Vleesexport levert Nederland
[]DW 4 6 miljard aan deviezen
Is kwaliteit van vlees en vleeswaren de
hamvraag?
U it de pvv-cijfers blijkt voorts, dat de strukturele daling in de
export van Nederlandse vleeswaren en -konserven (22% in vier
jaar) vooral toegeschreven moet worden aan het vrijwel weg-
Exportverloop van de Nederlandse (varkens)vleessektor 75/'78
D,
Winters weer beïnvloedde bestrijding
muskusrat
Ons land zal aandringen op
verbod legbatterijen in huidige
vorm
Ij erekend over de laatste vier jaar - 1975/1978 - is de relatieve groei van de export van produkten uit de totale
Nederlandse vleessektor rond twee keer zo groot geweest als de procentuele stijging van de binnenlandse produktie. De
export steeg in '78, ten opzichte van '75 met 27%, terwijl de produktie van rond 1,5 miljoen ton tot bijna 1,7 miljoen ton
13%) toenam. Dit betekent, dat de produktiestijging in die vier jaar geheel ten goede gekomen is aan de vleesvoor
ziening buiten onze grenzen. De Nederlandse konsument heeft daar geenszins onder te lijden gehad. Integendeel. Naast
een ruime binnenlandse vleesvoorziening leverden deze exportaktiviteiten in '78 een bedrag van 4,6 miljard aan
deviezen op.
aanmerkelijk deel van de Deense export (ruim 38%) is gericht op
met name de baconvoorziening van het Verenigd Koninkrijk.
Wat dit laatste betreft zit trouwens de Nederlandse levering van
dit varkensvleesprodukt sedert jaren duidelijk in de lift.
vallen van de Noord-Amerikaanse markt. In '78 werd nog rond
23% van het exportniveau van '75 in deze sektor gehaald; de
Denen bleven daarentegen op 89% staan. Opmerkelijk is daar
naast, dat bij nagenoeg gelijk gebleven exporthoeveelheden
vanuit ons land naar West-Europese landen, de Nederlandse
export naar Afrikaanse landen bijna is verdubbeld. De Denen
zagen hun afzet naar die landen weliswaar minder spektakulair
groeien, maar hun exportniveai lag in '75 al ruim de helft hoger
dan dat vanuit ons land. Het Deense exportniveau in deze pro-
duktenrange naar Aziatische landen groeit bescheiden, maar
ligt in omvang gerekend rond 3,5 keer zo hoog als het onze, dat
in '78 een omvang van nog geen 4.000 ton beliep.
De pw-cijfers onderstrepen duidelijk, dat Nederland in de
EG-varkensvleesvoorziening, met een aandeel van rond 12%
van de EG-varkensstapel en -vleesproduktie, een belangrijke rol
speelt. Van de totale export van de Nederlandse vee- en vlees
sektor was in '75 nog 87% gericht op de uitvoer naar de EG-lid-
staten; in '78 was dit opgelopen tot 94%. Daarvan ging in dat
laatste jaar rond 38% naar West-Duitsland, 22% naar Italië en
20% naar Frankrijk, terwijl 11% naar het Verenigd Koninkrijk
werd verscheept. In guldens uitgedrukt was daarmee in totaal
een bedrag van rond 4,6 miljard gemoeid.
D e Nederlandse varkensvleessektor, met een produktie van
rond 1,2 miljoen ton in '78, heeft daar in zeer belangrijke mate
toe bijgedragen. Het produktie-aandeel hiervan liep in '78 op tot
rond 71% van onze totale vleesproduktie. In '75 was dat nog
66,5%. In de afgelopen vier jaar nam de varkensvleesproduktie
in ons land met 21% toe; de uitvoer, in tonnen gemeten, steeg
met 29% en de exportwaarde kwam met ruim 2,9 miljard rond
18% hoger uit dan in '75.
In dat jaar lagen de Denen, met een exporttonnage van 557.000
ton nog boven het niveau van ons land, dat toen 543.000 ton
beliep. In '78 blijkt, vergeleken met het niveau van '75 het
Deense exportniveau niet te zijn gestegen, ondanks een groei in
de produktie van 10%. In omvang is Nederland daarin de Denen
voorbijgegaan, blijkt uit cijfers die het produktschap voor vee en
vlees (pvv) recentelijk gepubliceerd heeft.
