KNLC KOMMENTAAR w anneer u dit leest zijn de eerste Europese verkiezingen in volle gang. In ons land worden de donderdag uitgebrachte stem men bewaakt, in sommige landen wordt er nog tot zondagavond gestemd. De organisatie van de verkiezingen is wel één van de duidelijkste voorbeelden hoe moeizaam de Europese eenwording tot stand komt. En toch, als maandag alle stemmen geteld zijn, hebben we het eerste, gekozen Westeuropese Parlement uit de geschiedenis. Ook al heeft het Parlement noq slechts beperkte bevoegdheden, het is wel een historisch feit. Het is te hopen dat de nu wat stagnerende ontwikkeling naar een verdergaande Eu ropese integratie, er door bevorderd wordt. Dat is ook zeker voor onze land- en tuinbouw van groot belang. Immers juist het achterblijven van een Europees beleid op onder meer monetair, sociaal en fiscaal gebied en op het terrein van energiepolitiek, milieuwetgeving, kwaliteitskontrole, e.d. gaat steeds meer het gemeenschappelijk landbouwbeleid in de wielen rijden. Het landbouwbeleid heeft het ook op zich al uiterst moeilijk, terwijl ook de Ministerraad nu al zo'n drie maanden over tijd is met haar besluiten. Het is dan ook volkomen logisch dat boeren en tuin ders en hun organisaties het zo langzamerhand beu worden. Op zo korte termijn willen zij besluiten zien. We hebben dat afgelo pen vrijdag nog eens goed aan minister Van der Stee duidelijk gemaakt bij gelegenheid van het bezoek van COPA-voorzitter De CafTarelli. Overigens gaat het ons natuurlijk niet alleen om snelle besluitvorming, maar ook om besluiten die voldoende re kening met onze eisen houden. Landbouwschap praat met minister over landbouw- en zuivelbeleid, lastenverlichting en grondbank H H et Landbouwschap heeft eind mei het maandelijks onderhoud gehad met de minister van Landbouw. Tijdens het overleg zijn aan de orde geweest het EG-landbouwbeleid, het EG-zuivelbeleid, de financiering van de keuringskosten, de Grondbank en het invoerbeleid voor snijbloemen. H H, H et Landbouwschap is teleurgesteld over het besluit om de aanvragemogelijkheid voor de Grondbank op te schorten. Nu de belangstelling van het bedrijfsleven voor de Grondbank duidelijk toeneemt, komt het besluit tot stopzetting hard aan. Volgens het Landbouwschap wordt het vertrouwen van het agrarische bedrijfsleven in het overheidsbeleid op deze wijze niet bevorderd. Het Landbouwschap vraagt de minister de Grondbank weer zo snel mogelijk op normale wijze te laten funktioneren. H et Landbouwschap is zeer bezorgd over de sterk groeiende importen van snijbloemen uit niet-EG-landen. Het huidige EG-beleid met zijn surveillancesysteem, kan de marktversto ringen niet voorkomen. Het Landbouwschap heeft de minister gevraagd in Brussel aan te dringen op een zogenaamd signaal- prijssysteem. Dat is een marktsysteem dat zich automatisch korrigeert zodra de prijzen op de telersmarkten beneden een bepaalde grens dalen. N. E en plotseling tragisch ongeval in de omgeving waarbij een jeugdig echtpaar het leven verloor, met achterlating van een tweetal nog zeer kleine kinderen, drukt je weer eens met de neus op de feiten. Wat moet er met de kinderen, die hun eigen belangen nog niet kunnen behartigen, gebeuren en is hetgeen wordt gedaan in overeenstemming met de ideeën van de overleden ouders. D e algemene mening over een testament is dat daarin alleen maar regelen omtrent het vermogen worden opgeno men, doch dat is niet juist. Het testament of anders gezegd de uiterste wil is een bij uitstek geschikt middel om zijn wensen vast te leggen omtrent hetgeen dat na zijn dood zal gebeuren. Die wensen behoeven niet uitsluitend betrekking Ministerraad accoord met ontwerp-landinrichtingswet Verkiezingen Nationalisme Wat betreft de akkerbouwsektor bepleit het Landbouwschap