H et rapport "Walcheren Waarheen" en "Walcheren Daar
heen" hebben we steeds met aandacht gevolgd. Toch vragen we
ons af waarom Walcheren in het zoeklicht is geplaatst, want
onder en boven de Schelde zijn er wel meer zulke gebieden aan
te wijzen waar het allemaal geen koek en ei is.
Het weer is als het beleid
Onze voormannen zijn
waakzaam, de minister ook?
Jachtverbod Vlaamse Gaai 1 mei - 15 juli
Een betere besteding van "vrije"
uren!
Men wil nu aan de slag
r as geleden zijn we naar Brabant op ekskursie geweest. We
hebben een kijkje genomen op bedrijven met veel varkens en
met een groot aantal kippen. Horen en zien vergaat men in die
varkensstallen wanneer de dieren van hokken verwisseld wor
den. Vijftien jaar geleden was men met deze opzet gestart en
voor de huidige begrippen nog tegen betrekkelijk lage bouw
kosten. Op deze bedrijven moest er wat gebeuren en men is er
ook in geslaagd om zonder aankoop van grond het inkomen
toch te vergroten. Een groot kapitaal is er mee gemoeid en er
moet ondanks de mechanisatie toch hard gewerkt worden.
Wonderlijk is dat de prijs van de eieren in al die jaren nauwelijks
gestegen is en nu soms nog wel eens lager is dan vroeger. De
kippenboer heeft het dus niet kado gekregen. Steeds naar nieu
we oplossingen zoeken en zich aanpassen aan de omstandighe
den was het vaste patroon voor deze ondernemers.
O
Ook in het land van Hulst krijgen we onze portie slecht weer.
Begon het een paar dagen beter te worden, dan kregen we
daarna weer een paar fikse buien. Het voorjaarswerk wordt
zodoende steeds verder opgeschoven.
Voor sommige gewassen, zoals gerst, vlas e.d. begint het be
denkelijk laat te worden. Over het algemeen staat de tarwe goed.
Verschillende percelen zijn de winter slecht door gekomen. Dit
zijn voornamelijk de buitenlandse rassen, die uitgereden zijn of
waarschijnlijk uitgereden gaan worden. Wat zal men hier moe
ten herzaaien?
Een bedenkelijk voordeel van een laat voorjaar, is dat ook de
minder aktieven onder ons nu extra onderhoud en reparatie aan
hun machines verrichten. Het blijkt in zo'n koude winter nogal
eens uitgesteld te worden. Maar.., het is nog niet te laat!
Krijgt men in de toekomst echter nog voldoende tijd om dit
werk te doen? Buiten om de vergaderingen die men moet be
zoeken, zijn er verschillende jonge boeren die ergens anders
werk doen, of werk gaan zoeken. Dit zou wel eeps een middel
kunnen zijn, waar we allemaal mee te maken kunnen krijgen.
Erger nog, tot verplicht zouden kunnen worden. De mogelijk
heden zijn echter beperkt, zeker wanneer over een part-time job
voor het gehele jaar moet worden gedacht. Niettemin is het zeer
triest dat het zo moet gaan.
Gunstige reakties over de ZLM: een rechtstreeks gesprek met de
minister is niet niks, en zeker niet ongunstig. Jammer van de vage
uitspraken, maar daar ontkomt men niet aan. Het brengt toch
altijd meer op dan niks. In 1974 beloofde hij veel, deed een beetje,
maar in wezen veranderde er niets.
Jammer is ook, dat ons streven naar subsidies op Partikulier
Kuituur Technische Werken opbrengst verhoging geeft. Dit
gaat weer tegen "ons" suikerbeleid in. Ja, ons tussen aanha
lingstekens, omdat het erop lijkt, dat de suikerindustriën tegen
de boeren zijn inplaats van er voor. Gezien het grote aantal
protesten wordt de suikerverdeling zeker niet aannemelijk uit
gevoerd. Het is zeker "een grote service" voor de leden om door
middel van een gewillig papiertje van je afwijzing op de hoogte
gebracht te worden.
Het blijft toch worstelen geblazen om boven te blijven. Onlangs
las ik in Vrij Nederland dat de boeren vroeger rugpijn hadden,
nu hoofdpijn. De agrarisch ondernemer is steeds minder met de
hooivork en steeds vaker met het rekenmachientje bedrijvig. Hij
gaat niet meer af op zijn eksterogen of de vlucht van zwaluwen,
maar op de weersvoorspellingen van het KNMI.
