Vervolg Vergadering Ledenraad
H et aantal leden van de Z.L.M. blijft groeien. Weliswaar gaat
het niet om grote aantallen, maar toch beliep de stijging het
afgelopen jaar 79 personen (1-1 -'78 8006 en 1-1 -'79 8085). De
financiële positie van de Z.L.M. kan gezond worden genoemd.
Er zal naar worden gestreefd om de dienstenverlening naar de
leden uit te breiden.
E en overzicht werd gegeven van het funktioneren van de
instellingen en diensten van de Z.L.M. betrekking hebbend op
onderwijs, sociaal ekonomische voorlichting, Z.L.M. Land- en
Tuinbouwblad, boekhoudburo, verzekeringen eri Gropatax. Uit
de toelichtingen bleek dat de diensten goed funktioneren en de
leden op velerlei terrein met raad en daad terzijde staan.
I n de namiddag werd een rondrit gemaakt door de Kring
Zuid-Beveland. Gepauzeerd werd op het bedrijf van Vogelaar
te Krabbendijke.
Algemene positie van onze
agrarische export is gunstig
I n zijn algemeenheid beoordeelt minister Van der Stee de
positie van onze agrarische export gunstig. Dankzij een
hoge graad van efficiëntie in de primaire produktie, de
verwerking en de afzet, kan over een groot aantal sektoren
gesproken worden van een voorsprong t.o.v. andere landen.
De groei van onze export van agrarische produkten toont
dit duidelijk aan.
WET VERVREEMDING
LANDBOUWGRONDEN TER
BETEUGELING GRONDPRIJZEN
O
Vakantiehulpen
Aanwezigen op de ledenraad-vergadering
V
We vertrouwen erop, zei van Veldhuizen, dat
deze trend zich zal voortzetten. Het een en ander brengt ook
konsekwenties mee voor de veehouder en dat is dan de keerzijde
van de medaille, waarbij gedacht dient te worden aan de sluiting
van bepaalde fabrieken en het minder frekwent ophalen van de
melk, waarbij uitgegaan wordt van het bewaren van 6 melkma-
len.
Nabespreking veehouderij
De overschakeling van bussen naar de tank,heeft welis
waar weerstanden opgeroepen, maar blijkt toch een goede
zaak te zijn geweest. Betreurd wordt dat velen de overscha
keling hebben aangegrepen om de veestapel af te stoten. Het
kortingen- en toeslagensysteem ontmoet vooral bij kleinere
bedrijven weerstand. Gewaakt dient te worden tegen uit
wassen die de kleinere bedrijven benadelen.
Dr. J. Tesink, direkteur van de Provinciale Gezondheids
dienst voor Dieren in Zeeland, waarschuwde tegen het ge
bruik van zuiveringsslib op gras- en bouwland dit in tegen
stelling tot aanbevelingen van de zijde van de Zeeuwse wa
terschappen. Het gehalte aan zware metalen (koper, lood,
kwik) en besmettingskansen met bakteriën en parasieten
kunnen de gezondheid van dieren en gewassen aantasten.
Zowel industrieel- als huishoudelijk slib moet naar zijn
mening voor aanwending worden afgeraden.
Algemene situatie in de land- en tuinbouw
D e ledenraad is duidelijk bezorgd over de voortdurende on
zekerheden m.b.t. de prijsonderhandelingen in Brussel. Ener
zijds wordt gekonstateerd, dat er amper de bereidheid bestaat
om de prijzen aan te passen, terwijl anderzijds kostenstijgingen
en lage prijzen voor vrije produkten een verbetering van de
algemene situatie noodzakelijk maken. Vanuit het zuidwesten is
een "akkerbouwrapport" opgesteld, waarin maatregelen wor
den voorgesteld die tot verbetering kunnen leiden. Ondanks de
beperkingen van bestek '81 is op nationaal nivo een beleid
nodig, dat de landbouw ondersteunt.
Een wezenlijk probleem vormt de hoogte van de grondprijzen,
waardoor dit produktiemiddel te duur wordt.
Voor de akkerbouw is het wenselijk na te gaan op welke wijze de
arbeid beter rendabel kan worden gemaakt. Konkrete aandui
dingen zijn moeilijk te geven. Mogelijk hebben een aantal teel
ten (witlof) perspektief, hoewel verzadiging van de markt snel
kan worden bereikt. Een goede voorlichting is van groot belang,
die mede gericht moet zijn op het voortbrengen van kwafiteit-
sprodukten. Studieklubs die door voorlichters worden begeleid,
kunnen nuttig werk doen. De bemanning bij de voorlichtings
diensten dient hierbij te worden aangepast. Ook de veilingen
dienen aan de kwaliteitsbepalingen de nodige aandacht te bes
teden. Voorkomen dient te worden dat door onoordeelkundig
telen een slecht produkt op de markt komt, die de markt verpest.
