KORTE WENKEN
Alles is 14 dagen achter
De zon laat ons niet helemaal in
de steek!
Een zorgelijke situatie
Opnieuw regen
Graanziektensituatie in tarwe niet
verontrustend
Ir. M. de Boer
C.A.R.-Zevenbergen
AKKERBOUW
VEEHOUDERIJ
In de week van 4 tot en met 9 juni zijn met het goede weer in
Zuid-Beveland heel wat werkzaamheden uitgevoerd. In de week
van 11 tot 16 juni was het weer volledig mis. 's Maandagsmor
gens al begonnen met 15 a 18 mm, viel er gedurende de gehele
week in totaal veel meer dan 40 mm. Vrijdags erg genoeg nog
vergezeld met enkele hagelbuien met daardoor schade aan ver
schillende gewassen maar ook in de fruitteelt.
Zien we de kalender en zien we dan onze gewassen dan blijft de
achterstand van 10 tot 14 dagen toch steeds nog bestaan. Met zo
weinig zon en zulke lage temperaturen is de kans op het inhalen
van de achterstand niet zo groot. Door de vele regen, de wate
roverlast, dus boven op de grond door middel van piasvorming
maar ook door het oververzadigd zijn van de bovengrond omdat
de doorlatendheid van de grond en de afvoermogelijkheden van
de drains af en toe te klein zijn om de zware regenbuien snel
genoeg af te kunnen voeren. Achterblijvende en slechte plekken
komen steeds meer voor de dag.
De zomergerst reageert thans wel zeer sterk op de slechte
struktuur van onze grond. Op dit moment lijkt het wel het gewas
dat het meest van alle armoede te lijden heeft.
De wintertarwe komt geleidelijk aan in aar. Lang niet overal
heeft men kans gezien om het tweede deel van de N-bemesting
tijdig genoeg te geven. Qua ziekten blijft het gewas thans zeer
gezond. Meeldauw is hier en daar wel te vinden maar toch nog
zo weinig dat geen bestrijding noodzakelijk is. Mede door het
beperkte aantal voor gele roest vatbare rassen is er tot op dit
moment nog geen gele roest gevonden. Mochten er nu nog
risiko's komen dan is het mogelijk om met de toch noodzake
lijke voorbehoedende bespuiting tegen afrijpingsziekten ook
deze plagen gelijk de kop in te drukken.
Ook voor de suikerbieten zou meer zon en warmte wel gewenst
zijn Voor een goede groei. Tot nog toe zijn de mogelijkheden om
dieper de grond in te gaan nog niet groot geweest. Het verschil
tussen vroeg en laat zaaien zal nog lange tijd zichtbaar blijven.
Plaatselijk zijn nog lang niet alle onkruidproblemen opgelost.
De rijenbespuiting zijn alleen zinvol als men tijdig genoeg een
mechanische bewerking tussen de rijen uit kan voeren. Hier en
daar heeft men nu met de gevolgen hiervan te maken. Tot nog
toe zijn er nog maar enkele bladluizen gevonden, alleen nog
maar zwarte. De aantallen zijn zo gering, dat bestrijding nog
geen zin heeft.
Door de regen zijn hier en daar de aardappelruggen wat afges
poeld en lijkt de chemische onkruidbestrijding minder goed
geslaagd te zijn. Nog een keer aanaarden, hoewel het daarvoor
al erg laat is of straks een tussenrijenbespuiting uitvoeren zou
den wel eens noodzakelijk kunnen zijn.
Nog maar op enkele percelen is de eerste Phytophthora bestrij
ding uitgevoerd. Het is toch wel gewenst om te zorgen dat ook
tijdig genoeg de onderste bladlagen een bescherming krijgen.
Bovendien is het al hard tijd om een bestrijding tegen luizen die
mogelijk "toprol" veroorzaken uit te voeren.
Ook voor stambonen en stamslabonen zou meer zon en warmte
ook zeer zeker gunstig zijn. De begingroei blijft daardoor wat te
traag. Bij te trage groei zou een overbemesting nog wel eens
gewenst kunnen zijn. De opkomst van de snijmais is gewoon
goed geweest. Toch is voor een goede groei ook hiervoor beter
weer gewenst.
Al met al nog al wat achterstand en problemen bij de groei, de
ontwikkeling van en de onkruidbestrijding in onze gewassen. Te
weinig zon, te weinig warmte voor de groei, te geringe moge
lijkheden om machinaal maar ook om met de hand wat in het
veld te doen. Allemaal wat pessimistisch, toch blijkt het dat alle
gewassen toch nog flink gegroeid zijn. Misschien dat we over
enkele weken wat optimistischer over onze gewassen, maar toch
ook over het weer kunnen schrijven.
