ADINA A
van
bpkava
O TUIN
KLAN f t
BOUW KEN
Veel oponthoud bij het snoeien!
Fruitafzet blijft een moeilijk punt
Risiko's lopen
Argentinië en de export van fruit
ln december 1978 minder tomaten
aangeplant
Allivin tegen uievlieg en kroef
11
J jV^ u
uienzaad
1
voor vroege Ui l
i J
produkt ie en Na\\\
4W
hoge opbrengst
KAPELLE-
-tel.01102-1441
NaamswijzigingenBasagran en BasagranP
De winter geeft Schouwen-Duiveland nog steeds zijn prachtige
sneeuwlandschappen en zijn dagelijkse ongemakken.
IJzel en sneeuw houden ons deze winter stevig in hun greep, al
mogen wij in Zeeland beslist niet klagen in verhouding tot het
Noorden van het land.
Toch hebben de fruittelers moeite om iedere week aan een
redelijke snoei prestatie te komen. In de maand februari maakt
de daglengte het mogelijk dat we 's morgens weer bijtijds met
snoeien kunnen beginnen. Maar bij vriezend- en winderig weer
is er niet veel overredingskracht voor nodig om 's morgens voor
de koffie een ander karweitje aan te pakken. Als dit niet al te
vaak voorkomt kan dit erg nuttig zijn.
Bij een winter zoals we die dit jaar meemaken gaat dit echter wel
ten koste van onze kostbare snoeiuren en we lopen het risiko dat
we in het voorjaar hier de last van moeten dragen. Nu ziet het er
bij deze temperatuur niet naar uit dat we in maart al groene
delen zullen hebben, vooral de peren kunnen andere jaren half
februari behoorlijk gaan "schuiven". Hierdoor kan de peresnoei
enkele weken uitgesteld worden al kan dit beeld bij een weer-
somslag in korte tijd veranderen. Als we bij de peren de
bloemknoppen bekijken verwachten we dit jaar nog al wat do-
de- en beschadigde knoppen, de kou lijkt hiervan de oorzaak of
dit werkelijk schade betekent is nu nog niet te overzien. Bij de
appels zijn we op verschillende percelen voorzichtig met het
snoeien van Cox en Goudreinette. De percelen die vorig jaar
een (te) grote oogst hebben gegeven vertonen nu (te) weinig
bloemknoppen. Een verschijnsel wat overigens niet nieuw is na
een grote oogst. Beurtjaren geven ook in de moderne fruitteelt
nog steeds een golfbeweging in de jaarlijkse opbrengsten.
Tegenvallende werking van dunningsmiddelen en hoge ar
beidskosten werken deze situatie in de hand ook al is iedere teler
overtuigd dat een te groot aantal vruchten, veel klein fruit levert
met het volgende seizoen kans op een beurtjaar.
De langdurige winter maakt dat op veel bedrijven ernstige
wildschade voorkomt. Konijnen-, hazen en reeën zijn dit jaar de
schrik van menig teler. Het zijn dit jaar niet alleen jonge bomen
die gevaar lopen. Ook aan de onderste takken van oudere bo
men wordt duchtig geknaagd. En bij het zien van dit beeld denkt
een teler vaak ander| over een "redelijke w ildstand" dan de
lager. De weg van overreding duurt soms langer dan voor de
juiste verhouding wenselijk is. Sommige dierenvrienden kunnen
bij één mug 's zomers de slaap niet vinden, laat deze heren dan
nu één keer aan de fruittelers denken.
De afzet van appels verloopt moeizaam. De Cox zal dit jaar lang
te koop zijn. de bewaring geeft dit jaar weinig problemen. De
vraag naar Winston wordt hierdoor opgeschoven vooral van de
kleine maten. Bij partijen Winston die weinig kleur vertonen is
het oppassen voor slappe vruchten. Ook ruwe Golden Delicious
heeft dit vlugger dan een mooie gladde partij.
In de groenteteelt staat de witlof in onze regio om deze tijd
centraal. Redelijke prijzen stimuleren deze teelt. Door tal van
landbouwers wordt geprobeerd om in de winterperiode de tijd
rendabel te besteden. De witlofteelt ligt dankzij nieuwe teelt
methodes en goede prijzen van de laatste jaren in de running.
We vragen ons.wel af of alle nieuwkomers overtuigd zijn van het
arbeidsintensieve van deze teelt. Om een goede kwaliteit te
produceren is een konstante aandacht vereist. Door ervaren
telers wordt ook met enige argwaan de grote uitbreiding van
w itlofschuren (dankzij de W.I.R.?) gade geslagen. De vraag naar
wortels voor het nieuwe seizoen is groot, een uitbreiding van
30% is volgens deskundigen te verwachten. Is het enthousiasme
onder de nieuwe telers te groot? Van uit andere sektoren van de
landbouw bekeken kunnen we alleen maar de vinger waar
schuwend opsteken. De pessimist heeft nog nooit wat verdiend
en de optimist heeft in ieder geval nog een goed humeur.
