c - r Onkruidbestrijding binnen de perken Zou het dit jaar nog meevallen? Klachten over pootgoed Bevredigende stand gewassen De gewassen zijn redelijk gezond Ondanks een korte maar zeer natte periode is de totale hoe veelheid neerslag over de maand juni in Zuid-Beveland nog beperkt gebleven. Duidelijk minder als het gemiddelde over meerdere jaren. Hoewel we nu een lange natte periode hebben gehad waarin nogal wat dagen voor het veldwerk verloren gin gen, kunnen we niet zeggen dat we nu zoveel achterop komen met het werk of dat er zoveel gewassen onder het onkruid zijn geschoten. Door de goede soms wat straffe werking van de chemische onkruidbestrijding is de hoeveelheid onkruid echt binnen de perken gebleven. Intussen hebben de gewassen zich goed en vlot ontwikkeld. Toch blijft alles wel achter ten opzichte van andere jaren. An ders wordt begin juli al een begin gemaakt met het karwij oogsten en een enkele maal met het vlas plukken. Op dit mo ment zijn we hier echt nog niet aan toe. Het vroegste graszaad lijkt vrij normaal op tijd af te rijpen. Over de stand van de gewassen is meer te zeggen. De zomergerst lijkt op dit moment het meest tegen te vallen, dit gewas kan echt niet tegen slechte struktuur. Lang niet altijd is het zo mooi als het vanaf de weg wel lijkt. Zo zijn er percelen wintertarwe die vol en dicht staan, veel aren per m2 hebben en waar een goede opbrengst van verwacht kan worden. Andere percelen staan veel holler, met een te gering aantal aren per m2, hier kan geen optimale opbrengst van verwacht worden. Tot nog toe is het gewas in zijn totaal gezond gebleven. De laatste week neemt perceelsgewijze de meeldauw wat toe. Ondanks het advies om niet te snel tot een bestrijding over te gaan is op vele percelen toch al een bestrijding tegen meeldauw, aar- en afrijpingsziek- ten uitgevoerd. Of dat allemaal nuttig en verantwoord zal blij ken te zijn moeten we nog afwachten. De suikerbieten hebben nu op vele percelen het veld vol. Toch zijn er nogal wat duidelijk achterblijvende perceelsgedeelten en soms zelfs gehele percelen. Veel C-suiker zal er zoals het er nu naar uitziet zeker niet komen. Er komen wat zwarte bonenluizen voor, hier en daar is al een bestrijding uitgevoerd. Toch is er ook al een natuurlijke afbraak te konstateren. Het verschil tussen de vroegst en de laat gepote aardappelen is intussen wel wat kleiner geworden. Men is uiterst laat en het lijkt er op, wat traag begonnen met de voorbehoedende bestrijding tegen Phythophthora Infestans. Sommige percelen kregen dan ook pas in de laatste dagen van juni hun eerste beschermende bespuiting. Zeker als dan ook pas een luisbestrijding tegen top- rol werd uitgevoerd. De ruwvoederwinning is voor de rundveehouderij laat begon nen en loopt echt niet over rozen. De moeilijkheden waren groot de hoeveelheid is wat beperkt, de kwaliteit zal afhankelijk van de omstandigheden sterk kunnen variëren. "*V~ D e vorige maand kregen we de verzamelmap voor de bro chures "Kwaliteitsverbetering van konsumptie-aardappelen" onder ogen. In een begeleidend schrijven werd warm aanbevo len om deze uitgaven toch vooral te lezen en te bestuderen. Het telen van een kwaliteitsprodukt en het behouden van de kwali teit is van groot belang om de aardappel de betekenis voor het akkerbouwbedrijf te laten behouden. Voor, tijdens en na het groeiseizoen kunnen heel wat fouten gemaakt worden en velen hadden met eventueel gemak vermeden kunnen worden. Studie maken van dezé brochures betekent ongetwijfeld een verrijking van de kennis welke bij de moderne aardappelteelt niet meer gemist kan worden. Vroeger hadden we ook wel opbrengsten van een mud van de roe, maar we mogen niet vergeten, dat toen volgens een geheel ander systeem werd gewerkt en kon gewerkt worden. In de bijna handwerkloze teelt van nu passen geen zieke- en groene knollen, geen blauw en alles wat er nog meer met de hand uit