Wanneer we dit schrijven uit de Westhoek zijn we weer wat
optimistischer geworden, 't Valt dit jaar echter niet mee om er de
moed in te houden. De regen is weer in grote hoeveelheden
gevallen en de schade is vrij aanzienlijk. Vooral de gerst staat er
beroerd voor. Maar ook andere gewassen hebben van het nat
geleden. Vooral in de grove tuinbouwgewassen is de schade
aanzienlijk. Toch staan er gelukkig ook wel positieve dingen
tegenover. De aardappelen en bieten ontwikkelen zich gunstig.
De achterstand in de groei bij deze gewassen is toch weer ver
ingehaald. Ook de tarwe staat er goed voor en de ontwikkeling
laat niets te wensen over. We wachten nu maar af hoe de ge
wassen op de zonneschijn zullen reageren. We rekenen er maar
op, dat de zon ons in 1979 toch niet helemaal in de steek zal
laten. Wanneer we '78 nog eens voor de geest terughalen,
dachten we, dat we eind juni, begin juli ook nogal wat regen
hebben gehad. De zon heeft ook toen ons niet al te rijkelijk
beschenen, vandaar ook de late graanoogst. De opbrengst met
name van de graanoogst was echter geweldig, wanneer we met
öe verpleging nu maar eens flink kunnen doorzetten, dan zou
den we begin juli de hak misschien weer aan de wilgen kunnen
hangen. In 't algemeen valt het met de onkruidontwikkeling
nogal mee. Je staat ervoor wat de werking van de herbiciden is
geweest dit jaar. Zowel op de bieten als op de aardappelen
hebben we een geweldig resultaat, 't Beste is het merkbaar
wanneer er een hoekje vergeten is om te spuiten. Ook dubbel-
bespoten plaatsen zijn met name op de lichtere gronden goed
herkenbaar. Op vele stukken erwten hebben de bodemherbici
den te goed gewerkt. De percelen erwten, die er in de Westhoek
nog staan geven een zeer matige stand te zien en de bestrij
dingsmiddelen spelen hier zeker een rol bij.
Normaal ligt de oogst niet zover meer van ons af. Door het late
voorjaar zal 't zeker wel later worden dan normaal. Maar on
danks alle problemen zal 't moment toch weer komen, dat de
zaaier kan gaan oogsten. Laten we hopen, dat de zaaier ook nog
tevreden kan zijn.
In West-Zeeuws-Vlaanderen werkt het weer tot nu toe helemaal
niet mee om de diverse gewassen de vaak zo hard nodige ver
zorging te geven. Het land was rond half juni zelfs niet meer
berijdbaar, zodat onkruid-en ziektenbestrijdingen achterwege
moesten blijven. Sommige collega's hebben geen kans gezien de
uien, aardappelen of stambonen voor opkomst te spuiten met
een langwerkend onkruidbestrijdingsmiddel. Het gevolg hier
van is dat men nu vaak naar noodmiddelen grijpt, met niet
zelden zeer kwalijke gevolgen voor het gewas zelf. Wat de gra
nen betreft staat de wintergerst er overwegend goed voor. Ook
de wintertarwe doet het naar omstandigheden goed, al komt dit
gewas toch wel zo'n 2 weken later in de aar dan gewoonlijk. In
de meeldauwgevoelige rassen begon rond de pinksterdagen een
lichte aantasting op te treden. Tot nu toe zijn er geen schim
melziekten van betekenis in de granen waarneembaar. Dit is een
meevaller in de te maken teeltkosten. Wisten we nu ook maar of
we de bestrijding van afrijpingsziekten kunnen achterwege la
ten, want dat kost eveneens al gauw zo'n honderd gulden per ha.
Vermeldenswaard is nog dat op percelen waar na de winter
slechts zo'n 100 planten per m2 voorkwamen, er nu vrijwel
voldoende aren voor de dag komen. We telden planten met 15
aren en meer!
Een gewas wat een minder goede struktuur en te veel regen niet
verdraagt is zomergerst. De stand hiervan is op veel percelen
bedroevend. Ook voor de bonen en maïs is het veel te nat. De
veehouders hebben tot nu te weini9 hooi en voerdroogkuil
kunnen vergaren, en dit is ook niet meer in te halen. Daarbij
komt dan nog de grote achterstand welke de snijmaïs onder
vindt. Dit zal zijn weerslag kunnen hebben op de prijzen van het
stro. Een gewas wat overwegend goed groeit zijn de bieten.