In de afvalrace -die gericht is op sanering, intensivering en
schaalvergroting, is voor de kleine boer geen plaats meer. Hoe
lang houdt de kleinste boer stand??
We raken nu echt wel achter op 't gemiddelde tijdstip waarop we
met de zaaierij kunnen beginnen. Dat geldt niet alleen voor de
Westhoek maar voor alle landbouwers in den lande. Tegen de
natuur valt echter niet te boksen en daar leggen we ons dan ook
maar deemoedig bij neer. Voor verschillende gewassen, het zij
nog eejis gezegd, missen we natuurlijk een topopbrengst. 't
Laatste is niet beslist noodzakelijk voor een goede financiële
uitkomst. Dat we zo laat kunnen beginnen is niet alleen voor de
akkerbouwers een strop, ook voor de veehouders betekent laat
in de weide een financieel nadeel. Gelukkig dat de veehouders
vorig jaar een flinke wintervoorraad hebben kunnen aanleggen.
Wat momenteel zou kunnen groeien groeit ook nog niet. want
de temperaturen blijven te laag. Steeds zien we, zelfs bij de
minste regen weer plassen op de landerijen. Je ziet die piasvor
ming op slecht gedraineerd gebied, maar je ziet het ook op goed
gedraineerd land. Aan het eerste is wat te doen, aan het laatste
niet zo veel.
Zo worden we in de landbouw telkenmale met nieuwe proble
men gekonfronteerd. Maar 't zijn meestal problemen die een
aderlating in de totale uitkomsten betekenen. Een ambtenaar
zal wel weer andere zorgen hebben, maar omstreeks zijn inko
men heeft hij alle zekerheid. Dit in tegenstelling met het vrije
beroep.
Gelukkig dat onze voormannen waakzaam zijn. Een bezoek aan
de minister is niet mis. 't Wachten is nu op de minister, een
sympathiek gebaar van 't aanhoren van klachten wordt pas goed
wanneer er maatregelen ter verbetering op volgen. Onze jonge
boeren beginnen ook ongeduldig te worden. Ja, wanneer je 't
leven in moet met slechte vooruitzichten dan is dat niet alles.
Ook zijn gezin leeft in '79 en wanneer er zoveel voor andere kan
worden gedaan, waarom dan niet voor de boer? 't Is voor de
minister maar beter, dat het voorjaar echt werkelijkheid wordt,
want je weet het nooit, 't Stormseizoen is nog niet voorbij, en
dan is er nog van alles mogelijk.
De jacht op de vlaamse gaai is in het vervolg van 1 mei tot 15 juli
verboden. Minister Van der Stee (landbouw) heeft op advies
van de Jachtraad tot dit verbod gedurende de broedtijd besloten
aangezien deze wildsoort momenteel geen noemenswaardige
schade aan de landbouw aanricht.
Op Noord-Beveland staan we klaar voor de inzaai van de oogst
1979. Kunstmest en zaaizaad liggen op stapels te wachten op het
moment waarop uitgereden kan worden. Machines zijn klaar
gezet, mensen doen nog wat karweitjes op en rond het erf en de
zon schijnt zo nu en dan al uitnodigend voorjaarsachtig.
We staan klaar, sommigen al vol ongeduld, om een volgend
boerenjaar aan te vangen. We staan klaar met nieuwe zin om er
het beste van te gaan maken.
We staan ook klaar met tegenzin. Tegenzin vanwege het gevoel
met de rug tegen de muur te staan. Tegen een muur waarop geen
voorjaarszonnetje schijnt. Een muur van op elkaar gestapelde
kosten die steeds hoger lijkt te worden.
Jaren geleden namen we een aanloopje en sprongen er over
door te mechaniseren en te rationaliseren.
De laatste jaren komt het soms voor dat de aardappelopbreng
sten ons er met een laatste duwtje overheen helpen.
Maar op dit moment lijkt de muur weer hoger te gaan worden,
zonder dat er uitzicht is op het verder uitschuiven van de prij-
zenladder.
We weten allemaal dat meer vraag en minder aanbod de lengte
van de ladder gunstig beïnvloedt.
