N u zitten we weer in de zesde maand van het jaar. Juni de
zomermaand kunnen we bij het huidige klimaat wel de spuit-
maand noemen, want een grote achterstand in deze moet snel
worden ingelopen. Er zijn al graanpercelen welke vanwege het
voortdurend slechte weer niet zijn gespoten met een groeistof
tegen de distels. Na het in de "aar-komen" moet men zo'n
bespuiting niet meer toepassen, want dat kan groeivervormin-
gen aan het gewas te weeg brengen. Vorige herfst zijn in het
gewas karwij pleksgewijs distels chemisch bestreden en duide
lijk is hieruit gebleken, dat dit gewas geen groeistoffen kan
verdragen. Dit voorjaar zien we weer meer distels in de gewas
sen uien, aardappelen .en bieten. Deze erfenis schrijven we niet
toe aan verkeerde zuinigheid van de boer, maar juist aan een
aktief beleid tegen kleefkruid in de granen. Een groeistof hier
tegen wordt reeds toegepast bij een gewaslengte van 15 - 20 cm
en dat is tegen distels te vroeg. Natuurlijk worden er dan al
distels geraakt, maar distels ruimt men pas goed op wanneer ze
aan het eind van hun groei zijn en dan nog liefst boven het gewas
uitsteken.
I n de laatste week van de meimaand wordt bij de moderne
graanteelt de laatste stikstofgift gegeven. Dit is zo uitgekiend,
dat deze stikstof niet meer voor de bladvorming dient, doch
louter voor de korrelproduktie. Vanwege het slechte weer is
D e bodemherbiciden welke in de hakvruchten op tijd zijn
toegepast hebben buitengewoon goed gewerkt. Vele zaadon
kruiden in kiembladstadium en zelfs nog wat groter zijn dood
gegaan. Ook de bieten hebben hier en daar niet alleen van een
overdosering wat geleden, maar ook van een normaal recept.
Bodemherbiciden zijn slecht oplosbaar in water en daaruit is
hun lange nawerking te verklaren. Door de veelvuldige regen
was de vochtvoorziening optimaal en daaruit blijkt thans die
ekstra goede werking. Tevens valt daaruit te veronderstellen, dat
de nawerking van de bodemherbiciden thans veel korter zal zijn
dan in andere jaren. Dit belooft een goede toekomst voor de late
zaadonkruiden en daartegen is in de bieten nu nog wel wat te
doen. Waar we deze herfst bepaald geen last meer van zullen
hebben is van de zogenaamde "C-suiker". Moeder-natuur weet
zich altijd weer te wapenen tegen grote beslissingen en harde
maatregelen van bovenaf. Wanneer de bietenkevertjes niet aan
geboortebeperking gaan doen, dan houden we op den duur geen
biet meer over. Zoeken naar een probaat middel is dringend
gewenst. KURSUS
Als veehouder moet je elastisch
blijven
"Hoop doet leven"
Het was teveel van het goede
Het hoofd boven water houden
Bestrijding van zwarte bonenluis in
bieten in 1979
Een explosie van uitersten, vóór en tijdens de Pinksterdagen in
de Kempen voor wat het weer betreft.
Velen hebben geprofiteerd van de zon en onze gewassen niet
minder! Rijk verzadigd aan vocht, met bijna tropische tempe
raturen. deed de zo lang afgeremde groei omslaan in een onge
kend tegenovergesteld tempo. Wat kan er dan in een week veel
veranderen.
Explosief waren ook de onweersbuien en wolkbreuken, hier en
daar helaas met fatale afloop. Wat ook te zeggen van een neer
slag van meer dan 30 mm. in een kwartier. Plaatselijke hagel
buien met alle gevolgen van dien. Tijdens zo'n bui moest ik een
moment denken aan de frisse percelen spinazie die we hadden
zien staan onder Someren.
Zouden ze al geoogst zijn? Zouden ze zo'n hagel-roffel gekregen
hebben? Hoe zit zo'n telers-kontrakt in elkaar? Is hier een ha-
gelverzekering bij ingekalkuleerd? Hier sta je dus als teler ook
aan bloot, beroerd, maar wel iets om rekening.mee te houden.
Het opstellen van een weideplan, natuurlijk een vanzelfspre
kende zaak! Toch vermoed ik dat velen op dit moment zitten te
worstelen en bezig zijn met de samenstelling van een heel nieuw
rooster.
