Produktie en afzet van graszaad
Ui
H
Kontrakten in de graszaadteelt
H et is om meerdere redenen een akkerbouwbelang dat de
graszaadteelt zijn plaats in het bouwplan behoudt.
D,
D e cijfers van marktberichten zijn de netto-verkoopprijzen,
vanaf pakhuis geleverd. Hierop moeten dus alle eerder ge
noemde kosten nog in mindering worden gebracht voordat de
verdeelsleutel toegepast kan worden. Het is niet onwaarschijn
lijk, dat bijvoorbeeld net 50% van de gepubliceerde prijs over
blijft. In cijfers vertaald: een marktprijs van bijvoorbeeld 3,—
voor roodzwenk betekent dan 1,50 voor de boer. Hierbij komt
dan nog de EG-subsidie. Reële telersprijzen zijn dus moeilijk te
geven door het verschil in kostenniveau van de verschillende
firma's. Verder hebben ook de diverse soorten een eigen prijs
niveau, dat niet ovei enkomt met het algemene prijspeil (soor-
tenmarkt).
P. Berkhouwer
Kontraktteelt
D.
CEBECO-HANDELSRAAD
Graszaadteelt een akkerbouwbelang!
D e teelt van graszaad heeft een heel aparte plaats verworven in het bouwplan van vele akkerbouwbedrijven. Het feit dat
landbouwdeskundigen met klem wijzen op de nadelen en gevaren van een te nauw bouwplan zal hieraan niet vreemd zijn.
Bij velen leeft namelijk de vrees dat we op deze wijze de bodemvruchtbaarheid - en daarmee het produktievermogen van
de grond - op den duur te zwaar belasten. Deze situatie, die uit rendementsoverwegingen is opgedrongen, vraagt de
grootst mogelijke aandacht voor het in goede konditie houden van de grond. Juist in dit opzicht kan de graszaadteelt een
zeer positieve funktie hebben. Het is dus ook om deze reden belangrijk dat de teelt van graszaad in de komende jaren
financieel aantrekkelijk blijft. Een paar faktoren die hierop van invloed zijn zullen we nader bekijken.
Ook hier: VRAAG EN AANBOD BEPALEND
iteraard bepaalt ook bij graszaad de vraag- en aanbodver
houding de rentabiliteit van de teelt. Dit beeld zal ook in de
toekomst wisselend zijn. De grote kern van vaste graszaadtelers
weet dit en laat zich door een jaar met minder gunstige prijzen
niet afschrikken. Overigens beperken dit soort teleurstellingen
zich niet tot het produkt graszaad.
Zonder daaraan op langere termijn konklusies te verbinden is
het goed om te bezien hoe produktie en afzet zich de laatste tijd
ontwikkelden.
Ten aanzien van de totale produktie zien we dat deze in Ne
derland over 1978 bijna 18.000 ha. bedroeg. Oogst 1979 zal een
lichte stijging te zien geven tot 18.400 ha. In de gezamenlijke
E.E.G. landen beweegt het areaal zich, na een duidelijke daling
in 1976, over de jaren 1978 en 1979 weer op het niveau van 1974
en 1975 (nl. ruim 120.000 ha.).
Denemarken is met ruim 44.000 ha. in 1978 nog altijd veruit de
grootste producent, gevolgd door Frankrijk 23.000 ha.) en
het Verenigd Koninkrijk 20.700 ha).
In het algemeen kunnen we konstateren dat de produktie op dit
moment een tamelijk rustig beeld te zien geeft.
Per soort bezien is in ons land de oppervlakte veldbeemd het
meest toegenomen van bijna 3400 ha. in 1978 naar 4600 ha. in
1979. Roodzwenk en Engels raai laten een meer beperkte stij
ging zien. Italiaans raaigras daarentegen gaat fors terug van
bijna 3000 ha. naar 1750 ha. Begrijpelijk, gezien de huidige
markt- en voorraadpositie van deze soort.
Nogmaals: Aan de produktiekant op dit moment een lichte
stijging, maar geen verontrustende ontwikkeling.
