Met pasen werden vroeger paasossen gekeurd I N de Middeleeuwen waren vrijwel alle ambachtslieden ver enigd in gilden. Ook de beenhouwers of slagers. Zij vormden machtige verenigingen die soms een deel van het stadhuis in bezit hadden, zoals in Middelburg. Daar hadden zij hun vlees hal ingericht, waar uiteindelijk vlees verkocht werd. Maar iedere slager trachtte zijn vakgenoten de loef af te steken. Men trachtte daarom, een zeer zwaar rund aan te kopen. Het dier werd plechtig door de straten rondgeleid, behangen met kransen en de muziek ging voorop. Jacob Cats zong er uit volle borst van: T D, Wedstrijd voor zwaargewichten Vervolg van pag. 5 Een vriendin ouwc Bever, antwoord ik, hij is een vrouwtje. - Weet ik ook, bast De Bever, en ik haal ze er doorheen, dat weet ik ook; daar speel je binnenkort mee in het gras, wedden? - Bedenk vast maar een naam, zegt hij zachter, als hij ziet dat Blackie. die eerder al wat gedronken heeft, slaperig wordt; De Bever hééft van die snel werkende verdovende druppels, die aan het water een smaakje geven, dat een-hond heerlijk vindt. - Dan. hondedokter, zeg ik, dan zal ik ze geen Black Saturday noemen, maar Sweet Satur day, goede, stille, liefelijke zaterdag van Pasen, wat denk je? Mild en rustig knikt dokter De Bever, de woorden proevend in de mond. - Sweet Saturday!, net iets vooreen raar stuk journalist als jij bent. Maar hij grinnikt instemmend, met al de warmte van zijn braaf vriendenhart. - En probeer dan straks niet, die mis dadiger van Stalhille te pakken te krijgen, met de politie of zo. Dan wreekt hij zich later op een ander dier. en veel erger dan hij zich probeerde te wreken op het verzet van dit dier tegen "de kettingdood" en tegen roest-prikkel-draad. Ouwe De Bever blijft bij mij. Bij ons. bedoel ik. Gelukkig heb ik échte cognac, zacht en geurig. Wij drinken uit grote bolle glazen elkaar toe. en nogeens... als wij zien dat Sweet Saturday zoiets als een merkwaardig-rustige hondendroom heeft, zij schudt wel zachtjes de gewonde kop. maar zij krabt "vriendelijk" voor zichtigjes over het stuk dik tapijt waarop zij ligt. hijgt en dan rustiger ademt tot zij slaapt. De Bever neemt het cognacglas weer op. kijkt door de drank heen naar het lamplicht, zegt: - Zal je eens zien wat voor een heerlijke wilde düvel van een honde wijfje je straks hebt aan "Sweet". Sweet! Man. ik begin te gelo ven dat jullie krantennieuws-mensekinders, toch niet zo gek zijn als ik dacht. Vroèger. Als ik dokter De Bever uitlaat, na een laatste ander medika- mentje. gepenseeld op een paar van de gemeenste wonden, is het helemaal stil geworden buiten, in de geurige avond die doet denken aan de reuk van frisse lavendel en zoete thijm. - Tot morgen, zegt hij. ik kom vroeg. Blijf nog wat bij haar. als ze wakker is moet je er zijn. Langzaam-aan vriendschap sluiten, weet-je, en als ze een plas maakt op je "Perzisch tapijt", dan zeg je niéts: overmorgen kan je ze al eens buiten laten. Ik geloof dat het zelfs binnen geurt naar de blijdschap van Pasen. Er is een verre, vage melodie op de achtergrond, ik meen dat het iets is uit mijn kinderjaren, want ik zie de eerste koe koeksblommen in een lage. zonnige wei die niets anders kan zijn dan de Kloosterweide waar wij speelden toen alleen de oude foks van mijn grootvader mijn "vriend-hond" was. Ik schuif een zeteltje wat dichter bij Sweet, zij is wakker, nog wat verdoofd, maar zij is toch niet meer zo gekweld-armzalig als uren geleden. Ik ben er al dankbaar voor. Die avond heb ik geleerd, dat er een dankbaarheid is, die zo groot kan zijn, dat zij eerbied is. Wat zou het anders kunnen zijn dan eerbied voor de eerste tekens van genezing van zo'n brave jonge hond. in het soulaas van de lichte verbetering. Ik neem een dikke, niet gewonde poot van Sweet in mijn hand. Zij heeft een aandachtige blik al kijkt zij nog wat troebel. Ik geloof dat zij zich veilig begint te voelen. Straks, denk ik. straks zal ik het Verhaal van de Opstanding lezen, in deze vreemde, licht-gonzende zoete stilte. Opgetild voel ik mij. door de heerlijkheid van het weten, dat ik zoveel heb om dankbaar voor te zijn. Het is goed, zelfs een schamel dier wat deelachtig te kunnen doen zijn aan het geluk van de mens. Het ademen van mijn hoofd wordt langzamer: lichter, tot héél licht. Sweet slaapt - haar beterschap tegemoet. op 5 april. Len week of drie