Zijn we met de fokkerij van de schapen op de goede weg? PRIJSVERGELIJKING RUNDVEEVOEDERS D e laatste jaren is het aantal schapen in ons land sterk uitgebreid. In vier-vijf jaar tijd steeg het aantal schapen van 400.000 stuks tot ruim 800.000 stuks. H Landbouwschap is voor vestigingsbeleid in intensieve veehouderij S. de Jong Szn. P. van Nes Waar blijven de slachtdieren? In ons land is het verbruik van lamsvlees heel gering. Per hoofd van de bevolking gebruikt men per jaar 2 ons. Dit is dus heel weinig. Wat is de oorzaak van het lage verbruik? In de eerste plaats onbekendheid. et is zelfs zo, dat de vrouwen van onze fokkers bijna geen lamsvlees gebruiken en er is destijds wel eens een aktie geweest bij de plat telandsvrouwen, doch dit heeft weinig opgele verd. In de steden hebben we niet alleen te maken met onbekendheid, doch tevens met een hoge prijs van het Nederlandse lamsvlees. Er zijn maar weinig klanten die de hoge prijs van het goede lamsvlees ervoor over hebben en men gaat over tot het veel goedkopere lams vlees uit Nieuw Zeeland. Dit kan echter in kwaliteit niet evenaren met het lamsvlees van goede Texelaars. Opmerkelijk is verder dat men in sommige hotels ook niet goed weg weet met lamsvlees. In mei gebruikten we in een hotel in de Betuwe lamskoteletten. De kwaliteit en de bereiding ervan liet alles te wensen over. Op dit gebied is er nog heel wat te doen. Het is daarom voor onze schapenfokkers erg belangrijk, dat men inzonderheid in Frankrijk er anders over denkt. Men weet daar de kwali teit van het uit Nederland afkomstige lams vlees te waarderen en men is bereid om er een hoge prijs vóór te betalen. De Fransen zijn ook in staat om dit lamsvlees goed te bereiden en op te dienen. Er zijn echter kapers op de kust, want Groot- Brittannië wil heel graag op de Parijse markt komen met lamsvlees. Dit lamsvlees is van heel wat mindere kwaliteit en kan veel goedkoper aangeboden worden. Onze fokkers van Texe laars zullen alles op alles moeten zetten om de zo geroemde kwaliteit te handhaven. ONZE TEXELAARS 13 e naam geeft reeds aan, waar dit prima ras yan oorsprong vandaan komt, namelijk het ei land Texel. Op dat eiland is het in het begin van deze eeuw gelukt om dit prima schaperas te fokken. Men is uit gegaan van de schapen die oorspronkelijk op Texel gehouden werden en deze zijn zeer bewust gekruist met enige Engel se schaperassen. Uiteindelijk heeft men de "Texelaar" gekregen. Zoals reeds opgemerkt is blinken de schapen van dit ras uit door een prima vleeskwaliteit. Dat zeggen we niet uit oogpunt van propagan da, doch het is de moeite waard om te vermel den dat bij de prestatietoets en mestproeven zowel in West-Duitsland als in Denemarken de Texelaars onbetwist aan de kop stonden met de kwaliteit van het slachtprodukt. Het is daarom voor ons land van bijzonder grote betekenis om deze kwaliteit niet alleen te handhaven, doch ook nog te verbeteren. Het is daarom begrijpelijk dat de echte fokkers huiverig zijn voor alle kruisingsproeven met schapen o.a. met het Finschaap en met Vlaamse schapen: Dit doet men vooral met het oog op de verbetering van de toomgrootte van ooien. De toomgrootte is inderdaad bij de Texelaars niet het sterkste punt. Dit geldt dan in het algemeen doch het is mij eveneens be kend, dat er fokkers zijn, waarvan de volwassen ooien gemiddeld aan twee lammeren komen en het heeft m.i. weinig zin om dit aantal per ooi op te voeren. Men zou echter bij de stamboe ken nog bewuster moeten werken aan de op voering van de vruchtbaarheid. Het is wel zo, dat de erfelijkheid van het aantal geboren lammeren niet groot is, doch met een bewuste fokkerij is er beslist wel wat te berei ken. Dit Zeeuwse melkschaap staat weer ver af van het Texelse ras. Men is niet alleen bezig met allerlei kruisings proeven, doch men voert ook allerlei andere rassen in. waar men lukraak rrfëe kruist. Dit gaat zeker ten koste van de