naast de overheidsbijdrage voor de NAK-aktiviteiten dit jaar ook een bijdrage voor PD-exportkeuringen voor poot- en kon- sumptieaardappelen. In het bedrag van de eerdergenoemde 20 miljoen gulden is ruim 4 miljoen gulden gereserveerd. Over de bestemming hiervan vindt volgens de minister nog beraad plaats. Op verzoek van het Landbouwschap zal worden nagegaan of uit deze reserve de PD-exportkeuringen voor poot- en konsumptieaardappelen mede gefinancierd kunnen worden. EG-landbouwbeleid et Landbouwschap heeft in verband met de komende ma rathonvergadering van de EG-landbouwministers nogmaals zijn standpunten over het gemeenschappelijk landbouwbeleid herhaald. De gemiddelde prijsverhoging moet 2 a 4% zijn, waarbij de prijsaanpassing voor de akkerbouwsektor aan de bovenkant van deze marge moet zitten. Minister Van der Stee konstateert dat er geen nieuwe ontwik kelingen geweest zijn met betrekking tot de Brusselse besluit vorming. Hij handhaaft zijn eerder ingenomen standpunt inza ke de EG-prijsaanpassingen. Het Landbouwschap heeft bij de minister aangedrongen op passende maatregelen voor de tarwemarkt. Behalve de kom- penserende overgangsvergoeding (ter overbrugging van het ou de naar het nieuwe graanseizoen) wil het Landbouwschap ge durende enkele maanden een interventie op het niveau van de referentieprijs voor tarwe. De minister ziet geen aanleiding tot een aktieve interventie nu de tarweprijs ruim boven de referentieprijs ligt. Voor de eerste drie maanden in het nieuwe seizoen kan alsnog worden bezien of aktieve interventie nodig is. Het Landbouwschap is het eens met het verzet van de minister tegen het voorstel van de Europese landbouwkommissaris Gundelach om de invoer van tapioca terug te brengen. Het meent dat geen onbelemmerde fnvoer van tapioca plaats moet vinden en dat rekening moet worden gehouden met de belangen van de intensieve veehouderij. EG-zuivelbeleid et Landbouwschap heeft met grote nadruk "bij de minister aangedrongen op een regeling tot vrijwillige beperking van de melkaflevering. De regeling beoogt een beperking van de mel- kaflevering met een bepaald percentage tegen een bepaalde vergoeding (premie). Minister Van der Stee vindt het voorstel uiterst sympathiek, maar wil het mede bekijken in het licht van het prijsbeleid en de medeverantwoordelijkheidsheffing. Vol gens hem moet aandacht worden besteed aan een aantal as- pekten van een dergelijke regeling, zoals de financiering en de kontrole. Het Landbouwschap konstateert met genoegen dat de minister het voorstel positief ontvangt. Het wil met de heer Van der Stee nader overleggen over dit onderwero vóór de komende verga dering van de EG-raad van Landbouwministers, waardoor het onderwerp aan de orde kan worden gesteld. Lastenverlichting et Landbouwschap heeft er bij de minister op aangedrongen dat het voornemen van de regering óm de overheidsbijdrage voor de keuringskosten op 50% te brengen zo spoedig mogelijk gerealiseerd wordt. Daartoe zou de voor de tweede helft van 1979 toegezegde 20 miljoen gulden verhoogd moeten worden tot 35 miljoen gulden. De minister kan niet voldoen aan het verzoek de overheidsbij drage voor 1979 te verhogen tot 35 miljoen gulden. Daarvoor ontbreken de gewenste overheidsmiddelen. De Ministerraad heeft in zijn vergadering van 1 juni 1979 zijn goedkeuring gehecht aan de ontwerp-Landinrichtingswet. Het is de bedoeling dat deze wet de Ruilverkavelingswet 1954 gaat vervangen. De Landinrichtingswet zal het instrumentarium bevatten voor vier vormen van inrichting van het landelijke gebied, overeen komstig de functies zoals deze in het kader van de ruimtelijke ordening zijn gegeven: herinrichting, ruilverkaveling, aanpassingsinrichting, ruilverka veling bij overeenkomst. Herinrichting en aanpassingsinrichting