KNLC KOMMENTAAR Walcheren kiest koers! I n de resolutie die leidde tot het bovengenoemde besluit werd verder nog opgemerkt dat de mogelijkheden tot verbetering van de achterblijvende bedrijfsstruktuur niet zo enorm groot zijn. Toch bieden de eindkonklusies van het rapport Walcheren Daarheen duidelijk richtlijnen waarlangs op de meest effektieve manier de situatie verbeterd kan worden. I r. M. Sanders de Hoofd Ingenieur Direkteur van de Bedrijf sontwikkeling in Zeeland, zei in een inleiding vooraf dat hij eveneens van mening was dat een verkaveling voor het gebied een duidelijke verbetering zou kunnen betekenen. Maar zo voegde hij hieraan toe, zo ver is het nog niet. Pas als er een verkavelingsplan ontwikkeld is zal van Walcheren weer een uitspraak worden gevraagd. Dan zal blijken of het plan aksep- tabel is en dat veel misverstanden, die nu soms voor. wat onge rustheid zorgen, ongegrond bleken. De beide rapporten hebben duidelijk aangetoond dat er iets moet gebeuren op Walcheren, we kunnen het niet laten zo als het is. We moeten verder, en daarbij is veler hulp en inzet nodig; Ir. Sanders toonde zich optimistisch voor wat betreft de mentaliteit van de Walcherse agrariërs, die hij aan de hand van de reakties kenschetste als een I n een openingswoord, zei de kringvoorzitter van de Z.L.M., de heef S. de Visser, o.a. dat stilstand in de agrarische bedrijfstak achteruitgang betekent en dat we daarom dus verplicht zijn voor onze gezinnen, onze bedrijven en de na ons komende generatie ons strijdbaar op te stellen. Dat zal worden gedaan, niet met een negatieve gedachtenvorming, niet met een gevoel van onmacht, maar vast van plan onze positie veilig te stellen en te verbeteren, gelovend in de eeuwenoude uitspraak "Willen is kunnen". E erder wees ir. Sanders er op, dat de Walchenaar positief staat tegenover de mogelijkheden om te komen tot 'n gezamenlijke aanpak om de bedrijven via samenwerking te vergroten. 34% van het aantal Zeeuwse aanvragen voor samenwerkingsver banden komt uit Walcheren, dat naar oppervlakte maar 10% omvat, en dus relatief ruim drie keer zoveel aanvragen leverde. Ook de Walcherse veestapel mag er zijn ondanks het feit dat er veel koeien zijn verdwenen. De kwaliteit is goed, Walcheren loopt landelijk in de voorste rij met 5532 kg melk, 4.00% vet, 3.37% eiwit en 1310 vet-eiwit g/dag. B egin deze maand is de Nota bedrijfsgrootte en produktiebe- heersing van minister Van der Stee uitgekomen. Daarin wordt een aantal uiterst aktuele zaken behandeld. Met name waar het gaat om ongewenste ontwikkelingen in de intensieve veehouderij te voorkomen. Ik vind dat de minister met name op het punt van de vestigingsproblematiek en de bedrijfsgrootte een goed en realistisch werkstuk op tafel heeft gelegd. Met een vestigingswet voor de intensieve veehouderij, waarbij alleen ondernemers wor den toegelaten die hun hoofdberoep in de landbouw uitoefenen en ook het ondernemersrisiko grotendeels dragen, kunnen wij instemmen. Terecht ziet de minister daarnaast een bedrijfs- grootte-regeling niet zitten. Hier zou men vooral moeten trach ten de investeringssteun zoveel mogelijk op de middelgrote en kleinere bedrijven te richten. Een soort ontmoedigingsbeleid voor zeer grote bedrijven dus. \V// Gesprek minister-president met dagelijks bestuur Landbouwschap Veel boerenbelangen in het geding Produktie-regeling tegen uievlieg en kroef THYTOSOL De agrariërs op Walcheren hebben vorige week geza- melijk hun koers bepaald ten aanzien van de toekomst van dit gebied, dit naar aanleiding van aanbevelingen die wer den gedaan in het rapport Walcheren Daarheen, wat weer een antwoord was op het eerder