gekorrigeerd moet worden. Tevens zijn rooi- verliezen te velde totaal uit de boze. Momenteel boksen we weer op tegen de aardappelopslag van twee, drie of vier jaar geleden. Afgelopen winter heeft het streng gevroren en nog niet genoeg om van dit euvel verlost te zijn. Duidelijk kunnen we daarom stellen, dat er bij de oogst geen knol meer ongekneusd op het veld achter mag blijven. De kneuzer in welke vorm dan ook wordt "het werktuig van het jaar". Opvallend is dit voorjaar, dat op tijdig voorbewerkt land veel minder aardappelopslag staat in Nu we de langste dag gehad hebben betekent dit voor de Bies- bosch en het land van Altena dat voor verschillende produkten de oogst al voor de deur staat. Als dit artikel verschijnt, zijn de eerste konservenerwten al ge dorst en het vroegste graszaad zal ook geen week meer vast staan. We zijn benieuwd wat de opbrengsten zullen zijn. Als we terug kijken naar het groeiseizoen dan zijn de verwachtingen niet hoog. De erwten die deze week gedorsen zijn of worden die zullen veelal slecht zijn, want daar zitten nogal wat water plek ken in en hier en daar zijn ze bijna het maaien niet waard. Het vroege graszaad heeft ook een slechte bloeitijd gehad. De latere soorten hebben in een week met mooi en droog weer gebloeid. Dit geeft de boer toch weer hoop. Maar uit ervaring van vroeger weet men wanneer de vroege gewassen over het algemeen slecht van opbrengst zijn, dan moet men van de andere produkten veelal niet veel verwachten. Het weer is nu stil aan toch wel wat opgeknapt. Het is te hopen dat we na zo'n koud en nat voorjaar een mooie droge zomer krijgen. Dit kan de werkzaamheden vlot doen verlopen en het spaart veel droogkosten en dus ook ener gie. Daarbij komt nog dat de bijprodukten dan ook nog tot waarde gemaakt kunnen worden zoals erwtenloof en graszaadhooi. Voor zover ik verneem is de ruwvoederpositie op de veehoude rijbedrijven nog matig. Dit zou een welkome aanvulling kunnen zijn want met de ho gere krachtvoer prijzen in het vooruitzicht is het toch wel een veilig gevoel om voldoende ruwvoeder te bezitten. De granen hebben het tot nu toe redelijk tot goed gedaan. De tarwe heeft zich na de slechte winter goed hersteld. Ziekten zijn tot 20 juni bijna niet waargenomen. Maar na de warme week van 22 juni is de meeldauw snel uitgebreid. Het is raad zaam uw gewassen te kontroleren en tijdig de nodige maatre gelen te nemen om straks als het te laat is niet voor verrassingen te staan. Het is een ieder bekend als de tarwe aren zwart worden de opbrengst behoorlijk gedrukt wordt en dan is het te laat om nog een bestrijding uit te voeren. De bieten hebben de gang er in, zoals men dat noemt. Maar het is dan ook hoog tijd. De stand is boven de grond goed. Of de wortel nu met zo'n nat en koud jaar ook wel zo lang is betwijfel ik. Op de percelen met water- plekken zijn de penwortels afgerot en zijn ze opnieuw rijwortels gaan vormen, Zoals het nu zich laat aanzien zal alles mee moe ten zitten om de gemiddelde opbrengst van de laatste jaren te halen. De aardappelen staan hier zeer wisselvallig. De percelen voor half april gepoot en op goede percelen staan goed. Het aantal knollen is groot, maar er zitten nog weinig kilo's onder. De late gepote percelen hebben het moeilijk. Door de zware regenval zijn ze meestal te laat aangefreesd, daarbij nog wat geleden van de bodemherbiciden en dan nog enkele verrotte plekken, zodat je wel een gedachte kunt vormen hoe het is. Alles bij elkaar geen optimistisch geluid. Wat het humeur van de akkerbouwer en veehouder had kunnen verbeteren zouden de prijzen uit Brussel geweest kunnen zijn. Maar wht denk je, V/2% prijsverhoging moeten wij daarmee de hogere pachtprijzen, de 5% duurdere machines, en wie weet hoeveel duurdere brandstof betalen? Wat het pootgoed van oogst 1977 betreft zijn 49 klachten in het buitenland onderzocht betrekking hebbende op 52 partijen. Van deze