Boeren tegen boeren 8 0-f ^50^ /\-C D e aktie van de franse varkenshouders om de invoer van alle varkensvlees te blokkeren is in feite een aktie van boeren tegen boeren. Van deze aktie is ook en vooral de nederlandse varkenshouderij de dupe: de fransen eten inmiddels zo n 30 kilo varkensvlees per hoofd per jaar en van deze konsumptie wordt ruim een derde door de ne derlandse varkenshouders verzorgd. Geen klein beetje. Geen leuke aktie voor onze varkenshouderij. „ZEGGE EN SCHRIJVE" D e vraag is nu of we uit dit onderzoek de algemene konklusie mogen trekken dat een akkerbouwbedrijf in het zuidwesten kleiner dan 40 hektare niet meer levensvat baar is. Mijn antwoord op deze vraag is een duidelijk: zuidelijke landbouw maatschappij Nu de vorst grotendeels verdwenen is en het land weer berijdbaar en te bewerken is, wordt hier en daar op de lichte gronden S nog stalmest toegediend. Een karwei dat steeds uitgesteld moest worden omdat het barre weer deze aktiviteit niet toeliet^ Akkerbouw Waarschuwing z.l.m VRIJDAG 2 MAART 1979 67e jaargang - No. 3471 land- en tuinbouwblad a De fransen stellen in hoofdzaak dat landen met een sterke munt zoals Nederland in de gelegenheid worden gesteld konkurrentievervalsend te produceren. Via de monetair kompenserende bedragen (m.c.b.'s) krijgen we hier een korrektie van ruim een kwartje op elke naar Frankrijk uitgevoerde kilo varkensvlees. Voorheen was dat overi gens het dubbele. Gezien de franse politiek - onmiddellijke afschaffing van de m.c.b.'s - zal deze partikuliere aktie van de franse varkenshouders wel niet ongelegen komen bij de franse regering. Een ander verwijt van de fransen betreft de relatief lagere voerprijzen voor de nederlandèrs omdat die veel gemakkelijker aan goedkope graanvervangers zoals tapioca kunnen komen. Een bijkomende faktor tenslotte is het feit dat de franse varkenshouders er ondanks hoge investeringen niet in geslaagd zijn hun produktie en/of afzet belangrijk op te voeren en nu met grote schulden zitten. Dit alles heeft er nu toe geleid dat boeren tegen elkaar in opstand komen. Een dieptepunt dat veel meer is dan een incident. Ik ben namelijk van mening dat we deze aktie moeten zien tegen de achtergrond van een al jarenlang tekortschietend europees landbouwbeleid. Door dit be leid zijn boeren zo in het nauw gebracht dat ze blijkbaar geen andere weg meer zien dan via de ruggen van kolle ga's het hoofd boven water te houden. Een europees landbouwbeleid dat de boeren tegen elkaar opzet. Zover staan we nu. Het stadium van eerlijke en gezonde kon- kurrentie lijkt daarmee gepasseerd. Dat behoort niet al leen óns bang te maken! H et Landbouw Ekonomisch Instituut (LEI) heeft een studie gepubliceerd over de vraag bij welke grootte van akkerbouwbedrijven in het zuidwesten met de huidige machines een doelmatige bedrijfsvoering mogelijk is en de arbeid van tenminste één man voldoende kan worden benut. Voor dit onderzoek werden de gegevens van 10 studiebedrijven met een gemiddelde oppervlakte van 11 5 ha vergeleken met de gegevens van zgn. LEI-bedrij- ven met een gemiddelde oppervlakte van respektievelijk 53 en 31 ha. Voor het trekken van konklusie's werd bovendien gebruik gemaakt van bedrijfsmodellen. Aan de hand van de bedrijfsgegevens wordt onder meer ge- konkludeerd dat er met name tussen de 31 en 53 hekta- re-bedrijven sprake is van een positieve samenhang tus sen de bedrijfsgrootte en het netto-resultaat per hektare - ten nadele van het kleinere bedrijf wel te verstaan. De uitkomsten via de bedrijfsmodellen geven aan dat bij de thans gangbare apparatuur een akkerbouwbedrijf van ca. 40 ha af in het zuidwestelijk zeekleigebied in beginsel nog volledig konkurrerende produktiekosten kan berei ken. natuurlijk niet. De verschillen van bedrijf tot bedrijf laten dit niet toe. Om er een paar te noemen: arbeid, kapitaal, ligging, grondsoort en de verdere natuurlijke omstandig heden. Aan de andere kant mogen we dit rapport van het LEI ook niet naast ons neerleggen. Het is een waarschu wing. Op de kleinere bedrijven is het rendabel maken van de arbeid een knelpunt. Deze konstatering is overigens niet nieuw. In de struktuurnota voor de zeeuwse land bouw "Koers 1 980'' uit 1 976 werd dit ook al gekonsta- teerd: het werken met grotere machines heeft gevolgen voor de inzetbaarheid van de eigen arbeid. Om toch van de kostenbesparende ontwikkelingen te kunnen profite ren bij behoud van de mogelijkheid om eigen arbeid produktief te kunnen maken dient samenwerking gesti muleerd te worden. Het LEI laat zich nu in gelijke zin uit maar gaat dan wel uit van 40 ha of meer. Je zou kunnen zeggen dat het probleem zo n 10 hektare groter is ge worden dan een paar jaar geleden. Toen immers hadden wij het over bedrijven van 30 hektare. Op het onderne mende vermogen van de man wordt derhalve - alweer - een zwaarder beroep gedaan. Een ondernemer zal zich daardoor niet onder laten sneeuwen. Want een gewaar schuwd man telt voor twee. O. In dit nummer o.m. Grondbank en bedrijfsopvolging in Zeeland pag. 3 Geld en Goed pag. 3 B-quotum suikerbieten verhogen is moeilijk pag. 4 Uit de Praktijk pag. 5 en 6 Groenbemestingsgewassen en de dekvrucht pag- 7 Afzetstruktuur van pootaardappelen pag. 8 Pneumatische kunstmeststrooier met loopwiel pag. 9 De aardappelexport tot nu tóe pag. 10 Kwaliteit is niet te koop pag- 11 Ko Scheele schat het boerenleven hoog pag. 12 en 13 Aardappelproduktie en handel vrij laten pag. 15 Prijsvergelijking veevoeders pag. 16 Melkproduktie verlagen op vrijwillige basis pag. 1 7 Uit het leven van Dr Ir Mesu pag. 19 Markt- en Prijsberichten pag. 21 Voor de Vrouw en P.J.Z. Geluid pag. 23 1

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 1