Ad van Hoeve, een Fliplander die fruitteler in Zeeuws-Vlaanderen werd G ing destijds heel wat makkelijker. Je kweekte een produkt en dat vond zijn weg wel. Ook voor de export had je geen speciale maa tregelen te treffen. De kwaliteit speelde lang zo'n rol niet als nu. De konsument was niet zo kritisch en ook niet zo verwend. Nou ja, je weet dat deze situatie allang verleden tijd is. Daar door is het in de fruitteelt ook heel wat moei lijker geworden. Ze hebben elders ook niet stilgezeten. We hebben te maken met een groeiende import en vaak ongelijke konkur- rentie. Het einde is daarvan nog niet in zicht. N ou, dat was dan in 1948. We hadden in die tussentijd de oorlog meegemaakt waar je als jonge generatie toen veel kostbare tijd mee verloor. Ik besloot om toch maar boer te wor den. Nu moet ik er bij zeggen dat we een aardig bedrijf hadden. Vader had deze boerderij van 30 ha kunnen kopen. Een best stuk land dat prima verkaveld ligt in de vorm van één grote blok van 30 ha achter het bedrijf. De grond is vruchtbaar en behoort tot de kategorie mid delzware klei met een afslibbaar van 44 tot 30%. Aan de randen hebben we wel wat pro blemen met de bekende nadelen van de plaat- gronden. Het overgrote deel is echter goed vochthoudend. De Vogelschorpolder werd in het jaar 1700 reeds als eiland ingedijkt als een vooruitloper op latere gebieden. In feite was deze polder een vroege opwas. I k ben er blij mee dat ik twee opvolgers heb. Dat geef ik ronduit toe. Maar.... hij zwijgt even, je weet dat de echte opvolging nog heel wat apders is, want dertig ha eigendom is tegen woordig iets watje niet zo een twee drie over- ne.emt. Mijn vrouw Eef Koster heeft me zes kinderen geschonken, zegt hij met een glim lach. Netjes hoor, mooi om en om kreeg ze het voor elkaar om een jongen en een meisje te brengen. Twee worden er nu dus fruitteler ter wijl er vier over "de hegge" meekijken. Die opvolging is nog niet rond, dat mag je best weten. Je begrijpt ook wel dat we daar druk mee bezig zijn. Dit j,i jaar trouwt Ko en ja dan wordt het toch tijd dat er op het gebied van de overname spijkers met koppen worden ge slagen. Ik wordt langzamerhand een ouwe vent en als vader van zo'n kroostrijk gezin zoals ze in België zeggen moetje dan je plan trekken. naar fruit Het vond zijn weg wel Met de pluk geen problemen De opvolging Zelf het fruit exporteren Ad van Hoeve, voorzitter van de Kring Axel komt waarschijnlijk nooit een appeltje voor de dorst tekort. In het Zeeuws Vlaamse heeft hij een fruit- teeltbedrijf dat tot de grootste van het gebied behoort. Ongeveer 30 ha appels en peren. Zo'n bedrijf komt er overigens niet van vandaag op morgen. Vanhuis uit zijn we eigenlijk akkerbouwers zegt Ad. Mijn wieg heeft ook niet in Zeeuws-Vlaanderen gestaan maar in St. Philipsland, nu alweer zo'n 52 jaar geleden. Vader had daar een akkerbouwbedrijf, om precies te zijn onder Anna Jacobapolder. Vader's broer die ook boer werd heeft destijds het ouderlijk bedrijf overgenomen, terwijl mijn vader in 1940 verkaste naar de plaats waar we nu zitten, hier in een van de Braakmanpolders. Vraag je me nu ben je altijd al plan geweest om boer of fruitteler te worden dan moet ik ronduit nee zeggen. Vader zag dat boeren eigenlijk ook niet zo zitten. Hij stimuleerde ons nooit om in zijn voetsporen te treden. In tegendeel, hij stuurde het er op aan dat we ons geluk buiten de landbouw zouden zoeken. We waren met zijn tweeën thuis. Mijn broer is direkt een andere richting opgegaan en studeerde in Delft. Nadat ik de H.B.S. in Bergen op Zoom en in Terneuzen had afgemaakt ben ik aan de artsenstu die begonnen op de universiteit te Leiden. Waarom arts? Ik weet er nu niet direkt meer het antwoord op, misschien was ik destijds wel gemotiveerd. In ieder geval het ging niet door. Ik vond de studie veel te theoretisch gericht. Overigens vond ik het wel een leuke tijd en ik zal altijd met plezier aan die eerste groenperiode