uit de praktük D eze maand verlaten weer heel wat jongeren de landbouw scholen. Na enkele jaren van studie staan ze nu met een diploma op zak klaar om een toekomst op te gaan bouwen. Zo stonden wij 30 jaar geleden voor hetzelfde feit en werden toen stilzwij gend opgenomen in het arbeidsproces op het ouderlijk bedrijf. Er was toen werk genoeg aan de winkel en met wat zakgeld plus kost en inwoning waren we al gauw duur genoeg betaald. Als streekgewoonte gold, dat de jongste zoon de vader zou opvolgen en dat de rest van het gezin zijn geluk maar elders diende te gaan zoeken. Zo is het een poos gebleven en nog een poosje gegaan, doch de struktuur van onze landbouw is niet stil blijven staan. Door de vele veranderingen is de boer van nu alleen komen te staan op zijn bedrijf. Een areaal van 40 - 50 ha is nu een "eenmans" bedrijf geworden en waar is dan naast een vader van half de veertig nog plaats voor een meewerkende zoon? Met deze vraag zijn we naar de buren gegaan, want ook zij hebben een schoolverlater in het gezin. Als alles goed gaat is er pas over jaren plaats voor een opvolger op het ouderlijk bedrijf. Van de "vader op zoon" roulatie klopt niet al te veel meer. W ij zijn blij met een opvolger en toch zitten we er mee in ons maag. Er zijn echter ook kollega's welke geen opvolger hebben en welke maar blijven boeren ongeacht hun leeftijd. Boven de 60 jaar gaat het elastiek toch wat uit een mens en zo zien we deze V Zijn de "weergoden" nog steeds in de war Niet alleen de tanden laten zien... Alkohol, laat het rijden! Nu behouden wat we nog hebben! Kans op vergelingsziekte momenteel zeer gering Wat moeten wij als ondernemers in de landbouw in de ruimste zin van het woord toch een moreel hebben, vooral dit jaar met zijn buitensporige weersgesteldheid, ook in Altena en Bies- bosch, waarbij uiteindelijk het inkomen voor een heel jaar op het spel staakte aanvaarden. De ene streek heeft door zijn ligging en samenstelling van grond veel voor op andere streken. Bij de veehouderij komen ook geen hoerastemmingen naar vo ren. Bij het inkuilen kampt men met de weersgesteldheid, weinig droge dagen en daarbij het te oud worden van het gras. Het meeste is al doorgeschoten en eigenlijk geschikt om te hooien. De kwaliteit en de gehalten zullen dit jaar wel teleurstellend zijn. Samenhangend zal de melkproduktie dit jaar niet zoveel om hoog gaan, maar de oplossing voor die stijging zal wel moeilijk zijn. Doch overschotten en schaarste liggen soms dicht bij el kaar. De stand van landbouwgewassen loopt wel wat uiteen. De win tertarwe is wel wat later in de aar, maar is toch behoorlijk ontwikkeld. De zomergranen staan er niet zo florissant voor#de slechte struktuur en daarbij de zware regenval, heëft er voor gezorgd dat dit er niet beter op geworden is. Bij de suikerbieten was de opkomst goed, maar in de ontwikke ling wel wat achter gebleven en als men hoort dat andere ge bieden nog niet hebben kunnen spuiten of schoffelen dan staan wij er toch nog beter voor. De aardappelen welke vroeg gepoot zijn hebben zich behoorlijk ontwikkeld, de laatgepote doen het niet zo best. De vroege aardappelen^hier en daar een stukje#zijn dit jaar ook heel wat later met weinig aan ta^mede ook door te weinig zon. De snijmais heeft zijn weer niet, ook door de grote regenval is de struktuur slecht geworden. Erwten zagen we dezer dagen al een perceel in bloei staan, wat toch weer een kontrast was met de omgeving. Wat het weer aangaat zullen we maar hopen, dat het gezegde van "de oude boer", dat het tot de langste dag zal duren, dat is maar een paar dagen meer, en hopen maar op beter want immers "hoop doet leven". Nu we toch bij de eigenlijke zomer zijn aangeland, komen de vakantiegesprekken toch meer naar voren. Reizen naar het buitenland, dichtbij en veraf en vooral naar de meer zonrijke gebieden zijn wel zeer in trek. Het minder mooie weer van nu bij ons, speelt daar ook een grote rol in. We schrijven 16 