VOOR ie Vit OII \v D e naam van de moerbei is onlosmakelijk verbonden aan de tuinen van statige regentenhuizen en aan de hoven van indrukwekkende buitenplaatsen. Iedere zichzelf respekte- rende bezitter van tuin of hof koesterde met zorg als soli tair of leiboom de moerbei. Met het verval van buiten plaatsen en het verdwijnen van de regentenstand is ook de moerbei goeddeels van het toneel verdwenen. Nu monu mentenzorg zich weer een belangrijke plaats heeft ver worven en de belangstelling voor de waardevolle kuituur- fenomenen van vroeger opleeft, begint ook de moerbei weer in zwang te raken. D e zwarte moerbei is een kleine boom, flinke struik of wordt langs een gevel geleid. Als solitair kan hij zeer schilderachtig uitgroeien. De fraaie, grote, grof gezaagde bladeren met hart D e witte moerbei is eveneens een kleine boom of forse struik. De, bladeren lijken op dje van de zwarte moerbei maar opval lend is dat de bladeren aan de zogenaamde langloten niet grof gezaagd maar meestal diep ingesneden zijn. De schijnvruchten zijn witgeel van kleur en lafzoet van smaak. Handwerken is meer dan alleen een kruissteek D e 29-ste landelijke handwerktentoonstelling van de Ned. Bond van Plattelandsvrouwen; ieder jaar opnieuw, ieder jaar weer anders. In 1979 voor de eerste keer in Noord-Brabant! I n de winter '78/'79 zijn dus weer duizenden leden aan het handwerken geweest. De voorwerksters hebben hun kadertrai ning gehad en probeerden dan ook zo goed mogelijk de leden te helpen en te begeleiden maar deze leden moesten het natuurlijk wel zelf doen! Dan, na de provinciale keuringen, komen alle le en 2e prijzen bij elkaar voor het grote evenement: "De Ten toonstelling" die dit jaar gehouden werd in "Het Turfschip" te Breda. M aar eindelijk was het dan zover. Op donderdag 12 juni opende mevr. v.d. Harten, echtgenote van de kommissaris der koningin in Noord-Brabant, deze unieke tentoonstelling. Bloe men waren er voor haar, en, hoe kan het ook anders, natuurlijk ook een handwerkje waar veel tijd aan besteed was. Zwarte en witte moerbei De zwarte moerbei De witte moerbei De papiermoerbei Het geheim van de zijderups I an de moerbei zijn twee soorten van belang, te weten de Morus nigra en de Morus alba, respektieveliik de zwarte en de witte moerbei. De zwarte moerbeis sedert m6Ê& Griekenland in kuituur. Hij werd daar vanuit West Azië ingevoerd. In de middeleeuwen kwarh hij over heel Europa voor, hetgeen onder meer blijkt uit de beschreven tuininventaris van Karei de Grote. De witte moerbei heeft haar oorsprong in China waar ze aan de wieg heeft gestaan van de zijdeindustrie. Volgens de overleve ring was het omstreeks 2600 voor Chr. de vrouw van keizer Huang-li die voor het eerste zijde spon van de cocon van de zijderups. De bladeren van de witte moerbei waren het voedsel voor de zijderupsen en aangenomen wordt dat met het toene men van de zijdeindustrie de kuituur van de witte moerbei een grote vlucht heeft genomen. In China heeft men het geheim van de zijderups lang weten te bewaren. Onvermijdelijk was echter dat vindingrijke zakenlieden eens dat geheim zouden ontdekken of simpelweg zouden opkopen. Eieren van de zijderups werden de grens over gesmokkeld en in de vierde en vijfde eeuw na Chr. was er in Klein Azië al een belangrijke zijderupsenteelt. Vanuit Klein Azië werd de teelt in Italië ingevoerd en niet lang daarna volgde Frankrijk. De toen al "inheemse" zwarte moerbei lustten de zijderupsen niet en dus moest de witte moerbei in grote aantallen worden aangekweekt. vormige basis dragen belangrijk bij tot zijn voorname uiterlijk. In mei bloeit deze tweehuizige moerbei met vrij onaanzienlijke bloemen en in juli zijn er de framboosachtige vruchten. Deze schijnvruchten zijn onrijp ongenietbaar. Goed gerijpt zijn ze typisch zacht zuur met een licht zoete bijsmaak. De donkerrode vruchten kneuzen en bederven snel en moeten dus vlug worden genuttigd. De moerbeivruchten komen aan het jonge hout, aan de korte zijloten die dit jaar aan de scheuten van het vorige jaar ont spruiten. Bij het snoeien dus nooit teveel jonge scheuten wegk nippen. De zwarte moerbei kan een respektabele leeftijd bereiken en hoe ouder hij wordt des te meer vruchten geeft hij. Van de witte moerbei zijn er ooit een aantal kuituurvariëteiten geselekteerd met o.a. gele bladeren, extra kleine bladeren, extra grote bladeren en van de afwijkende groeivormen