Toepassing van groeistoffen in granen in het late voorjaar c j covers. V E en behandeling met groeistoffen zoals mecoprop (MCPP) en dicamba houdt altijd enig risiko in van groeiremming en van een zekere opbrengstdepressie. Een goéd ontwikkeld en gezond gewas verdraagt een behandeling nog het beste, geeft ook de beste grondbedekking daarna, waardoor het onkruid geen kans krijgt zich te herstellen. En aangezien er dit voorjaar nog al het een en ander mankeert aan die stand,het gewas extra gevoelig is^ en tal van percelen pas laat gespoten zullen worden, dient men het gewas zoveel mogelijk te sparen door o.a. ft A ll; __V Ml*' G ezien het grote aantal beschikbare middelen in de granen zijn in dit artikel slechts de grote lijnen aan gegeven. Ook de doseringen zijn voor de duidelijkheid niet vermeld. Serie Zeeland - Groenbemestingsland" D, Wordt abonnee van de Groene Berichten v v v v _v v v/ !/- 7 v v \y - i> V JJ CAR -Toon Slimmy de Worm Wedstrijd "Teelt van groenbemesters" Wat biedt "Rusthoeve" deze zomer de bezoeker Chinese tuinbouwdelegatie bezoekt ons land C.A.R. Goes. Situatie op dit moment A Is gevolg van het koude voorjaar zijn behalve de granen ook de onkruiden Iaat voor de tijd van het jaar. Noodge dwongen moesten ook de groenbemesters Iaat worden ingezaaid. Daardoor is er wellicht minder klaver en meer raai gras uitgezaaid dan aanvankelijk de bedoeling was. In zijn totaliteit is naar verwachting een grotere oppervlakte dan vorig jaar ingezaaid, alhoewel dit per gebied verschillend zal zijn. Door ongunstige weersomstandigheden en de vaak onvoldoende stand van de wintergranen waardoor ze erg gevoelig zijn, is er weinig met kontaktherbiciden gewerkt. Daarom zal er nog veel gespoten moeten worden met groeistofbevattende middelen. Hiervoor is nu de tijd aangebroken. Een vrij veel voorkomend verschijnsel in wintertarwe is dit jaar de slechte beworteling. Soms "staat" zelfs de hele plant met zaadkorrel en al in haar geheel boven op de grond. In dit soort gevallen zijn bij het inzaaien van een groenbemester niet zelden een deel van de plantjes gesneuveld. Dat het restant van de plantjes dan erg gevoelig is voor herbiciden zal een ieder duidelijk zijn. Veel wintergraanpercelen hebben een holle stand. Dit kan ook voor de ingezaaide groenbemesters bepaalde gevolgen hebben zoals: meer schade van de herbiciden en mogelijk een te weelderige groei in de dekvrucht. Momenteel veel voorkomende onkruiden in de granen zijn: varkensgras, kleefkruid, ereprijs en klein hoefblad. Hiertegen en uiteraard ook tegen andere onkruiden zijn goede middelen voorhanden. spuiting tegen klein hoefblad kan ook worden uitgevoerd met 2,4-D gevolgd door 14 dagen later MCPA, waarbij dan tevens distels worden bestreden. Indien een bodemherbicide is toegepast zal toch in veel gevallen nog een keer met mecoprop tegen kleefkruid en ereprijs gespo ten moeten worden. Ook op deze percelen komt echter dit voorjaar nogal veel varkensgras voor. In dergelijke gevallen verdient dan de voorkeur Bensecal of Asepta Ben Cornox. doordat ze o.a. dicamba bevatten. Ook daar waar geen bodem herbicide is toegepast kan het nodig zijn één van beide middelen in te zetten. Toevoeging aan deze middelen met een kleine dosering mecoprop verbetert dan de werking op kleefkruid. Bensecal en Ben Cornox zijn ook de aangewezen middelen tegen het hier en daar lastige wortelonkruid veenwortel. Ook deze middelen sparen niet de klaver, wel de grassen. Basagran pur spaart wel niet te kleine klavers maar doodt voornamelijk kamille, waardoor een toevoeging van mecoprop wenselijk is en dan ook weer te gevaarlijk is. De meeste midde len mogen ook weer niet te laat worden toegepast omdat anders de opbrengst eronder gaat lijden. Een gewaslengte van 25 cm is zeker het uiterste. Zomergranen Kans op groeiremming - geen sterker middel te gebruiken dan strikt noodzakelijk is (mengsels zijn als regel veiliger!); - niet te proberen ook het laatste onkruidje weg te spuiten als dat zou noodzaken tot een keer extra spuiten of het gebruik van een sterker middel; - niet meer middel te gebruiken dan noodzakelijk is, maar ook verder zich strikt te houden aan de gebruiksaanwijzing; - er rekening mee te houden dat nachtvorst - zowel kort vóór als na de behandeling - de gevoeligheid van het gewas ver hoogt en in zo'n geval of niet te spuiten of de hoeveelheid middel te verlagen. Het onkruid is dan namelijk ook meestal gevoeliger. Waarop dient men dan te letten? 