Inzicht
Export van
Nederland
slachtvarkens
(1975/'78) vanuit
vleeswaren en -konserven, die voor 80% uit varkensvleès worden
bereid, van rond 125.000 ton in '75 naar ruim 97.000 ton in '78, is
met name vervangen door een versterkte uitvoer van levende en
geslachte varkens. Het aandeel van vleeswaren en -konserven in
het totale pakket daalde daarmee van rondweg 23% naar 14%,
terwijl het aandeel van de levend uitgevoerde slachtvarkens van
22% steeg tot bijna 27%. Het aandeel.van de uitvoer van in ons
land geslachte varkens, o.a. bestemd voor de versvlees-voorzie
ning in de EG-lidstaten, liep op tot 37%. Zowel wat de pakket
samenstelling als de bestemming betreft, treden opmerkelijke
verschillen tussen ons land en Denemarken naar voren. De
export van levende slachtvarkens vanuit Denemarken, die in '75
al op een in verhouding laag niveau lag, is in de daaraanvol
gende jareri, naar het lijkt struktureel, afgenomen. Een zeer
De afgelopen jaren is de bestrijding van de muskusrat geïnten
siveerd. In een tijdelijke kampagne van minimaal 5 a 8 jaar
wordt getracht de populatie van de muskusrat tot een aan
vaardbaar niveau terug te brengen. De georganiseerde bestrij
ding is daartoe uitgebreid met tijdelijke vangers.
Dit o.m. antwoordt minister Tuijnman (verkeer en waterstaat)
mede namens zijn ambtgenoot Van der Stee (landbouw) op
vragen van de Tweede Kamerleden Scherpenhuizen en Waal-
kens.
In de provincie Groningen wordt het aantal vangers van 10 naar
14 gebracht. Van de extra vangers zullen 2 in de regio van de
stad Groningen opereren. De recente vangsten in de gehele
provincie Groningen zijn hoger dan in voorgaande jaren. Deels
kan dit worden verklaard doordat de afgelopen winter vrijwel
geen bestrijding heeft kunnen plaatsvinden.
Anderzijds hebben de hoge waterstanden ertoe bijgedragen dat
de muskusrat zich over grotere afstanden heeft verspreid en zich
nu op weinig gebruikelijke plaatsen ophoudt.
Volgens de bewindslieden verdient het zeker aanbeveling dat
gemeenten met hun beschikbare apparaten behulpzaam zijn bij
de bestrijding van de muskusrat waar dit wenselijk en mogelijk
is.
Voor zover nodig wordt daartoe het nodige overleg met de in
aanmerking komende gemeenten gevoerd.
Vleeswaren en -konserven
slachtvarkens (levend)
slachtvarkens (geslacht)
hammen, schouders, karbonader
bacon enz.
vleeswaren en -konserven
in 1.000
ton
in
1975
1978
1975
1978
121
187
173
257
22
27
32
37
124
157
22
125
97
23
23
14
543
698 -
100
100
'e pvv-cijfers bieden nader inzicht in het verloop van de
export in de varkensvleessektor van ons land, Denemarken en
België. Daaruit blijkt, dat in tonnen gemeten, de Nederlandse
.inspanningen geleid hebben tot een sterke stijging van de ex
port; de Belgen staan in '78, afgemeten aan de situatie in '75 op
een rondweg 6% hogere uitvoer en de Denen, zoals gemeld, op
nagenoeg hetzelfde niveau.
Wat ons land betreft valt de sterke daling van de export van
vleeswaren en -konserven op. Struktureel is in het totale pakket,
ondanks een stijging van 122.000 ton naar ruim 156.000 ton aan
hammen, schouders, karbonaden, bacon enz. bij elkaar, op ni
veau gebleven (rond 22%). De teruggelopen export van onze
We moeten ervan uitgaan dat de consument de welzijn
saspecten van dieren zwaarder zal laten gelden. Men kan
hem niet beletten uit de traditionele markt te stappen en
een leverancier te zoeken die met zijn wensen rekening
houdt. De praktijk rondom de scharreleieren heeft dit
aangetoond.
