Aktie "Zeeland -
Groenbemestingsland"
KORTE WENKEN
Serie Zeeland - Groenbemestingsland"
Een visie van enkele jongeren
ir. P. van Velde,
ing. F. Vader,
D egenen, die regelmatig dit blad lezen, zullen gemerkt hebben dat door het Konsulentschap voor de Akkerbouw en de
Rundveehouderij te Goes in de afgelopen tijd erg veel nadruk is gelegd op de noodzaak van de teelt van groenbemesters.
De reden hiervan is het volgende geweest.
C.A.R.-Zevenbergen
AKKERBOUW
VEEHOUDERIJ
De aardappelexport april 1979
C.A.R. Goes.
1. De opbrengst van de gewassen wordt voor een groot deel bepaald door de vruchtbaarheid van de grond. Hierbij is o.a.
het gehalte aan organische stof zeer belangrijk.
2. Het gehalte aan organische stof in de grond op de akkerbouwbedrijven loopt terug.
3. Een van de belangrijkste bronnen van organische stof wordt gevormd door de groenbemesters. Op veel bedrijven kan
de oppervlakte beteeld met groenbemesters veel groter zijn. Deze aktie is daarom bedoeld om de akkerbouwers ervan
te doordringen, dat de teelt van groenbemesters kan en moet uitgebreid worden.
B ij deze aktie zijn diverse methoden toegepast om de telers
van de noodzaak van de teelt van groenbemesters te overtuigen.
Op de vergaderingen van de Verenigingen voor Bedrijfsvoor
lichting en van de Studieklubs is het punt "Bodemvruchtbaar
heid" uitvoerig besproken. In vele artikelen in de landbouw
bladen zijn de diverse aspekten van de organische stofvoorzie-
ning aan de orde gesteld. Om de aandacht op deze zaak te
vestigen is er ook een speciale sticker uitgegeven door het
C.A.R. te Goes. Onder het motto: "Wie de jeugd heeft, heeft de
toekomst" is ook kontakt opgenomen met de organisaties van
jonge boeren, met name het Zeeuws Agrarisch Jongeren Kon-
takt (Z.A.J.K.). Dit heeft tot resultaat gehad dat er een wedstrijd
georganiseerd is wie er het beste in slaagt om een groenbemester
te telen. Het deelnemen aan deze wedstrijd is overigens niet
alleen opengesteld voor leden van de jongeren organisaties,
maar iedereen kan er aan meedoen, jong en oud, lid of geen lid.
Het organiseren van deze wedstrijd is mogelijk gemaakt door de
/-bereidwillige medewerking van de kwekers/handelaren van
zaaizaad van groenbemestingsgewassen. Zij hebben de midde
len ter beschikking gesteld om prijzen aan de meest suksesvolle
deelnemers aan de wedstrijd te kunnen uitreiken.
Een van de redenen om de jongeren er bij te betrekken is
geweest, dat zij er de laatste tijd duidelijk blijk van geven dat ze
wel eens andere paden willen bewandelen dan de ouderen. De
hoop is er daarom op gevestigd, dat het hierdoor mogelijk is om
bepaalde minder juiste gewoonten en meningen op het gebied
van de teelt van groenbemesters te doorbreken.
O m de mening van de jongeren over dit punt eens te peilen
hebben we met een paar een vraaggesprek gevoerd over diverse
zaken betreffende de organische stofvoorziening. Hiertoe heb
ben we uitgenodigd Martien Steyn uit Lewedorp en René d'Hert
uit Graauw. Ze hebben ook namens het Z.A.J.K. zitting in de
voorbereidingskommissie voor de wedstrijd.
Vraag: De laatste tijd zijn de jonge boeren nogal aktief
geweest op het gebied van de landbouwpolitiek. Nu ligt
groenbemesting op een geheel ander vlak. Vinden jullie het
toch de moeite waard om ook daar aktie voor te voeren?