zijn nieuwe instrumen ten van landinrichting. Herinrichting kan plaatsvinden in ge bieden, die naast een agrarische functie ook in belangrijke mate een niet-agrarische functie (moeten) vervullen. Aanpassingsinrichting vindt plaats in samenhang met een op zichzelf staande infrastructurele voorziening van nationaal of regionaal belang (b.v. de aanleg van een rijksweg). De proce dures voor ruilverkaveling en ruilverkaveling bij overeenkomst worden in gewijzigde vorm overgenomen uit de Ruilverkave lingswet 1954. In de besluitvorming is een belangrijke rol toegedacht aan de provinciale overheden en de meest betrokkenen. Daardoor ontstaat een versterkte decentralisatie. Deze aanpak past ook in de nagestreefde aansluiting met de ruimtelijke ordening. In beginsel zal namelijk het streekplan als referentiekader funge ren. Ruilverkaveling, aanpassingsinrichting en ruilverkaveling van het gehele in te richten gebied. Herinrichting zal daarentegen ook plaats kunnen vinden zonder of met slechts gedeeltelijke herverkaveling (uitruil van gronden). In de ontwerp-Landinrichtingswetswet is voorts vastgelegd dat voor een gebied, waarvoor herinrichting dan wel ruilverkaveling wordt voorbereid, een landinrichtingsprogramma zal worden voorbereid. Dit programma zal onder meer een beschrijving omvatten van de te verwachten gevolgen van de voorgenomen maatregelen en voorzieningen voor de economische toestand met inbegrip van de werkgelegenheid; de leef- en werkomstan- digheden, de natuur en het landschap en de gesteldheid van water, bodem en lucht. Grondbank Minister Van der Stee wijst op de in 1978 vastgelegde bevoegd heid van de direkteur van de Grondbank om in bepaalde ge vallen tot opschorting van de aanvragemogelijkheid te beslui ten. Als het besluit tot opschorting vooraf wordt aangekondigd, zal dit volgens de bewindsman leiden tot een sterke toename van de aanvragen die niet gehonoreerd kunnen worden. Dat zou bestuurlijk gezien leiden tot een onmogelijke situatie. Minister van der Stee wijst bovendien op het begrotingsbedrag van 35 miljoen gulden dat voor 1979 uitgetrokken is voor de Grond bank. Hij ziet nu geen enkele mogelijkheid tot aanvullende middelen voor dit doel. Het Landbouwschap noemt in dit verband de wenselijkheid van een terugkooprecht. Dit zou ook meer financiële armslag kun nen bieden voor de Grondbank. De minister is van mening dat het bestuur van de Stichting Beheer Landbouwgronden, waar onder de Grondbank ressorteert, zich over het terugkooprecht kan beraden. Invoer snijbloemen Minister Van der Stee wijst erop dat het invoerbeleid op voorstel van Nederland reeds in EG-verband in studie is. De Neder landse opvattingen over het importbeleid winnen veld maar worden nog door enkele andere EG-landen terughoudend ont vangen. Waarschijnlijk zal er geen testament zijn, waardoor de kantonrechter in overleg met de familie een voogd en een toeziend voogd zal benoemen. Toch is dit één van de punten die in een testament geregeld kunnen worden en die achteraf erg gemakkelijk kunnen werken. Ik ben er mij zeer van bewust dat het bij voorbaat regelen van een dergelijke zaak een erg moeilijke opgaaf zal zijn. Toch is het zeker goed om als echtpaar deze mogelijkheid van voortijdig afscheid van de kinderen onder ogen te zien en de konsekwenties daarvan, indien mogelijk, te regelen via een testament. I a het tellen van de stemmen, zult u maandagavond onget wijfeld vele nationale politici horen verkondigen wat de gevolgen voor de positie van het Kabinet Van Agt zijn. In Haagse termen gezegd worden de Europese verkiezingen als een graadmeter voor het Kabinet gezien. Althans dat hebben de politici op het Binnenhof, die blijkbaar steeds meer denken dat de wereld gro tendeels rondom hen draait, ervan