Aldus drs. C.C.J.M. van der Meys, directeur Voedings- en
Kwaliteitsaangelegenheden van het ministerie van land
bouw in een rede bij gelegenheid van de ledenvergadering
van de Nederlandse Vereniging van Importeurs en Expor
teurs van Slachtdieren.
De betrokkenheid bij het maatschappelijk gebeuren ron
dom produktie en consumptie neemt toe. Producenten
hebben in het algemeen de neiging de belangstelling voor
ethische overwegingen als overdreven, sentimenteel en
onzakelijk van de hand te doen. Zulke ethische beschou
wingen worden echter gedragen door veel mensen, in bin
nen- en buitenland.
Het dier dat uiteindelijk door hen zal worden geconsu
meerd moet voor dat tijdstip een dierwaardig bestaan
kunnen leiden. Het ministerie van landbouw zal ontwik
kelingen op dit gebied kritisch doch niet onwelwillend vol
gen. Niet onwelwillend omdat hieruit aanzetten tot nieuwe
produktiemethoden kunnen ontstaan en kritisch omdat de
controle op produktiemethoden, die de identiteit van het
produkt niet meetbaar beïnvloeden, uiterst moeilijk is.
Naast een scharrelei kan daarmee wellicht een scharrel-
varken of scharrelkalf tegemoet worden gezien.
kwaliteitsklassen voor o.m. rookworst, gekookte worst, gekookte
schouderham.
Export
Sprekend over export zei drs. Van der Meys dat een recent
onderzoek bij Duitse consumenten heeft aangetoond dat deze
een ongunstig beeld hebben van zowel de prijs als de kwaliteit
van onze vleeswaren. Slechts een kleine groep (6%) is zich be
wust wel eens Nederlandse vleeswaren te kopen maar reclame
voor deze produkten is hen niet bekend.
De Duitse groothandel kent ons land een duidelijke hogere
kwaliteitsstandaard toe voor vlees dan andere EEG-landen.
Waardering heeft men voor de vers vlees behandeling, de stan
daard van de slachtvarkensfokkerij en de betrouwbare snelle
levering. Daarentegen is er kritiek op de vleesconsistentie en
vleeskleur, de houdbaarheid van het verse vlees, het produktie-
vermogen bij noodaankopen. Naar de mening van de heer Van
der Meys zijn de inspanningen van onze industrie en handel te
eenzijdig op de Duitse handel gericht. Concurrentie uit andere
landen zal naar verwachting toenemen. Vooral uit Oost Europa.
Het lijkt daarom aan te bevelen voor de handel in Duitsland
actiever te opereren met hogwaardige kwaliteitsprodukten,
vooral vleeswaren. Hierbij zal ook directer de consument be
trokken moeten worden, uiteraard zonder de handel te ver
waarlozen.
van
ten
De uitbreiding van de schapenteelt in ons land is niet gepaard
gegaan met een aantasting van het dierwaardige bestaan. Ge
bleken is dat ook zonder intensievere methoden schapen op
rendabele wijze kunnen worden gehouden.
De voorgenomen E.E.G. marktordening voor schapevlees zal er
vrijwel zeker toe leiden dat onder druk van de Engelse markt het
prijspeil op de Franse markt aanzienlijk zal zakken.
Teneinde aan de gevolgen van deze dajing enigermate te ont
komen bereidt het departement nu reeds maatregelen voor. De
handhaving van goede kwaliteit moet een van de hoekstenen
zijn en blijven waarop de marktvoorziening zal drijven. Een
Centraal Schapenstamboek, een classificatiesysteem voor het
schapenkarkas en een uitbetaling naar kwaliteit zullen hiertoe
bijdragen.
Kwaliteit vers vlees en vleeswaren
De classificatieregeling die bij slachtvarkens wordt gebruikt,
verdient meer belangstelling. Ook voor de afnemer van onder
delen van de karkas (hammen-industrie, slagerijen) bevat deze
kwaliteitsaanduiding relevante informatie.