Martien: De jongeren moeten zich richten op de toekomst.
Hierbij moeten we zowel op de landbouwpolitiek als op de
situatie op de bedrijven letten. Het gezond houden van de grond
is daarbij zeer belangrijk. Het is dus zeker de moeite waard om
je daarvoor in te zetten. Het past ook geheel in de doelstellingen
van het Z.A.J.K.
Rene: Niet alle jonge boeren voelen zich geroepen om op poli
tiek terrein hard te lopen.Het is daarom goed om ook een meer
bedrijfsgericht onderwerp aan te pakken. Groenbemesting
spreekt sommigen weer meer aan dan landbouwpolitiek.
Vraag: Er zijn tussen de gebieden in Zeeland en ook van
bedrijf tot bedrijf grote verschillen in de mate dat men ge
bruik maakt van de mogelijkheden om groenbemesters te
zaaien. Wat is de oorzaak van die verschillen?
René: Het probleem is dacht ik vooral dat het effekt niet direkt
te zien en te meten is. Het is een investering die pas op langere
termijn zijn vruchten afwerpt. Het is belangrijk om met cijfers te
kunnen aantonen wat de voordelen zijn. Alleen daardoor kun je
de mensen overtuigen.
Veel mensen denken en handelen ook hierbij nog traditioneel.
Het bouwplan is bij velen intensiever dan vroeger. Dit is dan
echter niet gevolgd door een aanpassing in de organische stof
voorziening.
Martien: Er kunnen verschillende motieven aangevoerd worden
om geen groenbemesting te telen. Het kost geld en wie zegt of
het er later weer uitkomt. Vooral gras kan problemen geven bij
het onderploegen. Met gras kan men ook kweekzaad op het land
brengen. Ik ben het hier niet mee eens. Het is elk jaar dezelfde
groep die niet en dezelfde groep die wel groenbemesting zaait.
De mogelijkheden om groenbemesting te zaaien worden na
tuurlijk wel bepaald door het bedrijfstype. Hoe intensiever het
bouwplan met meer aardappelen en suikerbieten, hoe minder
de mogelijkheden zijn.
Vraag: Hoe is de ervaring op jullie eigen bedrijf?
Martien: Wij zitten op vrij jonge grond met 3,5% organische
stof. Dit is dus zeer gunstig. Volgens de berekening van de
organische stofbalans kunnen we dit peil niet handhaven. We
zaaien in de tarwe altijd een groenbemester. Enkele jaren gele
den was dat vooral klaver. In 1976 hebben we om voor subsidie
in aanmerking te komen Westerwolds ingezaaid. Omdat dit niet
ploegen. Dit is echter zo goed bevallen, dat we sindsdien alleen
Italiaans raaigras inzaaien. Dat geeft de mogelijkheid voor on-
kruidbestrijding in het najaar. Het blijkt dat er wel eens een
stimulans moet zijn om over zo'n punt heen te komen.
HET BIJHOUDEN van enquête-formulieren voor b.v.
suikerbieten, aardappelen en granen heeft een dubbel voor
deel. In de eerste plaats blijft U intensief met uw gewas
meeleven, zodat U elke verandering waarneemt. In de
tweede plaats krijgt U waardevolle gegevens op papier, waar
U weer verder mee kunt werken. Doet U ook al mee aan een
intensieve begeleiding van een gewas of laat U dat maar aan
anderen over.
OP HET GEBIED VA N BA NDEN wordt heel wat vaktaal
gebruikt. Het is beslist geen eenvoudig vakgebied om in de
bandenwereldmet kennis van zaken te spreken. Elke
machine heeft zijn eigen specifieke wensen. Laat U bij de
aanschaf van banden deskundig voorlichten.
Het Instituut voor Mechanisatie, Arbeid en Gebouwen heeft
een nieuwe brochure laten verschijnen, publikatie 108.
