Onkruidbestrijding in maïs voor het Z.W.kleigebied Onkruidbestrijding in grasland H et middel atrazin - onder tal van namen in de handel - is in maïs zeer selektief. Maïs bezit namelijk het vermogen om de atrazin op te nemen en onschadelijk te maken. Dit is ongetwij feld de meest ideale vorm van selektiviteit. W aar dit onkruid de kop opsteekt, dient het grondig aange pakt te worden, voor het werkelijk een probleem wordt. Dit houdt in dat men, ook wanneer er bieten verbouwd worden, op een perceel waarvan men weet dat er hanepoot voorkomt, dit onkruid niet zijn gang moet laten gaan. Bestrijden in bieten met D at zowel haagwinde (grote witte bloemen) als akkerwinde (pispotjes) plaatselijk een plaag begint te worden is niet alleen een probleem bij de maïsteelt. Want vanuit slootkanten dringt winde ook het land op in andere gewassen die dit onkruid een beetje ruimte geven en niet te vergeten in de kale stoppel. Maar die ruimte vindt winde juist vrijwel optimaal bij maïs. Een gewas dat laat de grond bedekt als men tenminste van een grondbe- dekking kan spreken bij maïs. Dit gevoegd bij het feit dat atra zin, net zoals de meeste bodemherbiciden, winde niet bestrijdt maakt dat in een verhaal over de onkruidbestrijding in maïs ook winde genoemd moet worden. N W; M uur groeit en bloeit het gehele jaar door. Dit onkruid kan het gras totaal overwoekeren. De bestrijding kan het gehele jaar door plaatshebben als de temperatuur boven de 5°C is. D e toepassing van Eradicane tegen kweek (8 liter per ha, 10-15 cm inwerken, kosten 250,- aan middel) biedt weinig perspektief voor de Zeeuwse omstandigheden. Blijft alleen nog de mogelijkheid van een keer afbranden met 2 a 3 liter Gra- moxone tussen de rijen. Wanneer de maïs eenmaal 50 cm hoog is, is de voet van de plant weinig gevoelig meer voor dit middel. H et vraagt echter ook dan P. Verhage. .a r. goes A.C.M. Mulders c.a .R. Zevenbergen, spec. Planteziekten en Onkruidbestrijding. O ver het algemeen levert de onkruidbestrijding in maïs in het Zuidwestelijk kleigebied geen grote moeilijkheden op. Toch zijn er wel een paar punten waar men rekening mee dient te houden, zoals: de bezwaren van atrazin; mogelijkheden voor toepassing na opkomst; hanepoot, kweek en windebestrijding. Atrazin - een persistent middel Er kleven echter twee nadelen aan dit middel. Punt één het breekt slechts langzaam af. Nu is die afbraak nog wel van dien aard, dat bij gebruik van de voorgeschreven höeveelheid middel na een jaar zelden schade optreedt. Maar...., als men méér ge bruikt dan voorgeschreven is en/of het volggewas wordt al na een half jaar gezaaid (in oktober - tarwe) dan is de kans op schade wel aanwezig. Vaak valt de groeiremming niet op, omdat een maïsperceel meestal ook in zijn geheel met tarwe wordt ingezaaid. Waar men de kans krijgt een vergelijking te maken tussen wel en niet behandeld met atrazin, komt deze groeirem ming, soms zeer duidelijk, aan het licht. Na twee keer spuiten van atrazin, dus zowel voor als na op komst, loopt men echter een goede kans dat ook bij inzaai in het volgend jaar, in een gewas als bieten nog schade optreedt. En alweer, misschien niet zo opvallend dat het een misgewas wordt maar toch wel zo dat het opbrengst kost. Na twee keer spuiten kan men het beste het jaar daarop weer maïs zaaien. Een tweede bezwaar verbonden aan het regelmatig gebruik van atrazin is de kans op het optreden van hanepoot. Dit onkruid (het wordt ook wel wilde maïs genoemd) is nauw verwant aan de maïs en net zo ongevoelig voor atrazin als de maïs zelf. Komt dit onkruid eenmaal voor en men blijft atrazin gebruiken, dan zal omdat de overige zaadonkruiden wel opgeruimd worden en hanepoot dus de ruimte krijgt, deze plant zich extra kunnen ontwikkelen