klachten waren 8 afkomstig uit België, 10 uit West-Duits- land, 24 uit Frankrijk en 7 uit Italië. Van de klachten werden er 33 gegrond en 19 ongegrond be vonden. De gegronde klachten betroffen fusarium (15), natrot (6), drukplekkén (4), sortering (3), schurft (2), ontvelling beschadiging (1), kiemen (1). Vanwege ontvellingen werden 15 klachten onderzocht, die op één uitzondering na ongegrond werden verklaard. (Jaarverslag N.A.K. 77/78). de uien en de bieten dan op land waar voor de winter geen voorbewerking is uitgevoerd. Dit zijn slechts waarnemingen van onze kant, maar misschien hebben andere kollega's weer andere, ontdekkingen gedaan. Buurman beweert, dat een aardappelk nol een levend stengeldeel is en dus achter of onder de rooima- chine op het land met een goedkope groeistof gespoten kan worden, waarna de knol zich bij verder uitlopen dood groeit. Of dat waar is moet nog bewezen worden en het is natuurlijk ook nog de vraag of deze toepassing toegelaten wordt. Het wonder lijke van aardappelopslag is, datje het niet ieder jaar hebt en als je het wel hebt weetje er geen verklaring voor te vinden waarom dan wel. T-J it proeven is gebleken, dat dit voorjaar veel bieten te diep zijn gezaaid. Rijen welke een heel mooie stand hadden, waren bewust ondieper gezaaid. Zo is hiermede het bewijs geleverd, dan niet alle fouten aan de bodemherbiciden kunnen en mogen worden toegeschreven. In droge voorjaren zou men over hebben moeten zaaien omdat men te ondiep gezaaid had en nu is het juist andersom. Vele dingen zijn in de landbouw niet te voorzien, want de weersin vloeden spelen immer een grote rol. Vorig jaar lagen we op de loer met Bayleton in de schuur, doch er was geen aantasting van gele roest in de tarwe te vinden. Nu zijn we lid van een tarwes- tudieklub en doen vele waarnemingen en dat is toch wel een leerzame zaak. Met zekerheid durven we wel te stellen, dat de strenge winter heel veel goeds heeft gedaan. In de bieten zijn gedurende de maanden mei en juni praktisch geen groene per zikbladluizen gevonden en daarvoor moet toch een reden en oorzaak te vinden zijn. Lievenheersbeestjes zijn er ook niet en die zijn het juist welke we als praktizerend boer graag in het gewas tegenkomen. We hebben een zeer boeiend beroep en gelukkig ook een proefboerderij "De Rusthoeve". Met al onze vragen kunnen we daar terecht en de diskussie na afloop van de rondleiding langs de proeven zouden we niet graag hebben willen missen. Op de thuisreis op de boot heeft buurman nog een heel referaat gehouden over de toekomst van de bruine boon. Dagen hebben de boontjes met de voeten in het water gestaan, dus zal er van een topopbrengst geen sprake meer zijn dit jaar. In West-Zeeuws-Vlaanderen hebben we nog steeds weinig van zomers weer kunnen genieten. Toch mogen we wat de hoeveel heid neerslag betreft niet klagen; althans in vergelijking met sommige andere streken. Over het algemeen staan de gewassen er vrij goed voor, zij het wat laat in ontwikkeling. Weinigen zouden het afgelopen voorjaar de huidige, toch wel bevredi gende stand van een gewas als wintertarwe hebben durven voorspellen. Daarnaast zijn er weinig schimmelziekten en luizen aanwezig in de granen. De noodzaak tot spuiten is duidelijk minder geweest. De praktijk heeft er ook rekening mee gehou den. De handelaren in bestrijdingsmiddelen weten daarvan mee te praten. Ook de luizensituatie in de bieten is gunstig. Een paar meevallers dus aan de kostenkant. Door het niet tijdig voor opkomst kunnen spuiten zijn er in aardappelen nogal wat on kruidproblemen geweest. Behalve volvelds is een groot aantal percelen tussen de rijen gespoten. Voor zover het onkruid was te raken met goed sukses. Evenwel tussen de aardappelplanten, dus boven op de ruggen kan het onkruid niet worden bestreden. Het beste blijft dus vooralsnog te spuiten voor de opkomst. In erwten, bonen en zomergerst is op plekken