KORTE WENKEN
Verkaveling van de Biesbos
gaf veel voordelen
Produktiekosten wel degelijk
gestegen
Hoe gaat de wintertarwe er uit
zien??
De karnaval deed de zorgen even
vergeten
C.A.R.-Zevenbergen
AKKERBOUW
VEEHOUDERIJ
Alvorens een praktijkoverzicht te geven van het Land van
Heusden en Altena en De Biesbos lijkt het me beter u eerst eens
globaal kennis te laten nemen van dit gebied. Het gebied wordt
begrensd door de Amer en Bergse Maas aan de zuidelijke kant
en de Merwede en de Maas aan de noordelijke zijde. Zoals u
merkt ligt het geheel tussen de rivieren. Het is dan ook niet
verwonderlijk dat hier sprake is van rivierklei.
Nu wil ik me in deze rubriek beperken tot de Biesbos, omdat er
nogal wat verschil bestaat tussen het land van Heusden en Al
tena en de Biesbos.
De Biesbos, wat aan de vaste wal ligt, is in hoofdzaak een
akkerbouwgebied met over het algemeen middelgrote tot grote
bedrijven. Het gebied is in 1968 verkaveld via ruilverkaveling.
Door het afsluiten van het Haringvliet moest er een grote ve
randering plaatsvinden in de ontwatering. Voor die tijd werd er
per individuele polder geloosd via duikers op het buiten water
bij eb. Na de afsluiting wa,s dit niet meer mogelijk en is er
kunstmatige bemaling. Tegelijk zijn er nieuwe wegen aangelegd
en de boerderijen die voor die tijd nog niet aan de vaste wal
zaten, zijn nu per auto te bereiken. Wat dit betekende voor de
schoolkinderen en voor de aan- en afvoer van de produkten is
met geen pen te beschrijven. Een verder voordeel van het sluiten
van het Haringvliet is, dat we nu vooral in de herfst geen last
meer hebben van ondergelopen polders of van angst dat het
water over de kaden zou komen bij springtij of N.W. storm. De
ontwatering in dit gebied is goed.
In de zomer hebben we hier last van verdrogende plekken.
Gelukkig kwam dit tijdens de verkaveling al tot uiting, zodat er
nog ingegrepen kon worden. Er zijn daarom ook mogelijkheden
geschapen om water in te laten en te regelen via stuwen. In de
ergst verdrogende polders zijn zelfs"voorzieningen getroffen om
het water op te pompen door de betreffende boeren.
De struktuur van de grond is over het algemeen goed met een
redelijk humus gehalte.
De afslibbaarheid is 30 tot 70% afslibbaar. De kali en fosfaat
cijfers zijn laag tot zeer laag. Daarbij komt'nog dat we hier veel
last hebben van kali fixatie.
De gewassen die hier het meest verbouwd worden zijn: Granen,
bieten, aardappelen, konservenerwten, tuinbonen en graszaad.
De granen nemen wel een 30 a 40% van oppervlakte voor hun
rekening.
Wintertarwe neemt v.d. granen wel 90% voor zijn rekening met
daarna gerst en een enkel perceeltje haver.
Bieten is al een vanouds geteeld gewas in de Biesbos. De bieten
hebben, het hier altijd goed gedaan en het vervoer per schip
paste 10 jaar geleden nog heel goed in de verwerking bij de
fabrieken. Nu wordt ook alles per as vervoerd. De laatste jaren
laten de opbrengsten het ook wat afweten. De bietenmoeheid
begint hier en daar al een rol van betekenis te spelen.
De aardappel is een gewas wat voor de ruilverkaveling beperkt
verbouwd werd. Door de ontsluiting en ontwatering is er ook
een behoorlijk areaal gekomen. Een ander probleem was ook de
zwaarte van de grond, maar met de moderne machines is zelfs
op deze gronden nog een aanvaardbaar produkt binnen te ha
len.
Graszaad wordt in dit gebied relatief veel geteeld. Het is ook een
van de eerste teeltgebieden van het graszaad. Het was ten op
zichte van de kwekers gunstig gelegen en voor dit gebied was het
een goede vruchtwisseling. Het zelfde geldt ook voor konserve
nerwten en tuinbonen. Goede vruchtwisseling en binnen een
straal van 40 km 3 fabrieken.
Daar de konserven een goede voorvrucht zijn voor de gras
zaadteelt is het te hopen dat we dit gewas kunnen behouden. De
andere gewassen zoals spruiten, knolselderij, karwij- en blauw-
maanzaad zijn van geen betekenis.
