ft" J'J' 'ij/t r Positie van Nederlandse Golden Delicious wordt steeds ongunstiger D ie twee genoemde rassen zijn wat de teelt betreft in ons land niet of slechts matig op hun plaats. De Granny hoort hier kli matologisch niet thuis, de Golden kan kwalitatief eigenlijk ook niet goed mee. TUIN fe BOUW ff KEN Zit er in plastik-folie bedekking perspektief? Goede snoei nodig voor kwaliteitsfruit Waar het met onze Golden om gaat Met de intrede van de lentemaand, zijn in ons Thoolse distrikt de jaarvergaderingen van de plaatselijke Z.L.M.-verenigingen weer op één oor na gevild. Met verschillende inleiders is zo weer het één en ander toegelicht en besproken, en hopelijk heeft iedere belangstellende, er naar behoefte iets van opgestoken. De op tv.ee verschillende afdelingen besproken uitslagen, van de plastik bedekking op vroege aardappelen, heeft bij de vroege telers wel de aandacht getrokken. De op zeven verschillende praktijkpercelen genomen uitslagen, hadden uiteraard sterk verschillende resultaten, waarbij niet mag worden vergeten, dat drie percelen in de tweede week van maart gepoot zijn, en vier percelen in de eerste week van april, in verband met de weers gesteldheid. Op één na waren alle percelen tussen 8 en 22 juni geoogst, zodat dit nog ruim vóór de rooidatum, van 28 juni heeft plaatsgehad. Bezien wij nu het resultaat van gelijktijdig rooien met én zonder plastik bedekking, dan kon men vaststellen dat dit een verschil van 4000 kg produkt per ha bedroeg, met een prijs van ruim 1,00 per kg. De door de voorlichtingsdienst genomen proeven, met verschillende tijdstippen afnemen van het plastik, toonden aan, dat speciaal met warm weer, te lange afdekking het gewas teveei lijdt, wat zich niet meer herstelt na de afneming. Vanzelfsprekend komt met de kennisneming van deze gegevens, de vraag bij de vroege aardappeltelers op: kun nen wij^ op verantwoorde wijze, uitbreiding geven aan deze teeltwijze. Voorop gesteld moet worden dat men ruim 2000,— kosten p. ha. maakt, met tevens de meerdere zekerheid, van om de twee jaar vroege aardappelen te kunnen verbouwen. Om de kosten plus winst te kunnen behalen, moet het gewas beslist vóór 1 juli geoogst zijn omdat door het forceren het gewas vlug verouderd, en de groeikracht in juli sterk vermindert. Voor het oog is het geen mooi gewas, tegenover welke geen plastik be dekking hebben gehad, want deze staan in juli op zijn mooist met flinke groeikracht. Wanneer na plastik bedekking een flinke regenperiode optreedt, staat er al vlug veel water in de voren, veroorzaakt door de trekkersporen. Niet vergeten mag worden om vóór de afdekking een onkruidbestrijdingsmiddel toe te passen, want na de afneming van het plastik is sterk af te raden, om de ruggen nog met een grondbewerking te lijf te gaan, dit in verband met de zeer ondiepe beworteling van het gewas. Nu is iedere vroege aardappelteler vrij of hij met deze teeltwijze gaat beginnen, maar één ding moet hij zich wel voor ogen stellen, en dat is, dat de vroege teelt gemiddeld nog het best betaald wordt bij de primeurs. Men kan nu eenmaal eerst géén, voor het oog mooi gewas telen, met een flink beschot, want de prijzen gaan dan dikwijls te hard naar beneden. Vermoedelijk zal er dit seizoen wel door meerdere telers aandacht aan worden besteed om met deze teeltwijze te beginnen. De door sommigen geuitte vrees dat, wanneer zeer velen hiertoe zouden overgaan, het vet er wel weer vlug af zal zijn. Ons inziens hoeft men hiervoor niet zo bang te zijn, omdat deze teelt met zijn ekstra vroege rooïng, slechts is weggelegd voor telers die hierin véél ervaring hebben, en dikwijls nog voor een deel met handwerk uitgevoerd moet worden, waarbij de voorkieming van het pootgoed, nog steeds een zéér belangrijke rol speelt. Door de sterke mechanisering ook in de aardappelteelt, is de primeurteelt gebonden en ge houden, om zijn gewas een halve maand eerder beschikbaar te hebben. Wij zullen hopen, dat mede door het noeste streven van de initiatiefnemers van deze teelt, waarbij de folie-legapparatuur zelf moest worden gebouwd en verbeterd, tot blijvend nut mag zijn voor de Thoolse Avantis. Het ziet er echter dit voorjaar niet naar uit, dat er vroeg met het zaaien en poten begonnen kan worden, maar dit hoeft nog geen achterstand te betekenen. Wanneer met enkele flinke nachtvorsten de struktuur van de verslempte percelen nog wat verbeterd kan worden, is de tweede helft maart wel de gunstigste tijd om weer van start te gaan wat wij dan ook mede hopen. Aardappelteelt onder folie is werk voor specialisatie! O p 2 maart j.l. vergaderde de Tuinbouw