verschenen rapport Wal cheren Waarheen? De landbouworganisaties van de Z.L.M. en de C.B.T.B. kunnen nu aan de gang gaan om de mogelijkheden te onderzoeken die kunnen leiden tot een realisering van een aangepaste verkaveling van het gebied. Eerder, nu zo'n 20 jaar geleden werd het gebied al verkaveld volgens de toen geldende normen. Door allerlei oorzaken zijn de voordelen van toen nu hier en daar door veranderende omstandighe den achterhaald. Het was vorige week een belangrijke stap voor de Wal- cherse agrariërs, maar het betekent een eerste aanzet tot de verbetering van de produktieomstandigheden en het boereninkomen. Er werd o.m. op gewezen dat in de toe komst de eensgezindheid onder de Walcherse agrariërs van groot belang is bij het realiseren van de plannen. In een eerder aangenomen resolutie werd er met klem aange drongen op wijzigingen in de normen die de Grondbank 5telt. Bij de huidige richtlijnen biedt de Grondbank voor een gebied als Walcheren maar heel weinig perspektief. Goede mentaliteit Korige week hebben wij geschreven over onze verwach tingen ten aanzien van het resultaat van de aanvaarding van het rapport Hofstra op de winstberekening van landbouw bedrijven. Hierop willen wij nog nader ingaan. Leidend motief van dit rapport over inflatieneutrale belas tingheffing is, dat eerst sprake kan zijn van winst, indien de toename van het vermogen groter is, dan nodig van de instandhouding van de koopkracht van dit vermogen. Daartoe wordt het eigen vermogen op de beginbalans ver hoogd met een inflatiepercentage wat elk jaar moet worden vastgesteld. Als de vermogens op de begin- en eindbalans worden ver geleken worden schijnwinsten geëlimineerd. De opwaardering van de activa vindt slechts plaats voorzover zij met eigen vermogen zijn gefinancierd. O mdat het praktisch onmogelijk is vast te stellen welke activa met eigen vermogen en welke met vreemd vermogen zijn gefinancierd wordt een vaste volgorde vastgesteld voor de opwaardering van de activa. Deze volgorde is alsvolgt voorgesteld: IVrijgestelde vermogensbestanddelen 2. Voorraden 3. Onderhanden werken 4. Duurzame produktiemiddelen met een levensduur korter dan 10jaar 5. Duurzame produktiemiddelen met een levensduur langer dan 10 jaar 6. Beleggingen De opwaardering van de activa vindt plaats met het vast gestelde inflatiepercentage. Of de werkelijke prijsveranderingen overeenkomen met het vastgestelde inflatiepercentage speelt voor de inflatieneu trale belastingheffing geen rol. De bedoeling is dat, indien opwaardering van de activa mogelijk is, dat zo spoedig mogelijk in de winstberekening tot uitdrukking te doen komen. duidelijke drang om de landbouw verder op weg te helpen. Als die wil er is dan zal er ook zeker een weg worden gevonden om het doel te bereiken. In ieder geval is nu de koers op papier uitgezet, zei de H.I.D. voor de Bedrijfsontwikkeling. De gewone boerenwerkzaamheden gaan inmiddels ook door en hij sprak zijn hoop uit, dat tegen het volgende vergaderseizoen vorderin gen in bestek en tekening getoond kunnen worden. Belangstelling voor samenwerking Ir. Sanders wees er ook nog op dat men niet altijd alleen maar in getallen moet denken. Een boer die 100 koeien heeft met een produktie van 4000 kg per koe, heeft een gelijk inkomen als de boer die maar 40 koeien heeft met een gemiddelde produktie van 6000 kg melk. Hij gaf de aanwezigen voorts de suggestie om als alternatief voor de vleesveehouderij eens te denken aan de paardenopfok. Voorts merkte hij nog op dat groep bedrijfshoofden boven de 50 jaar zonder opvolgers ook op Walcheren van betekenis is. Als zij hun bedrijf beëindigen en als er door de