KNLC KOMMENTAAR Vervolg vergadering Hoofdbestuur Veehouderij I n het veehouder-overzicht zei de heer W. van Veldhuizen dat de eerste snede gras op de meeste bedrijven nu wel geruimd is maar helaas vaak van slechte kwaliteit is vanwege de overvloe dige neerslag. Doordat er vaak laat gemaaid kon worden en de draagkracht van de zode gering was ontstond er ook schade aan de grasmat. Hierdoor kwam de hergroei maar matig op gang en in de ergste gevallen moest zelfs worden overgegaan tot herin- zaai van het grasland. Ook de snijmais staat er in sommige gebieden slecht voor, zei Van Veldhuizen, en ook hierbij is de regen weer de veroorzaker. Van Veldhuizen stelde dat de alge hele situatie geen rooskleurig beeld biedt voor wat betreft de ruwvoedersituatie 1979. Ook de melkproduktie blijft vanwege het slechte weer achter bij de ramingen en er zijn zelfs zuivelfa brieken waar de melkomzet enkele procenten lager ligt dan vorig jaar. Naast deze ongunstige situatie die door klimaatsom standigheden wordt veroorzaakt is er dan nog de steeds stijgen de prijs van het krachtvoer. Vergeleken met vorig jaar kan men nu al spreken van een 15% hogere prijs. Door de late grasgroei dit voorjaar moest op de meeste bedrijven extra veel krachtvoer worden bijgevoerd om daardoor de produktie op peil te houden. Uit gegevens van het Bedrijfs Ekonomisch Onderzoek blijkt dat bij 25 grotere weidebedrijven van gemiddeld 36 ha met 83 melkkoeien de gunstige resultaten over de jaren 1977/78/79 sterk beïnvloed zijn door de optimale graslandproduktie, lagere krachtvoerprijzen, een goede melkproduktie en een gunstige ontwikkeling van de post omzet en aanwas. Bekijken we nu de situatie zoals die op dit moment bestaat, zei Van Veldhuizen, dan blijkt dat drie van de vier genoemde omstandigheden ver in mineur zijn. Uit het onderzoek blijkt eveneens dat in de z.g. goede jaren de arbeidsbeloning op 75 en 80% van de C.A.O.- beloning lag, waarbij dan overigens 3000 uren gemaakt moesten worden om het bedrijf rond te zetten. Voorts blijkt ook dat de kostprijs per kg melk uiteen loopt van 47 tot 80 cent, waaruit men de konklusie kan trekken dat wil men het bedrijf draaiende houden men met de kostprijs van melk onder en nog beter ver onder het gemiddelde moet zitten. Van Veldhuizen zei dat er momenteel moeilijkheden zijn in de kalvermesterij door een te laag rendement, waardoor kontrakten met melkpoederfabri kanten in het gedrang komen. Helaas is een dergelijke ontwik keling niet alleen in de kalvermesterij te konstateren zei Van Veldhuizen. Hieruit blijkt dat de veredelingsbedrijven op hun tellen moeten passen als ze investeren op basis van een langjarig kontrakt. Tuinbouw Akkerbouw N aar aanleiding van de opmerkingen van de heer P.G.A. van Nieuwenhuijzen over de uitwerking van het kontrak- t ens leisel voor suikerbieten voor 1980 en volgende jaren, diskussiëerde het Hoofdbestuur over de vraag of1978 wel of niet moet worden meegenomen in de referentiebepaling. Teelttechnisch is dat over het algemeen weinig bezwaarlijk, maar wel komt de geloofwaardigheid in het gedrang omdat er reeds in 1978 vanuit werd gegaan dat 1978 niet mee zou tellen. Het Hoofdbestuur was dan ook van mening dat als 1978 in wordt gebracht er waarborgen moeten komen voor die telers die hun C-bieten op andere wijze hebben verwerkt. Ook ten aanzien van nieuwe telers moeten de belangen van regelmatige telers worden afgewogen. Tenslotte hield het Hoofdbestuur voorshands vast aan het z.g. rekening-cou rant systeem. Dit zou pas anders kunnen zijn als de indivi duele quota voldoende zijn veilig gesteld. T erecht konstateerde vorige week in een eerste kommentaar de Groninger Maatschappij van Landbouw dat de Brusselse markt- en prijsbesluiten de landbouw steeds meer in een maat schappelijk isolement dreigt te drukken. Immers de onvoldoende prijsaanpassingen dwingen de boeren tot nog intensievere pro ductiemethoden met als gevolg nog grotere overschotten. Ook de werkomstandigheden, de relatie met natuur, landschap en milieu komen zodoende onder druk te staan. Diskussie akkerbouw Aanwezigen op de Hoofdbestuursvergadering: Onpersoonlijke produktpromotie via wereldbeker voor springruiters A Tussen twee