'e lengte van het gewas moet 12-20 cm zijn voor de meeste nu nog te spuiten middelen. MCPA zonder bij mengsels gericht tegen distels moet later worden gespoten; namelijk als de distels tegen de bloei zijn (gewaslengte 30-50 cm). De soorten onkruiden en het ontwikkelingsstadium ervan zijn belangrijk en bepalen welke groeistof of kombinatie van middelen er gebruikt dient te worden. De meeste onkruiden zijn tegen en tijdens de bloei het meest gevoelig. Klein hoefblad moet een gemiddelde bladdoorsnee hebben van 8 cm. Een wat grote druppel geeft meestal het beste resultaat en geeft minder kans op drift. Behalve granen zijn vrijwel alle andere gewassen, bomen en struiken gevoelig voor groei stoffen. Dus oppassen. - - Zogenaamd "groeizaam weer" is het beste weertype. Niet op een te nat gewas spuiten. Ook moet het na de bespuiting enkele uren droog blijven. - Soms kan toevoeging van een kontaktherbicide als ioxynil, Basagran, Faneron of dinoterb wenselijk zijn. Hiervan zijn fabrieksmatige middelen in de handel. Zie "Handleiding 1978" en P.D.-berichten. - CCC kan eventueel nog met MCPA en mecoprop (MCPP) gemengd worden. - Bij de keuze van de middelen zal met veel faktoren rekening moeten worden gehouden zoals; de stand van het gewas, de soort graan, wel of geen ondervrucht, gras of klaver als in gezaaide groenbemester en de soorten onkruid. Welke middelen in wintergranen? D aar waar geen bodemherbiciden werden toegepast komt een groot scala van onkruiden voor; o.a. ook kamille en muur. Met Basagran P en Faneron MCPP zijn deze twee onkruiden en ook kleefkruid en ereprijs goed te onderdrukken. Waar ook varkensgras voorkomt, verdient Faneron -I- MCPP de voorkeur. Bij afwezigheid van kamille kan ook gewerkt worden met alleen mecoprop of Certrol Combin. Certrol Combin neemt ook klein hoefblad goed mee, maar moet wel gespoten worden bij helder zonnig weer met min. 15 graden C. Al deze middelen doden echter ingezaaide klavers: gras wordt wel gespaard, mits niet wordt gespoten vlak rond de opkomst ervan. Een aparte be- Planteziektekundige Dienst, en de Konsulentschappen voor Plantenziekten en Onkruidbestrijding te Wageningen stellen jaarlijks vele z.g. "Berichten" samen, waarin advies wordt ge geven over o.a. chemische hulpmiddelen bij de teelt van vrijwel alle gewassen. Wanneer U echt bij wilt zijn op het gebied van de chemische gewasbescherming dan is een abonnement onmis baar. U kunt zich als abonnee opgeven door een briefkaart te sturen naar de Plantenziektckundige Dienst, Geertjesweg 15, te Wageningen, met vermelding abonnement Groene Berichten, waarna U geregeld op de hoogte wordt gehouden. eel percelen komen nu nog in aanmerking voor kontaktbe- strijdingsmiddelen zoals DNOC, Herbogil, ioxynil, Basagran of Faneron. De meeste onkruiden worden dan bestreden. Worden de on kruiden wat groter dan is het beter met een kombinatie van een kontaktmiddel en een groeistof te spuiten. Bij klein hoefblad past in zomergraan geen 2,4-D. De voorkeur gaat dan uit naar Certrol Combin of MCPA/mecoprop. Ook hier is weer bij aanwezigheid van veelknopigen als varkensgras en veenwortel, een dicamba-bevattend middel (Bensecal of Ben Cornox) op zijn plaats. Een groenbemester als ondervrucht zal in zomer granen altijd raaigras zijn. Alle genoemde middelen kunnen dan worden gebruikt zonder schade van betekenis. t v i/ In 't kort Voor de wintergranen is het nu zeker de tijd aanwe zige onkruiden te bestrijden. Met de huidige middelen is vrijwel elk onkruidassortiment te bestrijden. Bij een onderteelt van klaver zijn de mogelijkheden echter zeer gering. Bij de zomergranen is er minder haast. Zoals reeds eerder is medegedeeld, organiseert het Z.A.J.K. samen met de R.A.K.'s en het Konsulentschap voor de Akkerbouw en de Rundveehouderij te Goes, een wedstrijd "Teelt van groenbemesters". Bij deze wedstrijd gaat het erom, wie naar het oordeel van een in te stellen jury er het best irr is geslaagd een goed groenbemestingsgewas te telen. Om praktische redenen kan alleen worden deelgenomen met een perceel gras of klaver, ingezaaid onder dekvrucht wintertarwe. Dit is niet gedaan, omdat andere vormen van groenbemesting niet belangrijk zouden zijn, maar om het werk van de jury bij de beoordeling en de onderlinge vergelijkbaarheid te vereenvoudigen. Het is de bedoeling om in de loop van de zomer en het najaar de percelen die