KNLC KOMMENTAAR D aarom acht ik het niet juist dal sommigen van fiskale zijde menen dat overdracht tegen agrarische waarde een onzakelijke overdracht is, die tot stand komt uitsluitend door de familieverhouding. Mijn stelling is echter dat deze waarde de landbouw beter dient dan de waarde in het eko nomische verkeer. Deze laatste waarde (zeg maar de "vrije prijs") kan geen voortzetting van de landbouw als bedrijf op het oog hebben, omdat een rendabele exploitatie ten ene male ontbreekt. Daarom zal bij het veelvuldig handelen tegen deze waarde de zelfstandige landbouw verdwijnen, waarbij dan de grond niet meer wordt gebruikt als produk- tiemiddel om gewassen te telen, doch veeleer als spekulatie en/of beleggingsobjekt. De landbouw als bedrijfstak speelt dan geen rol meer of slechts nog een ondergeschikte rol. Tweede fase herziening van kinderbijslag/kinderaftrek Graanverspilling in Ghana Voorkeursrecht «tTt Belastingen Voorstellen I n grote lijnen komt onze gedachtengang op de volgende vijf gewenste maatregelen neer. Een reserveringsmogelijkheid voor de zelfstandige met name gericht op de continuïteit van het bedrijf. Gedacht zou kunnen worden aan een winst (inkom- sten)aftrek in relatie tot het in het bedrijf geïnvesteerde vermo gen. Bij een aftrek van 1 a 2 procent van het bedrijfsvermogen zou hiermee een aanzienlijke lastenverlichting gerealiseerd kunnen worden. Vooruitlopend op een dergelijke regeling zou de zelf standigenaftrek op korte termijn tenminste verdubbeld dienen te worden. Het vrijgestelde bedrag van het bedrijfsvermogen waar over geen vermogensbelasting betaald behoeft te worden dient zodanig opgetrokken te worden, dat in feite het bedrijfsvermogen ,van de doorsnee boer en tuinder buiten de belastingheffing valt. Er dient een mogelijkheid tot een voortschrijdende, driejaarlijkse middeling te komen in plaats van de huidige middelingsregeling. Het reserveringspercentage van de fiscale oudedagreserve dient op 15 procent gebracht te worden, zodat met name de lagere inkomens van deze regeling beter gebruik kunnen maken. De WIR dient ook van toepassing te worden verklaard voor de overdracht van het bedrijf van vader op zoon. Hoewel al deze vijf zaken elk voor zich van groot belang zijn, zal het er vooral op aan komen om met het oog op de toekomst zo snel mogelijk de reserveringsmogelijkheid eerst genoemde en de toepassing van de WIR voor de jonge agrariër bij bedrijfsoverdracht te verwe zenlijken. gehouden met een bepaalde waarde. Nu is dit in deze wetten steeds met eigen termen, welke in deze wetten, als het goed is, moeten zijn omschreven. Zo dit niet het geval is zal de rechtspraak het waarde-begrip voor deze wetten moeten bepalen. Zo, wordt in de wet Inkomstenbelasting de winst bepaald volgens goed koopmansgebruik, worden de te belasten inkom sten uit arbeid gesteld op de voordelen die worden genoten, terwijl de niet in geld genoten inkomsten in aanmerking worden genomen naar de waarde welke daaraan in het ekonomische verkeer kan worden toegekend. Teneinde U niet met alle waarde-begrippen te vermoeien, volsta ik ermee te vertellen dat voor de suksessiewet de geldswaarde een belangrijke rol speelt. Met name de waarde in het ekonomische verkeer is een belangrijk begrip. Hieronder wordt verstaan de prijs, die bij aanbieding van de zaak ten verkoop op de meest geschikte wijze na de beste voorbereiding door de meestbiedende ge gadigde daarvoor zou zijn besteed. A Idus de Hoge Raad in een arrest uit 1969. Zo te zien kan men de hele zin ook kortweg samenvatten in: "verkoop aan de meest betalende". et name deze stelling komt men nog