KORTE WENKEN
Bietenareaal toewijzing verloopt
stuntelig
Naweeën van de winter:
"wegenschade"
„Goede" minister van Landbouw
Veldbonen
geschikt als eiwithoudend
veevoeder
C.A.R.-Zevenbergen
AKKERBOUW
VEEHOUDERIJ
Leek eind februari het voorjaar zijn intrede te doen met mooie
zonnige dagen en 's nachts wat lichte vorst, nu is dat anders.
Vorige week was de temperatuur al aardig aan het oplopen maar
de tarwe wordt slechts langzaam groen. Voor de Biesbos en
Altena verwacht men dat er weinig of geen percelen uitgevroren
zijn. Een opdunning van verschillende percelen zal wel gebeurd
zijn, maar dat hoeft nog niet rampzalig te zijn. Misschien is het
nu nog te vroeg om te beoordelen of er verschil is, wat uitwin-
teren betreft, tussen de rassen en de vroeg en laatgezaaide per
celen.
De laatgezaaide percelen raaigrassen hebben het wel moeilijk.
Misschien is toch wel gunstig na deze winter eerst wat vochtig en
warmer weer te krijgen. De kleine plantjes krijgen dan de gele
genheid om zich vast te zetten. Want ieder weet uit ervaring dat
een schrale N.O. wind slecht gewortelde plantjes doet verdrogen
en afsterven. Een algemeen gestelde vraag is hier wel hoeveel
bieten heb je toegewezen gekregen en hoeveel ha ga je zaaien?
De toewijzing is matig tot slecht. Misschien zijn alleen de klagers
aan het woord en degenen die een goede toewijzing hebben
gekregen dat die zwijgen. Waar je ze ook geen ongelijk in kunt
geven.
Maar dat er wat aan de toewijzing hapert blijkt wel uit het aantal
klachten dat de fabrieken te behandelen krijgen. Men spreekt
over meer dan de helft. Wanneer weet nu 50% van de telers wat
zijn preciese toedeling is of verwacht men van hen dat ze maar
zoveel zaaien als mogelijk is en de uitbetaling zien we dan wel
weer na de oogst. Ik geloof niet dat na de ervaring van 1978 daar
nog boeren inlopen. De voorlopige uitbetaling van de fabrieken
is zoals te verwachten was niet een prijs waar je bieten rendabel
voor kunt blijven telen. Een paar jaar geleden werd er al be
weerd dat er geen bieten meer beneden de 100,— geteeld
konden worden. Nu komen we met de A-suiker nog niet aan
100,— Voor 1979 zal de B-suiker 15,25,— lager lig
gen en dan nog maar niet over C-suiker gesproken.
Het is echter zaak dat ieder zo snel rrtogelijk zijn antwoord heeft
op zijn klacht dan weet hij hoeveel bieten hij kan telen voor een
afgesproken prijs. Uit een jaarverslag van een suikerindustrie
blijkt dat voor het produktiejaar 1977 uit de winst 8.3 miljoen
gulden naar de boeren is gevloeid voor gedeeltelijke schade
loosstelling van de lage wereldmarktprijs.
Dat de industrie dit kan en wil doen is gunstig maar of ze dat
blijft doen betwijfel ik.
Uit de voorlopige opgave bij de raad bestelling blijkt dat er een
geringe teruggang in het aantal ha valt te verwachten.
En waarom moet 1979 nu zo enorm belangrijk zijn bij een
verdere toewijzing in de jaren 80/85? Waarom kan er niet te
ruggegrepen worden naar het gemiddelde aantal ha van de
laatste 5 jaar voor een toewijzing voor Nederland uit de EEG. Ik
geloof dat de suikerindustrie en de landbouworganisaties daar
maar op aan moeten dringen in plaats van af te wachten hoeveel
suiker er in 1979 geproduceerd gaat worden, daar dit wel eens
tegen kan vallen en voor dit bekend is zitten we alweer in 1980!
Nu nog even iets over de kringvergadering van 26 febr. die door
velen werd bezocht. Voor deze vergadering waren ook de dames
uit genodigd. Een 6-tal hadden hieraan gehoor gegeven. De heer
J. Markusse heeft een inleiding gehouden over "Veranderingen
in gezin en bedrijf'. Het stond voor hem, als een paal boven
water, wil men in de komende jaren een redelijk inkomen be
halen we het niet van prijsverhogingen van Brussel moeten
hebben, maar bij onszelf te rade moeten gaan waar we op
kunnen bezuinigen, zonder dat de opbrengsten er onder lijden.
