n et is weer al Palmzondag geweest en nog steeds is er niets in
het land gedaan. Vroeger werd direkt na Nieuwjaar al begonnen
met kunstmeststrooien en dan lag rond begin maart de kali, de
super en de stikstof op het land en kon de chemische werking op
tijd aan de gang. De aankoop van kunstmest is niet bedoeld om
in de schuur te blijven liggen, maar moet wel op tijd over het
land gestrooid worden. Na de strenge winter en de natte periode
nadien is het echter bij plannen gebleven en zitten we nog te
wachten op beter voorjaarsweer. De maanstand is nu eerste
kwartier en dus geloven we, dat we op een keerpunt zijn aan
geland. Weer is gebleken, dat de landbouw van nu veel kwets
baarder is geworden dan vroeger. Bij slechts een beetje regenval
liggen we vooral op de zware grond chemisch en mechanisch
plat en moeten we wachten op betere omstandigheden. We
worden nogal eens getroost, dat dit en dat maar eens op de
zoveel jaren voorkomt, maat het is iedere keer weer wat anders
wat onze weg kruist. Het aantal werkbare dagen i$ dus betrek
kelijk gering en daarom rijst de vraag of hierin verbetering is aan
te brengen. De zelfrijdende aardappel- en bietenrooimachines
zijn al een groot pluspunt t.o.v. de getrokken iboimachines. In
Frankrijk hebben we pas ontdekt, dat het gebruik van heel
brede luchtbanden meer mogelijkheden biedt en zo zullen er
nog wel meer oplossingen te vinden zijn. Bekend is, dat een te
lichte trekker welke overbelast is, struktuurbederf in de hand
werkt en dat zien we nogal eens gebeuren bij het machinaal
aardappels poten. Juist bij deze teelt is dat natuurlijk uit de boze.
N,
H,
N u zijn we blij met een paar droge dagen en over enkele
weken verlangen we misschien wel weer naar een fikse regenbui
om de zoutschade te miniseren in bieten, maanzaad en andere
fijnzadige gewassen. Zoutschade ontstaat door een teveel aan
chemicaliën van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen. Bij
aanhoudende droogte wordt de zoute oplossing in de toplaag
van de grond te gekoncentreerd met als gevolg, dat de kiem-
planten dit niet meer kunnen verdragen en doodgaan. Dit kun
nen we voorkomen door bij het zaaien slechts een klein gedeelte
van de kunstmestgift te geven en later in de maand mei de rest
pas als overbemesting. Dit is de meest veilige manier van han
delen. In zo'n apart voorjaar is het vooral wikken en wegen en
daarbij speelt de ervaring een zeer belangrijke rol.
Extra spanning tijdens de
inspanning
Over 8 weken al weer
tarwearen!
Voorzichtig omgaan met de grond
I©
De financiële start met pootgoed
'79
Ook in Het Land van Hulst staat alles extra gespannen. Vooral
nu het weer zieh een beetje gaat gedragen. Hopelijk houdt het
weer zich ook nog goed bij het ter perse gaan van dit nummer.
Misschien hebt U geen tijd om dit te lezen, dan wordt in ieder
geval het hoog nodige gedaan. De spanning om de lage prijzen
zal voor iedereen wel blijven, want daar wordt nog weinig aan
gedaan.
Voor de tarwe is het hoog nodig dat het zijn bemesting krijgt.
Ook de kali en de fosfaat moeten, voor zover nog niet gestrooid,
toch wel gegeven worden. In het land van Hulst zijn nog veel
boeren, die alles enkelvoudig strooien, en die nog bijna niets
gestrooid hebben. Zoutschade zal zich dan ook hier en daar
voordoen. Velen zullen daarom de eerste keer minder stikstof
geven.
De struktuur van de grond is behoorlijk achteruit gegaan. Het is
op het moment nog behoorlijk nat. Ongetwijfeld zal er op veel
percelen te vroeg gewerkt worden, zodat de struktuur nog verder
achteruit gaat. Wanneer is het droog genoeg? De grens zal dit
jaar wel lager zijn dan anders. Enkele boeren gaan, door het late
voorjaar, geen temik en soms geen bodemherbicide gebruiken,
omdat volgens hen de gewassen vlugger bovenstaan en sneller
zullen groeien. De weerstand tegen de belagers is groter en ook
de onkruiden zullen ze overgroeien!
