Bedrijfsopvolging
E en van de belangrijkste punten in het gesprek dat wij
hebben mogen voeren met Hare Majesteit de Koningin
was de bedrijfsopvolging en de werkgelegenheid in de
landbouw.
D e vraag moet gesteld worden: Hoe moet het verder
met de grondbank?
8
zuidelijke landbouw maatschappij
Vorige week trokken weer duizenden belangstellenden naar de Werktuig-
dagen te Liempde. Het was opvallend dat er zo'n massale intense interesse
bestond voor de antieke trekkers, die met liefde onderhouden, nog magnifiek
met veel kabaal en uitlaatgassen, zonder storing hun demonstratieve rond
jes draaiden in de vochtige aarde van het landgoed "Velder".
In de rij
voor de grondbank?
VANUIT DE Z.L.M. GEZIEN
Toekomst middenbedrijf
z.l.m
VRIJDAG 18 MEI 1979
66e jaargang - No. 3482
land- en
tuinbouwblad
ÏSp:
Wij hebben het op hoge prijs gesteld dat wij in de gele
genheid waren ongeveer een half uur met de koningin
van gedachten te wisselen.
Het Provinciaal Bestuur zijn wij erkentelijk dat zij de
agrarische jongeren en de voorzitter van de Raad voor
Bedrijfsontwikkeling deze gelegenheid hebben geboden.
Door de aanwezigheid van de jongeren is het niet vreemd
dat de bedrijfsopvolging en het middenbedrijfbeleid aan
de orde zijn geweest. Het is bekend dat de jongeren de
werkgelegenheid in de land- en tuinbouw centraal stel
len. Meer werkgelegenheid behouden door de groei van
de bedrijven af te remmen.
Zaken die ons natuurlijk ook aanspreken, maar zowel
landbouworganisatie^ als het ministerie van landbouw
zien weinig mogelijkheden het beleid door wetgevende
maatregelen in deze richting om te buigen.
Hierop werd gewezen door dr.ir. M.P.M. Vos, plaatsver
vangend Direkteur Generaal die namens het ministerie
van landbouw aanwezig was bij het genoemde gesprek.
In het jaarverslag 1 978 van het L.E.I. wijst de heer Bau-
wens daarop. Men verwacht dat de produktie op minder
efficiënte wijze zal plaatsvinden wanneer het beleid te
sterk gericht wordt op het middenbedrijf. Daarbij komt
dat, wanneer minder bedrijfsopheffingen plaatsvinden,
anderen moeilijker kunnen vergroten, waardoor de be
drijf sgroottestruktuur langzamer verbetert.
Daardoor wordt het moeilijker, voor bepaalde onderne
mers die bereid zijn initiatieven te nemen, naar het mid
denbedrijf te groeien. Initiatieven die steeds opnieuw
genomen moeten worden, en daar moeten ook de jon
geren rekening mee houden!
In het L.E.I.-verslag is berekend dat op dit moment
238.000 ha land geëxploiteert wordt door veehouders
ouder dan 50 jaar zonder bedrijfsopvolger.
De hamvraag is of deze grond snel genoeg vrij komt om
boeren jonger dan 50 jaar en ouderen mét een opvolger
de gelegenheid te geven verder te groeien.
Het is goed om de zaak ook eens vanuit deze hoek te
bekijken, en voldoende aandacht te besteden aan de
doorschuifmogelijkheden. Zo is het een bijzonder slechte
zaak dat de grondbankregeling per half mei tot het einde
van dit jaar is opgeschort omdat de geldmiddelen voor dit
jaar nu reeds zijn uitgeput.
De heer Vos stelde dat de ontwikkeling van de landbouw
grotendeels bepaald wordt door het E.E.G.-beleid en de
ekonomische ontwikkeling in de rest van de wereld.
Natuurlijk is het wel mogelijk nationaal door overheids
maatregelen het beleid in een bepaalde richting te sturen.
Met het nationaal beleid ontkomen wij er echter niet aan
rekening te houden met de ontwikkeling die over onze
grenzen heen aan gang zijn.
Zo kan een beleid wat te veel op het middenbedrijf
gericht is negatieve gevolgen hebben voor de agrarische
struktuur van de bedrijven en daarmee voor de konkur-
rentiepositie van de Nederlandse land- en tuinbouw.
Moet men volgend jaar bij de heropening in de rij gaan
staan om in aanmerking te komen voor deze regeling?
Ook zal niet iedere verkoper bereid zijn om te wachten tot
dat de aspirant-koper zekerheid heeft of hij gebruik kan
maken van de grondbank.
Op deze manier wordt er door de overheid een bijzonder
onevenwichtig beleid gevoerd. Het is niet verwonderlijk
dat bij de toekomstige ondernemer het vertrouwen in het
landbouwbeleid wankelt.
Verder is het zo, dat de bedrijfsovername steeds moei
lijker wordt door de stijging van de waarde van verpachte
grond. De prijs van de verpachte grond wordt als het ware
meegesleurd met de prijzen die op devrije markt besteed
worden.
Deze ontwikkeling is bijzonder zorgelijk en ongewenst.
Hierbij biedt de studie van de kommissie Hofstra zeker
geen verlichting. Het is de bedoeling van de kommissie
Hofstra om de ondernemerswinst te zuiveren van de ge
volgen van de inflatie.
Op zich een goede zaak alhoewel de urgentie verminderd
is nu de inflatie geringer is geworden.
Dat tegenover deze positieve maatregel staat dat de
landbouwvrijstelling, de zelfstandigenaftrek en de liqui-
didatievrijstelling daarvoor ingeleverd moeten worden is
een slechte zaak. Het uiteindelijke effekt zou hierdoor
voor de landbouw wel eens negatief kunnen zijn. Ge
middeld één maal in de 25 jaar komt de bedrijfsovername
per bedrijf aan de orde.
Door de veelheid van problemen die steeds opnieuw op
ons af komen besteden de landbouworganisaties mis
schien wel te weinig aandacht aan de problemen die zich
voordoen bij de bedrijfsovername.
Bij de overname van een bedrijf is het voor de jonge
ondernemer een uitermate belangrijke zaak of hij dit kan
doen op bedrijfsekonomisch verantwoorde wijze!
Doeleman.
In dit nummer o.m.
Over Geld en Goed pag- 3
Grond-en Pachtzaken pag. 3
De AWW en de agrariër pag. 4
Aandacht voor de knolselderij pag. 5
Is er nog toekomst voor het middenbedrijf pag. 6
Onkruidbestrijding in uien na opkomst pag. 7
Suikerindustrie praat over milieu pag. 8
Melkschapen en hun produktie in Zeeland pag. 9
Het zilveren jubileum van het Landbouwsch. pag. 10
Gewestelijke raad Zeeland bestaat 25 jaar pag. 11
Uit het leven van Dr Ir Mesu pag. 12
Natuuraugurken starten in mei pag. 13
1