Uitbetaling naar geleverde kwaliteit aan varkensmesters neemt nog toe t_J it binnengekomen gegevens bij het produktschap voor vee en vlees (pw) blijkt, dat de invloed van de geleverde kwaliteit slachtvarkens nog een toenemende rol speelt in de door varkensmesters ontvangen prijs. In 1978 was in 80% van alle na slachting naar kwaliteit ingedeelde var kens de afrekening daarop gebaseerd. Vergeleken met het jaar daarvoor is dat weliswaar slechts een lichte stijging (1%), maar het totaal aanbod is verder toegenomen. D e veertien nalatigen - vorig jaar waren dat 16 bedrijven - worden door het pvv in de rapportage met naam genoemd. Dit zijn, in alfabetische volgorde naar plaatsnaam gerangschikt: Amersfoort - Luud Thiemens B.V.; Assen - Kroonvlees; Eind hoven - Fa. H. Sanders en Zn.; Geleen - Alfred Benedik en Zn.; Gouda - Coöp. Veren. v. Slachthuisgebruikers; Helmond - Fa'. L. Heisper en C.; Hilversum - Fa. W.G. Goedhart; Nijmegen - Fa. A.R. van Kempen; Peij-Echt - P. Bleijlevens en Zn. B.V.; J.Tj.N.B. Seegers en Zn. B.V.; Roosendaal - M. van der Poel en Zn.; Tilburg - Fa. Alphons Ooms; Valkenswaard - Valkens- waardse Vleeshandel; Zwolle - Méijberg Vlees B.V. Groei in EG-varkensvleesproduktie neemt af H et voorhands nog toenemend aanbod slachtvarkens in de EG betekent, dat dit eind 1979 gestegen zal zijn tot 118,7 miljoen dieren. In 1976 waren dat er nog 103 miljoen. Deze groei komt uiteraard tot uitdrukking in de omvang van de EG-varkenssta- pel. In 1976 lag die op 68 miljoen dieren en in 1978 was dat opgelopen tot 72 miljoen dieren. Overigens bij een wereldvar kensstapel die in die periode groeide van 688 miljoen dieren naar 735 miljoen. Recente EG-cijfers melden, dat de EG-var- kensstapel oer april jl. 74 miljoen dieren telde. Eén jaar pvv-weegregeling levende slachtvarkens PVV stelt sneller wegen van geslachte varkens voor H oewel lopende dit jaar - en duidelijker nog in het eerste kwartaal van 1980 - de groei in het varkensvleesaanbod in de EG zal afnemen, blijft het aanbod ongetwijfeld nog Truim. Het produktschap voor vee en vlees (pvv) baseert deze mening op gegevens die de EG-kommissie recentelijk heeft vrijgegeven. Daaruit blijkt dat begin april jl. het aantal biggen en gedekte zeugen in de lidstaten, behalve in Nederland, enigszins lager lag dan een jaar geleden, zodat verwacht wordt dat, als gevolg daarvan in het eerste kwar taal van 1980 de groei in het aanbod in de gemeenschap als totaal zal zijn verdwenen en omgeslagen zal zijn in een lichte daling. In ons land, het Verenigd Koninkrijk en in Denemarken blijft de groei echter, voorzover nu valt te overzien, nog wat aanhouden. Rundveestapel 4% groter dan vorig jaar In 1978 ging dat, aldus het pvv, in totaal om rond 9,3 miljoen slachtvarkens, waarvan 83% volgens één systeem aan de mesters werd uitbetaald. Dit systeem wordt gehanteerd door Coveco, NCB en deels door de Vako. Ten opzichte van 1977 is dat overigens een procentuele teruggang. Het Hova-systeem, geba seerd op de spekdikte, zag zijn aandeel daarentegen groeien en werd in '78 in 11% van de gevallen gehanteerd. Van de 1,9 miljoen slachtvarkens die in '78 niet op grond van de uitslagen van de keuringen van de onafhankelijke medewerkers van het Voedselvoorzieningsin- en verkoopbureau (VIB) werden uitbe taald, werd 85% op basis van het kilogram geslacht gewicht afgerekend. Het pvv konkludeert, dat in verhouding tot 1976, toen dit nog op 80% lag, de belangstelling