al eens tegen indien het gaat om overdracht van een bedrijf van ouders op kinderen. De vraag wordt dan steeds gesteld of wel juist wordt gehandeld, indien wordt overgedragen tegen agrari sche waarde. Deze vraag kan zowel van fiskale zijde als van overige familieleden komen. Mijn antwoord daarop is de volgende. Overdracht tegen een waarde hoger dan agrarische waarde kan problemen in de toekomst oproepen en wel uit oogpunt van exploitatiemo gelijkheden. Bij de doorsnee landbouwprijzen is een lonende exploitatie nog juist mogelijk indien is gekocht tegen agra rische waarde. Reken maar na wat U overhoudt van de gewassenopbrengst, na aftrek van alle direkte kosten als ook daarbij een rente van 8% over zeg f 15.000,— per ha moet worden betaald. De winstmogelijkheid is dan beslist erg klein. Deze richting zullen we ons beslist niet moeten laten indu wen. Als landbouw gemeenschap zullen we een stuk zelf discipline moeten opbrengen om de prijzen een halt toe te roepen. Daarbij moeten we ons ook niet van de wijs laten brengen door die verkopingen tegen de zogenaamde "vrije prijzen", daar meer verkopingen/overdrachten plaats vin den tegen normale prijzen. De vrije prijs is daarom geen goede waarde-meter. O ok mag niet worden gesteld dat de zoon-opvolger in h bedrijf wordt bevoordeeld indien hij kan overnemen tegen de agrarische waarde. Als alles goed gaat zal ook hij weer overdoen aan zijn kinderen tegen het zelfde waardesys teem. Op welke wijze is deze zoon dan bevoordeeld? Hij realiseert geen waardestijging en dan is gebeurd wat zijn ouders voor ogen heeft gestaan: het in stand houden van een zelfstandige landbouw. Als we dat met elkaar kunnen be reiken dan hebben aij ook het totale Nederlandse volk een grote dienst bewezen, want de landbouw met zijn grote ex port geeft een enorme positieve bijdrage tot een gezonde betalingsbalans. Laat 'ons dat toch niet vergeten. Veerbeek. Bijdragen per 1 april jl. Binnenkort zal in het Staatsblad een wet worden afgekon digd die de zgn. tweede fase van de herziening van de kinderbijslag en kinderaftrek regelt. De in de wet opgeno men maatregelen zijn getroffen in het kader van het om- buigingsbeleid (Bestek '81). Ze houden het volgende in: - Voor thuiswonende studerende kinderen, die na 1 januari 1979 16 jaar worden, zal de verdubbeling van kinderbijslag niet in gaan bij 16 maar bij 18 jaar. Hetzelfde geldt voor kinderen die het huishouden (mede)-verzorgen. Voor invalide kinderen die thuis wonen komt de mogelijkheid van dubbele kinderbijslag te vervallen. - Voor uitwonende studerende kinderen, die na 1 januari 1979 16 jaar worden, zal het recht op drievoudige kinderbijslag niet meer ontstaan bij 16 maar bij 18 jaar. 4 Voor eerste kinderen in een gezin, geboren na 1 januari 19^9, wordt de kinderbijslag gehalveerd tot deze kinderen de leeftijd van driejaar hebben bereikt. In de eerste fase van de herstrukturering is de kinderaftrek voor de loon- en inkomstenbelasting grotendeels afgeschaft. Voor zover de kinderaftrek nog bestaat (bijv. voor de eerste twee kinderen van zelfstandigen) zullen de maatregelen met betrek king tot de 16- en 17-jarigen en de 0- tot 3-jarigen op overeen komstige wijze van toepassing zijn op de kinderaftrek. De Nederlandse socialist Piet Dankert heeft de Kommissie ge wezen op een bericht in het Britse blad The Guardian, waarin staat dat van de vijfduizend ton graan die in november 1977 in Ghana is gearriveerd, nog altijd een derde gedeelte niet onder de bevolking is verdeeld. Waarom?, wil de heer Dankert weten. Ook vraagt hij of het juist is dat een groot deel van het graan intussen