Voor het vlas en zomergraan is het nu wel erg laat geworden om
nog te zaaien. Voor de blauwmanen geldt hetzelfde, maar die
worden hier waarschijnlijk niet gezaaid. De uien zijn ook te laat,
dit kan echter gunstig zijn. De opbrengsten zullen bij iedereen
lager zijn, zodat de prijs dit hopelijk goed maakt. Slechter dan
nu kan het bijna niet.
Slechter kan het wel met ons inkomen. Het zal nog een lang
gevecht worden om dit op een redelijk peil te brengen. De
jongeren'hebben het "wapen" uit 1974 weer opgepakt. Onze
organisaties doen nog niets meer, dan het goedkeuren. Dit is
echter al meer dan in 1974, toen men het afkeurde. Doch het later
na gingen doen en er zelfs een beetje over gingen opscheppen.
Toch zal men, om gehoor te vinden voor onze vele redelijke
wensen, ook de vrienden in Den Haag moeien aanspreken, die via
of uit de Landbouw daar gekomen zijn. Of kennen die ons niet
meer? Ook de ZLM zal zich moeten laten horen aan de mensen.
Een goed bestuur weet toch wat er onder zijn leden leeft?
Het gaat er nu echt naar uitzien dat het een laat voorjaar zal zijn.
Niet alleen wat de klimatologische omstandigheden betreft en
<le ontwikkelingen in de natuur, maar ook het tijdstip van inzaai
voor de zomergewassen. Op Walcheren zijn er per 9 april nog
weinig veldwerkzaamheden verricht. De regen kwam zodanig
verdeeld, dat juist wanneer het voldoende droog leek er weer
een bui volgde. We noteerden in maart totaal 107 mm neerslag
voor onze omgeving. Een dergelijke hoeveelheid hebben we in
deze maand, sinds 20 jaar dat we deze gegevens noteren, niet
waargenomen. Gemiddeld bedraagt de neerslag in maart 43
mm. Nu dus 2Vi x zoveel plus in april ook weer 23 mm.
Wanneer de grond nu goed bewerkbaar is zal er een drukke tijd
aanbreken. Vrijwel voor alle gewassen kan dan gezaaid en ge
poot worden. Met het huidige beschikbare materiaal kan er in
korte tijd veel werk verzet worden. Hopelijk brengt de late zaai
ook weer zijn mogelijke voordelen mee door o.a. een snelle
opkomst en daardoor wat minder narigheid van vreterij en trage
opkomst. De weersomstandigheden hebben we niet in de hand.
Hierop kunnen we geen invloed uitoefenen. Wat we wel in de
hand hebben is, dat we er naar streven de juiste teeltmaatregelen
toe te passen onder de nu gegeven omstandigheden. Ook in een
laat voorjaar zijn nog goede resultaten mogelijk. De praktijk
heeft dat bewezen. Op één van onze kalenders troffen we de
volgende spreuk aan: "De tijd is een grote meester, hij brengt
veel in orde". De wintertarwe begint nu wat meer kleur te krij
gen, maar de groei moet nog beginnen. Wanneer je je realiseert
dat dit gewas over 7 a 8 weken in de aar moet zijn, dan zou je
haast denken dat er een wonder moet gebeuren. Wij als prakti
sche mensen weten gewoon dat dit gebeurd, maar in feite is het
ook een heel groot wonder de groei en ontwikkeling van de
gewassen in enkele maanden tijds. Meestal staan we er niet bij
stil, alleen wanneer je nu een tarweveld wat grondiger bekijkt,
realiseer je je nu pas, welke ontwikkeling de soms nog miezerige
tarweplantjes nog voor de boeg hebben. Ook de zogenaamde
nietgrondgebonden agrarische bedrijfstak, namelijk de var
kenshouderij krijgt in ons gebied een belangrijke uitbreiding.
Aan de Heerenweg te Aagtekerke zal een nieuwe slachtvar-
kensstal in gebruik worden genomen. Op woensdag 18 april a.s.
is er de officiële opening door Ir. M. Sanders, H.I.D. van de
Prov. Direktie voor de Bedrijfsontwikkeling in Zeeland. De stal
heeft een kapaciteit van 1200 dieren, namelijlc 8 afdelingen elk
voor 100 slachtvarkens en een opvangruimte voor 2 x 200 big
gen. Tot 16.00 uur houdt de firma in samenwerking met de
veevoederleveranciers en een vee- en vleeskoöperatie open dag.