Vlas werd een 10-tal jaren geleden oo^ nogal verbouwd. Maar is
ook helemaal uit het bouwplan verdwenen.
Nog steeds zitten we in West Zeeuws-Vlaanderen met een win
ters weertype opgeschept zij het dan, dat het 's nachts maar een
paar graden meer vriest en overdag het kwik boven nul uitkomt.
Alhoewel we liever een einde aan de winter zagen, kan er toch al
wel wat op het land gebeuren; zoals kunstmest strooien en het
nemen van grondmonsters op stikstofonderzoek. Voor dit laat
ste schijnt dit jaar zeer veel animo te zijn. Karwij, graszaad en
wintergranen reageren al snel wanneer het overdag warmer
wordt. Het beetje koolzaad wat hier staat komt waarschijnlijk
niet goed de winter door. Zeker is ook dat niet alle tarweperce-
len goed voor de dag zullen komen. Een paar percelen zijn reeds
herzaaid met zomertarwe. Er zullen er nog volgen. Een aantal
zal een dunne stand hebben, maar mogelijk volgt een periode
waarbij de uitstoeling dit grotendeels zal kompenseren. Af
wachten dus en niet al te snel uitrijden. Aan de organische-
stofvoorziening, zo blijkt op vele vergaderingen, zal dit jaar veel
meer dan voorheen de ,volle aandacht worden geschonken.
Reeds nu blijkt dat de speciale aktie georganiseerd door het
C.A.R. in Zeeland, aangaande de teelt van groenbemesters goed
aanslaat. Jammer is dat daar, waar Tribunil werd gespoten het
slagen van een ondervrucht klaver klein zal zijn. Onlangs kon
den we op een studiedag te Terneuzen vernemen dat er toch nog
wat rek zit in de inkomensverbetering voor de akkerbouwer de
eerstvolgende jaren. Inleider Zachariasse somde een paar pun
ten op welke we goed in de gaten moeten houden. Elke 1 procent
opbrengstverhoging van een zeeuws bouwplan levert 50 gulden
per ha op. Door samenwerking met kollega's of een loonwerker
is ongeveer 300 gulden te verdienen. Via een intensiever bouw
plan voor een aantal onder ons 100 gulden, en door het beter
benutten van de nu eenmaal aanwezige onrendabele uren door
bijv, meer reparatie en onderhoud zelf te doen, door bijv. witlof
te trekken of zelf een deel van de aardappelen te sorteren nog
eens 100 gulden per ha. Daarnaast levert verbetering van de
kwaliteit van onze produkten ook een bijdrage. Er zijn dus nog
mogelijkheden: voor de een meer dan voor de ander. Dat willen
we geweten zijn. Waar we echter niet in geloven is, dat de
produktiekosten maar weinig zouden zijn gestegen. Zeker de
vaste kosten per ha stijgen wel. Zoals de arbeid die jaarlijks toch
nog met zo'n 50 gulden per ha stijgt. De pacht die zeker 200
gulden is gestegen. Werktuigen en niet door de boer zelf uit te
voeren reparaties, brandstof en niet te vergeten algemene kosten
als bedrijfsverzekeringen, energie, telefoon, water, auto enz.
enz. Daarnaast ondervindt moeder de vrouw dezelfde kosten
stijgingen als elke niet-zelfstandige. Alles bij elkaar zeker zo'n
400 gulden per ha wat neerkomt op ongeveer 8%. De pachtver-
hoging is evenwel éénmalig.
Ware het nu zo dat de prijzen wat vriendelijker gestemd waren
met betere vooruitzichten dan kan een goede ondernemer dit
alles wel verwerken. Dit is echter niet het geval.
En van hetgeen door Zachariasse genoemd als mogelijke inko
mensverbeteringen is helaas slechts voor een deel door de
meeste onder ons te verwezelijken.
Sneeuw en vorst hebben in Zuid-Beveland veel langer een rol
gespeeld dan velen ooit vermoed hadden, 't Is zo wel een lange
winter, met veel ongemakken geworden. Mogelijk dat nu we zo
aan de maand maart toe zijn. het toch wat beter en aangenamer
wordt.
De aandacht is thans toch wel sterk gericht op de wintertarwe.
Hoe zal straks de stand zijn? Wat is uit- of opgevroren? Wat is
verrpt door wateroverlast? Zijn er rasverschillen? Hoeveel moet
er over- of doorgezaaid worden? Wanneer moeten we de stikstof
gaan geven? Bij welke stand - hoeveel planten per m2 - en onder
welke omstandigheden moet uitgereden worden? Wat is even
tueel de rol die de in het najaar gebruikte bodemherbiciden nog
kunnen spelen?