DE VOORRAADPOSITIE
O,
'ok de ontwikkeling van de voorraden geeft een indikatie
voor het marktverloop. Gelukkig kunnen we in het algemeen
konstateren dat de situatie er ook in dit opzicht momenteel niet
ongunstig uitziet.
Zo daalde de Engels raai voorraad in Nederland van ruim
10.000 ton in 1976 tot beneden 3.500 ton in 1978. (In de gehele
E.E.G. zijn deze cijfers respektievelijk 29.000 en 24.000 ton).
Bij roodzwenk zien we een voorraadafname in deze periode van
ruim 1.350 ton naar 650 ton in Nederland en van 9.000 naar
6.000 ton in de E.E.G. Ook het veldbeemd geeft een soortgelijk
beeld. In feite is alleen bij Italiaans raaigras sprake van een
gngunstige voorraad-ontwikkeling. De huidige areaalvermin
dering bij deze soort zal het evenwicht weer herstellen.
Over het gehele pakket bezien kunnen we dus konstateren dat er
de laatste jaren, afgezien van het Italiaans raaigras, van een
redelijke verhouding tussen produktie en afzet kan worden ge
sproken.
VOORUITZICHTEN VOOR DE AFZET
et is uiteraard moeilijk om hierover iets steekhoudends te
zeggen. We moeten ons beperken tot het aangeven van trends
die een aanwijzing geven voor de naaste toekomst.
Voor de fijne grassen is de konjunktuur-ontwikkeling van grote
betekenis. Blijvende, en liefst toenemende welvaart is een im
puls voor het verbruik in de gazon en sport en rekreatie sektor.
Naast deze overheersende faktor zijn er aanwijzingen dat de
zogenaamde Engels raaigrasveldtypen voor genoemde doel
einden konkurrenten gaan worden van de bekende Engels
raaigrassoorten en wellicht ook van veldbeemd en roodzwenk.
De weide-grassen moeten het hebben van de toenemende be
langstelling van de veehouders in binnen- en buitenland voor
graslandverbetering.
De eisen die voor dit doel aan de rassen en de kwaliteit van het
zaad worden gesteld zullen terecht toenemen. Hier liggen voor
Nederland mogelijkheden, gezien de aktiviteit en de outillage
van onze kweekbedrijven en de technische kwaliteit van de
telers.
Een ontwikkeling, die al even werd aangetipt, is de snelle op
komst van de fijnere Engels raaigrasveldtypen voor andere
doeleinden.
In de praktijk blijkt een grote behoefte te bestaan aan
regelmatige informatie over de graszaadteelt in Ne
derland en wat daarmee zoal samenhangt. De Zaai-
zadenkommissie van het Landbouwschap probeert
hieraan enigszins tegemoet te komen door een reeks
artikelen onder de rubriek "Graszaadinformatie".
Een keer per twee a drie maanden zal een onderwerp
worden genomen. Dit keer wordt wat dieper ingegaan
op de kontraktteelt. Suggesties voor deze rubriek zijn
uiteraard van harte welkom bij de Zaaizadenkom-
missie van het Landbouwschap, Raamweg 26 te
's Gravenhage.
In het algemeen mogen we toch wel stellen dat de marktsituatie
op dit moment zeker niet ongunstig lijkt, waarbij we wel moeten
bedenken dat b.v. een zeer gunstige of ongunstige oogst, alsook
gunstig of ongunstig weer tijdens de hoofdinzaaiperioden voor
blijvend grasland van grote invloed op de marktontwikkeling
kunnen zijn.
Deze en nog vele andere invloeden kunnen het marktbeeld op
korte termijn soms sterk wijzigen.
Samengevat
Ten aanzien van de vraag- en aanbodontwikkeling is het beeld
op dit moment in het algemeen niet ongunstig.
De gewijzigde verhouding tussen de kwekers-handelaren en een
toenemend gedeelte van hun afnemers werkt in dit opzicht po
sitief. Hierbij doel ik op de ontwikkeling dat waar voorheen voor
het overgrote deel echt voor "de markt" werd geproduceerd,
thans een situatie groeit waarbij een steeds belangrijker gedeelte
van de produktie wordt gericht op een meer vaste kern van
afnemers op basis van bepaalde rassen en ky/aliteiten.