Het probleem is niet meer of er veel of weinig gras staat, maar
veel percelen zijn niet berijd- of beweidbaar en is men gewoon
gedwongen in die gevallen wat geduld te oefenen.
Véél of weinig gras, hoe dan ook, als de bodem het toelaat, toch
maaien en bijtijds zorgen voor jong weidegras, was vorige week
het advies van het radio-landbouwpraatje!
Wat de gevolgen zullen zijn voor de struktüur en opbrengst van
de op vele plaatsen zo dichtgeslagen grond van maïs en bieten, is
voor mij ook een vraag. Vroeger, toen de onkruidbestrijding met
schoffel en hak een dubbele funktie had: ook nog het lucht en
leven brengen in de grond, is door de chemische-onkruidbes-
trijding op de achtergrond geraakt. Het lijkt me toe dat de
planten hier nu naar snakken!
Hoe explosief het met de melktank op 't moment staat weet ik
niet. Campina en de melkveehouders in onze streek worstelen
opnieuw met een "tank"-probleem.
In tegenstelling met vroegere adviezen, wordt thans in plaats
van een tank met een kapaciteit van vier melkmalen een tank
bepleit met een opnamekapaciteit van zes melkmalen. De kleine
tank moet er uit met alle financiële konsekwenties van dien.
Hierin wil de zuivelfabriek de helpende hand bieden. Terugna
me van de té kleine tank, na aftrek van een jaarlijkse afschrij
ving van 12%. Dat dit bij een tank-leeftijd van zo'n 7 a 8 jaar nog
maar weinig aantrekkelijk is behoeft geen betoog.
Misschien kan een aantal bussenmelkers die nog met zichzelf in
gevecht zijn over beslissing tot het wel of niet overgaan naar
tank op deze manier wat goedkoper geholpen worden. Hierbij
zouden twee groepen veehouders dan gebaat zijn.
De allervroegste tank-melkers in ons gebied kunnen nu terecht
vrolijk zijn, want dié kregen indertijd het advies een zes-malige
tank aan te schaffen waar ze een poos toch wel wat zuur tegen
aan gekeken hebben. Zo wisselt regelmatig het getij...
Je moet als veehouder toch wel elastisch zijn en.... maar hopen
dat de rek erin blijft.
Op dit moment is in de Westhoek nog niet te overzien welke
schade de regen in de Westhoek heeft toegebracht. Dat er
schade is, is ontegenzeggelijk. Veel zal er vanaf hangen welk
weerbeeld we nu gaan krijgen. Intussen moeten we dan toch
maar even konstateren, dat we aan de verpleging van de bieten
in de maand mei niets hebben kunnen doen. Vooral de percelen
waar nog al wortelonkruid aanwezig is staan er smerig voor.
Geen boer die het prettig vindt. Maar met zulk een voorjaar valt
niemand wat te verwijten. Want we staan voor vele zaken
machteloos. We hebben het aantal mm. van de laatste weken
niet opgeteld, maar 't zijn er heel wat. Op verschillende plaatsen
ging de zware regenval ook gepaard met onweer en soms ook
hagelval. Op deze tijd van het jaar maken we graag een tussen
balans op van de stand der gewassen. Het draait weer zo'n beetje
rond Stadse markt en vroeger hadden we dan van die momen
topnamen om de gewassen te testen. Rond die tijd stond de
tarwe in de aar en wanneer je dan de bieten op één had staan
dan kon het gehele gezin naar de Paardenmarkt. Nu hebben we
echter andere normen en wanneer we dit nu alles gaan relati
veren naar 12 juni (Stadse markt zou dit jaar nml. op die datum
vallen) dan staan de gewassen er nog beter op dan vroeger. Wij
blijven echter van mening, dat er een flinke achterstand is, die
we niet of nauwelijks zullen inhalen. Op dit moment zien we
geen rekordoogst 1979. We geven graag toe, dat we ook maar
een profeet zijn, die brood eet. We gaan er nu echt maar eens op
rekenen, dat 1979 zich van een betere kant zal gaan laten zien.
Hoop doet leven, zegt een oud Nederlands gezegde. Nu daar
houden we het dan voorlopig maar op, want met de exakte
gegevens van de stand der gewassen nu, is het echt wel nodig.
