S QHK Suikerbieten kontraktenstelsel een "flop" Het wordt een laat voorjaar Een droge maart is goud waard! Wintervastheid van wintertarwe is gunstig Nog geen onrustige voorjaarsstemming w We schrijven halverwege de tweede week van maart. De win tertarwe is gelukkig weer groen geworden in Noord-Beveland. Het ruikt naar het voorjaar. Zaaien en poten is echter voorlopig nog niet aan de orde. We zijn in het zuidwesten in tegenstelling tot het noorden wel gespaard gebleven voor de stuifsneeuw en daaropvolgende wateroverlast in de dooiperiode. Maar de re genval dit weekend heeft waarschijnlijk toch weer een groot deel te niet gedaan van de - dank zij de vorst en droge dooi - goede struktuur van de grond. De eerste uitslagen van het stikstofonderzoek in het bodempro fiel zijn binnengekomen. Ze wijzen op toe te dienen giften, die aanmerkelijk hoger zijn, dan we de laatste jaren gewoon zijn. Dat komt - in het licht van de toch niet overdreven hoge regen- valcijfers in de winter - wat vreemd over. Klopt hier toch wel de theorie met de praktijk?....? Voor het tweede jaar in suksessie dreigt de toepassing van het suikerbietenkontraktenstelsel een "flop" te worden. Die telers, die op grond van hun eerste toewijzing gereklameerd hebben - en dat is de helft van het totaal! - verkeren voorlopig nog steeds in het ongewisse. Het wordt voor velen weer bieten zaaien, zonder te weten waar men aan toe is. Een ergerlijke gang van zaken. Deze zoveelste frustratie bij de uitvoering van het kon traktenstelsel roept de vraag op, waarom de meest voor de hand liggende - en gewoonste zaken, (als: a. het meerjarig bouwplan als referentieperiode en b. de geleverde kilogrammen suiker als referentiehoeveelheid) zo ongewoon en totaal misvormd naar voren komen in de uiteindelijke spelregels en voorschriften. Wie heeft hier eigenlijk de beslissingen over genomen: de telers? Of de industrie?! Het stinkt weer erbarmelijk naar uien aan onze dijken en dre ven. We gunnen de schapenhouders dit goedkope voer; maar het is wel de geur van een verschrikkelijk slechte markt. An dermaal worden grote verliezen geleden door de telers van dit vrije produkt. Of dat andere vrije produkt, de aardappelen, deze verliezen (èn de tekorten - 30% - op de Brusselprodukten) nog goed kan maken, is zeer twijfelachtig. Voor wat betreft die prijsontwik keling leven we eveneens dichter bij "vrees" dan bij "hoop". Alom wordt schande geroepen over de EEG-voorstellen. Zelfs wordt (eindelijk....!) gekonstateerd dat de akkerbouw - wede rom - verreweg het slechtste wegkomt. Blijft het daarbij....? Of gaan we ons werkelijk samen kwaad maken? Het wordt meer dan "tijd dat we wakker worden uit ons apathisch fatalisme! Waarom is het vertrouwen in de minister nog niet opgezegd door onze voormannen; en zijn ze het parlement nog niet op de nek gesprongen...? Waarom wordt dat ene punt, waar het om draait voor de ne- derlandse zelfstandige boer (veel meer nog dan om de Brussel- prijzen): een drastische herziening van het fiskale systeem ten gunste van de landbouw; waarom wordt dit punt om te begin nen niet als dreunende eis op de regeringstafel in Den Haag gelegd De maartse buien zorgen ervoor dat in West Zeeuws-Vlaande- ren met het voorjaarswerk nog slechts een begin is gemaakt. Zo hebben enkelen kunstmest uitgestrooid. Het weer blijft nat en dat is ook wel aan de doorweekte bouwvoor te merken. Op de slecht ontwaterde percelen komen plassen voor. Geen goed vooruitzicht voor zaaitijd en opbrengst. Wat opbrengst betreft: die blijft bij laat zaaien altijd achter voor de meeste gewassen. Proeven hebben dit, evenals praktijkervaring allang bewezen. Tijdens een kwakkelvoorjaar wordt ook vaak te vroeg begonnen en dus geknoeid. Dit kost nog meer opbrengst. Nu zouden lage opbrengsten best wel eens tot betere prijzen kunnen leiden. (Laten we hopen!). De eerste uitslagen van het stikstof-voorraadonderzoek zijn te rug. Vooral na laat geoogste bieten is de stikstofvoorraad erg laag. Het blijkt dat zo ongeveer 30 tot 40 kg stikstof minder aanwezig is dan de laatste jaren het geval was. Op vrijwel alle