De heer Van der Meys wil zich inzetten voor een systematische
bekendmaking aan de consumenten van de naamgeving van
onderdelen zoals deze voor het slagersvakonderwijs geldt. De
bedrijven, die bereid zijn uitsluitend deze benamingsvoor
schriften te hanteren en na te leven, zouden zich moeten orga
niseren en identificeren door een kenmerk.
Er is de laatste tijd al zoveel over de "slechte" kwaliteit van onze
vleeswaren gezegd en geschreven dat we ons er zo langzamer
hand voor moeten hoeden elkaar niet aan te praten dat het met
de kwaliteit van onze vleeswaren pover is gesteld. Een om
schrijving van produktnamen is voor de vleeswaren evenals voor
vers vlees op zijn plaats. Het instellen van, duidelijk te onder
scheiden. officiële kwaliteitsklassen of misschien beter "identi
teitsklassen" is hiervan een logisch gevolg. Zulke klassen zullen
aan objectieve criteria moeten voldoen. Op basis hiervan weet
de consument wat hij koopt. Dan is er ook geen bezwaar tegen
toepassing, binnen te stellen grenzen, van ingrediënten als soja
voor een aantal produkten. Een duidelijke en kwantitatieve
aanduiding van ingrediënten onderscheidt dergelijke produkten
van de meer hoogwaardige.
Drs. Van der Meys hoopt dat de resultaten van de werkgroep
kwaliteit vleeswaren van het Produktschap voor Vee en Vlees
nog dit jaar zullen uitmonden in concrete voorstellen over
De Europese Conventie inzake de Bescherming
Landbouwhuisdieren regelt de algemene beginselen
aanzien van het welzijn van landbouwhuisdieren, met name
die welke betrekking hebben op de omstandigheden waar
onder deze dieren in de intensieve veehouderij worden ge
houden, verzorgd en gehuisvest. Daarnaast voorziet de
Conventie in het tot stand komen van gedetailleerde voor
schriften, die worden vastgesteld door het zg. Permanente
Comité.
Ons land heeft momenteel nog geen basis om aan dergelijke
voorschriften gevolg te geven. Er wordt echter naar gestreefd om
de wettelijke regeling, die de basis moet verschaffen, te weten de
Gezondheidswet voor Dieren, zo spoedig mogelijk bij de Sta-
ten-Generaal in te dienen. Gezien echter de doelstellingen van
de Conventie wordt het van groot belang geacht nu reeds tot
toetreding over te gaan. De ambtelijke voorbereidingen hier
voor zijn dan ook inmiddels in gang gezet.
Dit o.m. antwoordt minister Van der Stee op schriftelijke vragen
van het Tweede Kamerlid De Boois.
De E.E.G. sluit in haar activiteiten inzake het welzijn van land
bouwhuisdieren aan bij die welke door de raad van Europa
worden ontwikkeld. Met name zullen deze de nog door het
Permanente Comité op te stellen specifieke regels inzake onge
wenste vormen van bedrijfsvoering in de intensieve veehouderij
betreffen.
De aanpak van deze problematiek heeft op de instelling van dit
Comité gewacht. De komende maanden zal de positie van de
E.E.G. door de Commissie met de lidstaten worden besproken.
Hierbij zal ook nader worden ingegaan op de invloed van spe
cifieke regels op de onderlinge concurrentieverhoudingen.
Van Nederlandse zijde zal in dit overleg met name worden
aangedrongen op het instellen van een verbod voor het houden
van pluimvee op de thans gangbare batterijen en op het ophef
fen van het verbod om vlees van niet gecastreerde mannelijke
varkens in de E.G. in de handel te brengen.
Alhoewel de Conventie door de E.E.G. is goedgekeurd, kan
ratificatie door de Gemeenschap eerst plaatsvinden indien alle
E.E.G.-lidstaten de Conventie hebben geratificeerd.
Tot dusver hebben van de E.E.G. West-Duitsland, Frankrijk.
Groot-Brittannië en Luxemburg dit gedaan. Van de niet
E.E.G.-landen hebben Cyprus en Zweden de Conventie gerati
ficeerd.
Ons land heeft -evenals o.m. Ierland en Denemarken - gebruik
gemaakt van het recht vergaderingen van het Comité als waar
nemer bij te wonen.