gemaakt. Ik betwijfel ten zeerste of de doorsnee kiezer het ook zo ziet. In elk geval heeft het wel betekend dat allerlei eng-nationalistische, politieke twisten bij de verkiezingscampagne overheersten en de wezen lijke zaak van "waar gaan we met de Europese Gemeenschap naar toe" nauwelijks aan bod kwam. Het lijkt erop alsof men in politiek Den Haag eigenlijk steeds huiveriger voor een zich ver der ontwikkelende Europese samenwerking wordt. Zou het zijn omdat allerlei in de nationale politiek nog te' berijden stok paardjes daar minder kans maken? Of omdat we minder invloed op de ontwikkeling in ons eigen land zullen hebben? Alsof we ook nu niet volstrekt van onze im- en export naar de andere EG-lan- den afhankelijk zijn waar het om onze welvaart en ons welzijn gaat. Als ik de diskussie rondom Bestek '81 en de zogenaamde voortgangsnota volg, zou je bijna denken dat die ekonomische afhankelijkheid van het buitenland nog nauwelijks meer tot de Tweede Kamer doordringt. Immers één van de belangrijkste oorzaken van de teruglopende aktiviteit in de industrie is toch onze aanzienlijk verslechterde konkurrentiepositie, door een te hoog loonniveau en te zware kollektieve lasten. Daarom is te recht Bestek '81 ontwikkeld. Om de lasten te verlichten. Wat wordt nu voorgesteld, nu de situatie nog slechter blijkt te zijn dan destijds was voorzien? Uitgerekend belastingverhoging. Zeker ook voor ons als agrarische zelfstandigen zou dit een niet te verteren maatregel zijn. Een maatregel die volstrekt voorbij gaat aan de situatie dat we binnen de EG leven en dat we daarbij toch al met de hoogste kollektieve lasten zijn opgezadeld. Wat ons betreft mag dan ook snel de dag aanbreken dat ook fiscale zaken in Brussel en niet langer in Den Haag worden beslist. LUTEIJN te hebben op zijn aardse bezittingen. In een testament kun nen zoals reeds gezegd ook de voogdij en de opvoeding van nog minderjarige kinderen worden geregeld, terwijl daarin ook iemand kan worden benoemd (executeur testamentair), die ervoor moet zorgen dat de laatste wil van de overledene inderdaad wordt uitgevoerd. H et testament kan een geschikt middel zijn om als kor- rektie op de gemeenschap van goederen te fungeren. Indien een echtpaar kinderloos blijft kan de wens opkomen dat het vermogen moet blijven in de familie waaruit het is voortgekomen. Middels testamentaire bepalingen is op deze wijze te voorkomen dat het vermogen via de langstlevende naar diens familie gaat. Op deze wijze is dan ook bereikbaar wat anders via huwelijkse voorwaarden geregeld zou moeten worden. Hierbij is het goed te weten dat, waar de kinderen altijd recht hebben op het wettelijk erfdeel, de achterblij vende echtgenote dit niet heeft en dus onterft kan worden. Onterven behoeft nog niet te betekenen dat de achterblij vende ook gelijk behoeftig zal worden. In het testament kan dan weliswaar opgenomen worden dat als erfgenamen wor den aangewezen die en die personen, doch dat het vrucht gebruik wordt gelegateerd aan de achterblijvende echtge note. Op deze wijze wordt tevens voldaan aan de verzor gingsplicht t.o.v. elkaar. Z oals het bij veel regelingen het geval is, moet ook bij testamenten regelmatig bezien worden of hetgeen daarin is opgenomen nog overeenkomstig de wensen is zoals de sa menleving om ons heen zich wijzigt, zo veranderen ook onze inzichten en wensen. Daarom is het nuttig toch ééns in de vijf jaren zich te bezinnen op de vraag of het gemaakte testament van toen nog voldoet. Elk testament kan te allen tijde worden gewijzigd, worden aangevuld of geheel worden herroepen, waardoor het nuttig is zelf te beschikken over een afschrift van het gemaakte testament om de juiste inhoud daarvan te kennen. Veerbeek. 3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 3