Wetenswaardigheden over banden is de titel, maar het is
geen eenvoudige leesstof.
VOOR DE LANDBOUW is er een mogelijkheid voor
vrijstelling van de B. T. W. -regeling. Voor de boeren die
grote investeringen gaan doen, kan het wel aantrekkelijk
zijn om in de B. T. W. -regeling te vallen en dus B. T. W. terug
te krijgen. Laat U echter eerst goed voorlichten door uw
boekhouder, want U kunt niet zomaar weer terug. Men
moet tenminste vijf jaar in de B.T. W.-regeling blijven als
men voor het ondernemerschap kiest. Na die vijf jaar moet
U er niet uit, maar U mag er uit echter wel met een gedeel
telijke terugbetaling van ontvangen B. T. W. Bezint eer U
begint!
EEN GOEDE POMP op een landbouwspuit heeft eigenlijk
3 taken. In de eerste plaats het snel vullen van de tank. In de
tweede plaats druk leveren om te spuiten en in de derde
plaats zorgen voor een goede menging van water en spuit-
middel.
De pomp moet een 5 a 10% overkapaciteit hebben om dit
derde punt, de menging van water en spuitmiddel, goed te
laten verlopen. De overkapaciteit hebben om dit derde punt,
de menging van water en spuitmiddel, goed te laten verlo
pen. De overkapaciteit wordt berekend van de tank inhoud.
Dus bij een tank van 750 l - 37,5 I a 75 l per minuut
overkapaciteit. Kies dus uw pomp niet te klein.
René: Op ons bedrijf zijn diverse percelen met grote verschillen
in organische stofgehalte. In één perceel zit 1,5% en in een ander
2,2%. Dit verschil is dikwijls goed merkbaar. Het perceel met
2,2% was dit voorjaar vlugger te bewerken. Ook bij het ploegen
kun je het goed merken. Wij zaaien ook zoveel mogelijk groen
bemesting in. Dit jaar hebben we Italiaans en Engels raaigras en
witte klaver ingezaaid:
Vraag: A Is we het goed begrijpen vinden jullie dat de aktie
Zeeland - Groenbemestingslandop zijn plaats is. Vinden
jullie dat er voldoende publiciteit aan gegeven is?
René: Er is veel aandacht aan besteed. Er zijn bijeenkomsten
geweest van de Studieklubs. Er is in de kranten veel over ge
schreven. Ook de sticker was leuk. Iedereen die het aangaat kan
voldoende op de hoogte zijn.
Martien: Ik vind de aanpak goed en heb daar veel waardering
voor. Het er steeds weer aan herinneren is zeer goed. Ik hoop dat
het ook resultaat op zal leveren. Dat is nu nog moeilijk te
bepalen. Jullie moeten nu ook doorgaan met de nateelten. Ook
het stimuleren van het gebruik van kippemest en dergelijke kan
goed zijn.
Vraag: De wedstrijd Teelt van groenbemesterswordt
georganiseerd in samenwerking van het C.A.R. en het
Z.A.J.K. Wat verwachten jullie hiervan?
Martien: Zo'n wedstrijd is iets nieuws, waar we wat vreemd
tegen aan kijken. De jurering zal ook niet eenvoudig zijn. Vooral
dit voorjaar zijn de verschillen groot. Ik vind dat de samenwer
king goed loopt. Er is aan de voorbereiding veel zorg besteed.
Voor zo'n wedstrijd moet je een groep hebben waar je je op
richten kunt. Daarom is het een goede gedachte geweest om dit
via het Z.A.J.K. en de R.A.K.'s te spelen.
René: Door zo'n samenwerking leer je de voorlichting ook eens
anders kennen. Je leert er zelf ook van als je bij de voorbereiding
betrokken bent. Ik vind het een nuttige zaak. Het blijkt echter
wel dat voor het werven van deelnemers mensen uit de streek
ingeschakeld moeten worden. Dit is nu in verschillende mate
gebeurd. Er zijn nu ongeveer honderd aanmeldingen binnen.