percelen zal dus meer moeten worden gestrooid, wat de kosten per ha met zo'n 40 gulden extra verhoogt 1%). Zij die al stikstof op enkele percelen hebben toegepast hebben dit niet kunnen voorzien en zullen er goed aan doen dit aan te passen. Het nut van stikstofvoorraadonderzoek wordt hiermee eens te meer bewezen. In enkele berichten werd gesuggereerd als zou er geen winter tarwe verloren zijn gegaan. In ons gewest zijn enkele percelen tarwe met buitenlandse tarwe al een paar weken geheel dood, of vertonen met de dag een slechtere stand. Ook op verschillende andere percelen hebben de nachtvorsten van begin maart de stand doen verslechteren. Op enkele percelen zijn mede wegens piasvorming gedeelten met tarweplantjes weg. Tarwetelers die aan plantentellingen doen ervaren dat veelal nu veel minder planten voorkomen dan voor de winter het geval was. Een paar percelen werden reeds tijdens de nachtvorsten met zomertarwe heringezaaid. In het algemeen is ook het wortelstelsel flink be schadigd en we vragen ons af of hieruit wel een goed gewas kan voorkomen. Een oud spreekwoord, wat niet alleen in De Kempen weerklank zal vinden. Zelden zal het gebeuren dat er een winter passeert waarin zo weinig landwerk mogelijk is geweest als in dit afgelopen seizoen. Zelfs kunstmeststrooien is nog onbegonnen werk. Waren we blij met 'n geleidelijke dooi, waardoor we hier toch betrekkelijk weinig nadeel van het dooiwater hadden ondervonden. De re genval van de laatste dagen heeft het land zo nat gemaakt, dat op dit moment iedere bewerking uitgesloten is. Zelfs de hoge akkers vertonen grote plassen. Zou er met ondergronden hier en daar nog iets te verbeteren zijn? De gewijzigde waterhuishouding na de ruilverkaveling, laat zich thans nog voelen en is onder deze omstandigheden makkelijker te herkennen. Mij overkwam het op een perceel dat er hoog en droog uitzag zo maar weg te zakken. -Het bleek de plaats te zijn waar zeven jaar geleden een sloot bestond! Het oude euvel, van hier en daar een duiker verstopt, blijkt ook nog wel eens het geval te zijn. Als kleine jongen vond ik dat al een leuk werkje om daar aan te prutsen, 't Geeft een machtige voldoening als je zo'n kolkende water-massa ineens ziet verd wijnen. Onmiddellijk daalt het hele water-peil in zo'n sloot en daar is het toch om begonnen, al zullen we het nu niet altijd voor de lol doen, terecht het grote nut er van inzien. Voorzover dit al niet gebeurd is, valt er niet meer te doen dan te zorgen dat zaai en pootgoed binnen is, of in ieder geval besteld is. De machines klaar staan en zon en wind zullen thans het belangrijkste werk moeten doen. Voor velen zal het een waar genoegfen zijn als cultivator en ploegschaar de mais-stoppel van 1978 kan doen sneuvelen. Er staat nogal wat van die stoppel, punten als soldaten in 't gelid, precies zoals er in de herfst geoogst is. Dan te bedenken dat we onder normale weer-omstandigheden graag de groene plantjes van de nieuwe oogst weer zo netjes in het gelid zouden zien staan! Hopelijk ronken de trekkers op 't land als deze letters u onder ogen komen, 'k Zou me kunnen voorstellen dat ze dan een keer niet gelezen zouden worden. De laatste weken hebben we nogal wat regen gehad op Zuid- Beveland. Uitrijden om te gaan zaaien is er nog niet bij. Nog duidelijk afwachten, eerst de grond voldoende droog laten worden. Langzaam maar zeker kunnen we tot de konklusie komen dat de wintertarwe de langdurige vorstperiode goed heeft overleefd. De wintervastheid van de huidige rassen in het totale tarwea- reaal is nogal wat gunstiger als een tiental jaren terug. Wat we nu aan wintertarwe verliezen zal duidelijk beneden de 1% blijven en de totale schade is dan ook eigenlijk te verwaarlozen. Ver schillende percelen beginnen al aardig groen te worden, de stand van de wat later gezaaide percelen is op dit moment wat minder, maar zal geen problemen meer geven. Alles bij alles is het totale beeld van de wintertarwe nu toch wel als een duidelijke meevaller van de natuur te beschouwen. Over het algemeen is men minder tevreden over de bedrijfsre sultaten. De prijzen van