maatschappij minder aanspraken op de landbouwgronden gedaan wordt door ver minderde groei, dan zal ook in de toekomst hierdoor nog een zekere natuurlijke vergroting van de bedrijven plaats vinden. Ir. L. Eelkema, de H.I.D. voor de landinrichting in Zeeland wees er op dat het wegen en waterlopen plan gehandhaafd kan blijven wanneer het tot een beperkte ruilverkaveling zou komen, waardoor er voor dit doel nauwelijks grond nodig zal zijn. Overigens drong ir. Eelkema wel aan op verbetering van de traces. Verder merkte hij op dat schade aan beplanting zoveel mogelijk voorkomen dient te worden. Willen is kunnen at onze speciale aandacht verdient is de voorgestelde opheffing van de landbouwvrijstelling voor waardeverande ringen van onroerende goederen. Als de voorstellen worden aanvaard zal er een éénmalige opwaardering van de grond plaatsvinden. Dit gebeurt echter alleen indien en voorzover de boekwaar de van de grond op het moment van herwaardering, het monetaire saldo te boven gaat. Gezien de lage waarde waarvoor de grond over het algemeen op de fiskale balans voorkomt en de eis dat de boekwaarde op het moment van herwaardering het monetaire saldo te boven moet gaan is van deze opwaardering geen of althans weinig soulaas te verwachten. Wij hebben de term monetair saldo gebruikt en aangezien dit een begrip is dat in het rapport wordt omschreven zijn wij U deze verschuldigd. De monetaire activa"als daar zijn: Kas, bank en girosaldi vermeerderd met vorderingen en dit gezamenlijke bedrag verminderd met de "monetaire passiva", te weten: de schulden, vormen door aftrek het monetaire saldo. ij zijn ervan overtuigd dat de inhoud van dit stukje voor velen erg teleurstellend zal zijn. De begrippen zijn moeilijk, het probleem zeer ingewikkeld en het resultaat naar onze verwachtingen negatief. A Is wij daaraan nog toevoegen de te verwachten hoeveelhe den werk en de op te lossen problemen die aan de invoering van' de inflatieneutrale belastingheffing verbonden zullen zijn, zal het duidelijk zijn, dat wij invoering van dit stelsel voor de landbouw niet positief beoordelen. Paauwe Het dagelijks bestuur van het Landbouwschap heeft donder dagmorgen gesproken met minister-president Van Agt en mi nister Van der Stee van Landbouw en Visserij. Het onderhoud vond plaats met het oog op de Europese Raad van 12 en 13 maart a.s., waar mogelijk ook de landbouwvraagstukken aan de orde komen. Het Landbouwschap gaf een uiteenzetting van zijn standpunt inzake de monetair-kompenserende bedragen (mcb's), de landbouwprijzen en het zuivelbeleid. Bij de minister-president bleek begrip te bestaan voor het standpunt van het Landbouwschap, dat de te nemen beslissin gen in ieder geval niet mogen leiden tot een aantasting van de inkomenspositie in de land- en tuinbouw. Overigens waren beide partijen het er over eens, dat voor een verhoging van de landbouwprijzen beperkte mogelijkheden bestaan, zij het dat het Landbouwschap deze mogelijkheden ruimer acht dan het kabinet en vasthoudt aan een prijsverho ging van 2 a 4%. Tijdens het gesprek gaf minister Van der Stee een nadere toe lichting op het dinsdag jl. in Brussel bereikte akkoord over de problematiek van de rncb'^. Evenals de minister is het Land bouwschap teleurgesteld over het feit, dat een akkoord uit eindelijk slechts tot stand kon komen door een besluit tot deva luatie van de zgn. "groene munten" van Frankrijk, Italië, het 13 e laatste weken komen er van vele kanten ontwikkelingen op de land- en tuinbouw af, die het nodig maken alle hens aan dek te roepen om te zorgen dat de belangen van onze leden niet ge schaad worden. In de eerste plaats zijn er natuurlijk