en flink zaad vormen bovendien. Vandaar het advies om, zeker op de lichtere grond en daar waar men in de loop van de jaren enkele malen kort achter elkaar maïs verbouwd heeft op een zelfde perceel, liever geen atrazin te gebruiken, althans niet elke keer. Gezien ook de vrij late tijd van toepassing in het voorjaar - altijd al een minder aantrekkelijke zaak voor een bodemherbicide - is op zware grond de kans aanwezig dat door droogte atrazin onvoldoende werkt. Men is dan al gauw genegen na opkomst opnieuw een behandeling uit te voeren in kombinatie met een uitvloeier of selektieve olie. Dat juist die twee keer spuiten vaak aanleiding geeft tot overdosering en dus kans op schade in de nateelt is wel duidelijk. In plaats van atrazin kan men als bodemherbicide tot kort voor opkomst Bladex gebruiken. Dit middel heeft een kortere na werking dan atrazin, maar voldoet verder vrij goed. Blijft uiter aard het feit dat het net als atrazin als bodemherbicide een vochtige grond vraagt. Géén bodemherbicide - spuiten na opkomst O p grond waar men met beide, atrazin en Bladex, minder gunstige ervaringen heeft gewoon omdat het voor de werking van de bodemherbiciden vaak aan de droge kant is, kan men ook meteen kiezen voor een behandeling na opkomst. Er zijn dan verschillende mogelijkheden, zoals atrazin met een speciale uitvloeier of selektieve olie. Op maïs met meer dan 6 bladeren geen speciale uitvloeier (meer) gebruiken. Trouwens als men zo lang wacht, zal ook het onkruid vaak te groot zijn voor een goed resultaat. Een tweede mogelijkheid is Basagran (zonder P), een middel dat overal ter wereld en op grote schaal in maïs wordt gebruikt en ook zeer selektief is in dit gewas. Het bestrijdt een breed assor timent onkruiden waaronder met name kamille en perzikkruid. Een bezwaar is dat melganzevoet weinig gevoelig is en dat de werking op varkensgras beslist onvoldoende blijkt. Ook voor Basagran geldt: spuiten als het onkruid nog klein is. Wat de hoeveelheid middel betreft wordt ter bestrijding van kamille en varkensgras aangeraden VA liter Basagran toe te voegen aan de normale dosering atrazin minerale olie. Wanneer voor op komst al een bodemherbicide werd toegepast maar het resultaat daarvan na opkomst niet voldoende blijkt, wordt 3 liter Basa gran geadviseerd bij een ontwikkeling van de maïs tot circa 5 blaadjes. Denk erom, dat dit stadium snel bereikt wordt na de opkomst! Voor de bestrijding van melganzevoet wordt aan de 3 liter Basagran nog 3 liter minerale olie toegevoegd. De kombi natie Basagran olie mag alleen verspoten worden onder dro ge omstandigheden. Het nieuwe middel Bellater wordt eveneens (kort) na opkomst - tot aan het 4-bladstadium - gespoten tegen 3 liter per ha. Het is een mengsel van Bladex en atrazin. Gebruik van deze kombi natie heeft het voordeel dat minder atrazin in de grond gebracht wordt dan bij toepassing van atrazin alleen, terwijl de Bladex een zekere kontaktwerking heeft en beide enige nawerking ge ven. Mocht men voor het verrassende feit komen te staan dat er na de opkomst hanepoot aanwezig blijkt, dan kan het middel Pri- mextra worden ingeschakeld. De hanepoot moet echter voor een optimaal effekt niet meer dan 2 blaadjes hebben en dus bestreden worden in een stadium dat hun aanwezigheid nog nauwelijks opvalt. In een hoeveelheid van 5-7 liter per ha wordt ook door dit middel een vrij breed assortiment onkruiden bes treden. Hanepoot - plaatselijk een probleem Fervin, na opkomst, heeft een zeer goed effekt en er wordt dan in elk geval in d£t gewas zaadvorming en uitbreiding voorko men. Voor de bestrijding van hanepoot in maïs zijn er een aantal speciale middelen beschikbaar. Hiervan moeten Eradicane en Sutan 6 E voor het zaaien nauwkeurig 5 8 cm worden