met een slechte struktuur of een te vast in elkaar gezakte bouwvoor een snelle achteruitgang van het gewas te zien. Een aantal percelen dreigen daardoor waardeloos te worden. Ook komt in stambonen weer flink wat bonenrolmozaïek voor. De zomer gaat weer vlug voorbij. Aan bepaalde vroeg het vel- druimende gewassen is dit al weer goed te merken. Zo is veel graszaad en karwij volop in de afrijpingsfase. Terwijl we nog volop aan de verpleging bezig zijn, staat ook de oogst weer kort voor de deur. Een spannende tijd altijd weer. Niet alle*en wat de fysieke opbrengst betreft, maar zeker ook in verband met de prijzen. Brussel heeft ons wat dat betreft een kleine fooi gedaan. Wat zijn we tegenwoordig als boerenstand toch gauw tevreden. De stand van wintertarwe is bevredigend. We hopen op Walcheren nog steeds op betere tijden wat de weersomstandigheden betreft. De regenhoeveelheden zijn in ieder geval aan het afnemen. De laatste helft van de maand juni bleven we beneden de 20 mm regen, wat sedert de tweede helft van februari niet is voorgekomen volgens onze eigen waarne- mingen.Veelal is er bewolking, zodat het aantal uren zonne schijn ook laag is. Echt zomers weer hebben we tot op heden vrijwel niet gehad. Het is somber en koel. Voor de zonneaan- bidders is er nog weinig goeds geweest. Ondanks het naar onze mening weinig gunstige weer groeien de gewassen toch nog redelijk goed. We zijn er wel van overtuigd dat het weertype van de laatste weken voor de gewassen gunstiger is geweest, dan wanneer er overdadig zonneschijn en hoge temperaturen zou den zijn voorgekomen. Het is maar gelukkig dat we op het verloop van de weersomstandigheden geen invloed kunnen ui toefenen. De tijd staat echter niet stil. We beginnen al weer aan de tweede helft van het jaai. Hopelijk krijgen we toch een wat zonniger periode wat voor de gewassen en voor de vakantie gangers ook een gunstige invloed zal hebben. Bijna alle gewas sen zijn laat in ontwikkeling. Hopelijk past de natuur zich nog aan op deze late ontwikkeling. De gewassen zijn over het algemeen nog redelijk gezond. In tarwe komt zo hier en daar wat meeldauw voor. Van de gerst loopt de stand van perceel tot perceel sterk uiteen. Ook bij de erwten zijn er een aantal slechte percelen, meestal op de wat minder goed doorlatende gronden. De bruine bonen zijn zich wat aan het herstellen van de vele regens. Er komt wat nieuwe wortelvorming. De suikerbieten doen het op de meeste percelen niet zoals we dat gewend zijn. De stand is wat dun en de ont wikkeling op veel percelen matig. Het probleem van de C-suiker en een gedeelte van de B-suiker is vermoedelijk al opgelost. Het vlas staat er goed voor al zijn er enkele té zware percelen. De stand van de uien is op veel percelen aan de dunne kant. Over de groei van de aardappelen zijn er weinig klachten. Omstreeks half juni is er op een strook van ons gebied nog ernstige hagel- schade voorgekomen. De distelverordening staat weer dikwijls ter diskussie. Als praktische landbouwers hopen we dat deze verordening ge handhaafd blijft. We hebben geen behoefte aan een ongebrei delde uitbreiding van dit onkruid. Ons heugt ook nog de oor logstijd '40-'45 toen veel van onze kultuurgrond niet bewerkbaar was vanwege de aanleg van mijnenvelden. In deze velden en in de aangrenzende percelen is toen een enorme uitbreiding van de akkerdistel voorgekomen. Te Grijpskerke is op een akkerbouwbedrijf gestart met een tweede bedrijfstak. Er is een gebouw met plaats voor 20.000 legkippen in gebruik genomen. We wensen deze ondernemer veel sukses toe met dit initiatief, om op deze wijze een goed arbeidsinkomen te verkrijgen. Tijdens de open dag mocht de familie zich in een grote belangstelling verheugen. Ook te Ritt- hem zal een dergelijk gebouw, zij het met iets kleinere kapaci- teit, binnenkort in gebruik genomen worden. 10

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 10