kommissie van de Z.L.M. onder leiding van de "nieuwe" voorzitter, de heer J.A. Vogelaar. Er stonden een aantal belangrijke punten op de agen da. Speciaal werd aandacht besteed aan de zorgelijke periode van de Nederlandse Golden Delicious. Nadelen winter voor de tuinbouw O ok werd ingegaan op de nadelige gevolgen van de vorst en sneeuw in de laatste maanden. De bloementelers moesten flinke klappen inkasseren. Door stagnatie bij de afzet was er landelijk een omzetverlies van 40 miljoen, terwijl tevens de stookkosten vanzelfsprekend belang rijk hoger waren dan normaal. De groenteteelt in de volle grond had veel schade door bevriezen van de spruitkool, prei en de winterbloemkool. Laatstgenoemd gewas is vooral in Zeeland belangrijk. Op de veiling te Middelburg wordt b.v. normaal voor een half miljoen gulden winterbloemkool geveild en nu is er niets overgebleven. De witlofteèlt profiteerde van de groen- teschaarste. Ondanks groter aanbod als gevolg van areaaluit breiding was de prijs bevredigend. De glasgroenteteelt had te kampen met hoge stookkosten. De huidige opbrengstprijs van de sla en andijvie zorgt voor enige kompensatie. Zowel bij de bloemen als bij de groenten onder glas waren er problemen doordat stuifsneeuw soms de moderne regelappara- tuur onklaar maakte. Ook waren er storingen in de elektrici teitsvoorziening die aantoonden dat aanschaffing van een ag gregaat voor menige tuinder geen luxe is. In de fruitteelt was er plaatselijk veel schade door hazen en konijnen en zelfs van reeën. De fruitafzet werd vertraagd. Het prijspeil is zeer laag. Na aftrek van de kosten van bewaren en sorteren resteert er bij rassen als Goudreinette en Golden Deli cious slechts 10-15 cent per kg en soms nog minder! Zeer zwakke konkurrentiepositie Nederlandse Golden ./Vansluitend werd uitvoerig ingegaan op de positie van de Nederlandse appelteelt in 't algemeen en van de Golden Deli cious in 't bijzonder. De gang van zaken is beslist verontrustend. Niet alleen omdat het gros van de winterappels nu al maanden lang tegen onver valste krisisprijzen moet worden verkocht en zeer veel fruit in de interventie gaat. Doch nog meer omdat al een reeks van jaren terrein wordt verloren aan buitenlandse appels. Om duidelijker te zijn: in 1970 was het aandeel van het-bin- nenlandse produkt in de totale Nederlandse appelkonsumptie nog 85%. In 1977 was dit gedaald tot 66%. Elk jaar eet men meer Eranse Golden en Granny Smith van het Zuidelijk Halfrond en minder Nederlandse appels. Verschillende faktoren spelen daarbij een rol. Wie op de veilingen rondkijkt ziet naar ver houding meestal weinig klasse I. De kwaliteit laat dus te wensen over. Tevens is het een gegeven dat ons meest geteelde ras (40% of meer van alle appels) in het Nederlandse klimaat minder goed thuis hoort dan in Frankrijk en Noord Italië. Met andere woorden: onze beste Golden is minder goed dan de beste Franse Golden. Vandaar dat handel én konsument aan het Franse produkt de voorkeur geven en er een aanmerkelijk hogere prijs voor geven. En tenslotte valt er veel te verbeteren aan afzet en presentatie. De vergadering was het er over eens dat het percentage Golden kleiner moet worden. Een probleem is echter dat er geen goede vervanger is. De kommissie was mede daarom van mening dat meer aandacht aan de peren moet worden besteed. Dat te meer omdat ook in het buitenland na diverse misoogsten meer sprake is van rooien dan van aanplant van peren. De peer is vrijwel nergens in Europa zo goed op zijn plaats als in Zuidwest Ne derland en vooral de Conference ligt goed in de markt, ook voor export. Een ander pluspunt is dat peren op "oude" boom- Conference behoort in Zuidwest Nederland bijzonder goed op zijn plaats! Op Zuid-Beveland is de lange, barre winter van 1978/"79 nu aan zijn einde gekomen. Het is nog geen echt lenteweer, maar de sneeuw is weg en de temperatuur is duidelijk boven nul. Nu kunnen we eindelijk opschieten met de snoei. Er is hier en daar nogal wat achterstand, maar als het weer nu verder meewerkt kan het allemaal nog meevallen. De dagen zijn nu langer en het tempo kan worden verhoogd als de spieren niet meer stroef zijn door de kou. Eigenlijk mogen we niet mopperen als je leest dat in het noorden maandenlang niets kon worden gedaan en dat men in de IJsselmeerpolders adviseert om maar te volstaan met het wegnemen van wat grotere takken met de zaag of takken- schaar. Geen best begin voor het nieuwe seizoen al wordt gezegd dat men later met dunnen nog veel kan korrigeren. Naar onze mening is een goede snoei de basis voör het kweken van een kwaliteitsprodukt. En dat