aardappelen en uien blijven duidelijk te laag. Ondanks dat vele bedrijfskosten langzaam maar zeker, toch nog steeds een stijging laten zien is het voor de akkerbou wer een grote tegenvaller dat geen enkele stijging in de prijzen van de gegarandeerde produkten te verwachten is.. Voor vele ondernemers in de akkerbouw een onprettige situatie. Thans blijkt ook nog eens dat de eerste cijfers over de hoeveelheden N in de grond danig tegenvallen. Het komt er op neer dat we niet zoals eerder verwacht werd zuinig met N moeten zijn. Een gift van 30 a 50 kg zullen we in vele gevallen extra moeten geven om het goed te maken. Weer al zó'n tegenvaller. Meer en meer hoort men de verwachting uitspreken dat we toch met een daling van de oppervlakte suikerbieten te maken zullen krijgen. Hoeveel dat zal zijn zal de tijd wel leren. Ditzelfde geldt toch ook voor de zaaiuien. De graslanden beginnen ook wat van kleur te veranderen; ten opzichte van andere jaren is er een duidelijke achterstand wat de ontwikkeling betreft. Niet te lang wachten om de N te geven zal wel nodig zijn om de groei op gang te helpen. We zitten nog volop in de maartse buien. OpWalcheren kunnen we nog rustig onze plannen overdenken. Er is nog weinig van een onrustige voorjaarsstemming te bespeuren. Bij het raadple gen van 't neerslagstaatje zien we dat t in eerste periode van deze maand bijna evenveel geregend heeft als de vorige hele maand februari. De vorst wordt er wel grondig afgespoeld. Vooral op vrijdag 9 maart viel de regen gestaag neer. Op deze dag hadden velen gehoor gegeven aan de uitnodiging van de Walcherse kringen van de landbouworganisaties om gezamelijk het rapport "Walcheren Daarheen" te bespreken, 190 land bouwers, tuinbouwers en veehouders, enkelen met hun dames en vertegenwoordigers van diverse diensten en instellin gen waren aanwezig. Door Ir. M. Sanders, H.I.D. Bedrijfsontwikkeling in Zeeland, werd gesteld, dat gezegd mag worden "Walcheren in beweging" (toen ging het licht uit). Hij schetste de positie van de land- en tuinbouw en veehouderij in ons gebied en de verschillende mogelijkheden die er voor de agrarische bedrijven zijn te over wegen. Er is veel aan de oppervlakte kultuurgrond geknabbeld in Walcheren. De laatste 16 jaar 1980 ha ofwel 12 xh% van de totale oppervlakte, hoofdzakelijk voor stads- eri dorpsuitbrei dingen. Hij sprak zich uit voor een aangepaste verkaveling. Ir. L. Eelkema, H.I.D. Landinrichting in Zeeland, schetste de verschillende aktiviteiten die bij een ruilverkaveling te berde komen. Waterbeheersing en wegen hebben nu al extra aandacht door de beherende instanties. Deze hebben nu al maatregelen genomen om tot de gewenste resultaten te komen. Kavelver groting- en koncentratie is een belangrijk probleem, evenals de vorming van een grondpot. Rekening zal moeten worden ge houden met het streekplan "Midden-Zeeland". Wanneer tot een ruilverkaveling zal worden besloten zal het nog heel wat tijd vergen alvorens men op het landelijk voorbereidingsprogram ma zal worden geplaatst. Bij de diskussie werden verschillende facetten van de agrarische problematiek in ons gebied door diverse personen nog eens meer of minder uitvoerig belicht. Vooral de vertegenwoordigers van de tuinbouw hebben zich duchtig geweerd en pleiten voor projektvestiging glastuinbouw op Walcheren. Hen werd mee gedeeld dat het tuinbouwbedrijfsleven zelf hiervoor aandrrang in Den Haag zal moeten uitoefenen. Verzocht werd ook om verlaging van de normen bij inschakeling van de Grondbank, aangepast aan de Walcherse omstandigheden. Ook hier werd gezegd dat het bedrijfsleven zelf aktie moet voeren. Overigens verwacht men hiervan weinig kans op resultaat. Aan het slot besloot de vergadering unaniem gezien het voorstel van enkele aanwezigen de kringbesturen op te dragen nadere voor bereidingen te treffen, gezien de konklusies in het rapport "Walcheren Daarheen" om te komen tot een aanvraag om op het voorbereidingsprogramma te worden geplaatst. De kom missie die het rapport "Walcheren Daarheen" heeft samenges teld werd bedankt voor het belangrijke en vele werk dat er aan is