Meer vraag is er niet en aanbod is er teveel. Men leze daartoe de
PZC van zaterdag 24 maart er maar eens op na. Gundelach geeft
overzicht in een "akelige katalogus" van overschotbergen. Hij is
er geen vergeten. Over een paar dagen beginnen we met het
leggen van de fundamenten van de kostenmuur, blijven verder
bouwen tot aan de laatste laag. Hoger dan het jaar ervoor. En de
ladder zal waarschijnlijk niet langer worden. Hopen op een
laatste "aardappel-duwtje"??
Het lijkt haast tegen beter weten in om aan de bouw van die
muur te beginnen. En toch doen we het!
Allemaal kennen we de bouwstenen van die muur. Gezamenlijk
kunnen we proberen wat kleinere stenen te krijgen. Bijvoor
beeld met behulp van onze organisaties kunnen we proberen de
belastingsteen kleiner te maken, of kunnen we met behulp van
onze voorlichtingsorganisaties de produktiekosten verlagen.
Er is echter één "kosten-steen" die we niet langer kunnen ver
kleinen. Namelijk de bouwsteen der arbeidskosten. Want op de
meeste bedrijven is de boer alleen achter gebleven. En die boer
wil een redelijk inkomen. Verdere kostenbesparing door ar
beidskostenbesparing betekent dus minder inkomen voor de
boer.
Door de verdergaande ontwikkelingen wordt men steeds meer
"toeschouwer" op eigen bedrijf
In feite is het probleem simpel. Kostenbesparing door verdere
en of betere mechanisatie, gekoppeld aan verdere samenwer
king en nieuwe teelttechnieken is nog steeds mogelijk. Maar wat
doet de boer dan met de vrijkomende arbeidsuren?
Een kritische vraag, gesteld op een moment dat we met de rug
tegen de muur staan en die we ongaarne zullen willen beant
woorden. Maar in alle realiteit individueel zullen moeten
beantwoorden.
In het land van Heusden en Altena en de Biesbos ziet het er nog
niet lenteachtig uit, ondanks dat een paar dagen geleden de
kalender de lente aankondigde. Deze aankondiging ging dan
buiten gepaard met een paar fikse sneeuwbuien. Op het land en
in de weiden kun je met moeite zien dat de granen en het gras de
groei beginnen te hervatten.
Na zo'n lange winter zit iedereen met verlangen uit te kijken
naar de dag waarop we in het land kunnen beginnen. Iedereen is
het vergaderen nu moe en de materialen zullen ook wel gereed
staan voor gebruik. Maar na een lange natte periode zal er toch
een beroep gedaan moeten worden op het geduld van de boer.
Het is zo verleidelijk om ook de trekker te pakken als de buur
man reeds bezig is. Maar bedenk wel wat je door te vroeg te
beginnen verknoeit, later niet meer kunt herstellen! Maar voor
diegenen die nog zomertarwe bij moeten zaaien wordt het toch
laat. Voor de zomergerst en de konserven gewassen is het ook al
hoog tijd ofschoon er nog weinig "natuur" in de grond zit.
Het is misschien toch een geluk dat er veel wintertarwe is ge
zaaid. Mocht het weer tegen blijven zitten en het wordt wat
warmer dan kan de wintertarwe toch reeds groeien terwijl de
zomergranen verschillende groeidagen verliezen.
Dat er nog geen bieten gezaaid zijn is minder erg. Nu er alge
meen op grote eindafstand gezaaid wordt, dan nemen de risiko's
van een slechte opkomst bij een latere zaai af. Een ieder zal het
zaaizaad al wel thuis hebben maar heeft ieder ook al gedacht
aan een ontsmettingsmiddel tegen vreterijü
Bij het schrijven van dit artikel is juist bekend geworden de
herziene toedeling van het kwantum A en B suiker, voor degene
die het niet met de eerste toedeling eens waren.
Uit de eerste reaktie van de praktijk heb ik vernomen dat er
weinig verandering is gekomen. We weten nu wel op tijd hoe
veel bieten we mogen zaaien maar het zal bij velen geen vol
doening geven.
Een vraag die nu gesteld wordt is waarom kan een nieuwe teler
wel ten hoogste een vierde van zijn bedrijf krijgen, terwijl ou
dere en regelmatige telers, maar door omstandigheden in 1976
en of 1977 een kleiner areaal hadden nu misschien met een
vijfde, zesde of zevende van hun bedrijf genoegen moeten ne
men.