Tevens wees hij er op om bij het oogsten goed te letten op
oogstverliezen en vooral de kwaliteit niet uit het oog te verliezen.
Een ander punt was de samenwerkingsvorm eens in overweging
te nemen.
Tot slot wil ik nog even de bedrijfsverzorgingsdiensten onder uw
aandacht brengen. In tijden van ziekte of ongeval is het een
grote geruststelling wanneer het werk toch door kan gaan. Meldt
U als lid!
Het ziet er niet naar uit, dat we vroeg in 't land kunnen. Terwijl
we dit schrijven zijn de vooruitzichten ook voor de Westhoek
vrij pessimistisch.
Na de lange winter waarin we toch nogal aardig bedeeld zijn
met sneeuw en vorst, lijkt het of de weergoden nog niet zijn
uitgeraasd, want nu krijgen we de regen in grote hoeveelheden.
Februari was al flink nat en de eerste helft van maart doet er niet
voor onder. Intussen is het met de struktuur van de grond niet
best gesteld en alleen een paar flinke nachtvorsten kunnen hier
nog wat verbetering in brengen.
Wanneer we laat kunnen gaan zaaien betekent dit ook voor
diverse gewassen vast en zeker geen topopbrengst. Met de win
tertarwe zal het vermoedelijk wel goed aflopen. De meeste
schade zal wel waterschade worden. Nu, dat is dan ook al weer
geen maximale opbrengst. Er kan tegenwoordig niet veel gemist
worden in de landbouw, dat weten we zo zachtjes aan wel. Er
zijn faktoren die binnen het bereik van de ondernemer liggen.
Waar we nu over schrijven weten we maar al te goed, dat ze
buiten het bereik liggen. Maar weer afwachten tot er betere
tijden aanbreken! Intussen zijn de machines gereed gemaakt om
straks weer aan te vallen wanneer het echte voorjaar toch weer
een keer komt. Dikwijls lopen we er nog te gemakkelijk om heen
en moet er als we uittrekken toch nog het een en ander gebeu
ren, wat altijd weer tijd kost. Na de strenge winter hebben ook
de erven en vooral de toegangswegen tot de boerderijen er flink
van langs gehad. Wanneer het nog toegangen zijn met grint en
koolas als verharding, dan moet er toch wel weer het een en
ander worden bijgewerkt. Is het asfalt dan is het oppassen, dat
we er in de opdooiperiode, niet met te zware lasten over gaan.
Ook de betontoegangen hebben een lichte slijtage te zien gege
ven. Kort na de vorst zag je een fijn laagje opgevroren beton. Zo
zie je 't is net als met alles en ook met de mens zelve. Slijtage
komt er! Dat we in dit proces ook zeer zeker onze polderwegen
betrekken is duidelijk. Helaas is van vele wegen de konstruktie
dermate, dat na deze winter de reparatie extra zal tegenvallen.
Rijk en provincie hebben naweeën van deze winter, maar ook de
gemeenten en de waterschappen en zeer zeker ook de agrariër
proeven op dit moment meer na- dan voordeel van de afgelopen
periode.
Regen, regen en nog eens regen in het land van Hulst. Eerst was
het vorst en sneeuw, nu is het weer regen. De vorst en de sneeuw
zijp echter verdwenen, dus de regen zal ook wel verdwijnen.
Wanneer? Dat is nog een probleem. Al met al is het geen vroeg
voorjaar. Onze gewassen krijgen minder groeidagen, terwijl de
struktuur van de grond iets achteruit gaat, zodat we iets van onze
opbrengsten moeten prijsgeven. We moeten echter nog niet
klagen want het zegt verder nog niets.
De tarwe is over het algemeen goed de winter door gekomen.
Enkele Franse rassen zijn uitgevroren, evenals de tarwe die op
gevoelige plaatsen stonden, zoals op hoge ruggen en slootkan
ten. Meer schade is er van het water dat niet door de bevroren
laag kon wegzakken en dus naar lagere plaatsen stroomde. Ook
percelen die te ondiep gekultiveerd zijn, zijn voor een goed deel
verloren. Overigens is nu wel bewezen dat gekultivaterd land
goed waterbergend is. De wintergerst staat er in ons gebied ook
vrij goed voor. Het gras, dat hier en daar al met stikstof gestrooid
is, is de winter ook goed doorgekomen. Zwakker is het met het
laat in het najaar gezaaide gras, maar men kan daar ook nog
weinig van zeggen. Hetzelfde geldt voor de karwij. Er liggen
verder nog verschillende percelen ongeploegd in ons gebied.