Zo af en toe een buitje is altijd welkom schreven we in onze
vorige bijdrage aan deze rubriek voor Walcheren. Het is niet bij
een buitje gebleven, er waren ook buien bij die zelfs voor pias
vorming op ónze percelen zorgden. Wij noteerden sinds onze
vorige bijdrage op 25 mei, nu 4 juni, 66 mm. De totale hoeveel
heid in de maand mei die wij noteerden bedroeg 12214 mm.
Normaal voor Vlissingen is 49 mm. Sinds wij de neerslagcijfers
noteren en dat is 20 jaar, hebben we nooit zo'n natte meimaand
waargenomen. Slechts 1 x 100 mm.
De gevolgen van het voorgaande zijn velerlei. De groei van gras
en gewassen is wel gunstig. Vooral de hogere temperaturen rond
het Pinksterweekend waren hiervoor zeer gunstig. We beleven
in de natuur weer de mooiste tijd van het jaar. De meidoorns,
veelvuldig in ons gebied aanwezig, bloeien weer overdadig. Een
doornjaar, een korenjaar? -
Er zijn ook minder gunstige gevolgen. Voor de verzorgings
werkzaamheden aan de gewassen was het meestal te nat.
Schoffelen in de bieten is op veel percelen toch wel nodig, vooral
bij toepassing van rijenbespuiting. Zo hier en daar zien we nogal
wat onkruid verschijnen. Ook voor het korrigeren van de bie
tenstand was de grond dikwijls te nat. Op veel percelen valt er
weinig te korrigeren, daar het aantal aanwezige planten toch al
aan dc krappe kant is. Voor de grasboeren zit het deze weken
wel erg tegen. Er is veel gemaaid voor voordroogkuil, maar de
kwaliteit is van veel partijen al sterk achteruitgegaan. Jammer,
want een goede voordroogkuil van gras is doorgaans een be
langrijk bestanddeel van de wintervoorraad. De tijd die nu
aanbreekt is van groot belang voor de ziektebestrijding in de
gewassen zoals aardappelen, bieten en granen. Voor de bestrij
ding van het "kwaad" in de aardappelen hebben we een vast
schema. We moeten ook even denken aan de bestrijding van
toprol. In de suikerbieten hopen we met niet te veel ziekten
gekonfronteerd te worden. De tellingen van bladluizen in de
bieten zijn weer begonnen. De bladluisontwikkeling wordt
nauwkeurig gevólgd om tijdig een waarschuwing aan de bie
tentelers te kunnen geven. Voor de granen is een bestrijding van
de afrijpingsziekten wel het meest urgent, eventueel ook de
graanluis. Ook voor een stikstofoverbemesting is het nu de
hoogste tijd.
Aren in de wintertarwe in mei, hebben we niet gezien. Toch
werd ons gemeld dat ze er waren, heel bescheiden nog maar
enkele, maar toch duidelijk zichtbaar.
Het Pinksterweekend bracht veel rekreatiedrukte. Heel veel
mensen hebben van de natuur genoten. Vooral voor het kam
peren neemt de belangstelling nog toe. De mogelijkheden zijn
vele, we zagen niet alleen kamperen bij de boer, maar ook
kamperen bij het Wegschap.
Het valt op Tholen en St. Philipsland niet mee om het hoofd
boven water te houden.
Een wat gekke uitdrukking zult U misschien zeggen, maar toch
wel begrijpelijk als men de weersomstandigheden, in dit geheel
in ogenschouw neemt.
Normaal is het niet zo moeilijk om de hoeveelheid neerslag in de
maand mei bij te houden, nu zijn wij de tel kwijl geraakt, maar
op de akkers kan men wel zien dat er de laatste tijd veel, ja veel
te veel is gevallen. Overal treedt piasvorming op en vele vooral
kleine gewassen kunnen het hoofd letterlijk hier en daar niet
boven water houden.
Zo rond deze tijd van het jaar is het dikwijls prachtig om door
onze landerijen te rijden of nog beter te fietsen (kost ook geen
kostbare energie) maar dit jaar is daar geen sprake van. Het ziet
er allemaal even triest en somber uit. Er zullen weinig percelen
overschieten waarin straks of nu reeds geen afdracht Zal zijn.