Het is jammer dat dit niet gelijk over de regio's is verdeeld.
De aanmelding kan nog gebeuren. Ik hoop, dat er nog zoveel
binnenkomen, dat elke regio ongeveer gelijk vertegenwoordigd
is. Daardoor kunnen de verschillen tussen de gebieden ook goed
naar voren komen.
Aanmelding voor de wedstrijd "Teelt van groenbemesters" kan
nog plaatsvinden tot uiterlijk 1 juni a.s. Dit kan, liefst schrifte
lijk, bij het C.A.R., Westsingel 58, 4461 DM Goes, telefoon
01100 - 16440 of bij het sekretariaat van het Z.A.J.K., Grote
Markt 28, 4461 AJ Goes, telefoon 01100 - 21010, toestel 54.
Hierna wordt U een uitgebreide dokumentatie toegestuurd met
een aanmeldings- en informatieformulier.
IN NA TTE JAREN IS er terecht veel belangstelling voor
draineren. Nu helpt die belangstelling op zich weinig als de
buizen niet in de grond liggen. Laat U zich goed informeren
over buisdiameter en drainafstand. Ook de omhulling van
de buizen is van belang. Beter drains in de grond dan water
op het land.
HET MOET nu toch te zien zijn of de vroeg gezaaide
snijmais voldoende planten per ha geeft of dat doorzaaien
noodzakelijk is. Kontroleer uw snijmais ook op vreterij.
Wanneer dit laatste ook nog het geval is, zal onverwijld
doorgezaaid moeten worden. Zou doorzaaien nodig zijn,
kies dan wel een vroegrijpend ras en ontsmet het zaaizaad
met Mesurol en zonodig tegen vreterij met 3 gr Lindaan per
kg zaaizaad.
OFSCHOON HET LANG GEDUURD HEEFT, zijn er
nu toch reeds verschillende percelen voor inkuilen gemaaid.
Door mollen en larven van de rouwvlieg en de emelten van
de langpootmug zijn de grasplanten erg gevoelig voor uit
plukken. Door te zorgen voor scherpe messen kan dit gro
tendeels worden voorkomen. Met de cirkelmaaier wordt ook
vaak te kort gemaaid. Dit geeft naast grond in het gemaaid
gras ook nog ekstra beschadiging aan de toch al wat zwakke
zode.
Volgens het Produktschap voor Aardappelen zijn in de maand
april 101.000 ton konsumptie- en industrieaardappelen uitge
voerd. Hierdoor is de totale export van oogst 1978 op 661.000
ton gekomen.
Vorige jaren is tot 1 mei uitgevoerd:
oogst 1977 558.000 ton; oogst 1976 744.000 ton: oogst 1975
734.000 ton; oogst 1974 483.000 ton.
De bestemmingen tot de april-uitvoer zijn:
West-Duitsland 64.000 ton; Italië 5.000 ton; Frankrijk 3.500
ton: België 2.000 ton; Engeland 500 ton: Totaal E.E.G. 75.000
ton. Spanje 22.000 ton: Oostenrijk 1.000 ton; rest-Europa 500
ton; Totaal Europa 98.500 ton. Amerika 1.500 ton: Azië
Afrika 1.000 ton; Totaal 101.000 ton.
In de kalenderweek van 30 april 1979 t/m 5 mei 1979 zijn 18.500
ton konsumptie--en industrieaardappelen uitgevoerd.
In april zijn nog 1.000 ton oude aardappelen ingevoerd. Volgens
de ontvangen dokumenten is eveneens 1.000 ton nieuwe aard
appelen ingevoerd, maar niet alle dokumenten over de april
invoer zijn ontvangen. De invoer van voeraardappelen voorna
melijk uit Frankrijk bedroeg 1.500 ton.
PRODUKTSCHAP VOOR AARDAPPELEN
7