voor deze uitbeta lingsbasis duidelijk toeneemt. Vond de afrekening aan de mes ters in 1978 blijkens de pvv-bevindingen voor 80% mede plaats op basis van de klassifikatie-uitkomsten, de afrekening van de slachterijen aan hun leveranciers was daar dat jaar voor 84% op gebaseerd. De gegevens waarop het pvv deze uitspraken baseert zijn ont leend aan de (verplichte) melding over 1978 van 98 slachterijen waar toen 11,7 miljoen dieren werden geslacht. Van dit aantal werd 5% ofwel ruim een half miljoen dieren, niet in kwaliteits klassen ingedeeld omdat dit te lichte danwel te zware dieren, zeugen of beren betrof. In totaal werden er in 1978 in ons land op 112 bedrijven 12,5 miljoen varkens geslacht waarvan er blij kens de pvv-informatie aan het produktschapsbestuur dat op 11 juli in openbare vergadering bijeenkomt, 11,4 miljoen dieren in kwaliteitsklassen werden ingedeeld. Aangezien de pvv-nota be trekking heeft op de klassifikatie-uitkomsten van 11,2 miljoen dieren op 98 slachterijen ontbreken de gegevens van 200.000 dieren, geslacht op 14 bedrijven. Het pvv heeft deze 14 bedrijven herhaaldelijk verzocht om - evenals de 98 andere - wél hun gegevens in te zenden. Blijkens de pw-informatie behoren al deze 14 ""nalatigen" tot de kategorie slachterijen waar per maand minder dan 5.000 dieren geslacht worden. Wie in deze betrekkelijke kapaciteit een ex- kuus meent te onderkennen, dient daarbij de bedenken dat 62 bedrijven van dezelfde grootteklasse, wél aan het pw-verzoek voldeden. Uit de verkregen informaties blijkt, dat van de 98 bedrijven die hun gegevens inzonden er vier 42,1% van de 11,7 miljoen varkensslachtingen voor hun rekening namen, er 32 een aandeel van 44,6% in dat totaal aantal hadden en de resterende 62 bedrijven 13,3% van dit totaal dieren slachtten. Nu de ruim honderd varkensslachterijen in ons land rond één jaar ervaring hebben opgedaan met aangepaste voorschriften voor het uniform slachten en wegen, acht het produktschap voor vee en vlees (pvv) het dienstig om daarin nadere verfijningen aan te brengen. De Advieskommissie regeling slachtvarkens van het pvv adviseert het produktschapsbestuur, de betreffende verordening die op 3 april '78 van kracht werd, aan te passen. Met name gaat het daarbij om verkorting van de tijdspanne tussen het slachten van de dieren en het wegen daarvan. De duur daarvan is vooral van belang voor de leveranciers van de slachtvarkens omdat hun opbrengstprijzen gebaseerd zijn op het gekonstateerde gewicht. De Advieskommissie regeling slachtvarkens van het pvv nu stelt het bestuur voor, de huidige voorgeschreven tijdlimiet tussen slachten en wegen per 1 januari 1981 van 60 naar 45 minuten terug te brengen. Uit onderzoek op een 71-tal slachtplaatsen in ons land is medewerkers van het onafhankelijke Voedselvoor zieningsin- en Verkoopbureau (VIB) van het ministerie van landbouw gebleken, dat thans reeds op 35 van deze bedrijven uiterlijk 44 minuten na het slachten gewogen wordt. Door enige aanpassingen in de bedrijfsvoering is het voor 28 bedrijven mogelijk reeds nu aan een dergelijk tijdslimiet te voldoen, ter wijl dit slechts op één van de resterende zes bedrijven onmoge lijk is. Door echter nu reeds aan te geven, dat de tijdslimiet per 1 januari 1981 teruggebracht wordt naar 45 minuten, krijgen deze bedrijven ruim de gelegenheid naar die nieuwe situatie toe te groeien. Kan men daar tegen die tijd niet aan voldoen, dan vindt de'pw-advieskommissie, dat