Men is overigens aldruk bezig geweest, maar met die regen is het
wel bedenkelijk voor een goede struktuur. Ploegt men echter
niet, hoe zal het dan met de waterberging en de struktuur zijn?
Het zijn problemen waarop zeer korte termijn een beslissing,
moet komen en waarvan men later het resultaat zal zien. De
resultaten van vorig jaar beginnen nu een klein beetje bekend te
worden. Er zijn nog veel onverkochte produkten, waarvan de
toekomst erg bedenkelijk is. Er zijn nog veel blauwmanen.
bruine bonen, erwten, vlas, stro, aardappelen enz. Daarbovenop
de uitermate slechte inkomsten uit de suikerbieten, het "gepiel"
met de melk en olie voor de tuinders en de slechte fruitprijzen.
Wat voor taak hebben onze voormannen op het ogenblik en wat
kunnen of moeten ze nu meer dan praten en schrijven?
In ieder geval hebben we een goede minister van Landbouw die
z'n zaken voor elkaar heeft. U leest het goed, want Van der Stee
is als minister van Landbouw verantwoordelijk voor een zolaag
mogelijk konsumptieprijs en voor niets anders. De rest, de pro
blemen van die lage prijzen, die lossen de producenten wel op
met kunst en vliegwerk. Doet het teveel pijn of dreigen er teveel
producenten te verdwijnen, dan geeft hij een fooi of een aalmoes
en ze zijn weer stil. Het is een grote verantwoording die hij
draagt, want als de konsumptie prijzen eens iets te hoog zouden
worden dan faalt hij en stemt er niemand meer op zijn partij en
dat is wel heel erg. Overigens vergiste hij zich toch een "beetje",
omdat hij zei dat onze kosten omlaag gingen en de prijzen
omhoog, dit moest toch andersom zijn?
Wat ook andersom zou moeten is het vinden van oplossingen
voor onze grote problemen. We hebben toch vele deskundigen
met welbespraakte vertegenwoordigers. Bij ons moet alles van
onderaf komen zeggen onze leiders, is dat bij de vakbonden ook
het geval?
Een proef van boeren in het Hengelose kerkdorp Beckum heeft
aangetoond dat veldbonen zeer geschikt zijn om gras aan te
vullen als eiwitbron in veevoer. De Maiskring Beckum en het
Konsulentschap voor de Rundveehouderij in Hengelo noemen
de gunstige uitkomst vanjhe't experiment van groot belang, om
dat de Nederlandse rundvee- en varkenshouderij reikhalzend
uitziet naar een uitbreiding van eiwithoudend veevoer met eeff
produkt van eigen bodem.
De Hengelose boeren zijn begonnen aan het projekt, nadat was
gebleken dat sojabonen op de zandgrond niet voldoen als ei
withoudend gewas. Een belangrijk voordeel van de veldbonen
blijkt te zijn dat zij inheems zijn en zich daarom goed aan
klimaatomstandigheden aanpassen. Het gewas, dat ondanks
zijn goede eigenschappen momenteel alleen voor de konserve-
ringsindustrie wordt gebruikt, kan vroeg worden gezaaid
(tweede helft van februari/maart) dankzij de lage kiemtempe-
ratuur (twee graden Celsius) en brengt aan eiwit meer dan het
dubbele van sojabonen op. Een aanvankelijk bezwaar tegen de
veldbonen waren de hoge kosten van het zaaigoed, maar na enig
speurwerk bleek een goed Duits ras leverbaar tegen aanvaard
bare prijs. Het Konsulentschap en de Maiskring Beckum ver
wachten dat de teelt van veldbonen dankzij de gunstige erva
ringen in Hengelo, vrij snel algemeen wordt.
VOGELS VLIEGEN de hele dag rond om voedsel te zoe
ken. Tijdens de zaaiperiode is er meestal voldoende te vin
den. Boven de grond liggende erwten, tarwe- en gerstekor
rels trekken van ver de vogels aan. Door te zorgen dat er
geen zaaizaad wordt gemorst en door niet op maar in de
grond te zaaien, is veel vogelschade te voorkomen. Als u de
gewassen gelijkmatig en voldoende diep zaait, gaan de vo
gels uw land voorbij en is de opkomst van de planten beter.