juni, reikhalzend zitten we op Tholen en St. Philipsland uit te zien naar een flinke weersverbetering. Het is triest om te zien hoe de gewassen schade ondervinden van de grote hoeveelheden neerslag, die we vooral deze week in onze streek hebben gekregen, bijkans iedere dag regende het. Vooral in de oudere, kalkarme polders op Tholen hebben de gewassen het meest te lijden, de gronden zijn dichtgeslempt en in de laagten kwamen de gewassen in het water te slaan. Verschillende collega's werden dan ook gedwongen hun ar beidsdag te vullen met water af te laten van het land, gewapend met de spa werden de percelen langs gegaan. Beslist geen ple zierige bezigheid om deze tijd van 't jaar en de arbeidsvreugde daalt daarbij zeer sterk, althans bij uw rubriekschrijver beslist wel! Het is niet alleen.triest, deze natte omstandigheden. Maar ook de nodige verzorgings- en sproeiwerkzaamheden zijn niet op tijd uitgevoerd kunnen worden. Met de nodige gevolgen van dien! Zo zien we enkele percelen uien en ook suikerbieten met be denkelijk veel onkrujd. Verder is men op verschillende bedrij ven ook niet toegekomen om de graangewassen op tijd met groeistoffen te spuiten; en ook zijn verschillende percelen aard appelen te laat aangeaard, om nog een onkruid-bestrijdings middel toe te passen. De veebedrijven hebben bijkans nog grotere problemen, de droogvoervoorziening loopt mis. Hooiwinning was niet moge lijk, die percelen gras die nog vast staan zijn in kwaliteit achter uit gegaan. Wel is met veel kunst en vliegwerk van het gras dat reeds was gemaaid, veel ingekuild kunnen worden. Bij elkaar geen ideale omstandigheden op dit moment op onze bedrijven, de sombere stemming die in onze bedrijfstak reeds aanwezig was. wordt daardoor nog eens extra aangedikt! Vanuit de praktijk zijn we op dit moment meer dan ooit be nieuwd hoe de Brusselse prijzenronde zal verlopen! Komt er weer een kompromis-prijzenvoorstel uit de bus? Onze mening is dat ditmaal niet getornd mag worden aan de gerechtvaardige eisen van onze landbouworganisaties. Mocht onverhoeds Minister van der Stee met te weinig in zijn tas naar huis terug keren, dan verwachten we van onze organi satie dat zij niet alleen haar tanden zal laten zien, maar ook bereid is te bijten. Als in de nacht van 21 - 22 juni, 0.56 uur de zomer officieel gaat beginnen, zou dit dan ook voor de Kempen het goede begin zijn? Het ziet er nu gelukkig al wat vriendelijker uit en het inkuilen en het hooien is nu echt op gang gekomen. Zo druk aan 't werk plus alle zorgen daaromtrent, ontgaat het onszelf vaak in welk een mooie omgeving we leven en werken. Leuk is het dan, dat anderen dit opvalt en er ons eens even bij stil laten staan. Tot uitdrukking kwam dit bij onze Zeeuwse kollega's blijkens de rubriek "Voor de vrouw" in ons vorige nummer. De aanleiding hiertoe was een bezoek gebracht aan Peel en Kempenland, zoals u hebt kunnen lezen. Fijn dat de Zeeuwen er ook zo kontent mee waren!! Hoewel, de ouderen onder hen misschien toch iets gemist heb ben in het landschap: de oorspronkelijke vroeger voor ieder landbouwbedrijf onmisbare krachtbron: onze dikke Belgische viervoeter. Natuurlijk, dit is geen nieuws, ook in Zeeland is deze krachtbron voor het grootste gedeelte verdrongen. Maar bij het steeds dreigender worden van het energie-probleem, kan ik me voorstellen dat er bij ieder wel eens een alternatieve gedachte door het hoofd schiet. Zo zagen we dan vorige week op de TV het gedrang bij de tankstations in Californië! En jawel, naast de benzine- en diesel-pomp, de "alkohol"- pomp. Koortsachtig zijn deskundige bezig motoren te ontwik kelen, die het op alkoholnat bereid uit rietsuiker goed doen. Met de V W-kever schijnt men al op de goede weg te zijn. En zo zie ik het gebeuren dat we straks nog eens een tank Bols of Klarijn op het erf hebben inplaats van diesel. Mocht de wetenschap er in slagen het proces dat zich in mil- lioenen jaren heeft afgespeeld in korte fabrieksmatige