Witlofteelt
in opmars
D e vraag rijst nogal eens waaraan de voor
keur moet worden gegeven: de wortels afkom
stig van klei- óf zandgrond. In zijn algemeen-
H et wordt zo langzamerhand een hele toer
nog een algemeen verhaal te schrijven over de
trek van witlof. Telkens dient men zich te be
denken: met welke methode zijn wij nu bezig?
Op een rijtje gezet ziet het er als volgt uit:
D e produktie van groenten in de negen E.E.G.-landen is vorig
jaar van rekordomvang geweest. De totale produktie kwam met
24.5 min ton zelfs nog iets boven die van 1977 toen er 24,3 min
ton geoogst werd. In 1976 toen we te maken hadden met de
warme, droge zomer bedroeg de produktie van groenten in de
Gemeenschap 21,3 min ton. Het gemiddelde van 1973-1977
bedraagt 23,8 min ton.
D e fruitoogst is vorig jaar ook groot geweest, zij 't geen rekord
zoals bij groenten. Volgens de Eurostat bedroeg deze 17,1 min
ton tegen 15,1 min ton in 1977 maar 18,3 min ton in 1976.
Appelen domineren zeer sterk met ruim een derde van de pro
duktie. Van dit produkt was de oogst ook groot maar niet van
rekordgrootte. Van het tweede grote fruitprodukt, de peren, was
de oogst net als in 1977 niet groot nl. 2,1 min ton tegen maar
liefst 2,7 min ton in 1976.
Teelt en trek vragen veel aandacht
ing. A.J. van Oijen,
V an allerlei wegen wordt een toenemende belangstelling voor de teelt van witlof verno
men. Oorzaken hiervan zijn velerlei, waarbij ongetwijfeld de goede prijsvorming van de
laatste jaren er één van is. Vervolgens bestaat er vooral bij het wat kleinere akkerbouw
bedrijf behoefte aan teelten met een hoger saldo. Bij dit alles komt ook nog de doorbraak
van de zogenaamde waterkuituur, welke onder meer op de faktor arbeid een besparende en
humaniserende invloed heeft. Met deze ontwikkelingen voor ogen lijkt de verhoogde
interesse voor de teelt dan ook vrij normaal, doch ook de uitbreiding van het witlofareaal
zal langs de weg der geleidelijkheid dienen te geschieden. Ervaringen hebben geleerd dat
stormachtige oppervlaktetoename van praktisch elk gewas tijdelijk marktverstorend kan
werken en dientengevolge lagere prijzen voortbrengt. Het zal dan ook voor het komende
seizoen meer dan ooit noodzakelijk zijn de witlofteelt op een zo hoog mogelijk niveau te
beoefenen. Zaken, waarop wij in dit artikel wat nader zullen ingaan.
Groenten- en fruitproduktie 1978
Minder tomaten en meer komkommers
aangeplant dan vorig jaar
Appelen en peren in de Gemeenschap
Konsulentschap voor de
Tuinbouw te Tilburg
Versnelde groei
T er illustratie hoe de areaalontwikkeling
vanaf het begin der zeventiger jaren is verlo
pen. volgt allereerst hiervan in onderstaande
tabel een overzicht:
1973 2.318 ha; 1974 2.381 ha; 1975 2.280 ha;
1976 2.377 ha; 1977 2.940 ha; 1978 3.068 ha;
1979 naar verwachting 3.850 ha.
Uit deze cijfers blijkt dat het areaal vanaf 1973
tot en met 1976 vrij stabiel is geweest, terwijl in
1977 een fikse uitbreiding is opgetreden het
geen zich in mindere mate in het afgelopen
seizoen heeft voortgezet. Voor 1979 is een op
pervlakte van 3.850 ha ingevuld, wat gebaseerd
is op informaties van zaadfirma's, telers, kolle
ga's etc. Het zijn dus voorspellingen, waarbij de
nodige voorzichtigheid in acht moet worden
genomen. Indien echter de oppervlakte witlof
het komende seizoen wel naar deze grootte zal
uitgroeien, is er inderdaad sprake van een
stormachtige ontwikkeling en zal met enige
druk op de prijs rekening moeten worden ge
houden. Enkele lichtpunten hierbij zijn moge
lijk enerzijds de goede vraag naar het produkt
en anderzijds de areaalinkrimping die zich de
Elke methode vraagt zijn specifieke aanpak en
heeft zijn waarde. Natuurlijk is het niet zo dat
ze allemaal even goed zijn. Voor U als witlof
teler is het echter van belang de voor- en na
delen van elk systeem tegen elkaar af te wegen
en het meest geëigende toe te passen. De ont
wikkelingen in de witloftrek zijn de laatste ja
ren in een stroomversnelling terecht gekomen.