BIJ EEN BOUWPLAN van 50% granen, 25% suikerbieten
en 25% aardappelen is er met het gebruik van losse kunst
mest, wanneer deze per 100 kg f 2,— goedkoper is,
f 16,— per ha te verdienen. Maar weet wel waar u aan
begint. Losse kunstmest is veel moeilijker te doseren, omdat
u de "maat" van 50 kg per zak kwijt bent. Kunstmest
strooien, is precisiewerk en een fout van maar f 16,— is
snel gemaakt. Pas op dat de zuinigheid de wijsheid niet
bedriegt.
STEEDS KOMEN er berekeningen in de vakbladen dat
alles groter moet worden. Dat zijn mooie kreten, waar qen
boer met een normaal bedrijf niets aan heeft. A Is uw be-
drijfsoppervlakte dit jaar hetzelfde blijft, dan is het belang
rijk om goed aandacht te besteden aan de uitvoering en
verversing van wat u heeft. Pas op voor verruwing van uw
bedrijfsvoering, want dat kost alleen maar opbrengst en dus
inkomen.
DUIST OF "WINTERGRAS" is een lastig onkruid. Er
zijn gelukkig vele goede middelen om grasachtige onkrui
den zoals duist te bestrijden. Wilde haver us praktisch
verdwenen, maar of duist ook verdwijnt, is nog de vraag.
Eén overgebleven duist pol levert weer duizenden zaden voor
de toekomst. Laat uw aandacht niet verslappen. Duist op uw
bedrijf krijgen is erg eenvoudig, maar om duist volledig weg
te krijgen is bijna onmogelijk.
DE OPTIMALE stikstofgift voor suikerbieten is 260 kg
per ha - 1.4 x de stikstofvoorraad van de grond. Wilt U een
voorbeeld: bij een N-voorraad van 70 kg in de bodem heeft u
dus nodig 260 kg N - 70 x 1.4 f 98 kg) 162 kg N. U
moet dus per ha 162 kg bij strooien. De stikstofvoorraad in
de grond is alleen te bepalen door een grondonderzoek op
stikstof.
VOORAL LAAT ingezaaide graslandpercelen staan er
beroerd bij. Toch moet u zo snel mogelijk beslissen tussen
opnieuw inzaaien of laten liggen. Wanneer U voor laten
liggen kiest, moet u zo snel als de grond het toelaat stikstof
strooien. Daar laat ingezaaide percelen ook nog meer last
van opvriezen hebben, is goed aandrukken met een rol
noodzakelijk.
JAARLIJKS WORDT bepaald wanneer de grond vol
doende warm is om te beginnen met het strooien van stikstof
op grasland. Volgens verwachtingen zal dit voor onze streek
rond 25 maart het geval zijn. U begrijpt wel dat dit op hogere
of lagere grond wel wat verschil maakt. Door hiermee re
kening te houdenkunt U vrij nauwkeurig vaststellen wan
neer u met stikstof strooien kunt beginnen.
WANNEER VOOR DE winter het onkruid in uw grasland
niet is bestreden, zal het nuttig zijn om al de peécelen gras
land eens goed te bekijken op onkruid. Van alle niet gespo
ten percelen is zeker op 70% een bespuiting rendabel. Het is
wel hoge Jijd, maar nog niet te laat als u nu direkt de
loonspuiter opdracht geeft het grasland tegen onkruid te
spuiten. De muur is weer volop aan de groei.
DE KA L VEROPFOKKER die meent zijn kalveren goed te
doen door ze langer kunstmelk te geven dan nodig is, zit
goed fout. Bij een gewicht van 75 kg en een leeftijd van 8
weken moet met de melk gestopt worden. In de praktijk gaat
men nogal eens verder door. De pens- en darmontwikkeling
komt dan onvoldoende op gang. Dit heeft darmstoornis en te
weinig ruwvoeropname tot gevolg.
HOE LAGER HET droge stofgehalte, hoe meer kilo
grammen de Bieren kunnen opnemen. In de praktijk hoort
men wel de opmerking dat mais met een hoog droge stofge
halte minder goed wordt opgenomen. Bedenk wel dat de
dieren hiervan minder nodig hebben dan van een produkt
dat meer water bevat. Weet ook dat leidingwater goedkoper
is dan het water dat U aankoopt in een ruwvoergewas.
WANNEER U de loonwerker opdracht geeft om een on-
kruidbestrijding uit te voeren in grasland of mais, is het voor
hem belangrijk, maar meer nog om een goed resultaat te
krijgen, dat hij weet wat voor onkruiden voorkomen. Di
verse onkruiden vragen een ander onkruidbestrijdingsmid
del. Een abonnement op het waarschuwingssysteem en een
goed overleg met uw Joonspuiter kan veel ongenoegen
voorkomen.