Enkele percelen waar bodemherbiciden hard gewerkt hebben,
blijven een flinke achterstand vertonen. De schade door de vele
bietenkevers hebben ze nu wel overgroeid. Luizen zijn er wei
nig; althans de groene perzikbladluis.
De laatste jaren hebben we wat het weer betreft in de landbouw
nog al eens met extremiteiten te maken. Er wordt, terecht, nogal
wat geklaagd. Maar evenals het feit dat achteraf gezien de lange
winter toch voor ons gewest weer niet tegenviel, zal hopelijk ook
de huidige situatie weer ten gunste keren. Het gaat niet alleen
Dm hoge kg-opbrengsten; ook de prijzen wegen zwaar.
Ook in het land van Hulst heeft het veel geregend. Het is dan ook
goed te zien aan de gewassen. Vooral de bruine bonen, erwten
en gerst hebben er veel van te lijden gehad.
De afgelopen periode is moeilijk geweest. Vooral de onkruid
bestrijding is in het nauw gekomen. Meestal werd er, noodged
wongen, onder ongunstige omstandigheden gespoten, met als
gevolg een te geringe onkruid doding of beschadiging aan het
gewas. In de aardappelen hebben de meesten, of géén spuiting
meer kunnen uitvoeren met een bodemherbicide, of met te veel
wind, of met een iets lagere concentratie toen de aardappels al
boven stonden. Door de vele regen, die hierna viel is veel schade
ontstaan. Op veel bedrijven kregen vooral de wortelonkruiden
vrij baan om te groeien. Ook het anderen onkruid, en vooral
kleefkruid, dat zich van weinig bestrijdingsmiddelen aantrekt,
groeit enorm en dreigt de gewassen te gaan overwoekeren.
Wanneer men het kleefkruid de afgelopen periode kan raken,
met de hak of de wiedmachine dan was het alleen maar ver
planten van het onkruid.
De gewassen beginnen te groot te worden om er met de wied-
balk door te rijden, hopelijk is het schoffelen toch nog gebeurd
vóór het eind van deze week.
De aren van de wintertarwe komen op dit moment op veel
percelen tevoorschijn, De ontwikkeling is ongeveer een week k
14 dagen later dan normaal. Ziekten zijn tot nu toe in tarwe
nauwelijks gevonden.
Gele roest komt in het geheel niet voor, terwijl van bruine roest
slechts enkele sporenhoopjes zijn waargenomen. Hoewel bij
regenachtig weer de kans op het optreden van Septoria groter is
dan bij droog weer komt tot nu toe deze ziekte slechts in geringe
mate voor. De aantasting door meeldauw komt meer voor op de
zand- en dalgronden en op de rivierklei dan op de andere klei
en zavelgronden. Op de percelen waar meeldauw in belangrijke
mate voorkomt hebben de gewassen meestal een dichte en geile
stand. Hier is een bespuiting vaak wel gewenst. Op percelen
waar vrijwel geen meeldauw aanwezig is, en dat is op de meeste
percelen tot nu toe he't geval, kan met het uitvoeren van een
bespuiting tegen schimmelziekten worden gewacht tot het ge
was begint te bloeien. Wanneer ook bij begin bloei geen meel
dauw of Septoria van betekenis aanwezig is, bijvoorbeeld de
bovenste 2 3 bladeren nog schoon zijn, is de kans op een
rendabele ziektebestrijding niet groot. Zeker niet wanneer de
ziekten zich de laatste week voor de bloei nauwelijks hebben
uitgebreid. Indien tot een bespuiting bij begin bloei wordt
overgegaan komen in de eerste plaats in aanmerking de mid
delen op basis van maneb/carbendazim, maneb/thiabendazol
of maneb/thiofanaatmethyl. Zoals de ziektesituatie evenwel nu
is zal ook dan op veel percelen een bespuiting achterwege kun
nen blijven.
Konsulentschap in Algemene Dienst
voor Planteziekten en Onkruidbestrijding in de Landbouw
Wat de meeldauw en de roest betreft, zijn we er tot nu toe nog
goed vanaf gekomen. Er zijn nog geen noemenswaardige aan
tastingen waargenomen. Dit ziet er voor de toekomst goed uit.
De overbemesting is bijna overal gegeven, zei het met moeite
tussen de regenbuien door.
Van luizen zijn tot nu toe de meeste percelen gespaard gebleven,
maar dit is vlug veranderd. Moeilijker wordt het met de phy
tophthora; de aardappelen groeien goed en hadden reeds ges
poten moeten worden. Hopelijk is dit inmiddels achter de rug.