daarvoor een ontheffingsmoge lijkheid ingebouwd moet zijn. Daarnaast stelt deze pw-advieskommissie voor om de slachte rijen het recht te geven om, wanneer binnen een half uur na het slachten gewogen wordt, dit aan hun afnemers te melden. In dat geval immers wordt het gewichtsverlies nog verder beperkt. Tenslotte wordt het pvv-bestuur in overweging gegeven om niet meer strafbaar te stellen wanneer varkens die vóór 's middags twee uur op de slachtplaats zijn aangekomen, niet meer dezelfde dag geslacht kunnen worden. Overigens mag dan maar in be perkte mate op het geslacht gewicht gekort worden. Het ligt in de bedoeling dat deze laatste verandering direkt na afkondiging van de verordeningswijziging ingaat. De groei van het aanbod in de EG als geheel blijft dit jaar nog aanhouden. Het pvv voorziet dat deze dit jaar, evenals in 1978 en 1977 ten opzichte van het jaar daarvoor, gehandhaafd blijft op 5%. De gevolgen daarvan komen tot uitdrukking in de prijs vorming. De prijzen voor slachtvarkens zijn het afgelopen half jaar op hetzelfde dieptepunt gebleven als waarop ze voorjaar '78 terechtkwamen. De marktsituatie in het pas afgesloten tweede kwartaal van '79 noemt het pvv voor de mesters niet best, maar ook niet uitgesproken slecht. Enig prijsherstel in de loop van het laatste kwartaal van dit jaar voor hen lijkt, zo laat het pvv voorzichtig doorschemeren, niet onmogelijk. Maar daar staat tegenover, dat de prijzen van vee voedergrondstoffen recentelijk aanmerkelijk zijn gestegen. Het lijkt er op, aldus het pvv, dat daarin éérder het gevaar voor óór vertrek uit ons land is in 1978 krap 40% van het totaal aantal levende slachtvarkens op duidelijk herkenbare weeg plaatsen gewogen. Ondanks dit vrij lage percentage - er vertrok ken in dat jaar 1,6 miljoen nederlandse slachtvarkens naar bui tenlandse slachterijen - is het produktschap voor vee en vlees (pvv) niet ontevreden. Want eerst op 3 april '78 werden voor het wegen van levende slachtvarkens elders dan op slachterijen dwingende regels gesteld. Dat betekent, dat ook zij die niet tot de bedrijfsgenoten in de vee- en vleessektor worden gerekend, zoals o.a. lokale weegplaatsen en gemeentelijke slachthuizen en b.v. veemarkten zich aan deze regels moeten houden. Daarvoor is per 3 april '78 de mogelijkheid geopend om een overeenkomst met het pvv aan te gaan. Dergelijke weegplaatsen zijn herkenbaar aan een rond bord met de vermelding "pw-weegregeling levende var kens". Tot eind mei '79 - dus in ruim één jaar tijd - zijn 12 van dit soort overeenkomsten aangegaan. Namelijk met drie partikuliere weegplaatsen en negen openbare slachthuizen en veemarkten. Daarnaast verzochten een achttal pvv-bedrijfsgenoten om het pvv erkenningsbord "weegregeling levende slachtvarkens" te mogen voeren. Ook aan hen is verzocht - zoals de overeen komsthouders verplicht zijn - jaarlijks op te geven hoeveel die ren per maand gewogen worden. In het eerste jaar van deze pvv-weegregeling blijken aldus 634.000 slachtvarkens gewogen te zijn. Dit aantal komt overeen met 4,5% van de totale produktie in dat jaar en maakt 38,6% uit van het aantal levend uitgevoerde slachtvarkens. Uit de verkre gen opgaven maakt het pvv ondermeer op, dat in de maanden april/mei het geringste aantal slachtvarkens gewogen werd, de augustusmaand blijkt een top-maand te zijn. O ndanks het beperkt aantal weegplaatsen dat momenteel een overeenkomst met het pvv heeft afgesloten, is het produktschap