De vraag rijst of U eveneens de bakens tijdig
heeft verzet. Zit U werkelijk nog op het goede
spoor of biedt een andere methode niet méér
perspektieven? Witlof forceren op een wijze
zoals het al jarenlang is geschied, kan goed zijn.
doch kan ook betekenen dat U met het een en
ander wat achtersukkelt. Witlof heeft een hoge-
köstprijs; besparingen op kosten vormt dus een
belangrijk facet. Bovendien zal de gevolgde
trekmethode U in staat moeten stellen hoog
waardig lof te produceren.
"Zand- of klei wortels"
Forceren zonder dekaarde
spektieven.
geeft nieuwe per-
Voor het komende seizoen grotere aanvoer van
witlof verwacht.
"Koude witlofkuilen" nog altijd van betekenis!
laatste jaren in België voordoet. Tevens laat het
zich aanzien dat de verwachte uitbreiding
vooral plaatsvindt op bedrijven die forceren,
waardoor in elk geval de grotere aanvoer over
een vrij lange periode wordt gespreid.
Op welke wijze?
koude kuilen in de vollegrond
verwarmde kuilen in de vollegrond
koude kuilen onder glas
verwarmde kuilen onder glas
koude kuilen in de schuur
verwarmde kuilen in de schuur met daarbij
de mogelijkheden van:
a. met dekaarde
b. zonder dekaarde
c. zonder dekaarde in water.
heid is hierop het antwoord: aan kleiwortels.
Hierbij behoren echter wel enige kanttekenin
gen. Uit een reeks proeven in twee achtereen
volgende jaren is gebleken dat niet steeds de
wortels afkomstig van kleigrond de beste re
sultaten gaven. Gemiddeld viel echter het po
sitieve resultaat ten voordele van kleiwortels
uit. vooral naarmate later in het seizoen werd
geforceerd. Als belangrijke oorzaak ligt hier
aan zeker de betere bewaarbaarheid van de
kleiwortels ten grondslag. Een uitzondering
geldt echter voor de vroege trek. De snellere
groei die op een zandgrond wordt verkregen,
doet de wortels wat vroeger rijpen en als zoda
nig ook geschikter zijn voor deze teeltperiode.
Overigens dient te worden opgemerkt, dat de
verschillen tussen zand- en kleiwortels niet zo
groot zijn. Er zijn een groot aantal witloftrek
kers die met wortels afkomstig van zandgrond
het gehele seizoen goede resultaten halen. On
derzoek van het Stiboka en het P.A.G.V. heeft
aangetoond dat de kwaliteit van de wortels in
veel belangrijkere mate bepaald wordt door
o.a. struktuur van de grond, vochtvoorziening,
bewortelbaarheid en bemestingstoestand.
Nog enkele tips
Bij de wortelteelt geen organische bemesting gebruiken en zeer zuinig zijn met
stikstof. Vooral verse organische meststoffen werken vertakte wortels in de hand,
terwijl stikstof veel bladontwikkeling geeft en wortels met een brede wortelhals. Bij
de trek geven dergelijke wortels veelal slechte, losse kroppen. De behoefte aan
fosfaat is gering; voor kali kan met een matige gift worden volstaan. De pHKCl
dient voor zandgrond 5,5 en voor kleigrond 6,5 te bedragen.
De rassenkeuze dient te worden afgestemd op de teeltmethoden en trekperioden.
Rassen voor de teelt met dekgrond zijn niet geschikt voor het forceren zonder
dek grond; andersom lukt in de meeste gevallen wél. Vroege se lek ties moeten ook
vroeg in het seizoen worden geforceerd en zijn ongeschikt voor de late trek. Ga in
deze nauwkeurig te werk. In de praktijk mankeert het hieraan nogal eens.
Het verkrijgen van de wortels is te onderscheiden in de teelt op het eigen bedrijf en
middels aankoop van derden. Bij deze laatste methode wordt veelal gewerkt met
kontrakten, waarbij het belangrijk is dat goede afspraken worden gemaakt over
o.a. prijs, tarrering, vracht, wortellengte, ras en tijdstip van levering.
Bovendien is het van belang dat de wortelteelt wordt ondergebracht bij vertrouwde
adressen. Telers, die zich houden aan de afspraken. Tijdens het groeiseizoen van
de wortels enkele malen het perceel bezoeken geeft een extra waarborg.