Intussen is men toch gewoon verder gegaan met het opstellen
van het bouwplan.en het bemestingsplan. Het lijkt er op dat er
wat meer pootgoed is gekocht en wat minder suikerbietenzaad is
besteld. Op vele bedrijven denkt men er over om de suikerbieten
nog wat ruimer in de rij te gaan zaaien. De struktuur van de
grond moet dan bij het zaaien wel goed zijn, anders is het vragen
om problemen.
Er is hier en daar al wat kunstmest voor suikerbieten, aardap
pelen en graszaad gestrooid. Nog slechts door enkele bedrijven,
echt wel van die doordouwers. De raming van de aardappel-
voorraad per 20 januari is nog hoger uitgekomen als in 1978. 't Is
te hopen dat de vraag voor export nog steeds blijft doorgaan,
anders lijkt het er ernstig op dat de prijs echt geen verbetering te
zien zal geven. De huidige opbrengstprijs van rond de 15 a 16
cent is beneden de kostprijs van een normaal aardappelgewas.
Een boer kan van verlies toch niet blijven bestaan.
Ook met de prijs van de uien is het slecht gesteld thans 3 cent
per kg, ook al geen winstgevende zaak. Het ziet er naar uit en dat
is ook maar te hopen dat de oppervlakte duidelijk beperkt
wordt.
Toch steeds meer en meer komt naar voren dat naast onze drie
hoofdgewassen - nl. wintertarwe, suikerbieten en aardappelen -
we zo weinig andere aantrekkelijke gewassen zien om ons
bouwplan vol te maken. Naast een zeer duidelijke vergroting
van de oppervlakte wintertarwe lijkt het niet uitgesloten dat ook
de oppervlakte zomergranen nog wat zal worden uitgebreid.
Alaaf. de Kempen in karnavalsroes!
Als deze letters u onder ogen komen is het weer gebeurd. Dagen,
weken van voorbereiding, overleg, diskussie, pilsjes drinken,
werken, bouwen, timmeren, plakken en verven is weer voorbij.
De optochten hier in de Kempen liegen er niet om. Een uitstal
ling van al wat er leeft onder de bevolking trok in een kleurrijke
stoet door onze dorpen - ondanks de kou - onder het oog van een
talrijk publiek.
Toen in ons dorp voor drie dagen de verantwoordelijkheid voor
onze gemeente werd overgedragen aan Prins Karnaval, haakte
de wettige burgervader handig in op de milde stemming ont
staan tijdens deze karnavals-dagen.
Dat deze "milde stemming" mag voortduren, zo wenste hij het
onze gemeente toe. Ja, 'k geloof graag dat het dan een stuk
makkelijker regeren, is. Niet alleen door de bril van karnaval
bezien is ook bij de niet-vierders van dit feest er misschien heel
wat op te noemen waar we ons wat minder druk over zouden
moeten maken.
Zijn we allemaal niet af en toe een beetje nar of wat tè narrig?
Even, tijdens het bekend maken van de prijzen van de uitver
koren uitbeeldingen was de rivaliteit tussen buurtschappen en
wijken een moment te proeven. Daarna was het één jolijt en
broederlijk gedeelde vreugde.
Ongetwijfeld een geslaagde dag voor een minder begaafde jon
gen. Hij paste precies in dit feest. Zijn rythme-gevoel was per-
fekt en vol trots dirigeerde hij het muziekkorps, omarmd door
de dirigent. Potsierlijk, maar met brede lach, volkomen opge
nomen, geaksepteerd in deze gemeenschap, waarin hij zich ge
lukkig thuis kan voelen, ondanks zijn handikap. Wel fijn om in
zo'n gemeenschap te mogen leven. Want leven we allemaal niet
hier of daar met een handikap, al is dat niet altijd duidelijk te
zien? Het zou er somber uit zien als alleen de drie dagen kar
naval ons in een milde stemming zouden kunnen brengen. De
landbouwwagens en machines hebben hun maatschappelijke,
kulturele en sociale taak weer verricht. Kunnen weer worden
klaargemaakt om hun ekonomische funktie te gaan vervullen.
Verlangend wordt ook hier weer naar uitgezien.
Vanzelf verzeilen we zo weer in de realiteit, zoals ook die boer,
die al tijdens het feest-gedruis opgetrommeld moest worden om
een van zijn dieren bij te staan.
Te hopen dat het kalfje nog leeft!
