf jaar, te beginnen met het
oogstseizoen in 1980. Minister Van der Stee wil 75% van het
herverzekerde risiko voor rekening van de overheid nemen.
Over verder uitvoeringsbepalingen zal nader overleg nodig zijn.
Als hiertoe aanleiding bestaat is de minister bereid voor 1979
een overgangsregeling in overweging te nemen. De bewindsman
sprak de hoop uit, dat met de door hem voorgestelde regeling
een keerpunt wordt bereikt in de terugloop van de hagelscha-
deverzekering.
Voor proeven op praktijkschaal ter invoering van eenmalig fust
is de minister bereid volgend jaar wederom een financiële on
dersteuning te geven van ongeveer 400.000. Met betrekking
tot een algemene herinplantregeling is minister Van der Stee
bereid te bevorderen, dat het O S fonds de herinplant van
appel- en perebomen in het rentesubsidiebeleid opneemt. Het
Landbouwschap meent, dat met de herinplantregeling verder
dient te worden gegaan en dat niet alleen bedrijven met een
ontwikkelingsplan van de regeling gebruik kunnen maken.
Uitbreiding van de ondersteuning van de vorming van nieuwe
producentengroeperingen acht de minister niet mogelijk. Hij
wenst wel voortzetting van het tot nu toe gevoerde beleid bij
fusies van fruitveilingen of van "gemengd" veilingen, waar ook
fruit wordt geveild. Voorwaarde zal zijn, dat de producenten
groepering dan ook de beschikking krijgt over een zekere hoe
veelheid fruit voor kollektieve marktbediening.
EG-toetreding Spanje