ongeschikt geworden is voor menselijke konsumptie. Is het voorts juist dat veel graan voor menselijke konsumptie verloren ging omdat de genoemde hoeveelheid in bulk, en niet - zoals door de Chanese autoriteiten was verzocht, in zakken aan land werd gebracht? Is het tevens waar, dat de Ghanese autori teiten herhaaldelijk hebben verzocht het graan niet in Terra, maar in Takodari aan land te brengen? Ook vraagt de heer Dankert bijzonderheden over de telegram men en telexberichten die de Ghanese autoriteiten zouden hebben gezonden aan de Europese Kommissie met het doel het graan in zakken in de juiste haven te krijgen. O p 27 maart j.l. wees de Rechtbank te Breda een be langrijk vonnis betreffende het voorkeursrecht van de pachter. Alvorens nader op de zaak in te gaan, geef ik nog een kort overzicht van de belangrijkste bepalingen in de Pachtwet aangaande dit voorkeursrecht. Artikel 56b bepaalt, dat de verpachter die tot vervreemding van het verpachte of een deel daarvan wil overgaan, verplicht is de pachter bij voorkeur tot koop in de gelegenheid te stellen. In dit arti kel wordt onder vervreemding verstaan overdracht van ei gendom of vestiging of overdracht van een zakelijk recht en onder pachter degene wiens pachtovereenkomst voor tenminste de wettelijke duur geldt dan wel is aangegaan voor een kortere duur, doch nadien voor 6 jaren is verlengd en zonodig is goedgekeurd. Van zijn voornemen tot vervreemding geeft de verpachter bij deurwaardersexploot of aangetekende brief aan de pachter kennis; de pachter dient binnen 1 maand na het uitbrengen van dat exploot of na verzending van de aan getekende brief aan de verpachter, eveneens per aangete kende brief of bij deurwaardersexploot, kennis te geven, of hij in principe bereid is eigenaar of zakelijk gerechtigde te worden. Over de prijs zal overeenstemming worden bereikt met dien verstande dat, indien dit niet lukt, de verpachter de Grondkamer kan verzoeken de waarde van het verpachte te taxeren. Indien de verpachter tegen de getaxeerde of een lagere prijs wil verkopen (hij is niet tot verkoop verplicht) en de pachter niet tot koop tegen deze prijs bereid is, heeft eerstgenoemde gedurende een bepaalde termijn het recht de verpachte grond óf in het openbaar te verkopen óf onderhands aan derden te verkopen, in het laatste geval echter voor tenminste de door de Grondkamer vastgestelde prijs. O p het voorkeursrecht van de pachter bestaan uitzonderin gen, ondermeer bij vervreemding aan bepaalde bloed- of aan verwanten van de verpachter, bij boedelscheiding en voorzover en wanneer het verpachte is gelegen in een geldend bestem mingsplan, waarbij daaraan een andere clan een landbouwkun dige bestemming is gegeven, Thans de zaak zelf. De verpachter verkocht grond en droeg deze (voor een aan zienlijke prijs) in eigendom over aan een derde, die de bedoeling had er t.z.t. op te gaan bouwen. De grond had nog een agrarische bestemming. Ook de koper was op de hoogte van de verpach ting; niettemin vond de overdracht plaats zonder dat de pachter in de gelegenheid werd gesteld van zijn voorkeursrecht gebruik te maken. Wel werd de pachter een bedrag in geld aangeboden in ruil voor afstand van zijn voorkeursrecht; de pachter weiger de dit. Tijdens de hierop volgende procedure eiste de pachter primair dat de grond hem alsnog in eigendom zou worden overgedragen en subsidiair, dat hem een schadevergoeding zou worden be taald. Verpachter en koper erkenden weliswaar, dat het voorkeurs recht was gepasseerd, doch waren primair van mening dat de pachter geen schade leed (omdat hij alleen een andere ver pachter kreeg en de