PRIJSVERGELIJKING
RUNDVEEVOEDERS
Hoe gebruiken wij ons
grasland?
P.van Nes
-
P.van Nes
I it de berekende voederwaardeprijs bleek dat de kVEM-prijs 0,47 en de eiwittoeslag 037 bedroeg. Ten
opzichte van de vorige maand een behoorlijke stijging van de kVEM-prijs en een verlaging van de eiwittoeslag-
prijs.
Alle prijzen zijn exkl. BTW.
RUWVOEDERS
Produkten
Voederwaarde
Marktprijs
Verlies
Marktprijs
Voederw. pr.
Marktpi
VEM
VRE
per 100 kg
bij bew.
inkl. verl.
per 100 kg
v.d.voecU
Aardappelen
231
13
8,00
5%
8,42
11,33
74
Bierbostel
218
51
9*0
15%
11,29
12,13
93
Aard.afval
150
6
4,50
20%
5,62
7,27
77
Mix 50/50
184
28
8,60
15%
10,12
9,68
105
18.5% d.s.
Mix met 2%
198
29
8,90
15%
10,47
10,37
101
droge pulp
Waspeen
95
6
3,00
5%
3,16
4,68
68
Kool
105
13
3,50
10%
3,89
5,41
72
Fruit
90
3,00
10%
3,33
4,23
79
Appelpulp
105
2,75
15%
3,24
4,93
66
Koepeen
129
7
6,00
15%
7,06
6,32
112
(ongewassen)
Spoeling
77
16
3,25
5%
3,42
4,21
81
Koepeen en de mix-produkten zijn de duurste ruwvoeders.
Waspeen. appelpulp (denk om het vochtgehalte!) kool. aardappelen, aardappeiafvallen (op ds-gehalte kopen!)
en spoeling zijn de goedkoopste ruwvoeders.
Thans zijn of worden reeds afspraken gemaakt voor de aankoop van snijmais voor de volgende stalperiode. De
basis waarop vaak zaken worden gedaan is sterk verschillend:
a. verkoop per ha.
b. verkoop op basis van drogestofgehalte.
c. verkoop op basis van 1000 kg-produkt.
Het kopen van snijmais per ha is "een schot in de duisternis". De opbrengst per ha varieert ongeveer van
30-60 ton per ha met nog een verschillend drogestofgehalte.
Het kopen op basis van drogestofgehalte is al een hele verbetering, hoewel zeker bij vroege vorst-inval het
kopen op VEM per kg drogestof nog beter is.
De aankoop per ton is bijna net zo moeilijk als per ha. Het drogestofgehalte kan variëren van 20-32%.
Wat kost de snijmais in vergelijking met gedroogde pulp?
Produkt Voederwaarde Aankoopprijs Prijs inkl.
VEM VRE per 100 kg verliezen
Snijmais 230 14 8.50 9.45
Pulpbrok 925 52 33,00 33,00
Gerekend naar voederwaarde, komt 1 kg pulpbrok overeen met 4 kg snijmais.
Pulpbrok zou dan 9,45 x 4 37,80 per 100 kg mogen kosten.
Met extra arbeid bij voeren en verschil in opslagkosten is dan nog geen rekening gehouden.
HOOI- EN STROSOORTEN
Weidehooi
Graszaadhooi:
roodzwenk
veldbeemd
T arwestro
Gerstestro
Erwtenstro
GRANEN E.D.
prijs per ton
voederwaardeprij!
350,-
312,-
170,—
200 -
230,-
231,-
140,-
176,-
155,-
207-
210,-
232 -
Produkten
Voederwaarde
Marktprijs
V oederwaardeprijs
Marktprijs
VEM
VRE
per 100 kg
per 100 kg
v.d. voeder
Maismeel
1053
54
58,75
51,48
114
Tarwemeel
1068
82
56,50
53,23
106
Gerstemeel
971
87
55,75
48,85
114
Havermeel
865
87
48,25
43,87
110
Tapioca
933
-
41,00
43,85
94
Bietepulp
925
52
43,00
45,39
95
Citruspulp
1013
25
41,55
48,53
86
Maisvoermeel v.a.