niet ontevreden; er mag dan ook niet gekonkludeerd worden, dat er in ons land niet volgens de voorschriften wordt gewogen, aldus wordt gerapporteerd aan het pvv-bestuur. Inmiddels is het aantal bedrijven waarmee een dergelijke overeenkomst is afge- onvoldoende rendement in de varkenssektor schuilt, dan in de te verwachten opbrengstprijzen. De afnemende groei in het varkensvleesaanbod in het tweede halljaar van '79 zal zich naar verwachting met name manifeste ren in West-Duitsland, Italië, Frankrijk en België/Luxemburg. In laatstgenoemde vier landen zal eind '79 het aanbod zelfs onder dat van het laatste kwartaal van 1978 kunnen komen. Het pvv tekent daarbij aan, dat de momenteel vrij ruime uitvoer van biggen uit ons land, de verwachting rechtvaardigd, dat ook bij ons het varkensvleesaanbod lager zal kunnen liggen dan op grond van eerdere ramingen werd aangenomen. In de periode van maart tot en met juni jl., werden vooral naar West-Duits land en Frankrijk, maar ook naar Italië en België/Luxemburg, rond 80.000 Nederlandse biggen uitgevoerd. Blijft deze ex- portstroom aanhouden, dan moet worden aangenomen, dat onze varkensvleesproduktie ook in de eerste helft van 1980 lager zal uitkomen dan nu wordt aangenomen. De slechte biggen- prijzen in de loop van '78 hebben in de EG de fokkers kennelijk afgeremd, waardoor de vraag naar biggen uit ons land verder is aangetrokken. sloten, opgelopen tot 22. In alfabetische volgorde naar plaats naam gerangschikt zijn dit: Bergharen - Gebr. van Os; Bussum - Gem. Slachthuis; Chaam - Leyten en Zn.; Den Helder - Vlees keuringskring Den Helder; Ederveen - Hilhorst; Eindhoven - Openbaar Slachthuis; 's Gravenhage - Openbaar Slachthuis; 's Hertogenbosch - Gemeente Veemarkt; Hilversum - Openbaar Slachthuis; Lieshout - Veehandel Van Rooi; Lomm - Gebr. Hendrikx; Oirschot - Hoppenbrouwers; Ruinen - Veewaag Hees; Sneek - Gem. Sneek; Staphorst - Fa. Redder; Uden - Gabriëls; Utrecht - Gem. Reinigings-, Markt- en Havendienst; Openbaar Slachthuis; Vragender/ Lichtenvoorde - Eggink B.V.; Vriezenveen - Fa. Gebr. Companjen; Winterswijk - B.H.W. Lammers; Woudenberg - Veewaag De Greef. De totale rundveestapel nam vergeleken met 1 mei 1978 toe met bijna 200.000 stuks tot 5.162.000 4%). De melkveestapel - het aantal melkgevende koeien en het aantal droogstaande drachtige koeien - was 1 mei 1979 51.000 stuks groter dan 1 mei 1978 en kwam op 2.330.000 stuks. Dit blijkt uit de steekproef "Landbouwproductie" per 1 mei 1979 van het C.B.S. Het aantal stuks gedekt jongvee daarentegen liet een vermin dering zien van 557.000 stuks op 1 mei 1978 tot 495.000 stuks op 1 mei 1979 (-11%). De groep "Ander rundvee, bestemd voor de fokkerij" nam toe van 1.284.000 op 1 mei 1978 tot 1.451.000 op 1 mei 1979 13%). Deze toeneming kwam geheel voor rekening van de fokdieren van 1 jaar en ouder. Het aantatuks. Varkens. Het totaal aant;:l varkens was 704.000 stuks (8%) groter dan op 1 mei 1978 en kwam op 9.817.000 stuks. Er waren 702.000 gedekte zeugen tegen 666.000 op 1 mei 1978 5%). De overige kategorieën varkens waren op 1 mei 1979 belangrijk groter dan op 1 mei vorig jaar, met uitzondering van het aantal zeugen bij de biggen met daarbij het aantal biggen bij de zeug; hiervan waren er op 1 mei 1979 nagenoeg evenveel als vorig jaar op deze datum. (223.000 zeugen met 1.965.000 biggen resp. 218.000 zeugen met 1.954.000 biggen). 12

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 12