Ieder is dus in de gelegenheid de nieuwe aanwinst te bezichti
gen. Vanaf deze plaats de beste wensen voor de toekomst.
Het lijkt langzaam maar zeker wat beterd met het weer te
worden ook in Z.-Beveland. Het gaat wel tijd worden. Maar wat
zullen we voorzichtig moeten zijn met de grondbewerking. Hier
en daar zal het een opgave zijn om zo lang te wachten tot de
grond werkelijk voldoende droog zal zijn. In het vroege voorjaar
wordt een slechte struktuur nog wel goed gemaakt door de
natuur, later in het seizoen mogen we niet veel verknoeien,
herstel door de natuur is er dan lang niet altijd meer bij. Boven
op "grijst" het wat op, onderin is de grond nog behoorlijk nat.
Alle werkzaamheden kunnen en zullen nu wel allemaal gelijk
tijdig en door elkaar uitgevoerd moeten worden: als kunstmest
strooien op tarwe en voor de andere gewassen; het zaaien van
zomergranen, erwten, vlas, suikerbieten en uien; chemische
onkruidbestrijding uitvoeren in tarwe en na het zaaien van de
suikerbieten en de uien; het zaaien van groenbemesters en dan
nog het aardappelen poten.
Wanneer grote hoeveelheden kunstmest gestrooid moeten wor
den kan het gewenst zijn dit in twee keer te doen. Voor de
wintertarwe is het nu gewenst om de N snel te geven. Door de
vele neerslag is de hoeveelheid N in de grond, maar vooral in de
bouwvoorlaag zeer beperkt. De begin- maar vooral de worte
lontwikkeling moet snel op gang worden gebracht. Mede door
het late seizoen is men er op enkele bedrijven toe overgegaan de
kunstmest met het vliegtuig te laten strooien.
Algemeen krijgt men te horen dat men de bieten steeds wijder in
de rij gaat zaaien. Oppassen daarmee is, vooral op percelen waar
de struktuur minder goed is, toch wel gewenst. Voldoende diep
zaaien zal dan ook gewoon noodzakelijk zijn. Denk er om dat
een goede opbrengst toch sterk afhankelijk is van een voldoend
plantenaantal. De laatste jaren is het gebruik van Almik wat
afgenomen, en eigenlijk niet geheel ten onrechte. Op dit mo
ment hebben we te maken met een uiterst geringe luisbezetting
op de wintertarwezaadplanten. Toch zal "gerekend" moeten
worden of we wel Almik moeten gebruiken of dat we pas als het
nodig zou zijn om luizen te bestrijden dit met goedkopere mid
delen zullen doen.
Van teler tot teler blijken er grote verschillen te zijn geweest bij
de aankoopprijzen van het pootgoed. De één heeft voor de
aankoop van het pootgoed 35/45 mm voor 1 ha 850,— a
1000,— moeten besteden, zijn kollega soms tot bijna het
dubbele. Dit verschil maakt toch al zo'n 2 a 2,5 cent per kg in het
eindprodukt uit. Het pootgoed van deze maat blijkt vrij grof te
zijn, vooraf tellen van het aantal knollen per baaltje is gewenst
om verrassingen te voorkomen. Koop zonodig bij of pas even
tueel de afstand in de rij wat aan. Pas bij de grondbewerking op,
om niet dieper te gaan dan de grond werkelijk geschikt is. Niet
knoeien in ongeschikte, natte en te kleffe grond. Kluiten die U
nu maakt, vindt U bij het rooien, terug. De ontwikkeling van ons
grasland is nog maar goed en wel begonnen, de voorraad aan
weidegras is nog van geen betekenis. Op dit moment ziet het er
nog niet naar uit dat het vee spoedig in het grasland gebracht
kan worden. Meer warmte zou het kunnen bespoedigen.