voordien zag ik de lente komen aan de Dyver te Brugge. Het rustige trekpaard, een der laatste van de stad, glansde van gezondheid èn goede verzor ging door zijn oude "baas". (Foto: Em. Buysse). Overlevering 1 OEGEGEVEN, een paasos heeft niets met het Paas feest te maken. Zelfs als men toegeeft dat Paaseieren en Paashazen daar evenmin wat mee van doen hebben, blijft het feit bestaan. Maar vlees was vroeger nog schaarser en duurder dan thans. Een zwaar gemest rund vertegenwoor digde een klein kapitaal voor de zwoegende landman. Vandaar dat er overal paasveetentoonstellingen werden gehouden, reeds vanaf de 17de eeuw. Dan verscheen de burgemeester of een schepen, later een landbouwvoorman. Hij opende de zaak en liet de rest over aan de keurings kommissie. Die deelde een flink aantal prijzen, linten en medailles uit en iedereen kwam de fraaie dieren bekijken. Van Gildos tot Paasos De gild-os gaet daer heen, verciert met rose-kransen. Men hoort den trommel slaen, men siet de kind'ren dansen. Hy schuymheekt in den wijn en pruyst van enkel vet, Maer denkt niet aen de hyl, die voor hem is gewet. Ey siet eens, vrienden, siet! Wat mag 't den gild-os baeten. Dat hy een rosenhoed mag draghen door de straeten? AI wort hy schoon gestreelt, 't is voor een korte wyl: Eylaes! van agter volgt de slager met de byl! Want omdat schietmaskers nog ontbraken werd de os gedood met de bijl. Wij zullen dat voor u niet uit de doeken doen, want fraai was dat niet. Men kan vragen wat wel het zwaarste rund is geweest dat in Nederland ooit geslacht is. Het antwoord luidt: 3.270 pond of 1.635 kg levend gewicht. Men weet dit zo precies, omdat dit een os was die de overgrootvader werd van een be roemde, Noordhollandse stamboekstier. Ook koeien haalden vaak een gewicht van boven de duizend kg. Heel vaak werd zo'n dier door een schilder uitgebeeld. Een sneldichter maakte een toepasselijk vers en vaak kwam ook dat op het schilderij. Deze toegepaste kunst is hier en daar in stedelijke slachthuizen nog wel te bewonderen. Een vaalbonte os, 1.208 pond schoon aan de haak, geslacht in Delft in 1806, gaf aanleiding tot dit kreupelrijm: Ik, os, gevoet hy Jan van Veen (de boer dus) In Delft was ik maar alleen. Mijn wicht was twaalf hondert en agt (nl. ponden) Wie hat dit ooit van mijn gedagt? rouwens, in 1759 was in Delft een roodbonte os van 1.283 pond (schoon) geslacht. Die inspireerde de dichter tot dit fraais: Zie mij, maar ook in mij, een zegen van uw tant, Dat door zijn malsche gras mijn spieren heeft doen groeyen, En ik in groot heit klonk by ossen en by koeyen, Gelyk gy ziet aan my, gemaald (afgebeeld) door schilder- hant. En dat gaat zo nog een vol couplet door. Vele tientallen van zulke Paasosrijmen zijn overgeleverd. De meeste zijn hopeloos verwrongen omdat men daarin persé èn het gewicht van het dier èn de naam van de veehouder of die des slagers in wilde ver werken. Het resultaat was vaak als onderstaand. Het betreft hier een witte os, geslacht in Leiden in 1765: Deez' os, een wonder voor 't gezicht, Ontving in Zeeland 't levenslicht. Vraag iemant: wie was lest zijn voeder? 't Was Peltenburg, en ook zijn broeder Cornelis, d'eerste hier gemeld. Men Pie ter voor de tweede stelt. Hermanus Remmelinks als derden, Wier namen hier vereeuwigd werden. O konspenseel, een goud'kleinood! Zoo leeft dit beest nog lang na zijnen dood GEWICHTEN E deskundige lezer(es) zal opmerken dat gewichten boven de 1.500 kg thans niet meer voorkomen. Men fokt thans niet meer zulke grote runderen want dat is niet voordelig. Maar een fors uitgegroeide stier, die tal van koeien heeft liefgehad (of ze via de kunstmatige inseminatie heeft bediend)en die vetgemest wordt, haalt toch nog vaak de 1.200 kg levend gewicht. Helaas is dan die 2-300 kg die hij zwaarder wordt na zijn pensionering als dekstier enkel los vet... En dat is niet gevraagd. Ook daarom* leest u thans niet meer van extra zware stieren of ossen. De zwaarste runderen ter wereld vindt u in Italië. Het zijn de dieren van het Chianinaras, die een schofthoogte bereiken van ruim 2 meter en die met gemak 17-1800 kg halen. Dat komt doordat dit ras als trekras is gefokt en dan zijn grote hoeveel heden spieren gewenst. Voor een doelmatige en voordelige vleesproduktie zijn ze echter heus niet de beste dieren. 6

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 26