tijd te doen plaatsvinden, wat zou dat een gevolgen hebben!!! Alleen het idee al met die rietsuiker (suikerbieten blijken voor dit proces niet in aanmerking te komen), waardoor derde wereld landen geheel nieuwe mogelijkheden zouden krijgen. Dank zij ook Nederlandse irrigatie-werken blijkt er al een 40 km zandwoestijn op de Sahara herovert te zijn, waar thans welig suikerriet groeit. Zou "suiker" opnieuw gewaardeert kunnen worden en in de toekomst onze praktijk positief gaan beïnvloeden? Het bezit, het monopolie van energiebronnen zou hierdoor wel een geweldige knauw krijgen. Als hierdoor tevens de lust tot oorlogvoeren voorbij zou zijn kunnen de liefhebbers er gerust een glaasje op nemen, maar wel zorgen dat de motor niet op hol slaat. Tenslotte moeten we het nu nog met diesel-olie doen. De eerste helft van juni is alweer voorbij en als we momenteel de stand van zaken in de akkerbouwsektor in Schouwen-Duiveland moeten weergeven, is dit nu niet om over te juichen. Het aan houdende ongunstige weer is er de oorzaak van geweest, dat de noodzakelijke verzorging der gewassen in vele gevallen niet op effektieve wijze uitgevoerd kon worden, soms in het geheel niet. Als we hierbij nog rekenen de vele manko's, wat eigenlijk geldt t.a.v. alle gewassen, dan is het te begrijpen dat we een jaar krijgen waarin de gemiddelde kg-opbrengsten aan de te lage kant blijven. Er is in een aantal gewassen een vrij groot verschil in stand, wat om bekende redenen te verklaren is o.a. vroeg of laat zaai en/poten, wel of niet aanwezige waterplekken, wel of niet toe kunnen passen van de nog nodige N en/of onkruidbestrij dingsmiddelen en noodzakelijke machinale bewerkingen. Al met al toch over het geheel een vrij ongunstig beeld. Bovendien werkte te temperatuur van een gunstige groei ook nog tegen. Het ziet er momenteel naar uit dat de werk- en groeiomstandighe- den wat gunstiger worden. Inhalen van de achterstand kan niet meer, maar we moeten proberen te behouden wat we hebben met een mogelijke goede verzorging (bescherming kan nog veel doen met behulp van de natuur!). De wintertarwe staat bijna alle in de aar en ziet er wel kort, maar gezond uit. Blijf aandacht schenken aan de meeldauw, roest, luis en zorg voor afrijpings- ziektenbestrijding. Van de zomergranen is het met de zomer- gerst over het algemeen slecht gesteld. Op verschillende perce len is de ontwikkeling zo slecht, dat je eigenlijk niet durft te spreken van enig oogstresultaat. De peulvruchten staan ook niet best en aan de dunne kant. Enkele percelen geven al bloei te zien, maar dan van armoede. Denk aan mogelijke belagers; aantasting door de knopmade is alweer gekonstateerd. De suikerbieten blijven over het geheel ook achter in groei en van een gezond gewas kan men eigenlijk ook niet spreken. Blijf kontroleren op aanwezigheid van groene luis. De stand van de zaaiuien is eveneens aan de te magere kant en bovendien speelt hier de strijd tegen het onkruid ook nog mee. Bij de konsumptieaardappelen breekt de tijd weer aan dat er tegen mogelijk "kwaad" gespoten moet worden en kontrole op aanwezigheid van luis. T.a.v. het "kwaad" blijft het van groot belang oude afvalhopen en opslagplekken op te ruimen. Daar aanwezige hergroei is een smetstofhaard. Hopenlijk kunnen we in de komende tijd alles voor de groei van de gewassen doen wat nodig is om toch nog het meest gunstige te bereiken. AKKERBOUW INTERNATIONAAL Franse graanexport gestegen Tot 1 april van dit jaar werd uit Frankrijk van de oogst 1978 4.805.804 ton zachte tarwe uitgevoerd, vergeleken met 4.006.619 ton in de over eenkomstige periode van het voorgaand seizoen. Het gedeelte dat naar de partnerlanden in de Gemeenschap ging liep terug van 3.301.785 ton tot 2.644.761 ton, het gedeelte van de uitvoer dat naar derde landen ging steeg van 704.834 ton tot 2.161.043 ton. Naar Nederland ging 408.320 ton vergeleken met 410.800 ton vorig jaar. De uitvoer van gerst steeg van 1.995.243 