24.5 min ton groenten
Italië is de grootste groenteproducent van de E.E.G. Met 10,8
min ton wordt in dat land tussen de 40 en dé 50% van de totale
produktie gerealiseerd. Frankrijk komt op de tweede plaats met
4.75 min ton, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk met 3,85
min ton groenten en Nederland als vierde met vorig jaar 2,32
min ton groenten. De Belgische groente-oogst is nog niet de helft
van de onze. West-Duitsland produceert zelfs nog wat meer,
bijna 1,3 min t. Ierland en Denemarken zijn beide goed voor
200'-300.000 ton per jaar.
Tomaten zijn veruit het grootste produkt. Met ruim 5,0 min ton
zijn ze goed voor ruim een vijfde van het totaal. Voor bijna
driekwart zijn dit Italiaanse tomaten, die veelal naar de indus
trie gaan. Ook Frankrijk is een grote producent van dit produkt;
vorig jaar was de oogst ruim 700.000 ton groot.
Kool is Europees gezien ook een belangrijk produkt. Na een
uitzonderlijk grote oogst in 1977 was het vorig jaar wat minder
maar het gaat nog altijd om een hoeveelheid van bijna 2,8 min
ton. Het gaat hier om alle koolsoorten tesamen behalve bloem
kool. Van laatstgenoemd produkt oogst men in de Gemeen
schap ook jaarlijks nog zo'n 1,5 min ton.
Andere grote produkten zijn peen met 2,1 min ton, uien 1,5 min
ton en sla 1,1 min ton.
17,1 min ton fruit
Enkele andere grote fruitprodukten in de E.E.G. zijn: perziken
1,5 min ton, sinaasappelen (Italië) 1,4 min ton en druiven 1,2
min ton. Produkten met een oogst tussen de "2 en 1 min ton zijn:
pruimen en citroenen, terwijl kersen vlak onder de V2 min ton
zitten.
Ook bij het fruit is Italië weer veruit de belangrijkste producent
in de E.E.G. Met een oogst van 8,6 min ton werd daar vorig jaar
de helft van de totale E.E.G.-produktie gerealiseerd. Frankrijk
volgt als tweede met 3,4 min ton en vlak daarachter West-
Duitsland met 3,2 min ton. Deze drie landen tesamen zijn dus
goed voor 90% van de gehele fruitoogst in de Gemeenschap.
Nederland als vierde produceerde vorig jaar 775.000 ton. Een
hoeveelheid die hier te lande nimmer tevoren gehaald was. Met
name werd dit veroorzaakt door de bijzonder grote appeloogst.
Markt Info PGF
In maart 1979 werd 322 ha tomaten aangeplant. Dit is 32 ha of
9% minder dan in de overeenkomstige maand van 1978. Op 1
april 1979 bedroeg de aanwezige oppervlakte tomaten 1.741 ha.
Deze oppervlakte week nauwelijks af van die op 1 april 1978
(1746 ha). Een en ander blijkt uit de steekproef "Tuinbouwge-
wassen onder glas" op 1 april 1979 van het C.B.S.
Komkommers. De aanplant van komkommers in maart 1979
bedroeg 74 ha. In vergelijking met de aanplant in maart 1978
betekent dit een toeneming met 22 ha of 42%.
Aanwezig was per 1 april 1979 585 ha. Dit is 22 ha of 4% minder
dan op 1 april 1978.
Sla. In maart 1979 werd 228 ha sla aangeplant tegen 245 ha in
maart 1978 (-7%). In maart 1979 werd van 499 ha de sla geoogst.
Ten opzichte van vorig jaar maart betekende dit een verminde
ring met 35 ha of 7%.
Op 1 april 1979 stond 761 ha sla onder glas, tegen 667 ha op 1
april 1978 14%).
Tussen 1972 en 1977 zijn in de Europese Gemeenschap 10.000
ha aan pereboomgaarden gerooid.
De laatste tellingen geven aan dat er in de Europese Gemeen
schap nog ongeveer 68.814 ha aan pereboomgaarden in pro
duktie zijn, waarvan ruim 50% in Italië. Tussen 1972 en 1977
overigens is het Italiaanse areaal met bijna 17% gedaald.
Na de Verenigde Staten is Italië, de grootste producent ter
wereld van peren, gevolgd door Frankrijk.
Ongeveer 35% van de wereldexport aan peren is afkomstig uit
Italië. De toetreding van Spanje. Portugal en Griekenland tot de
Gemeenschap zal een uitbreiding van het perenareaaf van om
streeks 20% tot gevolg hebben.
15