De loonwerker die ik ontmoette en mij onthulde dat hij zijn hele
spulletje maar aan de kant had gedaan vóór dat zijn gezondheid
er helemaal onderdoor zou zijn gegaan.
Toch nog niet aan rentenieren toe, hoe die open tijd opvullen?
Neen, ondanks het karnaval was zijn stemming niet bijzonder
mild tenopzichte van de verhouding boer - loonwerker.
Ook niet mild is de stemming bij diverse veehouders die thans
min of meer gedwongen worden op korte termijn de melkbussen
aan de kant te zetten.
Over de melkventers van Campina is een apart verhaal te
schrijven. Ook werkers in het verlengde van ons eigen bedrijf!
Om nu niet al te "narrig" te eindigen, zou ik bijna wensen
gedirigeerd te worden door onze gehandikapte vriend:
Ruimte voor hem en ruimte voor de ander....
WIE ZIJN WINTERTAR WE afgelopen herfst behandel
de met een bodemherbicide krijgt er nog een probleem bij als
de wintertarwe uitvriest. Het beste kunt V eerst informeren
of het door U gebruikte middel schade kan geven in een
nieuw in te zaaien gewas.
Suikerbieten kan bijna nooit, maar ook zomertarwe en gerst
geven soms problemen.
Informeren voor U tot herin zaai of bij zaai overgaat.
DE BINTJEPOTERS 35-45 voor 1979 zijn aan de grove
kant. II heeft dus meer kilo 's poters nodig dan vorig jaar bij
dezelfde plantenafstand in de rij. Voor konsumptie is nog
steeds het beste 20 stengels per m2 oftewel 40.008 planten
per ha. D.w.z. bij een rijafstand van 75 cm 32 cm in de rij.
Dan heeft U 2.000 kg pootgoed per ha nodig. De poot-
goedprijs is niet hoog, dus IJ hebt geen ekskuus om van het
goede af te wijken.
ZOMERGRANEN, TUINBONEN en erwten kiemen al
bij een lage bodemtemperatuur. Suikerbieten pas bij een
hogere bodemtemperatuur. Krijgt U kans om te zaaien dan
moet U eerst bovengenoemde gewassen zaaien en de sui
kerbieten nog even laten wachten.
Konsumptie-aardappelen zoals Bintje kunnen rustig tot
eind april worden gepoot. De resultaten zijn dan zelfs vaak
beter.
Vóór alles geldt het land moet droog en bewerkbaar zijn.
Haastige spoed is zelden goed, maar is het land goed werk
dan door.
HET ZIJN MEESTAL dezelfde percelen waar ieder jaar
van de uitgezaaide gewassen weer een dunnere opkomst
verkregen wordt. Het zijn vaak springstaarten die ook in
zomergranen schade kunnen veroorzaken. Zaaizaadonts
metting met lindaan kost weinig maar kan dikwijls veel
schade voorkomen.
IN HET VOORJAAR moet Uproberen zo weinig mogelijk
over het land te rijden. Kunstmest strooien, grondbewerken,
zaaien en spuiten, moet wel tot een minimum worden be
perkt. De grond heeft tengevolge van weersinvloeden toch al
veel te verduren. Een zaaibed maken met veel of intensieve
bewerkingen is meestal slechter dan U denkt.
PLA NNEN MA KEN, behoort nu eenmaal tot de algemene
werkzaamheden waarmee de veehouder te maken heeft.
Wanneer het nog niet is gebeurd dan is het meer tijd om een
bemestings- voederwinnings- en graslandgebruiksplan op te
stellen. Het lijkt misschien wat moeilijk. Toch zijn er vele
veehouders die zelf of met hulp van de bedrijfsvoorlichter
jaarlijks deze plannen op papier zetten.
NATUURLIJK LAAT elke grondgebruiker regelmatig
zijn percelen 'op aanwezige meststoffen onderzoeken. Maar
neemt U ook de moeite om in het voorjaar eens te bezien,
welke percelen en hoeveel van elke meststof voor de groei
nodig is? Grondonderzoek kost geld en de oppervlakte
grond is schaars. Zorg dus voor een bemesting waarvan U
kunt verwachten dat er een hoog rendement uit komt.
DOOR DE DICHTE VEEBEZETTING en de ruime
aanwezigheid van drijf mest kan de kalibemesting op gras
land meestal achterwege blijven. Zowel de natrium als
magnesium-voorziening vraagt dan wel ekstra aandacht.
Neem geen onnodig risiko. Geen kali; maar dan wel 150 kg
landbouwzout en 200 kg kieseriet per ha.
6