vuren O ok de tuinbouw is de zomer ingegaan met zware regenbuien, onweer en hier en daar flinke hagelbuien, zei de heer Hoogen- boom (de voorzitter van de tuinbouwkommissie, de heer J.A. Vogelaar, was verhinderd). Momenteel is het in de tuinbouw hoogseizoen met grote aanvoer op de veilingen van tomaten, komkommers, augurken en aardbeien. De belangstelling voor konsumptie-aardbeien is goed met redelijke prijzen. De prijs van fabrieksaardbeien is slecht. De fabrieken kopen het produkt wel maar er valt voor de teler weinig aan te verdienen. De konkurrentie van de oost-europese landen is op dit gebied enorm hoog zei Hoogenboom. In de tuinbouw beziet men met grote zorg de snel stijgende prijs van aardolie produkten. Ge vreesd moet worden, zei Hoogenboom, dat ook de aardgasprij- zen hoger zullen worden. Ten aanzien van de appeloogst zoals die momenteel in het zuidwesten zich ontwikkelt zei de heer D. Hage (die de fruit- teeltsektor voor zijn rekening nam) dat de verwachtingen goed zijn. Zoals het er nu uitziet zal de totale kilo-opbrengst niet Veel verschillen met die van 1978. In de N.O.-Polder en Flevoland verwacht men echter maar een opbrengst die 70% van het totaal van vorig jaar is. Ook de peren staan er in het zuidwesten redelijk voor. met uitzondering van het ras Doyenne du Cornice, waarbij de vruchtzetting gering is. In de fruitteelt komt op veel plaatsen hagelschade voor, zei de heer Hage. Een voorlopige schatting van de schade komt neer op een bedrag dat schommelt tussen de 10 en 12 miljoen gulden. Ook in België en Frankrijk kan een goede appeloogst verwacht worden, terwijl in W. Duitsland een mindere opbrengst dan in 1978 wordt voorspeld. Aan de ene kant een kans op een goede kilo-opbrengst, maar ten aanzien van de afzet houden velen hun hart vast, zei Hage. Van de oogst 1978 is in Nederland bijna een kwart in de interven tieregeling terecht gekomen, waarvoor een prijs v.an 25 cent per kilo wordt betaald. Wanneer men daarbij bedenkt dat de kost prijs van één kilo appels ongeveer op 65 cent ligt dan kan men de droevige konklusie zelf trekken. De fruitteelt is in de problemen terecht gekomen en dit was o.a. de aanleiding voor het Hoofd bestuur van de Z.L.M. om een rapport over de fruitteelt samen te stellen waarin een aantal voorstellen worden gedaan die mo gelijk bij kunnen dragen aan de oplossing van het fruitteeltpro bleem. D e stand der gewassen is in het zuidwesten relatief gezien van dien aard dat er in vergelijking met andere delen van het land minder reden tot klagen is, zei de heer G.P.A. van Nieuwen- huijzen in zijn akkerbouwoverzicht. Wel is er in het zuidwesten een groot verschil van gebied tot gebied, terwijl zelfs grote ver schillen zijn te konstateren tussen de ene polder en de andere. In de meeste gevallen waar sprake is van schade aan de gewassen werd dit veroorzaakt door de laatste 15 a 20 mm regen, die net het opvangvermogen van de grond te boven ging. Door.de overvloedige regenval is in het zuidwesten evenwel aanzienlijke schade te konstateren aan erwten, bonen en gerst, terwijl hier en daar ook schadegevallen veroorzaakt door hagel voorkomen, zei de heer Van Nieuwenhuijzen. Topopbrengsten zoals we die kenden in 1978 kunnen we dit jaar wel vergeten zei hij, maar niettemin kan 1979 toch nog wel een normaal oogstjaar worden, voorspelde hij. Hij noemde de prijsbesluiten zoals die onlangs in Brussel tot stand kwamen "een flop". Van der Stee heeft dan wel gezegd dat hij niet ontevreden uit Brussel terugkwam, maar zo zei de heer Van Nieuwenhuijzen "Ik dank je de koekoek, het is dan wel geen puinhoop geworden in Brussel en de E.E.G. bestaat nog, maar daar is dan ook alles wel mee gezegd". Voor de akkerbouw in het zuidwesten is het al met al een droeve zaak. We zullen weer aangewezen zijn op de prijsvorming van de vrije produk ten, zei Van Nieuwenhuijzen, maar zoals iedereen weet is dat maar een bijzonder smalle basis voor het verkrijgen van een inkomen. Hij noemde, evenals de Z.L.M.