977
75
48.30
48.69
99
Uit de verhoudingscijfers (laatste kolom) blijkt dat de granen ten opzichte van de pulpsoorten en tapioca nog
steeds duur blijven, hoewel het verschil weer kleiner is dan vorige maand.
EIWITRIJKE GRONDSTOFFEN
Produkten
Voederwaarde
Marktprijs
V oederwaardeprijs
Marktprijs in
VEM
VRE
per 100 kg
per 100 kg
v.d. voederw. pr.
Lijnschilfers
1020
282
60,50
58,37
104
Sojaschroot
1014
385
56,55
61.90
91
Maisglutenvoer
983
163
50.75
52,23
97
Kokosschilfers
1078
164
56.00
56,73
99
T arwegries
870
132
46.50
45,77
102
Tarwegrint
813
126
46,00
42,87
107
Lucernebrok
688
118
35,65
36,70
97
Grasbrok
750
112
35,65
39.39
91
Raapschroot
812
299
44.40
49,22
90
Lijnzaad
1580
172
81.00
80,62
101
Bierbostelpellets
815
176
46,25
44,81
103
Sojaschroot, grasbrok (zeer klein artikel) en raapschroot zijn de goedkoopste eiwitrijke grondstoffen.
MENGVOEDERS
A-voeder
Eiwitrijk
Eiwitarm
VEM
940
940
940
VRE
120
150
80
V oederwaa rdepr i js
48,62
49,73
47.14
1 n Nederland neemt het grasland een grote plaats in voor de voedervoorziening van ons
rundvee. Gezien de exploitatiekosten van grasland is het van groot belang dat de op
brengst zo maximaal mogelijk is. Evenals de melkproduktie per koe, is het niveau van de
graslandproduktie van grote invloed op de kostprijs van het gewonnen voer. Bij het
grasland speelt daarnaast de benutting van het geproduceerde gras een grote rol op de
uiteindelijke kostprijs van het voer. In het voorjaar van 1978 is op een aantal melkveebe
drijven een planning gemaakt voor het graslandgebruik. Hoe waren de resultaten?
TABEL 1
Bedrijfsno. Beweidingssysteem Veebezetting in Aantal weidedagen
van het melkvee g.v.e
TABEL 3
Bedrijfsno. Gemaaid voor-kuilvoer Gemaaid voor hooiwinning
1 zomerstalvoedering 's nachts opstallen
2 's nachts opstallen
3 dag en nacht weiden
4 dag en nacht weiden
5 dag en nacht weiden
6 's nachts opstallen
7 zomerstalvoedering 's nachts opstallen
8 dag en nacht weiden 's nachts opstallen
9 dag en nacht weiden
10 dag en nacht weiden
11 dag en nacht weiden
De spreiding in aantal g.v.e. per ha is groot. Het inkomen van de veehouder wordt bepaald door de
hoeveelheid melk welke wordt geproduceerd en de kosten die er voor gemaakt moeten worden.
Daardoor is de produktiviteit van zowel de koeien als het grasland van zo'n groot belang.
Het is duidelijk dat de veebezetting en het beweidingssysteem van invloed zijn op de hoeveelheid
ruwvoer welke gewonnen kan worden. Daarnaast spelen nog andere faktoren hun rol. Zoals: -
Bijvoedingsniveau; - Stikstofbemesting; - Kwaliteit van het grasland.
Bij het plannen van het graslandgebruik wordt rekening gehouden met de veebezetting, omwei-
dingssystemen, voederwinningssysteem, melkproduktie en bijvoedingssysteem.
Uit tabel 2 blijkt in hoeverre de planning is overeengekomen met de werkelijkheid.
TABEL 2 Maaien voor voederwinning in ha
per ha
melkkoeien
3,95
189
2.75
189
4,08
197
2,35
197
3,28
181
3,75
202
3,00
186
3,65
206
2,70
190
2,60
190
2,75
197
Bedrijfsno.
oppervl.