meedoen een waardering te ge ven. Voor degenen die de meeste punten behalen, zijn leuke prijzen beschikbaar. Deze wedstrijd wordt georganiseerd door de jongeren organisaties in Zeeland, maar iedereen dus ook ouderen en niet-leden van deze organisaties kunnen eraan mee doen. We hopen dat uit alle gebieden van Zeeland een groot aantal opgaven binnenkomt, zodat het mogelijk is om zowel regionaal als provinciaal prijzen te kunnen ui treiken. Het is dit voorjaar moeilijk geweest met het vaststellen van de uiteindelijke situatie van de wintertarwe en met de mogelijkheden van inzaaien van de groenbemesters. Daarom hebben velen wellicht nog gewacht om zich op te geven. Degenen die zich nog niet hebben aangemeld voor deelname aan deze wedstrijd, kunnen dit nog doen tot 25 mei a.s. Aanmelding kan geschieden, liefst schriftelijk, bij het C.A.R., Westsingel 58, 4461 DM Goes, telefoon 01100 - 16440 of bij het sekretariaat van de Z.A.J.K., Grote Markt 28, 4461 AJ Goes, telefoon 01100 - 21010, toestel 54. Hier na wordt U een uitgebreide dokumentatie toege stuurd met een aanmeldings- en informatieformu lier. Het onderzoekprogramma van een proefboerderij is van voort durende veranderingen onderhevig. Onderzoekingen worden afgesloten en maken plaats voor nieuwe onderwerpen. Op deze wijze wordt met de beschikbare middelen getracht de praktijk vraagstukken zo snel mogelijk aan te pakken. Het onderzoekprogramma van een proefboerderij dient dan ook een afspiegeling te zijn van dat wat in de praktijk leeft. Op één van de nieuwe proeven wordt op "Rusthoeve" een poging gedaan om het profiel van de grond beter bewortelbaar te maken. Vooral de laag onder de bouwvoor van zo'n 25 tot 80 cm diepte, zou heel wat beter doorworteld kunnen worden. Slagen we er in dit te bereiken, dan betekent dit een betere vochtvoorziening van de plant, hetgeen een regelmatiger en betere groei tot gevolg kan hebben. De produktiviteit kan direkt vergroot worden maar ook indirekt door bijvoorbeeld een ho gere afleverbare opbrengst als gevolg van een regelmatiger groei van de aardappelen. Van betekenis is dit onderzoek vooral voor het grote gebied als het Zuidwesten waar reserves aan zoetwater schaars zijn en waar de mogelijkheden van beregenen of infiltratie tot de uitzonde ringen behoren. Getracht wordt deze betere bewortelbaarheid te bereiken door het profiel tot 80 cm intensief los te maken. Hiervoor zijn in de herfst van 1978 enkele machines ingezet. Een scherpe woeler heeft tot op deze diepte de grond losge maakt zonder de profielopbouw te verstoren. Anders was het met de mengfrees die de grond door elkaar vermengde, hoewel de bouwvoor voor een groot deel boven in het profiel is gebleven. Daarnaast werd gemengfreesd eveneens tot 80 cm diepte, nadat eerst de bouwvoor was verwijderd. Daarna is de bouwvoor op de gefreesde grond teruggezet. Op een ander deel van de proef werd enkel de ploegzool tot 40 cm diepte met een woeler gebroken. Al deze bewerkingen zijn on der gunstige omstandigheden uitgevoerd. De proef heeft een vaste vruchtopvolging: aardappelen, win tertarwe, suikerbieten en zomergerst. Deze vier gewassen ko men elk jaar op de proef voor. Om het effekt van de verschil lende bemestingstoestanden uit te schakelen, wordt elk gewas bij enkele stikstofhoeveelheden vergeleken. Verder wordt er een ruime bemesting gegeven met fosfaat en kali. Het ligt in de bedoeling deze proef een reeks van jaren voort te zetten. Naast de groei van de gewassen krijgt de bewortelings- diepte en bewortelingsintensiteit de nodige aandacht. In de bodem wordt de invloed en de duur van de losmakende werking nagegaan, terwijl de vroegheid van bewerking in het voorjaar en de berijdbaarheid van de grond vastgelegd worden. Hiervoor leveren verschillende instituten hun bijdrage. G.J. Bom. Op uitnodiging van het ministerie van landbouw is 25 april j.l. een Chinese delegatie van technische tuinbouwdeskundigen in ons land aangekomen. Het is de eerste van enkele groepen deskundigen die naar ons land zullen komen als uitvloeisel van de Nederlandse agrarische missie, die vorig najaar, onder leiding van de direkteur-generaal voor Landbouw en Voedselvoorziening, ir. A. de Zeeuw, een bezoek heeft gebracht aan China. De delegatie zal tijdens haar verblijf, dat tot 16 mei duurt, een aantal veilingen, onderzoekinstellingen en enkele bedrijven be zoeken. 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 15