De uitgebreide subsidiëring van de transport van drijfmest over
grotere afstanden biedt meer mogelijkheden voor aanwending.
Nagegaan kan worden of een kollektieve tussenopslag in aan te
leggen drijfmestputten werkbare situaties oplevert.
Leden
Instellingen
Rondrit
A.J.G. Doeleman, voorzitter; S. de Visser, vice-voorzitter; R.
Hoiting, sekretaris. Namens de kring Schouwen-Duiveland:
L.A. Jonker, J.A. Gaanderse, A.J. Rotte, M. Hanse. Namens
Tholen-St. Philipsland: L.C.J. Potappel. Namens Noord-Beve
land: S.J.'de Regt, C.M. v.d. Weele. Namens O.Zuid-Beveland:
G.J. Dees, E.A. Suy, J. v. Overbeeke, C.J. v.d. Velde, H.C. Poley,
E. y. Hootegem, C.P.L. de Jager, A.C. Kole, J. Boogaard, P.
Scheele. W .Zuid-Beveland: P. Dekker, M. Minnaard. Walche
ren: L. Kloet, C.J. Bierens, J. v. Maldegem. W.Zeeuws-Vlaan-
deren: J.J. Lako, I.A. de Hullu, J.l. Risseeuw. Axel: M. Dekker.
Hulst: A. de Bruijcker, P.G. de Bruijn. West-Brabant: P. Groe-
newege. Langstraat: C. Boer. Altena-Biesbosch: C.M. Donken,
M.C. de Regt. Oost- en Midden-Brabant: W. Wiersma, H.J.
Juin. Namens de Veehouderijkommissie: J.M. v. Heijst. Na
mens de Tuinbouwkommissie: C. Davidse. Namens de Platte
landsvrouwen: mevr. A. Bom-Broere, mevr. J.E. v. Oeveren-
Geluk. Als gast: Ph. v.d. Hoek. Van de adviserende leden: Ir. M.
Sanders, Ir. W. Markusse, W. Koster, Dr. J. Tesink, Ir. H.E.
Heringa, C.J. v.d. Werff, mevr. J. Donken, mevr. C.L. Kloet.
Van de hoofdbestuursleden: L.J. v. Gastel, M.C.J. Kosten, H.C.
v.d. Maas, J. Nieuwenhuyse, Jac. Scheele, W. v. Veldhuizen,
B.H. Maijers, G.J. de Jager, P.A. Hoogenboom, J.A. Vogelaar.
C. de Visser. Van de Z.L.M.-instellingen: R. van Wezel, J.
Markusse, C. Paauwe, Mr. H. v. Es, J.C.B. Priem.
Dit o.m. blijkt uit het antwoord van de landbouwminister,
mede namens staatssekretaris Beijen (ekonomische za
ken) geeft op schriftelijk vragen van de Tweede Kamerle
den Braks en Van Dijk.
D it neemt echter niet weg dat er ook een aantal knelpunten
valt te onderkennen. Met name bemoeilijkt in sommige sekto
ren ons hoge kostenniveau de konkurrentie met produkten uit
andere landen.
Voorts komt het de bewindsman voor, dat het bedrijfsleven zelf
aan bepaalde voor de export van belang zijnde aspekten meer
aandacht zou kunnen besteden.
Gelet op ons hoge kostenniveau zou versterkte aandacht voor de
kwaliteit van de te exporteren produkten van veel nut kunnen
zijn. Door zich in dit opzicht in gunstige zin van de konkurrentie
te onderscheiden kan veelal het nadeel van een iets hogere prijs
van de produkten worden teniet gedaan. Daarnaast bestaat de
indruk dat - bij het bewerken van nieuwe markten, waarvoor
bijzondere inspanningen nodig zijn- meer onderlinge samen
werking dringend gewenst is. Dit geldt met name voor de export
van agrarisch uitgangsmateriaal en de daarbij behorende tech
nische voorzieningen in het kader van z.g. geïntegreerde pro-
jekten t.b.v. ontwikkelingslanden. Voor deze projekten is een
samenwerking tussen verschillende bedrijven over een vrij lange
periode veelal essentieel.
Minister Van der Stee is bereid nieuwe en waardevolle initia
tieven op deze terreinen te begeleiden en te ondersteunen.
Knelpunten
Wat betreft de door het gezamenlijke exporterende bedrijfs
leven opgestelde knelpunten stelt minister Van der Stee dat in
"Bestek '81" budgettair een uiterste poging is gedaan, het be
drijfsleven in de keuringskosten tegemoet te komen. De huidige
algemene begrotingsproblematiek laat niet toe, de voorziene
bijdragen te verhogen.