Op Zuid-Beveland is het nog steeds winter. Gelukkig is het hier
echter niet zo bar als in de noordelijke provincies, waar men met
een poolklimaat te maken heeft, kompleet met sneeuwstormen.
Intussen komt de maand maart al enigszins in het vizier en we
mogen rekenen dat dan ook aan de winter van 1978-1979 een
eind zal komen. De gevolgen van de kou zijn nog lang niet te
becijferen. Het duidelijkst is natuurlijk de direkte schade door
bevriezing bij b.v. spruiten en winterbloemkool. Maar de indi-
rekte schade zal ook niet gering zijn. Zeer hoge stookkosten voor
de glastuinbouw, lage prijzen voor de bloemen met grote ver
liezen voor de broeitulpen. Veel wildschade aan de fruitbomen.
Stagnerende fruitafzet met mede daardoor zulke lage prijzen
dat het een debacle dreigt te worden. Problemen bij de buiten
werkzaamheden met als gevolg dat de achterstand bij het
snoeien wordt vergroot. En dat terwijl men in een "normale"
winter al veel moeite had om tijdig klaar te komen. Straks moet
het met de franse slag en dat heeft dan weer gevolgen voor de
kwaliteit.
Al met al weinig opwekkends. Waarbij we voorlopig hopen dat
de aardbeien en vooral ook de bramen niet te veel hebben
geleden. Dat is pas later te zien. Op de bramen zijn we niet
helemaal gerust. Die zijn al vaker bevroren in strenge winters.
De sneeuw gaf voor de bramen ook onvoldoende bescherming
omdat de vanuit het hart van de struik groeiende stengels eerst
een vrij hoge bocht maken voor ze naar de grond terug gaan.
Bevriest die bocht dan is de rest van de stengel natuurlijk ook
verloren.
Overigens is de lengte van de vorstperiode niet zo belangrijk. De
winter maakt tot nu vooral op ieder een onvergetelijke indruk
omdat de sneeuw zo langdurig stand houdt. De laatste weken
was de temperatuur echterniet meer bijzonder laag. Voor ons
gevoel is het speciaal in het begin van de vorstperiode erg kritiek
geweest, toen het zo'n 15 graden vroor bij harde wind. En vooral
voor die wind zijn we bang, want vorstschade is vooral een
kwestie van uitdroging. Dat zie je b.v. ook bij de bóerekool. Die
kun je in de diepvries stoppen bij 20 graden onder nul. Maar
buiten in de wind was het bij 15 graden onder pul al bekeken.
De schade door hazen en konijnen is plaatselijk verschrikkelijk.
Vooral iets afgelegen, althans wat afgezonderd liggende boom
gaarden hebben het soms moeten ontgelden. We zagen o.a. een
perceel waar de Cox's. Grieve en Winston zo toegetakeld waren,
datje over rooien zou gaan denken. Misschien valt het bij snel
afdekken nog wat mee, omdat er dikwijls nog een dun laagje
bast met cambium was overgebleven maar dan nog vraag je je af
in hoeverre een redelijk herstel mogelijk zal zijn.
Met dp fruitafzet blijft het droevig gesteld. Van de "gewone"
Goudreinette en de Golden Delicious verdwijnt er meer in de
interventie dan er wordt verkocht. Sommigen vragen zich af of
het veelgeprezen veilingsysteem onder de huidige omstandig
heden wel het beste is. In "de Fruitteelt" lazen we dat een
werkgroep in de Betuwe een geheel nieuwe aanpak wil van de
afzet. We denken echter dat de meeste telers daar mentaal nog
niet aan toe zijn. Toch is al vaker gezegd dat het veilingsysteem
onovertroffen werkt bij een betrekkelijk schaars aanbod, maar
allerminst optimaal werkt bij een overaanbod.
Hoe het ook zij: het gaat niet goed met de Nederlandse appel
teelt. Het moge waar wezen dat de fruitteelt in ons land op een
zeer hoog peil staat, daar schiet je weinig mee op als er met die
enorme vakkennis te weinig geld in het laatje komt. Als je dan in
"Groenten en Fruit" leest dat de fruittelers in Noord-Italië voor
hun Golden Delicious vrijwel elk jaar dubbel zoveel per kg
krijgen als de telers in ons land, is dat moedbenemend. Dat te
meer omdat daar bovendien de kostprijs nog veel lager ligt.
Keihard stond er bovendien nog dat Nederland bij export vrij
wel alleen aan de bak komt met tweede kwaliteit tegen een lage
prijs. Het voorlaatste seizoen (1977-1978) was de appeloogst in
de EEG abnormaal klein. Toen waren de prijzen goed en velen
kregen weer moed. Nu is er in de EEG niet eens sprake van een
topoogst en de Nederlandse markt zakt in elkaar. We zijn weer
terug in de werkelijkheid.