-voorzitter, aanvul lende maatregelen strikt noodzakelijk, de verlangens of eisen liggen ten aanzien hiervan gereed bij het Landbouwschap. Het Landbouwschap heeft nu tot taak deze verlangens zo snel mo gelijk bij de minister in te dienen. Op deze manier kan dan met onze belangen rekening gehouden worden bij de aanstaande opstelling van de landbouwbegroting. Van Nieuwenhuijzen sprak zijn zorg uit ten aanzien van de gevolgen van het duurder en schaarser worden van de energie. De problemen liggen niet in de eerste plaats in het eventuele tekort aan dieselbrandstof, maar veel meer nog in het duurder worden van allerlei pro dukten zoals kunstmest, plastiks, vrachtkosten enz. Ook de ver werking van landbouwprodukten zal hierdoor duurder worden. De landbouw zal er op toe moeten zien dat bij een eventueel tekort, het produktieproces op de bedrijven hierdoor niet in gevaar komt. Ook hierin heeft het Landbouwschap een taak om te zorgen dat de landbouw niet getroffen zal worden door een brandstofbeperking of -distributie. Tot slot bracht Van Nieuwenhuijzen nog het kontraktenstelsel voor suikerbieten voor het teeltjaar 1980/81 ter sprake. De af wikkeling van de verdeling ligt moeilijk omdat men moet han delen vanuit een tekortpositie. Er wordt verwacht dat het quo tum voor de volgende vijf jaar omlaag zal gaan, hetgeen een bijzondere handikap is. Ër wordt nog druk gediskussiëerd over de verschillende mogelijkheden en het is volgens de heer Van Nieuwenhuijzen onwaarschijnlijk dat op korte termijn defini tieve beslissingen worden genomen! A.J.G. Doe- leman, voorzitter; G.P.A. van Nieuwenhuijzen, vice-voorzitter; S. de Visser, vice-voorzitter; Mr. J. Oggel, algemeen-sekretarisL.J. van Gastel, kring Schouwen-Duiveland; M.C.J. Kosten, kring Tholen-St. Philipsland; C.M. v.d. Weele, (plv.), kring Noord-Be veland; J. Nieuwenhuyse, kring W. Zuid-Beveland; C.J. Alme- kinders, kritrg W. Zeeuws-Vlaanderen; Av. Hoeve, kring Axel; J. Scheele, kring Hulst; W. v. Veldhuizen, kring Oost- en Mid den-Brabant; B.H. Maijers, kring Langstraat; G.J. de Jager, kring Altena-Biesbosch; P.A. Hoogenboom, tuinbouw; D. Hage (plv.), tuinbouw; C. de Visser, veehouderij; Adviserende leden: lr. M. Sanders; Ir. L. Eelkema; mevr. J. Donken; mevr. C.L. Kloet; B. Veerbeek; Z.L.M.-instellingen: W.C. Sinke; R. v. Wezel; J.C.B. Priem. AGRARISCHE EXPORTBEVORDERING Het is de bedoeling in het kader van de bestaande exportaktivi- teiten aan Nederlandse agrarische produkten - door middel van onpersoonlijke produktpromotie - meer bekendheid te geven binnen het raam van de wedstrijden om de wereldbeker voor springruiters. Dit o.m. antwoordt minister Van der Stee (landbouw) op schriftelijke vragen van de Tweede Kamerleden Worrell, Hen- nekam, Keja, Lambers-Hacquebard en Langedijk-De Jong. Om onze agrarische produkten een zo groot mogelijke bekend heid te geven, met name in het buitenland, is gezocht naar evenementen, die naar verwachting in een ruime publieks- én publicitaire belangstelling zullen staan. Dit zal zich onder meer kunnen uiten in verslagen in dag- en weekbladen, alsmede via uitzending van de betrokken evenementen op radio en televisie. Reeds geruime tijd geleden heeft de bewindsman terzake over leg gepleegd met zijn ambtgenote van kuituur, rekreatie en maatschappelijk werk mevrouw Gardeniers, alsmede met de staatssekretaris van ekonomische zaken, de heer Beyen. In deze kontakten is hem niet gebleken van bezwaren, die uitvoering van deze plannen op voorhand zouden verhinderen. Zoals gebruikelijk zal deze vorm van exportbevordering onder verantwoordelijkheid van de Hoofdafdeling Afzetbevordering van het departement van landbouw plaatsvinden. Deze aktivi- teiten worden over het algemeen uitgevoerd in overleg en in samenwerking met de bestaande agrarische afzetorganisaties. Vertegenwoordigers van de sektoren sierteelt, pluimvee en eie ren, konsumptie-aardappelen, groenten en fruit en zuivel zijn inmiddels van dit voornemen op de hoogte gesteld. Er vindt nog overleg plaats met de Internationale Hippische Sportbond (F.E.I.) over de voorwaarden waarop en de vorm waarin aan deze wijze van promotie gestalte kan worden gege ven. Hierbij wordt overwogen een eventuele overeenkomst aan te gaan voor een periode van driejaar, met een mogelijkheid tot verlenging met een termijn van vijfjaar. Uit de kontakten met de F.E.I. en de sponsor van het vorige jaar is gebleken, dat Volvo