Het kwaliteitsonderzoek en het onderzoek naar nieuwe pro
dukten worden op ruime schaal ondersteund, met name in het
kader van het landbouwkundige onderzoek. Indien met be
trekking tot bepaalde punten bijzondere wensen bestaan, kun-
14
nen in .overleg met het bedrijfsleven in het onderzoek verschui
vingen worden aangebracht.
Bij de exportkredietverzekering streeft ons land ernaar, zich te
houden aan de gemaakte internationale afspraken inzake de
kre'diettermijnen, hetgeen uiteindelijü in ons eigen belang is.
Wat het reproduktiemateriaal betreft, betekent dit dat in de
meeste gevallen een maximale krediettermijn van zes maanden
worden aangehouden; in sommige gevallen echter gelden lan
gere krediettermijnen (stamboekvee, bloembollen). Indien an
dere landen evenwel langere krediettermijnen dan de vorenge
noemde hanteren, doet ons land dat eveneens.
Momenteel wordt in overleg met de Nederlandse Kredietver-
zekerings Maatschappij nagegaan of het eigen risiko van de
exporteur op bepaalde markten verkleind kan worden.
Het streven naar harmonisatie van de wetgeving t.a.v. agrarische
produkten blijft de bewindsman krachtig ondersteunen. De
wens van het bedrijfsleven, bij de export van runderen de fixa
tieperiode af te stemmen op de gebruikelijke looptijd van de
kontrakten, heeft hij met nadruk bij de Europese Kommissie
naar voren gebracht. Deze zaak is thans in studie.
Voor zover er redelijke mogelijkheden zijn tot versoepeling van
de rij- en rusttijdenregeling bij het wegtransport zal hij deze
In Ministerraad overeenstemming over wetsontwerp
De ministerraad is in zijn vergadering van 1 juni 1979 accoord
gegaan met de ontwerp-Wet vervreemding landbouwgronden.
Dit wetsontwerp, waarbij minister Van der Stee eerste onderte
kenaar is, heeft ten doel een instrumentarium te scheppen om
buitensporige ontwikkelingen op de markt voor landbouw
gronden tijdig onder controle te krijgen "en daardoor te voorko
men. Het ontwerp beoogt nadrukkelijk niet de grondmarkt als
zodanig uit te schakelen. Dit brengt met zich mee, dat over een
flexibel toepasbaar wettelijk instrumentarium moet worden be
schikt, dat het mogelijk maakt slagvaardig in te spelen op feite
lijke ontwikkelingen. Dit betekent, dat de wet enerzijds voor
zieningen moet bevatten in geval zich buitensporige ontwikke
lingen op de grondmarkt voordoen, maar anderzijds van toe
passing moet kunnen worden afgezien wanneer stabiele ver
houdingen zijn bereikt. De voorzieningen daartoe zijn de land
bouwkundige toetsing, met inbegrip van de koopplicht en het
voorkeursrecht. Wat de toepassing betreft, zal men deze instru
menten in onderlinge samenhang en afhankelijk van de feite
lijke toestand op de grondmarkt moeten bezien.
Landbouwkundige toetsing
Het belangrijkste instrument van dit ontwerp vormt de land
bouwkundige toetsing; de toetsing van overeenkmosten tot
vervreemding van land aan bepaalde vereisten.
Kern van deze toelating is de noodzakelijke goedkeuring door
de grondkamer van overeenkomsten tot vervreemding (eigen
domsoverdracht en bezwaring met zakelijke rechten) van land.
Voorkeursrecht en koopplicht.
De Wet vervreemding landbouwgronden zal tevens het reeds in
de regeringsverklaring aangekondigde voorkeursrecht regelen.
Het stelsel van landbouwkundige toetsing van.overeenkomsten
tot vervreemding van landbouwgrond gaat in beginsel uit van
een voorkeurspositie voor agrariërs die aan de criteria voldoen.
Er kunnen echter omstandigheden zijn, dat deze voorkeurspo
sitie op gespannen voet raakt met andere belangen. Daarom zal
in aan te wijzen gebieden een voorkeursrecht voor een bureau
beheer landbouwgronden worden ingesteld. Dit betekent dat
degene, die in zo'n gebied grond wil vervreemden, zich eerst tot
het bureau moet wenden. Op deze wijze wordt voorkomen, dat
het beoogde effect van de toetsing op de prijzen teniet wordt
gedaan door concurrentie tussen agrariërs en het bureau.