a de vorst hebben we gejuicht, dat de wintertarwe niet
doodgevroren was. Overzaaien zou nu te laat zijn, maar het is
ook een te kostbare zaak en dan zou er geen winst meer te
behalen zijn. Bij kontrole van de tarwepercelen zien we nu toch
grote verschillen in de ontwikkeling van het gewas. Deze zijn toe
te schrijven aan het ras, aan de voorvrucht, aan het tijdstip van
zaaien en aan de ligging van het zaailand. Een grof zaaibed is
een gezond zaaibed en daar staat de tarwe ook goed. Op de fijne
plaatsen is de grond totaal verslempt en daar is het plantenaan
tal veel geringer. Mede door zuurstofgebrek en erge koude zijn
daar meerdere planten weggevallen en dus moeten we maar
hopen, dat het uitstoelingsproces hier weer de nodige korrekties
kan toepassen. Onkruid is er al in de tarwe, maar toch is er nog
niet veel, dus hebben we de indruk, dat de in het najaar toege-
De hoop in de Westhoek hebben we nog niet opgegeven. Nu het
zo laat gaat worden, ga je wel eens vergelijken met andere lentes.
Voor de aardigheid hebben we eens uitgerekend welke datum
gedurende de laatste 21 jaar als gemiddelde datum van de eerste
inzaai kan worden aangemerkt. We kwamen uit op 20 maart. De
uitersten waren 1976 met 27 februari en 1966 met als beginda
tum 1 mei, 1970 was ook niet vroeg evenals 1975. Die data waren
voor die jaren 17 april en 23 april. Van 1975 moeten we echter
wel zeggen, dat er toen eind februari ook wel is gezaaid, 't Is niet
anders we moeten het accepteren en we hopen nu maar, dat de
omstandigheden echt ten gunste gaan veranderen. Zolang we
niet op de akker terecht kunnen zoeken we nog andere werk
zaamheden uit de hoek 't Pootgoed is op de meeste bedrijven
intussen gearriveerd. Wat een verschil met de bewaring van
vroeger. De prijzen zijn de laatste weken flink door elkaar ge
schud. Je weet het maar nooit op de boerderij. Zo denk je een
produkt is waardeloos en zo wordt er weer veel geld voor gege
ven. 't Hangt er dan maar af aan welke kantje zit. In etappen
kopen en verkopen is nog niet de slechtste methode!
Intussen weten we ook meer van de resultaten van de suiker-
oogst 1978. De eerste indruk is, dat het uiteindelijk toch niet al
teveel tegen zal vallen. We komen er redelijk goed uit. Intussen
weten we waar we in 1979 aan toe zijn. Het kontingent is vast
gesteld. Ook zij die in'beroep zijn gegaan weten de hoeveelheid,
die in '79 zal gelden. Terwijl de boer op een echt voorjaar zit te
wachten is het op onze aardbol ook nog verre van lente alom
narigheid en vervelende dingen. Wij zouden het allemaal zo
graag anders willen, maar 't zit er echt nog niet in. Een wereld
die in vrede kan verkeren schijnt vooralsnog eert vrome wens te
blijven.
- -V'*:
v v:: -/> <^„1
lilijjH
"Xzj
paste bodemherbicide in dit vroege voorjaar nog erg aktief is
geweest.
et onkruid wat er nu staat is hoofdzakelijk muur en kleef
kruid en een begin van varkensgras en zwaluwtong. Dit zijn de
lastige onkruiden voor het volgende jaar in de hakvruchten. Het
laatste onkruidje is echter het duurste voor de boer en daarom is
het van belang om de tarwepercelen goed in de gaten te houden,
want de wat schriele tarweplanten lopen risiko's bij een te
vroege toepassing van bepaalde herbiciden.
Zowel in partijen pootgoed als in partijen konsumptie aardap
pelen ontdekken we knollen welke door fusarium-schimmels
zijn aangetast. Volkomen gave knollen worden niet gemakkelijk
aangetast door deze schimmels. Door meerdere oorzaken moe
ten de knollen eerst in een konditie komen, waardoor de aan
tasting door fusarium vergemakkelijkt wordt. Veelal komt het
voor na broei en na verwonding van de knollen. Voorzichtig
sorteren en koel bewaren is daarom van veel belang. Fusarium
gaat niet met het pootgoed over, maar wel rotten de aangetaste
knollen geheel weg en daardoor kunnen vele open plaatsen
ontstaan.
"PASEN 1979"
N u is op aard geen goede daad
meer tevergeefs gedaan,
want wat gij goed doet is als zaad,
dat heerlijk op zal gaan.
5