Ook tegen toprol zal men nu moeten gaan spuiten. Ook voor de
erwten begint het nu tijd te worden. Al met al krijgt men nog een
drukke tijd in de komende weken. In ons gebied is er weer een
behoorlijk areaal knolselderij geplant. De regen is ook hierbij
steeds spelbreker geweest. Vorig jaar hadden we in die tijd te
kampen met een grote droogte, nu is het precies tegenoverges
teld. Wat zullen de prijzen voor onze gewassen dit seizoen gaan
doen? Na zo'n laat voorjaar en nu een natte periode zullen er
minder kilo's geoogst worden. Zal dit door hogere prijzen ge
compenseerd worden?
ER KOMT WEER een E. V. T. O. -akkerbouwkursus voor
jonge boeren, die binnen enkele jaren zelfstandig boer willen
worden.
Boer worden, is niet eenvoudig, maar boer blijven vraagt
heel wat ekonomische kennis. Hard werken, is meestal niet
verkeerd maar het moet met wijsheid en overleg op het juiste
moment gebeuren. Heeft U belangstelling en staat U voor
bedrijfsovername? Geef U dan op bij uw assistent.
IN BEGIN BLOEI moet uw wintertarwe gespoten worden
voor de afrijpingsziekten. Meeldauw, kafjesbruin en zwart-
schimmels kunnen grotendeels wel voorkomen, maar niet
genezen worden. Wacht dus niet te lang. Voor deze ziekten
geldt beter gespoten dan schade geleden.
KNOLSELDERIJ ZA L ook dit jaar wel weer een lekker
nij zijn voor luizen en wantsen. De luizen in knolselderij zijn
erg klein en zitten in de kleine hartblaadjes verscholen. Dus
even zoeken. Wantsen zijn veel groter en lopen vaak bij
nadering van de planten hard weg. Zorg dat het U niet
verrast, pas daarom door regelmatige kontrole op uw gewas.
OP DE RIVIERKLEI zijn nogal wat percelen met aard
appelen niet gespoten met bodemherbiciden.
De kans is groot, dat dit niet zonder onkruid zal aflopen. Nu
zijn er geen middelen om op het gewas te spuiten waarvan
het onkruid verdwijnt en de aardappelen niet lijden. Dat is
jammer.
Groeistoffen in aardappelen (halve dosering) mag U pas
gebruiken na de bloei van de aardappelen. Het effekt ervan
is niet groot en de aardappelen lijden er dan ook nog van. De
lange hak zal U dus moeten redden!
DOOR KOUDE NA HET ZAAIEN van de suikerbieten,
wordt de kans op schietervorming vergroot. Door warmte
liefst boven 25 gr. C. verdwijnt deze schieterneiging weer.
Dus de koude reaktie kan door warmte weer te niet gedaan
worden. Mochten er toch schieters optreden, dan kunt U
beter meteen ingrijpen en ze omhakken. Vroege schieters
geven kleine en slechte bieten en nemen alleen maar voe
dingsstoffen op en plaats in.
VEEL EN DIKWIJLS is er ook van de zandgronden ges
proken en geschreven over een goede ontwatering. Velen
denken te gemakkelijk, het zal zo'n vaart niet lopen. Dit
jaar is duidelijk te zien dat op slecht ontwaterde of op
ongelijkliggende percelen de mais is gerot of nauwelijks
groeit. Ook voor zandgrond geldt dat wateroverlast door
geen enkel gewas wordt geaksepteerd.
IN DIT VERBAND wordt nogal eens opgemerkt dat drai
neren en grond egaliseren bijna niet te betalen zijn. Wan
neer we bedenken dat er dit jaar maispercelen zullen zijn
waarvan nu al bijna zeker is te voorspellen dat de op
brengstderving .20 tot 50% zal bedragen, is ontwatering en
grondverbetering niet gauw te duur. Eigenaardig dat ab
normale bedragen worden betaald bij grondverkopingen en
in vele gevallen nagelaten wordt om de reeds tot het bedrijj
behorende oppervlakte in optimale produktiekonditie te
brengen.
DOOR UITSTEL VAN MAAIEN, vanwege minder goede
weersomstandigheden, vermoordt U de grasmat en krijgen
onkruiden en minderwaardige grassen kans om zich te ver
meerderen door zaaduitval. Ook voor het verkrijgen van
groeitrappen tijdens de gras groei is regelmatig maaien no
dig. Is het gras 5 dagen na maaien niet voldoende droog, ga
dan toch maar inkuilen. Strooi over de wieren, afhankelijk
van de opbrengst, 300 a 500 kg landbouwzout per ha. Vooral
bij vochtig gras is het belangrijk dat het gras in de kuil goed
wordt vastgedrukt.
6