verricht. Vastgesteld werd dat'de taak van de kommissie hier mee is beëindigd. We dachten dat er op deze vergadering een besluit is genomen dat ons gebied weer een stapje dichter brengt bij het uiteindelijke doel namelijk betere externe omstandighe den voor de agrarische bedrijven op Walcheren. INI u de vorst weer voorbij is hebben we regen bij de vleet. Bij de droge opdooi lag de grond kruimelig en gezond, maar de verslemping neemt nu wel erg hard toe. Her en der zien we grote plassen verspreid over de percelen en toch werkt de drainage prima. Per dag wordt er door de gemalen heel wat water afge voerd en dat is een heel goede zaak. Van de andere kant is het jammer, dat we dat zoete water de polders moeten uitpompen, want plaats voor tijdelijke opslag is er niet. Momenteel werkt deze verdunning met schoon water de waterzuivering in de poldersloten in de hand. Straks als de gewassen boven de grond staan en in de droge maanden wanneer de verdamping het grootst is, dan hebben we zoet water nodig. Opslag van zoet water in grote boezems zou daarom gewenst zijn. Lage gedeel ten in onze polders zouden door uitdieping daarvoor misschien wel geschikt te maken zijn. Een berekening in deze geest qiia berging, beregening, doorspoeling en waterzuivering zou beslist de moeite waard zijn. V oor de wat haastige kollega's is de regenval thans misschien wel een grote streep door de rekening. Toch menen we, dat voor de wintertarwe dit weertype beter is dan" felle zon met scherp schraal weer. Het losse tarweland wordt nu vaster en de nog in ontwikkeling zijnde kroonwortels komen beter aan de groei. Grote verschillen ondergronds konstateren we en deze zijn dui delijk toe te schrijven aan de zaaidata en tevens aan de voor vrucht. Na de voorvrucht aardappelen mankeert er wat meer aan de water- en luchthuishouding van de grond in de boven laag. De vorst is deze winter toch wel streng geweest, maar schijnbaar nog niet fel genoeg om de gefreesde- en uitgezeefde grond weer geheel gezond te maken. Zeer goede voorvruchten zijn karwij, koolzaad, graszaad en lucerne en dat is nu pas op het tarweland ook duidelijk te zien. Tegenwoordig beschikken we over een groot aantal typische bodemherbiciden welke vaak selektief werken. Selektief kun nen we ook vertalen in "keuze-makend" en dat wil zeggen, dat het gewas gespaard wordt, maar jammer genoeg ook bepaalde onkruidsoorten. In de wintertarwe zien we nu al kleefkruid staan wat de dans is ontsprongen en wat dit voorjaar met een ander middel gespoten zal moeten worden. De meeste bodem herbiciden werken voornamelijk via de wortels en hun slechte oplosbaarheid verklaart hun lange werking. Op vochtige en fijne grond werkt het middel het beste en daar heeft het vorige herfst juist aan ontbroken. T ijdens de langdurige vorstperiode heeft het middel min of meer in de ijskast gelegen en nu door de vele regen en.de hogere temperaturen verwachten we nog een felle nawerking van de toegepaste bodemherbiciden met als resultaat een schoon gewas wintertarwe. Bij een verder oplopen van de temperatuur vindt een verdere afbraak van de bodemherbiciden plaats en zo mo gen we dus dankbaar zijn, dat de regenval ons in dit stadium te hulp komt. Over voorlichting heeft een boer tegenwoordig niet te klagen. Deze winter was het soms wel eens wat te gek en als men alles wilde bijhouden, dan was men nooit meer thuis. Firma's, ban ken en fabrieken zijn ook al met een voorlichtingspakket in hun programma begonnen. Op den duur wordt een boer zijn hoofd te klein om al die kennis in op te slaan. Een kleine komputer zoals in de veehouderij gebruikt wordt kan op den duur mis schien uitkomst bieden. In de landbouw is ieder jaar anders en de omstandigheden te velde hebben we niet in onze hand. In de dienst van de "Bidstond voor 't gewas en arbeid" hebben we er als gemeente bij stilgestaan waarom en waarvoor we bezig mo gen zijn en er daarna van gezongen. "Niet voor schuren, die niet duren, gaaft Gij vruchtbaarheid, maar opdat op aarde, in uw goede gaarde, niemand honger lijdt."

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 5