Tevens zal een koopplicht worden ingevoerd met het oog op
situaties waarin er onvoldoende serieuze gegadigden zijn, dan
wel indien gegadigden misbruik maken van hun positie. De
taken die voortvloeien uit de toepassing van het voorkeursrecht
en de koopplicht zullen worden opgedragen aan een bureau
beheer landbouwgronden (thans nog Stichting Beheer Land
bouwgronden S.B.L.). Er zullen regelen worden gesteld omtrent
de wijze waarop dat bureau verworven land weer moet ver
vreemden. Dat bureau zal, evenals de S.B.L. nu, een rol spelen
in het kader van de grondbank, die eveneens zijn wettelijk kader
in de Wet vervreemding landbouwgronden zal vinden.
Wijziging Pachtwet.
De voorstellen zullen wijziging van de Pachtwet noodzakelijk
maken. Hierin zal een landbouwkundige toetsing moeten wor
den ingevoerd die gelijkwaardig is aan die, welke bij vervreem
ding van land plaatsvindt.
ondersteunen. Zijn departement onderzoekt of de resultaten
van de door de hoofdafdeling Afzetbevordering Buitenland
ondersteunde aktiviteiten wezenlijk kunnen worden verbeterd
door verhoging van de middelen.
WIR-gelden ter verlichting exportlasten
de suggestie om even'ueel benodigde geldmiddelen ter
verlichting van lasten voor agrarische export te vinden in gelden
van de Wet Investeringsrekening (WIR) die nu voor de land
bouw beschikbaar zijn. antwoordt de bewindsman dat het alge
mene karakter van de WIR in de huidige opzet niet toe Iaat,
gelden uit het Fonds Investeringsrekening af te zonderen.
Binnenkort begint voor veel scholieren en studenten weer
hun zomervakantie. In de land- en tuinbouw daarentegen
staat voor vele bedrijven een drukke periode voor de boeg.
De scholieren betekenen vaak een welkome aanvulling op
deze extra tijdelijke arbeidsbehoefte.
Wij zien Ban ook dat in de zomerperiode veel scholieren en
studenten op de agrarische bedrijven werken om zodoende
wat extra te verdienen. Vooral op de tuinbouwbedrijven
wordt op ruime schaal gebruik gemaakt van deze vakan
tiewerkers.
Bollen rooien, aardbeien plukken, tomaten plukken zijn
voorbeelden van werkzaamheden waarbij vaak vakantie
hulpen worden ingeschakeld. Op de akkerbouw- en vee
houderijbedrijven werken ook vaak één of enkele vakan
tiehulpen.
Wel of geen verzekeringsplicht
Uiteraard worden de vakantiehulpen betaald voor hun werk
zaamheden. Op het loon moeten verschillende inhoudingen
plaatsvinden, zoals A.O.W. en loonbelasting. Voor de* sociale
verzekeringswetten is het antwoord op de vraag of premie in
gehouden moet worden veel moeilijker te beantwoorden. De
Sociaal-Ekonomische Voorlichters van Uw organisatie zullen U
graag informatie verstrekken.
Uiteraard staat wel vast, dat als men geen premie voor de ver
schillende sociale verzekeringswetten behoeft af te dragen, de
vakantiehulpen ook niet zijn verzekerd. Veel ondernemers in de
land- en tuinbouw vinden het belangrijk, dat voor de bij hen
werkzame vakantiehulpen een bepaalde voorziening wordt ge
troffen.
Ongevallenverzekering
De ondernemers kunnen volstaan met op te geven hoeveel va
kantiehulpen (gelegenheidswerkers) maximaal op het bedrijf
werkzaam zullen zijn. Het is niet nodig de namen van de gele
genheidswerkers op te geven.
De premie bedraagt 6,- tot 24,— per gelegenheidswerker
bij een verzekeringstermijn van 3 maanden.
Door de keuze van het premiebedrag per gêlegenheidswerker
wordt de grootte van de uitkering bij blijvende invaliditeit ten
gevolge van een ongeval vastgesteld. Deze z.g. B-uitkering be
draagt minimaal 10.000,— en maximaal 100.000,— per
gelegenheidswerker. De verzekering van de uitkering bij alge
hele blijvende invaliditeit is dus het belangrijkste.
De overige twee uitkeringen zijn altijd gelijk nl. 5.000,— in
geval van overlijden tengevolge van een ongeval en 1.000,—
geneeskundige kosten tengevolge van een^ongeval, voor zover
niet elders verzekerd.
Tot slot is het nog van belang om te weten, dat ook het onge-
valsrisiko is meeverzekerd tijdens het komen en gaan van het
bedrijf naar huis. Met speling in de tijd van één uur.
Voor inlichtingen kunt U zich wenden tot de Verenigde On
derlinge Schadeverzekeringsmaatschappij OTOS U.A. te Leeu
warden (tel. 05100 - 41313, toestel 123).
«-