Zijn de ambtenaren niet in rep en roer voor minder meer.
Moeten wij nu maar lijdelijk toezien als we "meer minder"
krijgen. Het werkt toch de onrust in de hand. Voor 1979 zal er
wel niets meer aan te doen zijn, maar over de verdeelsleutel voor
1980 zal toch nog wel wat gestudeerd moeten worden om de
beschikbare hoeveelheid suiker gelijkelijk te verdelen. Nu de
winter geweken is rijden de wagens met pootgoed ook weer de
boerderijen op. Voor 1979 ziet het uitgangsmateriaal er goed uit.
Het is bijna allemaal E en A pootgoed. Dit belooft toch een
goede start voor dit jaar. Het is misschien toch-wel raadzaam om
bij het ontvangen van het pootgoed eens een paar zakken open
te snijden en te kijken naar eventueel rot of te veel schot, want
dat kan met een A en E label toch voorkomen, vooral als het al
een hele tijd geleden geplombeerd of gesorteerd is. De prijs van
de konsumptie aardappelen blijft op een niveau hangen waar
van men in april nog niet kan zeggen dat het een winstgevende
zaak is. Misschien dat het late en koude voorjaar de prijs nog wat
in opwaartse richting beïnvloed. En wat nu voor 1979 veel per-
spektieven biedt is ook moeilijk te zeggen. De prijzen van de
garantie produkten zijn nog niet bekend. Worden er veel vrije
produkten geteeld dan ziet het er ook beroerd uit. Denk maar
aan de uien van de laatste 2 jaren. Maar een goede leidraad is
altijd geweest: Doe ieder jaar met alles mee dan is er altijd wel
iets dat mee zit.
Het doel van onze reis was om de neus eens in de mest te steken.
In de wijde omgeving van al deze stallen is het land al bij
herhaling bemest. Op den duur schaadt deze overdaad en dat is
nu al hier en daar te merken aan de suikerbieten. Wij zien echter
verlangend uit naar deze mest. want onze grond zou er geweldig
van opknappen. Een rekensommetje leert echter al gauw, dat
het totaal van de aankoopkosten, van de transportkosten en van
het spreiden over het land, de stalmest voor ons erg duur maakt.
In goede uien- en aardappeljaren vormt dat minder bezwaar,
maar in onze eigen begroting zijn er nu geen middelen voor te
vinden. Door aankoop van oude verteerde mest (3 jaar oud), wat
in volume geweldig geslonken is, zouden we de transport
kosten wel kunnen drukken. Jammer is, dat ons gewest met zo'n
tekort aan mest zit, terwijl Brabant met een overschot kampt.
Het heeft onze aandacht en we blijven er op studeren. Zo zijn we
er thans nog over bezig welk onkruidsortiment er eventueel met
de mest mee zou kunnen komen. Tegen sommigen zijn geen
kruiden gewassen en dan zouden we ons een kwade erfenis op
de hals halen.
p 12 maart ontdekten we het eerste lievenheersbeestje voor
dit seizoen. Het was springlevend en heel voorzichtig hebben we
het in de mooie kamer in de plantenbak geïnstalleerd. Deze
beestjes staan er om bekend dat ze de aartsvijanden zijn van
bladluizen. Een betere bescherming van de kamerplanten kun
nen we ons daarom niet voorstellen. Toch is het voor de huis
vrouw een vreemde gewaarwording om zo'n kevertje in huis te
hebben.
Het lijkt er een beetje op, dat de boel niet schoon is en met die
gedachten kan een zeeuwse boerin niet leven. We mogen het
natuurlijk niet verder vertellen, maar ondanks de koude is in
alle stilte de schoonmaak toch weer achter de rug. Stilzwijgend
helpt moeder de vrouw als het druk is mee in het bedrijf en
daarom mogen we als mannen in huis ook wel eens een handje
uitsteken in de slappe tijd. Na al die feestdagen is ons gewicht
met enkele pondjes toegenomen en om dat weer weg te werken,
is veel beweging toch een goede remedie.
"t gehele vergaderseizoen hebben we gesproken over diverse
landbouwproblemen, over bedrijfsopvolging enz. enz. Al deze
problemen, zijn zeer zeker de wereld uit te bannen met goede
prijzen voor onze produkten. Boeren met een volle portemon-
naie is altijd gemakkelijker geweest dan met een lege.
5