Overschotproduktie zien we dit jaar niet optreden, dus wat dat
betreft kan Drs. Broekhuis van de P.v.d.A. gerust zijn. Van deze
oud-Tholenaar en volgens zijn uitspraken ook van zijn partij
hebben wij in het Europese parlement weinig goeds te ver
wachten, want de landbouw krijgt een onredelijk groot deel van
de F:.E.G. pot, zegt hij. Daarom ook moeten de landbouwprijzen
zakken, en moeten de boeren die het dan toch wellicht zeker niet
meer vol zullen kunnen houden, maar bij de "hardwerkende"
heer Vredeling aankloppen die hun dan wel aari een "minima
le" baan zal helpen!
Hoe durft zo'n man zo iets onzinnigs beweren. Dat de Neder
landse landbouw in 1978 nog van een positief export overschot
heeft gezorgd van 8.3 miljard, tegenover een negatief export
saldo van 6.2 miljard van de totale Nederlandse ekonomie, is
hem blijkbaar nog niet ter ore gekomen! Maar goed laten we
daarover nu verder maar zwijgen, als u dit leest is de uitslag van
de stemming al wel bekend, kunt er daarbij verzekerd van zijn
dat Uw overzicht schrijver beslist niet op nummer I van lijst 1
heeft gestemd, waarvan akte!
Door de slechte weersomstandigheden zullen er zoals reeds ge
schetst er een aantal problemen ontstaan op onze bedrijven.
Voor de bedrijfsvoorlichters zal er daardoor mede extra werk
aan de winkel zijn.
Dit praktijkgerichte onderzoek is voor ons van enorm groot
belang terwijl daarnaast aanvullend onderzoek door het be
drijfsleven en instituten onontbeerlijk is.
Daarnaast, breidt het takenpakket van zowel de Rijksvoorlich
tingsdiensten als van de Sociaal-ekonomische voorlichting van
de organisaties zich steeds uit, zodat inkrimping van deze dien
sten ons onakseptabel voorkomt.
Voor onze kring is thans een onderzoekskommissie bezig met
het voorbereiden van een enquête, om te weten te komen wat
men als agrariërs van de Voorlichting in zijn algemeenheid
verwacht, en tevens wil men te weten komen hoe de Thoolse en
Fliplandse bedrijfsgenoot denkt van intensivering van zijn
bouwplan in de richting van de grove of glastuinbouw. De
Stichting van een glaskern op St. Annaland wordt daarbij tevens
bekeken.
Bij een normale ontwikkeling van de bieten is een bestrijding
van zwarte bonenluis in juni pas nodig wanneer 75% van de
planten zijn bezet met 30-50 bladluizen per plant. Dit jaar zijn
de bieten in het algemeen laat gezaaid en hebben we te maken
met een late en trage ontwikkeling waardoor sneller zuigschade
ontstaat. Op sommige bietepercelen is de bezetting met zwarte
bonenluis van dien aard dat een bespuiting hiertegen gewenst is.
Dit is voor bieten in het 6-8 bladstadium het geval wanneer op
50% van de planten gemiddeld ongeveer 30 bladluizen per plant
zitten. Voor bieten die verder ontwikkeld zijn kan de gebruike
lijke norm voor de maand juni worden aangehouden.
Ir. M. de Boer
Konsulentschap in Algemene Dienst voor Planteziekten en On
kruidbestrijding in de Landbouw
meerdere stikstof aan de late kant gegeven en dat zal dus zijn nut
wel hebben. Wanneer we de graanpercelen in de buurt inspek-
teren, dan zijn er heel grote verschillen te zien. Uit angst en/of
uit overtuiging, dat de groei te traag op gang kwam is er hier en
daar al vroeg naar de stikstof gegrepen voor een tweede gift.
Anderen hebben aan de hand van het grondonderzoek de
"schrale opfok" toegepast en nu zullen we bij de graanoogst
eens vergelijken welk systeem de hoogste opbrengst heeft gege
ven. Ieder jaar is weer anders, maar dit vooijaar is wel heel erg
anders en daarom is het te begrijpen, dat we onder deze abnor
male omstandigheden gaan twijfelen en niet meer weten welk
recept we moeten toepassen. Bij een voorlopige taxatie van het
graanstro lijkt het er op, dat de opbrengst hiervan aanmerkelijk
lager zal zijn dan vorig jaar. Ook uit het buitenland vernemen
we deze geluiden, doch van het stro zijn er nog weinig rijk
geworden.
Op de spuitkursus hebben we zelfs geleerd,
met hoeveel paar poten een kever marcheert.
Doch hoe men ze bestrijdt met prima sukses,
is voor ons van bèlang in zo 'n chemische les.
5