het speciaal op kwaliteit aankomt is toch wel over dui delijk te zien bij de afzet en zeker ook bij de konsumptie van het fruit. Er is veel vraag naar prima Franse Golden en daar wil men forse prijzen voor betalen. Ook het allerbeste fruit van eigen bodem vindt nog wel aftrek. Maar wie de veilingen bezoekt vraagt zich verbijsterdaf waar ons eigen goede fruit blijft. Op de veilingen staat het niet. Steeds weer wordt de Nederlandse fruitteler geprezen om zijn vakkennis en wordt gezegd dat het teeltpeil in ons land zo hoog ligt. Maar wat schiet je daar mee op als dat resulteert in een overvloedig aanbod van kleine maten en appels die ook verder geen reklame betekenen voor een hoger fruitverbruik. Het is indrukwekkend dat per man 200.000 kilo fruit wordt geproduceerd en één man een flink aantal ha kan verzorgen. Maar met dat al komt er weinig klasse I op de markt en verdwijnt er enorm veel in de interventie. Soms rijst de vraag of het systeem van blokveilingen wel ideaal is. We beseffen dat het moeilijk anders kan en dat de meeste telers en de handel er de voorkeur aangeven. Maar op grote veilingen als ZHZ, Geldermalsen en Utrecht, waar het toch ook niet om kleine beetjes gaat, wordt elke partij apart verkocht. Op ZHZ kan men regelmatig lezen dat de klasse I van de Golden 80-90 b.v. 40-80 ct. per kilo opbrengt. Er zit naar het oordeel van de handel dus een geweldig verschil in klasse I. De teler die daar 80 cent krijgt voor zijn prima produkt zou op Zuid-Beveland ondergaan in de grauwe massa en 45 cent krijgen. Bij blokvei lingen is er een sterke neiging om de grens op te zoeken van wat nog net meekan in een bepaalde klasse. De stimulans om extra zijn best te doen om een beter produkt te leveren dan het gemiddelde ontbreekt. En dat is toch wel jammer. Zou het niet moeten in de richting dat een beperkt aantal telers samen een blok extra proberen te versieren? We willen graag toegeven dat we ook niet weten hoe het moet, althans dat we geen methode aan kunnen geven waarmee iedere teler akkoord zal gaan. We zitten dicht bij het konsumptiege- bied en ieder zal doorgaan met het zoeken van zijn eigen weg. Dat betekent: aan huis verkopen, op stam verkopen, naar de veiling brengen als de laatste veilingdag de prijs iets aantrok, enz. Dus iedereen op zijn wijs en aanvoeren op goed geluk. Alleen met de voorverkoopveilingen zijn we op de goede weg en dan speciaal met de peren, die we ook voor export vlot kwijt kunnen. Met de appels blijft het moeilijk. De voorraden in de EEG zijn groter dan in de voorgaande jaren, binnen een paar weken zijn de Granny Smith uit Chili en Argentinië weer op de markt. Er moet wat gebeuren. Meer aandacht voor de kwaliteit en nieuwe wegen bij de afzet. Maar dat is al zo vaak gezegd en er verandert niets, ondanks dikke rapporten en steun van de over heid bij het introduceren van een nieuwe doos. Is het probleem onoplosbaar? Dan ziet de toekomst voor de Nederlandse ap pelteelt er niet rooskleurig uit. gaardgrond veelal goed tot hun recht komen door wat kalmere groei en daardoor vroegere vruchtbaarheid. Enkele kommissie leden waarschuwden daarentegen voor te veel optimisme bij de peren omdat de produktie nogal eens tegenvalt en het bakte- rievuur een dreigend gevaar vormt. Juist omdat er zowel in binnen- als buitenland zo weinig peren worden geplant was men unaniem van oordeel dat er overigens voor een ras als Confe rence weinig gevaar voor overproduktie is. Vervolg op pag. 23 O ngeveer 35% van alle appels die in Nederland worden "verorberd komen uit het buitenland. Het gaat daarbij vrij wel uitsluitend over Golden Delicious uit Frankrijk en Granny Smith van het Zuidelijk Halfrond. Dat percentage wordt elk jaar nog hoger. Daarnaast worden nog veel Golden Delicious van eigen bodem gegeten, ruwweg zeker 30-40% van alle inlandse appels. Dat betekent dat 60-70 van alle appels die in Nederland worden gekonsumeerd groene en gele Golden Delicious en Granny Smith zijn. Toch is de Golden in Nederland verreweg het belangrijkste appelras. Op veel bedrijven neemt deze appel de helft van de totale produktie voor zijn rekening. Vervanging wordt dan een zo ingrijpende zaak dat het slechts geleidelijk kan gebeuren. Trouwens, het gaat er niet om alle Golden op te ruimen, doch het aandeel in de produktie flink te verminderen. Daarbij zou den de beste percelen gehandhaafd moeten worden. Een ander probleem bij de vervanging is dat het moeilijk is om andere rassen aan te geven die met sukses kunnen konkurreren met de Granny Smith en de Franse Golden. 19

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 19