Op de begin februari gehouden Z L M. Kringvergadering voor
ons Thoolse gebied is er door de inleider Doeleman nog even
stilgestaan bij de schade die sommige glastuinders geleden
hebben door de enkele uren durende stroomstoring op 1 januari.
De toen op dat moment invallende vorst met harde wind werd
de oorzaak van flinke schade, inzonderheid in de bloemensek-
tor. De vraag rijst dan: "is dit nu normaal bedrijfsrisiko of zal er
naar eventuele schuldigen gezocht moeten worden?" De PZEM
beroept zich op farce majeur en dat is zeer begrijpelijk. Maar
ondertussen drukt de strop toch weer op de betreffende tuinder
die een deel van zijn jaarinkomen verloren ziet gaan. Deze
moeilijkheden zijn al zo oud als dat het vrije ondernemerschap
bestaat, maar in deze tijd met zijn sociaal geleide ekonomie
zullen toch bovenmatige kalamiteiten mede opgevangen dienen
te worden door de overheid. Het ging als een rode draad door
die gehele kringvergadering dat er door de overheid zo weinig
gedaan wordt om ons agrarisch bestel voor de ondergang te
behoeden. Nochtans zal in geen enkel ondernemerschap de
risikofaktor geheel uitgeschakeld kunnen en mogen worden.
Juist het spel met winst of verlies zorgen voor zichzelf-selekte-
rende ondernemingen doordat er voortdurend gestreefd wordt
naar verbetering in de bedrijfsstruktuur. Juist hierdoor zijn soms
weer onvermoede mogelijkheden met het telen van opnieuw in
de runnig komende gewassen, zoals die in de zeventigerjaren
vervangende teelten van "de grote drie" in de glastuinbouw. Dit
leert ons weer om zich niet te eenzijdig op te stellen met twee of
drie produkten met hun soms vlug optredende overproduktie.
Altijd zal iedere ondernemer voldoende pijlen op zijn boog
moeten hebben om niet voor niet te overkomen stroppen te
komen staan bij natuur- of afzetkalamiteiten. Wanneer nu ech
ter door de overheid bij een eventueel winstgevend jaar, de
reserve teveel afroomt dienen er óók door die instantie maatre
gelen te worden getroffen bij kalamiteiten, veroorzaakt bij de
vollegrondsteler met 100% vorstschade bij de spruiten en de
winterbloemkool. Ondanks een stille hoop kunnen deze twee
gewassen nu wel geheel worden afgeschreven nu de winter ook
in de tweede helft van februari nog hard heeft toegeslagen.
Misschien dat de eerste voorjaarsgroenten een - al is het dan
tijdelijke - prijsstijging te zien zal geven: maar hiervan gaat weer
veel verloren door ekstra stookkosten en ander ongerief. De
kleinere vollegrondsbedrijven worden dit voorjaar sterk gekon-
fronteerd met een flink verkleind areaal van de teelt van
bloemzaden. Wat tot op heden geplaatst kon worden ging dik
wijls voor lagere kontraktprijs dan voorgaande jaren gegeven
kon worden. Juist deze teelt werd de laatste jaren in ons Thoolse
gebied een stevige kurk waar nog veel op bleef drijven. Dit werd
steeds meer de vervanger van de zaaiuien omdat deze teelt het
nu voor het tweedejaar hopeloos heeft laten zitten.
Verwacht wordt dan ook wel dat dit gewas alléén geteeld kan
worden in sterk gemechaniseerde vormen.
De winst- of verliesfaktor per ha zal bij een klein en een groot
bedrijf niet verschillend zijn, maar de kleine grondgebruiker is
verplicht om zijn eigen handenarbeid lonend te maken.
De manier waarop hij dat gaat versieren ligt geheel aan de
desbetreffende ondernemer. De onkosten kunnen soms met
enige oplettendheid verkleind worden en de netto-opbrengsten
dito verhoogd worden, maar deze dingen liggen voor ons allen
op het persoonlijke vlak. In ieder geval zal de ha-opbrengst in
ons bedrijfstype een veelvoud moeten zijn tegenover de op
brengst van de grote bedrijven. Naar wij vernemen bekijken
sommige Zuid-Hollandse glastuinders de mogelijkheden om in
ons Thoolse gebied hun glastuinbouw voort te zetten. Wanneer
er in de toekomst de mogelijkheid kan komen met zoetwater
verstrekking zal daar zeker een kans in zitten. Misschien dat dan
ook meer mogelijkheden ontstaan dat Thoolse vollegrond-
stuinders ook dan hun kansen zien in de glastuinbouw. Maar
deze dingen zullen zij zelf waar moeten maken.