is de Morus alba "Pendula" een zeer fraaie en vrij algemeen verkrijgbare treurvorm. De witte en zwarte moerbei zijn afkomstig uit oorden die ge woonlijk warmer zijn dan de onze. Vandaar dat ze zich op een zonnige, beschutte standplaats het best thuis voelen. Ze houden bovendien van een goed doorlatende vruchtbare en kalkrijke grond. E en interessante moerbeisoort is de papiermoerbei of Brous- sometia papyrifera. Deze flinke heester ontleent haar sierwaar- de aan de grote variabiliteit van de bladeren. Sommige zijn hartvormig, andere sterk gelobd en weer andere diep ingesne den. In China en Japan is de schors van de papiermoerbei grondstof voor de beste kwaliteit papier. De schors van de boom wordt nat gemaakt, glad gestreken en met rijstpap afgewerkt. Het bekende rijstpapier waarop veel Japanse en Chinese tekeningen werden en worden gemaakt is daarvan het resultaat. Ook de papiermoerbei stelt prijs op een warme, beschutte standplaats maar heeft in tegenstelling tot de andere moerbei soorten een uitgesproken hekel aan kalk in de grond. H et vlindervrouwtje legt zo 'n 500 eitjes. Uit die eitjes komen de zijderupsen. De zijderups is een grauwe vette rups met een stekel op de elfde ring van het lichaam. Ze leeft gedurende ongeveer 32 dagen en in die tijd verslindt ze ongeveer 640 maal haar eigen gewicht aan moerbeiblad. Na die 32 dagen gaat ze zich verpoppen en daartoe spint ze een omhulsel of cocon. De zijderups heeft een onvoorstelbaar groot spinvermogen. Voor haar cocon spint ze een draad van maar liefst 3 kilometer lang. Daaruit kan een bruikbare zijdedraad worden gewonnen van 300 tot 900 meter. In China en Japan was de moerbei een onmisbare schakel in de natuurzijde produktie onder redaktie van de Redaktiekommissie Bond van Plattelandsvrouwen voor Zeeland en Bra bant Redaktieadres: Mevr. L.J. de Regt-van Maldegem,. Anna Mariaweg 1, 4494 PB Geersdi jk. Op deze foto ziet u een groot aantal verschillende technieken uit verschillende provincies Een jaar tevoren begint zoiets eigenlijk al te werken. Omdat ik toen nog in het P.B. zat kreeg ik als taak "de pers". Je krijgt een draaiboek en najaar '78 heb je de eerste vergadering al te pakken. Ik kan nu niet zeggen dat alles me direkt duidelijk was, maar het was wel een grote rust dat de landelijke handwerkkommissie jaar in jaar uit veel ervaring had opgedaan en dus de touwtjes stevig in handen hield. Voor het zover was moest er echter nog wel een enorme hoe veelheid werk verzet worden, waar eigenlijk alle 750 afdelingen aan meewerkten. Ook alle provinciale handwerkkommissies verzetten een werk waar je gerust je pet voor kunt afnemen. Een handwerktentoonstelling moetje ook met een handwerk openen. Heel toepasselijk trok mevr. v.d. Harten dan ook de twee gordijnen die aan elkaar gehaakt waren uit, ze schoven open, en de ingang naar de tentoonstelling was geopend. Het kado was een prachtig batisten zakdoekje, gemaakt door mevr. Blok, met een brede rand van Engels kantkloswerk en dan ook nog van het fijnste garen dat er te krijgen is. Ze rekende ons even voor dat er zo'n 60 (zestig!) werkuren inzitten. En als je dan de 2.000 werkstukken bekeek die stuk voor stuk af waren, (alle maal eigen ontwerp van de leden!) dan waren er geen woorden genoeg om dit te beschrijven. De werkstukken waren geëtaleerd op kleur en ontwerp zodat het geheel een boeiend en smaakvol aanzicht gaf. 29 verschillende technieken, patchwork, batikken, kantklossen, tapisserie, ajourtechnieken, kruissteek en weven, allen verwerkt in lampenkappen, kleedjes, schortjes, enz. enz. Te veel om op te noemen. Wat de meeste indruk op me maakte waren de poppen; elk met hun eigen gezichtje, tot in de puntjes afgewerkt, dikwijls met een eigen provinciale stijl. Al zou er verder niets te zien zijn geweest, dan zouden deze poppen, die net echte mensjes waren toch een bezoek waard geweest zijn. Ik ben blij dat 6.000 mensen naar deze tentoonstelling kwa men, niet alleen omdat het goed voor de financiën is (er komt heel wat kijken voordat alles rond is!) maar er zijn duizenden leden die ieder jaar opnieuw ontdekken dat zij veel meer kun nen en veel kreatiever zijn dan zij ooit gedacht hadden. Het is ontspanning en vorming gelijk plus zelfwerkzaamheid; ik dacht nog wel een van de pijlers waar onze bond van plattelands vrouwen op drijft! Sien Overbeeke

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 5