slachtkwaliteit: terwijl de kans groot is dat we opgescheept worden met ziekten, die in ons land nog niet bekend waren, zoals de jaagziekte. Grote voorzichtigheid met allerlei kruisingen is met het oog op onze afzet van lamsvlees geboden. Verder is een belangrijk punt "de geboorte van de lammeren". Bij de Texelaars moet nogal eens hulp geboden worden bij de geboorte. Onze schapenfokkers zullen evenals de rund veefokkers meer aandacht moeten schenken aan het gebruik van de juiste vaderdieren. Bij de rundvee k.i. geeft men aan "niet gebruiken voor jongvee" en dit zou een punt zijn, waar men ook bij de fokkerij van de Texelaars meer aandacht aan moet besteden. De werkzaamheden rondom de geboorte van de lammeren zouden vereenvoudigd kunnen worden, indien men evenals bij de proeven op de Landbouwhogeschool meer gebruik ging maken van bronstsynchronisatie. Bij toepas sing van deze methode, die nog niet overal een sukses geworden is, kan men de geboorte van de lammeren binnen een bepaald tijdsbestek krijgen. Het is goed om de proeven op dit ge bied goed te blijven volgen. Laat men de Texelaars zo zuiver mogelijk hou den. Dit gebeurt thans niet, gezien de vele bonte en zwarte lammeren. Laat nien bedenken dat als we onze bevoorrechte positie wat de kwaliteit betreft verliezen, dat we dan met de gehele schapenfokkerij slecht af zijn. Uit de berekende voederwaardeprijs bleek dat de kVEM-prijs 0,54 en de eiwittoeslagprijs 0,09 bedroeg. Ten opzichte van de vorige maand een stijging van de kVEM-prijs en een daling van de eiwittoeslagprijs. Alle prijzen zijn exkl. BTW. Produkten Voederwaarde Marktprijs Verlies Marktprijs Voederw.pr. Marktpr. in VEM VRE per 100 kg bij bew. inkl. verl. per 100 kg v.d. voederw.pr. Aardappelen 231 13 8,50 5% 8,95 12,59 71 Bierbostel 218 51 9,00 15% 10,59 12,23 87 Aard.afvallen 150 6 4,50 20% 5,62 8,15 69 Mix 50/50 18,5% d.s. 184 28 8,60 15% 10,12 10,19 99 Mix met 2% pulp 198 29 9,00 15% 10.59 10,95 97 Mix 70/30 21,2% d.s. 210 26 8,25 15% 9,71 11,57 84 Fruit 90 3,00 10% 3,33 4,86 69 Appelpulp 105 - 2,75 20% 3.44 5,67 61 Waspeen 95 6 v3.00 10% 3,33 5,18 64- Natte pulp 20% d.s. 200 10 6,00 15% 7,06 10,89 65 Natte pulp 10% d.s. 104 5 3,80 20% 4,75 5,66 84 Snijmais (deegrijp) 250 14 8,50 15% 10,00 13,63 73 Spoeling 77 16 3,25 5% 3,42 4,30 80 Voorkoopprijzen voor levering in aanstaande herfst. Door de sterke stijging van de eiwitarme krachtvoeders en de praktisch gelijkblijvende prijzen van de ruwvoeders, ligt de marktprijs ten opzichte van de voederwaardeprijs voor alle ruwvoeders onder de 100%. Bij natte pulp is het drogestofgehalte bepalend voor de voederwaarde. Bij aankoop van dit produkt (levering campagne 1979/1980) is het kopen op drogestofgehalte sterk te adviseren. Ditzelfde geldt voor snijmais. Door de late inzaai van dit gewas is het de vraag in hoeverre het gewas de tijd krijgt om voldoende rijp te worden. De mix 70/30 met 21,2% droge stof staat qua drogestofgehalte hoog genoteerd. Dit gehalte is haalbaar doch dan moet een zeer hoge kwaliteit aardappelafvallen en bierbostel zijn gebruikt. Er mag dan, om de aangegeven VEM te behalen, geen toevoeging van bijv. zout zijn toegepast. HOOI- EN STROPRIJZEN Weidehooi Gerstestro Haverstro Tarwestro Marktprijs per ton 350,00 160,00 140,00 155,00 Voederwaarde per ton 330,00 235,00 239,00 200.00 Goed gewonnen graszaadhooi (beemd- en raaigrassen) mag per ton 230,00 kosten. Hierbij is rekening gehouden met 10% krimp. Bij een marktprijs van 85% van de voederwaardeprijs is dit: 85/100 x 230,00 195,50. Produkten Voederwaarde Marktprijs Voederw.prijs Marktprijs in VEM VRE per 100 kg per 100 kg v.d. voederw. Maismeel 1053 54 59,25 57,35 103 Tarwemeel 1068 82 58,00 58,41 99 Gerstemeel 971 87 57,50 53,22 108 Havermeel 865, 87 50,00 47,49 105 T apioca 933 50,75 50,38 101 Bietepulp 925 55 53,00 50,44 105 Citruspulp 980 25 51,50 53,14 97 Maisvoermeel v.a.' 977 75 50,00 53,43 94 Uit deze cijfers blijkt dat tapioca en bietepulp zich langzamerhand uit de markt prijzen. Ten opzichte van de granen is het voederwaardeprijsverschil nog gering. Tarwe is zelfs goedkoper dan tapioca en bietepulp. De voederwaarde (VEM-waarde) van citruspulp is verlaagd. EIWITRIJKE GRONDSTOFFEN Produkten Voederwaarde VEM VRE Marktprijs per 100 k Voederw.pr. per 100 kg Marktprijs in v.d. voederw.pr. Lijnschilfers 1020 282 62,25 57,62 108 Soyaschroot 1014 385 58,00 58,22 100 Maisglutenvoerm. 