Grote hoeveelheden Argentijns fruit hebben in 1978 weer hun
weg gevonden naar buitenlandse afnemers. In totaal nam de
uitvoer met ruim 10% toe, waardoor het gehele kwantum ruim
boven de 500.000 ton uitkwam (vj 450'; vvj 350')- Bijna de helft
hiervan gaat naar het buurland Brazilië. Dit betreft dan voor
namelijk hardfruit. De tweede groot-afnemer is Nederland waar
bijna een kwart van de Argentijnse fruituitvoer naar verscheept
wordt: een groot deel van deze import hier te lande wordt weer
gereëxporteerd naar het achterland. West-Duitsland is qua vo-
In december 1978 werd 439 ha tomaten aangeplant tegen 440 ha
in december 1977.
Dit o.m. blijkt uit de uitkomsten van de steekproef "Tuin-
bouwgewassen onder glas" per 1 januari 1979 van het Centraal
Bureau voor de Statistiek. De teelt van tomaten werd beëindigd
op 57 ha. Dit is 8 ha meer dan in december 1977. Op 1 januari
1979 was 440 ha tomaten aanwezig. In vergelijking met de si
tuatie op 1 januari 1978 betekent dit een vermindering met 16 ha
of 3.5%.
Komkommers
In december 1978 werd 219 ha komkommers aangeplant tegen
226 ha in december 1977 (- 3%). Deze aanplantcijfers geven
tevens de aanwezige oppervlakte per resp. 1 januari 1979 en 1
januari 1978 aan.
Sla
In december 1978 werd 427 ha sla geoogst. Dit is 94 ha of 18%
minder dan in december 1977. De aanplant van dit gewas was in
december 1978 3% groter dan in december 1977.
De op 1 januari 1979 aanwezige oppervlakte sla was met 1.178
ha. 168 ha of 17% groter dan op 1 januari 1978.
lume derde, 10% van de totale fruitexport gaat rechtstreeks naar
dit land.
Appelen en peren te zamen nemen 80% van de buitenlandse
fruitafzet voor hun rekening, waarbij de appelen duidelijk de
boventoon voeren. Brazilië is voor dit hardfruit de voornaamste
afnemer (200.000 ton). Naar Nederland werd vorig jaar 70.000
ton appelen en 7.000 ton peren verladen, een uitvoer die om
streeks deze tijd weer van start zal gaan; de eerste verschepingen
heb.ben mogelijk plaatsgevonden.
De export van citrusfruit is gekoncentreerd op Nederland. Vorig
jaar werd er van een totale export van ruim 30.000 ton sinaas
appelen rond 18.000 ton naar ons land verscheept. Bij de gra
pefruits is er ongeveer hetzelfde beeld: uitvoer 25.000 ton.
waarvan 14.000 ton naar ons land. Mandarijnen worden nog in
zeer kleine hoeveelheden uitgevoerd, in 1978 werd er 400 ton
verladen die Nederland als bestemming had. Citroenen worden
veel in de Oostbloklanden afgezet. Van de 30.000 ton gaat rond
90% naar deze landen.
(Corporacion Fruticola Argentina, 19 januari 1979)
Shell Nederland Chemie B.V. introduceert een nieuw produkt
voor de uienteelt, onder de naam Allivin. Het middel is zowel
werkzaam tegen uievlieg als tegen stengelaaltjes (kroef)- Allivin
is een mikro-granulaat dat bij het zaaien, als rijenbehandeling
wordt toegediend. De korrels zijn zeer prettig strooibaar, trek
ken geen vocht aan en geven nooit verstopping van de zaaipij-
pen. De dosering bedraagt 12 kg per hektare.
Allivin is in feite een kombinatie van 2 andere produkten. Van
Birlane, het Shell middel tegen uievlieg; en van Vydate. een veel
nieuwer middel dat zijn bekendheid vooral dankt aan de aard
appelen-en bietenteelt waar het wordt gebruikt ter bestrijding
van (cyste-)aaltjes en (bodem-)insekten.
De nieuwe kombinatie is al ruimschoots in de praktijk getest. De
bestrijding van uievlieg en stengelaaltjes bleek hierbij van hoge
en konstante kwaliteit. De werking tegen stengelaaltjes moet
beschouwd worden als een nevenwerking.
Allivin werd door Shell Nederland Chemie B.V. speciaal voor
de Nederlandse markt ontwikkeld.
BASF Nederland voert reeds jaren de produkten Basagran
vloeibaar en Basagran P vloeibaar.
Van beide produkten zijn geen poedervormige formuleringen in
de handel. Terwille van de eenvoud werd daarom de naam van
Basagran vloeibaar gewijzigd in Basagran en die van Basagran P
vloeibaar in Basagran P.
19