Begin maaidatum
Gepland
werkelijk
gepland
werkelijk
in ha
le snede
le snede
le snede
totaal
totaal
1
25,80
16 mei
16,95
17,35
29,80
26,35
2
29,25
n.n.
15.38
18,70
39,65
37,30
3
18,50
n.n.
8,00
8,00
19,50
8,00
4
45.00
15 mei
26,00
25,00
60,00
51,50
5
32,00
9 mei
18,90
26,80
34,30
37,80
6
23,80
13 mei
14.50
16,72
22,00
28,00
7
34,50
10 mei
21,50
20,00
32,00
31,60
8
13,60
12 mei
5,95
6,65
12,05
12,05
9
18,00
16 mei
10,30
14,10
17,70
21.60
10
15,95
16 mei
7.20
7,75
15,70
14,70
11
23,00
n.n.
12.80
14.40
30,40
29,70
maaien
Het blijkt veelal dat de geplande oppervlakte voor het maaien van de le snede wordt behaald. Het
werkelijk totaal aantal gemaaide hectares is nogal eens iets lager dan is gepland.
Het grasstadium (lengte van het gras) is van invloed op het aantal keren dat gemaaid kan worden
(dus op het maaipercentage). Tabel 3 geeft dan ook een overzicht over opbrengst per ha. van de
gemaaide oppervlakte.
12
kg ds per ha
kg ds per ha
1
3450
2
2960
5750
3
4200
m.
4
2725
5
2750
b"
6
2915
4900
7
3960
8
3360
9
2580
10
3220
5820
11
2750
2950
Bovenstaande cijfers gelden voor de gemiddelde opbrengst van alle gemaaide percelen. Het kan
best zo zijn dat het gemiddelde op een goed niveau zit, doch dat er toch nog percelen zijn welke in
een te laat stadium zijn geoogst. Als vuistregel kan men stellen dat van "goed bezet" grasland per
cm. graslengte ongeveer 150 kg droge stof wordt gewonnen. Dus voor een opbrengst van 2800 kg.
ds. is een graslengte nodig van: 2800 150 18 5 cm. stoppellengte 23 cm.
Zoals al is genoemd, is het bijvoedingsniveau van invloed op de hoeveelheid te winnen ruwvoer.
Door bijvoeding van krachtvoer en/of ruwvoer is het mogelijk om meer ruwvoer te winnen.
Hoeveel is er bijgevoegd tijdens de weideperiode?
TABEL 4
Bedrijfsno. kg krachtvoer/dag per g.v.e. kg ruwvoer in ds/dag per g.v.e.
1
5,6
0,5
2
4.3
3
6,8
2,0
4
4,7
5
4,4
6
3,3
1,5
7
4,0
1,5
8
4,2
0,5
9
4,5
10
3,5
11
2,6
1,2
Uit deze gegevens kan niet gekonkludeerd worden wat nu het gewenste bijvoedingsniveau is. Het
beweidingssysteem, de melkgift en de kwaliteit van het gras zijn te zeer ingrijpend op de hoeveelheid
te adviseren krachtvoer. Uiteindelijk is de doelstelling van het graslandgebruik om ook voor de
winterperiode voldoende ruwvoer te kunnen winnen.
Hoeveel ruwvoer is op de bedrijven gewonnen voor ruwvoer?
TABEL 5
Bedrijfsno. kg droge stof per g.v.e.
beschikbaar per staldag.
per staldag
1
5.4
5,5
2
8,5
8.4
3
3,0
5.0
4'
7,0
9,4
5
5,3
5,5
6
4,4
4.0
7*
4,5
6.2
8
4,6
3,5
9
6,2
6.1
10
7.2
6.5
11
7,9
9.0
Heeft 9,5 ha gemaaid grasland niet geoogst.
Uit de cijfers van tabel 5 blijkt dat op de meeste van deze bedrijven, overwegend met een vrij
zware tot zware veebezetting, er toch een tekort aan ruwvoer voor de stalperiode aanwezig blijft.
De aankoop van het soort ruwvoer en de goede verdeling van de bijvoeding met krachtvoer over
winter en zomerperiode is op deze bedrijven van belang.
(26-3-'79)