983 163 54,00 54,55 99 Kokosschilfers 1078 164 55,50 59,69 93 Tarwegries 870 132 51,25 48,17 106 Tarwegrint 813 126 49,75 45,04 111 Lucernebrok 688 118 41,00 38,21 107 Raapschroot 812 299 43,50 46,54 94 Lijnzaad 1580 172 77,25 86,87 89 De tarwebijprodukten en lijnschilfers zijn duur. Van lucernebrok komt straks nieuwe oogst. Lijnzaad, kokosschilfers en raapschroot zijn de aantrekkelijkste grondstoffen. MENGVOEDERS Produkten A-voeder Energiebrok Voederwaarde VEM VRt 940 940 120 80 Voederw. pr. per 100 kg 51,84 51,48 Het voederwaardeprijsverschil t.o.v. vorig jaar mei is 8,- tot 9,- per 100 kg. Er zal een vestigingswet moeten worden ingevoerd, zodat in de intensieve veehouderij de stichting van onvolwaardi ge bedrijven en industriële vestigingen kan worden tegen gegaan. Dit is de mening van het bestuur van het Land bouwschap, dat vorige week opnieuw diskussieerde over de problematiek van het vestigingsbeleid en de bedrijfsgroot- te. Op basis van een diskussienota trok het bestuur een reeks konklusies, die zich toespitsen op een aantal ongun stige ontwikkelingen in de intensieve veehouderij. Het Landbouwschap heeft in een brief aan de Vaste Kommissie voor Landbouw van de Tweede Kamer, die maandag 11 juni a.s. de nota "Bedrijfsgrootte en produktiebeheersing" van landbouwminister Van der Stee bespreekt, zijn kon klusies kenbaar gemaakt. Het Landbouwschap noemt de volgende ongunstige ontwikke lingen in de intensieve veehouderij: - de stichting c.q. overname van intensieve veehouderijbedrij ven door de toeleverende en/of verwerkende industrie en handel - de vestiging van bedrijven met onvoldoende inkomensmoge lijkheden en werkgelegenheid - het uitgroeien van bestaande bedrijven tot zeer grootschalige eenheden (mammoetbedrijven). In de brief zegt het Landbouwschap, dat deze ontwikkelingen het landbouweigene dreigen aan te tasten. Daarbij gaat het om overwegend zelfstandige bedrijven, om de arbeidsplaats die zelf wordt verzorgd, om de gebondenheid van het bedrijf aan de persoon van de ondernemer en zijn gezin en bovendien om een arbeidsorganisatie waarbinnen de werkers onmiddellijk en ter plaatse vergaande beslissingen moeten kunnen nemen in ver band met de aard van de produktie. Ten aanzien van de noodzakelijk geachte vestigingswet voor de intensieve veehouderij merkt het Landbouwschap op, dat naast de door de minister genoemde kriteria, eisen nodig zijn inzake opleiding en ervaring. Nieuwe bedrijven dienen levensvatbaar te zijn en bij een nationale bedrijfsvoering werk te bieden aan een volwaardige arbeidskracht voor tenminste driekwart van een normale arbeidstijd. Het Landbouwschap wil betrokken worden bij de nadere regelingen ter uitvoering van een derge lijke wet. Het Landbouwschap vindt het ongewenst, dat via het land bouwbeleid de stichting en/of groei van intensieve veehoude rijbedrijven wordt gestimuleerd boven een omvang, die bedui dend boven het gemiddelde in de sektor ligt. Hierbij doelt het schap op bedrijven met meer dan twee a drie arbeidskrachten. Het stimuleringsbeleid voor kleinere en middelgrote bedrijven verdient versterking in het kader van bestaande beleidsinstru menten. Het Landbouwschap onderstreept, dat het hanteren van de wetgeving op planologisch, milieu-hygiënisch of veteri nair gebied niet de aangewezen weg is om richting te geven aan de landbouwstruktuurontwikkeling.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 9