ton tot 2.520.378 ton. Naar de partnerlanden ging 1.494.117 ton (1.162.436) en naar derde landen 1.026.261 ton (832.808). Naar Nederland ging 108.020 ton (111.694). De uitvoer van mais steeg van 1.144.584 ton tot 1.592.139 ton. Daarvan ging 42.776 ton naar derde landen tegen 29.065 ton vorig jaar. Naar Nederland ging 369.192 ton (186.319). Ten behoeve van de waarschuwingsdienst vergelingsziekte worden wekelijks bladluistellingen verricht op meer dan 250 bietepercelen. Op grond van de tellingen die op 11 en 12 juni zijn uitgevoerd kan worden meegedeeld dat er tot nu toe weinig (groene) perzikluizen op de bieten voorkomen. Het aantal ligt nog lager dan in 1978 toen vergelingsziekte nauwelijks van be tekenis was. Er is daarom tot nu toe ook geen reden geweest de telers te adviseren een bespuiting tegen perzikluis uit te voeren. Gelijktijdig met deze tellingen wordt ook gekeken naar het aantal zwarte bonenluizen. Aanvankelijk leek de situatie kritiek te worden maar door het bijzonder slechte weer hebben de luizen zich niet snel kunnen vermeerderen en zijn soms zelfs weer in aantal teruggelopen. Behoudens bijzondere omstandig heden wordt tegen zwarte bonenluis niet gewaarschuwd. De bietetelers kunnen dit zelf uitstekend in de gaten houden en tijdig maatregelen nemen. Een bespuiting is in juni niet nood zakelijk voordat meer dan 50% van de planten is bezet met kolonies van 30-50 luizen. Bij een lagere bezetting van bladlui zen is de kans op zuigschade namelijk zeer gering. Voor de vergelingsziekte is de aanwezigheid van zwarte bonenluis niet van praktische betekenis. Konsulentschap in Algemene Dienst voor Planteziekten en Onkruidbestrijding in de Landbouw 60+ boeren bezig op een wijze welke past bij hun leeftijd, maar veelal toch te zwaar wordt. Zelden leest men wat over deze groep en toch zijn er heel wat van. Ze komen pas in de publiciteit als ze hun bedrijf aan een ander hebben overgedaan. Geleidelijk toegroeien naar hun pensionering is er niet bij en zo vormen zij een goed doelwit voor de fiscus. Zich krom sjouwen voor zich zelf is daaraan toe, maar louter voor de belasting is het over denken bepaald wel waard. Hoe meer we ons in deze materie gaan verdiepen, hoe meer we zouden willen weten van de vra gen welke er leven bij de oudere kollega's welke geen opvolger hebben. Is er een vorm te vinden waarin zowel bovengenoemde oudere boer als de schoolverlater met het diploma van de land bouwschool passen? Moeten onze jongens wel persé het vak in de praktijk van hun vader leren en willen de vaders het gemak van een meewerkende zoon wel missen? Er wordt weieens be weerd, dat een vader zijn zoon te veel beschermd en daardoor minder zelfstandig maakt en dat juist vreemde omgeving in deze wonderen kan doen. Ekonomisch gezien is boer zijn en boer blijven geen lolletje als we maar even denken aan de jaren 1974, 1976 en 1979. Boer worden is ook een hele opgave waarvoor moed, kennis en wilskracht nodig is. Wanneer dit financieel niet haalbaar is, dan zal naar andere wegen gezocht dienen te wor den. Hoe duur kan en mag één ha landbouwgrond momenteel nog zijn om er granen of hakvruchten op te gaan verbouwen? Op Walcheren in Serooskerke kan een klein stukje grond een hele boel goud en zilver prijsgeven. Voor zulke grond wordt niet gauw te veel betaald en we hebben de indruk, dat er daar nog wel meer schatten onder de grond verborgen liggen. oorlopig worden onze kollega's daar geadviseerd om a.s. herfst al wat dieper te gaan ploegen, want eeuwen geleden groef men niet zo diep bij het verstoppen van een schat. "EEUWEN-OUD" Walcheren waarheen, Walcheren daarheen, Walcheren met je noeste vette grond. Walcheren met je eigen groot probleem, van de schatten welke men reeds vond. Wees overtuigd, dat uw vroede vadren, nergens gingen met hun winst te rade. Doch met de schop heel rap en radikaal, begroeven veelal een deel van hun kaptaal. 5

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 5