inge werkt. Dit is een methode die op zwaardere grond op zoveel bezwaren stuit dat ze hier waarschijnlijk geen ingang zal vinden. Waar de grond zich er wel toe leent, mogelijk op zeer lichte zavel en op overgangsgrond, dient men aan de uitvoering echter ook alle zorg te besteden. Na een voorbewerking moet zo mogelijk het spuiten en het inwerken van het middel in één werkgang plaatsvinden. Het liefst met een frees, eventueel met een rote rende eg of schijveneg. Volg nauwkeurig de gebruiksaanwijzing op. De middelen werken in dampvorm maar het is dan ook de kunst die damp in de grond vast te houden. Bij een wat open ligging van de grond gaat de zaak meteen de lucht in. Meer praktisch toepasbaar lijkt ons voor de zwaardere grond het middel Lasso, dat tussen zaaien en opkomst kan worden toege past en niet ingewerkt hoeft te worden. Ook kamille en zwarte nachtschade worden door Lasso meegenomen. Als regel zal na het gebruik van Lasso (trouwens ook bij toe passing van Eradicane of Sutan 6 E) na opkomst nog een be handeling met atrazin olie of uitvloeier moeten plaatsvinden. Waar men van de aanwezigheid van hanepoot op de hoogte is verdient een behandeling vóór opkomst de voorkeur boven een bestrijding na opkomst met Primextra. Winde Winde kan in maïs bestreden worden met 2,4-D. Zoals bekend mag worden verondersteld is maïs wat minder gevoelig voor 2,4-D dan voor MCPA. Als 2,4-D toegepast wordt bij 15 cm gewashoogte van de maïs loopt men de minste risiko's. Maar ook dan is het gevaar van omknikken aan de voet nog aanwezig. Beslist niet meer gebruiken dan 2 liter per ha en dan nog bij voorkeur pleksgewijs. Voor de bestrijding van distels en klein hoefblad geldt hetzelfde. Opgemerkt kan nog worden dat in de praktijk bleek dat Eradi cane winde enigszins onderdrukt al zal dit meestal toch nog gevolgd moeten worden door een behandeling met 2,4-D. In dit verband kan er echter niet genoeg op worden gewezen dat wortelonkruiden zoals distels, klein hoefblad en winde bestre den moeten worden in de granen en in de stoppel. Maar er wordt ook veel te weinig bij stilgestaan, dat het talud van de sloten de slootrand en de eerste meter bouwland vanaf de sloot vaak een bron zijn van waaruit dit "vuil" zich verspreidt verder het land op- Om dit kwaad te weren is een keer spuiten in het graan beslist niet voldoende. Hier moet in het graan en in de stoppel maar ook bij andere gewassen dan granen voortdurend strijd geleverd worden. Klein hoefblad al op het moment dat het vroeg in het voorjaar in bloei staat, distels, melkdistels, winde en alweer klein hoefblad één of meerdere malen in de loop van het jaar. Houd desnoods langs de sloot een strook van een meter breed een paar jaar zwart. In 't kort Atrazin is in maïs zeer selektief. Uit het oogpunt van risiko 's van nawerking in volggewassen en het optreden van hanepoot is vervanging door Bladex te overwegen. Op grond waar atrazin en Bladex als bodemherbicide bij droogte vaak teleurstellenkunnen een aantal middelen met kontaktwerking na de opkomst worden ingezet. Zo blijkt Basagran in maïs uitstekend te voldoen. Voor waarde is echter dat het onkruid klein is als er gespoten wordt. En niet alle onkruiden worden door Basagran bestreden. Hanepoot vraagt ook in onze omgeving de aandacht. Voorkom uitbreiding! Op klei- en zavelgrond wordt speciaal tegen hanepoot Lasso aanbevolen. Zaai geen maïs op percelen met veel kweek. Op zand- en overgangsgrond kan in noodgevallen pleksgewijs Eradi cane voor het zaaien gebruikt worden. Dit moet 15 cm diep ingewerkt worden. Ook kan bij 50 cm hoogte Gra- moxone gespoten worden tussen de rijen. Winde, (melk-)stekels en dokken moet men bestrijden in granen en in de stoppel, kan men onderdrukken in maïs met 2,4-D maar