voornemens is het sponsorschap te kon- tinueren. Bij het sluiten van een eventuele overeenkomst zal hiervan worden uitgegaan. Gezien het verschil in de aard van de produkten zullen de afzetbevorderende aktiviteiten zich gescheiden van elkaar vol trekken. In tegenstelling tot de merkreklame zullen de aktivi teiten op agrarisch gebied zich beperken tot onpersoonlijke produktreklame. Desgevraagd deelde de bewindsman mee dat het doel, waarvoor de betreffende begrotingspost is gevoteerd, niet is "subsidiëring van de paardenhouderij", maar het in het buitenland meer bekendheid geven aan het Nederlandse agrarische produkt. Aangezien de organisatie van de bedoelde evenementen in handen is van de F.E.I., bestond er geen aanleiding tot overleg met de Nederlandse Hippische Sportbond. Minister Van der Stee is bereid de Kamer van zijn beslissing in kennis te stellen en deze desgewenst toe te lichten. Hij wijst er echter op, dat het hier gaat om normale afzetbevorderingsakti- vileiten, gefinancierd uit daarvoor bestemde begrotingsgelden. De landbouw bevindt zich daarmee in feite tussen twee hete vuren in. Het markt- en prijsbeleid dwingt de boer tot kostprijs verlaging, terwijl aan de andere kant steeds meer facetten van ons nationaal beleid juist kostprijsverhogend werken. (Zoals be perkingen bij de bedrijfsontwikkeling, maar ook de uit de hand lopende druk der kollektieve lasten). Het is dan ook geen wonder dat bij vele boeren en tuinders een steeds sterker gevoel van onvrede gaat heersen. Nu het erop lijkt dat een aantal toevallige voordelen, zoals lage veevoederprijzen, wegvallen moet men er in politiek Den Haag of Brussel niet van staan te kijken, indien die onvrede in de komende tijd zich op één of andere manier ont laadt. Het is heel begrijpelijk dat velen zich afvragen of er met het huidige landbouwbeleid gedurende de komende tijd zo nog wel verder gegaan moet worden. Immers juist het doorlopend ged wongen in de race blijven, zonder dat men er daardoor financieel of sociaal nog werkelijk op vooruitgaat, geeft velen te denken. Ook binnen onze KNLC-organisatie gaan stemmen op die zich afvragen of we nog wel op de goede koers liggen. Landbouwbe leid, zeker in Europees verband, is een zeer komplexe materie. Eigenlijk is nog slechts een enkeling in staat het geheel redelijk te overzien. Meestal beperkt men zich tot de eigen sektor. Dat houdt evenwel het grote gevaar in van een landbouwbeleid waar het evenwicht tussen in elkaar overlopende sektoren zoekraakt. O ok in Brussel wordt bij de besluitvorming naar mijn mening te weinig van een de totale landbouw omvattend pakket met op elkaar afgestemde maatregelen, uitgegaan. Dat komt ook door dat eigenlijk te veel politiek op de (zeer) korte termijn wordt bedreven. Overigens is dat een algemeen verschijnsel in onze huidige inspraakdemokratie. De laatste week hebben we in alle geledingen tot in details de laatste besluiten aangaande de land bouwprijzen 1979/80 besproken en bekommentarieerd. Wij heb ben daarbij vastgesteld dat de spanning tussen kosten en op brengsten weer is toegenomen. Op nationaal niveau zal er nu snel een aantal maatregelen komen om zowel de ekonomische als sociale positie van boeren en tuinders niet verder te laten afglij den. Wij hebben ook gekonstateerd dat het Europees landbouw beleid weer is gered en dat is toch vooral voor onze Nederlandse, van export afhankelijke, landbouw uiterst belangrijk. Toch moeten we oppassen met deze laatste konstatering niet al te gemakkelijk de grote zorgen, waarvoor vele individuele bedrijven zich gesteld zien, naar de achtergrond te verdringen. Ik ben dan ook van mening dat het nu de hoogste tijd is dat we binnen het KNLC zelf eens zeer fundamenteel het huidige Nederlandse en Europese landbouwbeleid gaan doorlichten. Het gaat daarbij niet om koste wat kost tot iets nieuws te komen, maar wel om grondig te onderzoeken of de grote lijnen van het huidige beleid nog wel voldoende toekomstperspektief geven; of er op onderdelen mis schien een andere koers gevaren kan worden; of dat w e het vooral van het hier en daar bijschaven van het huidige beleid moeten hebben. LUTEIJN. 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 15