de Brusselse markt- en prijsbesluiten voor het komende oogstjaar. De diskus- sie daarover heeft wel duidelijk gemaakt dat wij de Kommissie- voorstellen als georganiseerde landbouw niet pruimen. Onze mening is voor een deel door minister Van der Stee overgenomen, zoals de grootte van het B-quotum voor suiker en de melkheffing. Vorige week hebben we voorts als dagelijks bestuur van het Landbouwschap bijna twee uur met de minister-president ges proken en hem onze mening weergegeven. Dit mede met het oog op een eventueel aan de orde stellen van de landbouwproblema tiek in het Europese topberaad. Maar ook voor het geval we nog eens op de nationale overheid zouden moeten terugvallen. Na tuurlijk is er ook over de besluitvorming op monetair vlak ges proken. Met deze besluiten kunnen wij ons grotendeels vereni gen. Zeker nu zwart op wit is gesteld dat afbraak van de mcb's niet tot verlaging van de boerengarantieprijs mag leiden. Wel hebben we nog eens benadrukt dat de prijsverhoging in Frankrijk, Italië en Engeland via de daar plaatsvindende afbraak van nega tieve mcb's, niet mag leiden tot een aanvaarding van prijsbevrie zing voor het komende jaar in Brussel. Vooral vanuit akkerbouwkringen, maar toch ook van de zijde van vele veehouders, is terecht duidelijk gemaakt dat ondanks alle mooie theoretische berekeningen de kostenstijgingen doorgaan. Het zou dan ook onverantwoord zijn alleen op basis van (tijde lijk) goedkoper veevoer de prijzen maar op het oude niveau te handhaven. Met de weinig opwekkende vooruitzichten van het Brussels prijsgebeuren heb ik reeds nu gemeend in KNLC-verband, via onder meer het bijeenroepen van alle provinciale voorzitters, voorbereidingen te treffen voor wat ons straks te doen staat. Wij zullen dan ook zeker niet aarzelen onze Regering op haar natio nale verantwoordelijkheid van de inkomensontwikkeling van de boeren en tuinders te drukken. Blij zijn wij ook met de opmerking in de nota dat de wetgeving op planologisch, milieuhygiënisch of veterinair gebied slechts ge bruikt kan worden voor het doel waarvoor zij is tot stand ge bracht. Met andere woorden geen oneigenlijk gebruik om puur landbouwpolitieke doeleinden te bereiken. Het hele hoofdstuk over de produktiebeheersing is wel wat erg toegeschreven naar een afwijzing van de contingentering voor melk onder de huidige Brusselse verhoudingen. Ik had hier toch wel een wat bredere visie verwacht. Ook al is het te begrijpen dat de minister natuur lijk zijn onderhandelingspositie in de gaten moet houden. O ok op het terrein van de grondpolitiek komt er weer werk aan de winkel. Het voorstel "Voorkeursrecht Gemeenten" ligt er al. De Wet Vervreemding Landbouwgronden ligt bij het Kabinet. Uiteraard zullen we beide wetsontwerpen diepgaand in onze kring bestuderen. Ik wil nu wel al stellen dat we van deze regering toch op z'n minst een wetsontwerp Vervreemding Landbouw gronden verwachten wat voor de praktijk aanvaardbaar en werk baar is. En dat gold zeker niet voor het Voorontwerp van minister Van der Stee. LUTEIJN. Verenigd Koninkrijk en Ierland. Een besluit dat nu los is komen te staan van de nog te nemen algemene prijsbeslissingen. Naar het oordeel van het kabinet en het Landbouwschap vor men de mcb-problemen welke voortvloeien uit de monetaire instabiliteit een bedreiging voor het goed funktioneren van de gemeenschappelijke markt van agrarische produkten. In dat licht bezien werd een spoedige inwerkingtreding van het Euro pese Monetaire Stelsel (EMS), welke na de laatste Raad van Landbouwministers mogelijk is geworden, door beide delega ties toegejuicht.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 3