dienen langs slootkanten aangepakt te worden in elk gewas en het hele jaar door. og steeds heeft onkruidbestrijding met chemische middelen in grasland niet de belangstelling die het moet hebben. In bouwlandgewassen zoals o.a. bieten, aardappelen en granen wordt het onkruid in het algemeen goed bestreden. Ook in grasland is onkruid een grote konkurrent voor het behoud van een goed grasbestand. Vele percelen zouden een behoorlijke hogere opbrengst kunnen geven als meer aandacht besteed werd aan de onkruidbestrijding. Voor een goede grasproduktie moet men er zelfs van uit gaan dat een regelmatige bestrijding noodzakelijk zal zijn wanneer opnieuw konkurrentie van onkruiden wordt ondervonden. Door het uitschakelen van breedbladige onkruiden zoals o.a. muur, paardebloem, boterbloem en ridderzuring wordt de samenstelling van het grasland gunstig beïnvloed en de grasopbrengst hoger. Een groot voordeel in grasland t.o.v. bouwland is, dat een goede bestrijding op een daartoe geschikt moment gemakkelijker kan worden gekozen. Bespuitingen kunnen nl. het gehele groeiseizoen worden toege past, dus juist dan wanneer het onkruid t.a.v. de bestrijding in een gunstig stadium verkeert. Bestrijd de onkruiden nu at de kosten per ha betreft, kan gesteld worden dat deze wat de middelen aangaat in het algemeen gelijk of lager liggen dan de loonspuitkosten. Mede door het uitzonderlijke mooie najaar, vee lang in de percelen gebleven, de langdurige winter en de natte periode na de vorst heeft er nagenoeg nergens tot op heden bestrijding van muur plaatsgehad. Ook gezien de vrij zware mollenaantastingen van de graslanden krijgen de onkruiden meer kans. Dit jaar is het dus zeker belangrijk een chemische onkruidbe strijding uit te voeren om een goede graslandopbrengst te be halen. De onkruiden zijn met zgn. groeistoffen te bestrijden. Tijdens en een week na het spuiten met groeistoffen het vee uit de weide houden. Bij winderig weer niet spuiten om overwaaien naar gevoelige gewassen te voorkomen. De meest voorkomende onkruiden en hun bestrijding Spuiten met 4 1 mecoprop. In pas gezaaid grasland 3 1 per ha gebruiken. Ridderzuring neemt de laatste jaren nog steeds toe en vormt in sommige percelen een bedreiging voor het gras. Spuiten met 6 1 mecoprop per ha wanneer de planten flink blad hebben gevormd en de bloemstengels zichtbaar zijn. Bij pleks- gewijze behandeling spuiten met 1 pet-oplossing. Als de be handeling op het goede moment plaatsvindt, wordt ca. 80 pet gedood. Wanneer de overgebleven ridderzuring weer nieuwe bladeren heeft gevormd, dient de bespuiting te worden herhaald. Dit is meestal in augustus-september het geval. Paardebloemen spuiten met 3 1 2,4-D bij het begin van de bloei. Boterbloemen bestrijden met 4 1 MCPA, eveneens bij het begin van de bloei. Komen zowel paarde- als boterbloemen voor dan 3 1 2,4-D gebruiken. Distels behandelen bij 50 cm lengte met 4 1 MCPA. Brandnetels komen meestal pleksgewijs voor. Daarom dient een bestrijding alleen uitgevoerd te worden daar waar ze groeien. Het gehele perceel behandelen kost ekstra aan middel en is beslist niet bevorderlijk voor de grasgroei. Spuiten bij 25 cm lengte met 6 1 mecoprop per ha. Over het algemeen worden de beste resultaten behaald tegen de meest voorkomende graslandonkruiden als er in augustus-september een behandeling wordt uitgevoerd met de kombinatie 3 a 4 I MCPA 3 1 mecoprop per ha. Ook herderstasje, pinkster bloem, weegbree, madeliefje en waterkers worden dan goed bestreden. 13 Spuiten in een te laat stadium met een verkeerd middel kan veel schade geven. Kweek - bestrijding in maïs alleen met veel moeite a. een speciale spuitapparatuur en b. zeer voorzichtig werken.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 13