blijven terugdenken. Een kavel van 30 ha! M. van Wezel. Van akkerbouw Kringvoorzitter Axel T ot 1950 hadden we een zuiver akkerbouw bedrijf volgens het type zoals we dat hier alle maal kennen. Maar daarna zijn we op mijn initiatief begonnenjmet de inplant van fruit. Je had rond Philippine een kern van fruittelers zitten die daar nu alweer zo'n 45 jaar geleden mee waren begonnen. Eén van die voortrek kers op dat gebied was de heer de Zwart en hij heeft er mede toe bijgedragen dat we over stapten op de fruitteelt. Je begrijpt wel datje niet in 1 jaar 30 ha fruitj inplant, dat is onmogelijk en haast onbetaal baar. We hebben het in etappes gedaan. Iedere vier jaar plantten we ongeveer 6 ha in. In 1968 hadden we alle grond ingeplant. Ik heb daar nooit spijt van gehad. Wel werd die fruitteelt interesse natuurlijk wat in de hand gewerkt door de lukratieve aspekten van die zaak in de jaren na 1950. 't Is. toen ook weer wel eens anders geworden, dat weten we allemaal wel. Ad, Bram en Ko, een hechte samenwerking. De fruitteelt is struktureel nog niet gezond en een goed jaar zoals in '77 moet ons niet blind voor de realiteit maken. Maar laat ik erover ophouden, zegt Ad met een zucht, want het is immers oude koek. I nmiddels zijn we in het begin van de jaren zeventig alweer begonnen met het rooien van de eerst geplante bomen. Grofweg ziet het er zo uit, we hebben 13 ha peren, met als voor naamste rassen Conference, Cornice en Hardy. Daarnaast hebben we 15 ha appels met als voornaamste rassen Golden, Winston, Cox's en Goudreinette. Ja, dat is samen geen 30 ha maar ik moet zeggen dat we aan het bedrijf ook wat dijken hebben, en die zorgen er weer voor dat ik zeg maar 2lia minder fruit heb. Terwijl we het bedrijf van Ad van Hoeve be zoeken is het volop pluktijd van de vroege ras sen. Je moet daar droog weer voor hebben, maar telkens klettert er die dag ook wat regen uit de lucht. Ad staat wat geirriteerd op en moppert terwijl hij de met buien bezwangerde .lucht bekijkt. Nou ja, zegt hij, wat doe je eraan. Je kunt die appels niet nat in de kisten plukken. Gelukkig kunnen de mensen toch doorgaan met ander werk in de schuur. Tijdens het plukken hebben we altijd zo'n stuk of tien mensen in dienst. Die pluktijd vormt voor ons geen enkel probleem, want uit de omliggende plaatsen kunnen we gemakkelijk plukkers Jcrijgen. De bottle neck vormt echter wel het snoeien. Dan is het poot aan spelen om alles tijdig rond te krijgen. Ik heb twee zoons die volledig mee draaien in het bedrijf. Bram (27) is getrouwd en woont in een apart huis ook op het bedrijf. Ko (24) denk erover om dit jaar te gaan trouwen. Ze zien het alle twee echt wel zitten in de fruitteelt. Ik reken mezelf tot een halve werkkracht. Dus van onszelf brengen we 2 xh man in. In de snoeitijd hebben we dan het geluk dat er iemand uit de buurt die het vak ook meester is, tijd vrij kan maken om met ons mee te werken. Gelukkig is dat snoeiwerk ook wat gemakkelijker geworden sinds we gebruik maken van de pneumatiek. d van Hoeve heeft niks tegen de veiling zegt hij, en toch veilt hij geen appel of peer. Wij exporteren onze produkten zelf, verklaart hij met enige trots. Ik handel rechtstreeks met de groothandel en de industrie. Dat vind ik een kroon op 't werk. Je doet een heel jaar je best om een goed produkt te krijgen. Dan breng je het naar de veiling en je hebt er niks meer over te zeggen. Nogmaals ik vind de kommerciali- satié de kroon op 't werk. Bovendien ben ik een beetje wars van het onpersoonlijke van de vei ling. Je wordt er ongewild veel te veel een Een kijkje op de moderne bedrijfsgebouwen en koelhuizen. Ad haalt er de kaart bij en wijst het gebied van de polder daarop aan. Wat opvalt is dat men destijds heel goed wist wat verkavelen was. Het hele gebied is ingedeeld in rechthoekige blok ken. Een voorbeeld van een ideale situatie, zegt hij tevreden. 12

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 12