situatie naar hun mening overigens onge wijzigd bleef). Subsidiair stelden zij, dat eventuele schade zou worden vergoed op de wijze als bij de Pachtwet bepaald. Is we naar de concurrentiepositie van onze Nederlandse land en tuinbouw binnen de E.G. kijken, is de druk van de collectieve lasten zonder meer één van de nadeligste factoren. Reeds bij betrekkelijk lage inkomens betaalt de zelfstandige agrariër in ons land forse bedragen aan sociale lasten en inkomstenbelasting. In de ons omringende landen dienen vele boeren en tuinders slechts beperkte belastingafdrachten te doen en worden somtijds een niet onbelangrijk deel van de sociale premies door de schatkist opgebracht. Sinds vele jaren ijveren we er als georganiseerde landbouw dan ook voor om de druk van belastingen en sociale premies te verlichten. De zelfstandigenaftrek en de fiscale oude- dagsreservering waren daar enige jaren terug de eerste tastbare resultaten van. Daarna spitste de discussie zich meer en meer toe rondom de zogenaamde "Studie Hofstra", die vooral de relatie belasting en inflatie behandelde. Het lijkt er vandaag de dag op dat vanuit deze hoek overigens weinig perspectief biedende voorstellen meer zijn te verwachten. Uiteraard ook omdat we nu met een heel ander inflatie-tempo dan een paar jaar terug worden geconfronteerd. Ook de regering Van Agt onderkende dit min of meer door in haar regeringsverklaring van begin 1978 aan te geven dat zij met voorstellen zal komen om de belastingheffing beter af te stemmen op de meerdere functies die door het inko men van de zelfstandige worden vervuld. Nu we inmiddels bijna anderhalf jaar verder leven, lijkt de tijd aangebroken on de regering aan deze verklaring te houden. De urgentie is daarbij van dien aard dat we als landbouworganisaties De rechtbank oordeelde echter, dat er in het onderhavige geval sprake was van wanprestatie c.q. onrechtmatige daad van de koper met als gevolg, dat de daaruit voortvloeiende schade diende te worden vergoed. Met de pachter was de Rechtbank van oordeel, dat door het eigenmachtig optreden van verpachter en koper voor deze schadevergoeding als uitgangspunt diende te worden genomen de positie, waarin de pachter zou zijn komen te verkeren als hij vanuit zijn pachtpositie had kunnen kopen en veroordeelde zij de koper de grond aan de pachter de verkopen en in eigendom over te dragen tegen de door de Grondkamer vast te stellen prijs. Weliswaar komt, aldus de Rechtbank, de pachter daardoor in een betere positie te verkeren dan de Pachtwet aan de pachter heeft willen toekennen en krijgt hij met name aldus mede een vermogensvoordeel toebedeeld, dat naar de bedoeling van de Pachtwet zou toekomen aan de verpachter, doch dit is het gevolg van het onrechtmatig handelen van ver pachter en koper en komt voor hun risiko. Het is duidelijk, dat de uitspraak van de Rechtbank zeer be langrijk is. Hij is overigens m.m. gelijk aan het vonnis van de Rechtbank te Utrecht in een vergelijkbaar geval van 14 juli 1976; ook in dat geval werd de koper veroordeeld de grond aan de pachter tegen grondkamerprijs te verkopen. Mr. H. van Es. niet langer willen wachten op voorstellen vanuit de regering, maar zelf ook met concrete ideeën op tafel zullen komen. Wij beseffen dat dit vrij ingrijpende zaken zijn, zeker in een tijd waarin de overheid erg krap bij kas zit. Toch zijn dit punten die uiteindelijk tot wezenlijke verbetering van onze positie op fiscaal gebied zullen moeten leiden. Daarom zullen we van deze punten in de komende tijd een belangrijk actiepunt moeten maken. LUTEIJN

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 3