Uiteraard wordt de faktor kwaliteit voor zowel het ras als het
afgeleverde produkt daardoor nog belangrijker dan voorheen.
Gelukkig zijn vakmanschap en technische kwaliteit bij zowel de
telers als de kwekers-handelaren in voldoende mate aanwezig
om ook ten aanzien van dit Nederlandse produkt "er uit te halen
wat er in zit".
e graszaadteelt is een kontraktteelt waarbij vele telers
kiezen voor een zogenaamd participatie-kontrakt. Vaste
prijskontrakten of open prijskontrakten, al of niet met een
hektare-garantie komen weinig voor. Binnen de participa-
tie-kontrakten zijn er diverse varianten mogelijk. Voor
waarde is echter dat er geen bepalingen in mogen voorko
men, die in strijd zijn met de algemene kontraktvoorwaar-
den.
Deze algemene voorwaarden worden vastgesteld onder
verantwoordelijkheid van het Landbouwschap met als an
dere partij de Vereniging voor de Handel in Landbouw-
zaaizaden (VHZ). De Algemene Teeltvoorwaarden voor
landbouwzaaizaden zijn dus automatisch van toepassing
als een teler een kontrakt tekent. In de praktijk blijkt, dat
veel telers niet goed op de hoogte zijn van de inhoud van
het kontrakt. Bij een 75-25 participatie-kontrakt veron
derstellen vele telers, dat zii 75% van de verkoopprijs ont
vangen na aftrek van schoningskosten en eventuele
droogkosten. Dit is echter niet het geval. De teler partici
peert pas voor 75% van de netto-opbrengst. Hierbij worden
door de handelaar alle direkt aanwijsbare kosten voor het
klaarmaken voor de afzet, kosten van de verkoop, afleve
ring, verzending en kwekerslicentie afgetrokken van de
gemiddelde verkoopprijs.
Aftrekposten
O,
mdat het om een hele waslijst van deze aftrekposten gaat
kunnen wij onmogelijk een kompleet overzicht hiervan geven.
Bovendien heeft iedere firma afwijkende rubrieken, bedragen
en percentages. De juistheid van de aftrekposten wordt beoor
deeld door de vertrouwenskommissies van de diverse firma's.
Om u echter een indruk te geven van het veelvoud aan posten
hierbij een greep: drogen, schonen, kwekerspremie, verkoop
kosten, assurantie, mengen, laden, rentevoorschotten, zaaizaad,
plombering, analyse, produktschapsheffing, enzovoort. Al deze
posten samen worden dus afgetrokken vóórdat de verdeelsleutel
wordt gehanteerd. Een speciale kontraktvorm is nog het zoge
naamde "all-in kontrakt". De zaaizaad- en schoningskosten
worden bij deze kontrakten niet in rekening gebracht; de over
ige kosten echter wel.
Garantieprijs
e firma kan dus een zeer groot deel van zijn kostenpakket
rechtstreeks aan de teler doorberekenen. Alleen de minimum
garantieprijs geeft echter wèl een beperking van het bedrijfsri-
siko voor de teler. De Zaaizadenkommissie van het Land
bouwschap heeft dan ook altijd gepleit voor een redelijk niveau
van de minimum garantieprijzen. Dit is nodig om de boer een
redelijke basis te geven, en ook om te verhinderen dat de firma's
te grote arealen van bepaalde soorten kontrakteren en zodoende
eenzijdig het marktrisiko aan de telers doorgeven.
Deense telers zijn bekend met dit systeem zonder garanties. Bij
nieuwe en buitenlandse rassen wordt nu echter ook daar een
minimum prijs vastgelegd. Verder kent men in Denemarken het
systeem van areaal-planning in een nationaal kader. Deze
planning wordt uitgevoerd door een soort nationale vertrou-
wenskommissie.
Garantie op langere termijn
"V ele boeren willen graag naast de gegarandeerde produkten
iets verbouwen in de spekulatieve sektor en daarbij wordt ook
wel gedacht aan graszaad (soms het liefst zonder minimum
prijs). Het mag duidelijk zijn dat de keus van het gewas gras
zaad, ook gezien de inhoud van de algemene teeltvoorwaarden
voor landbouwzaaizaden, zeer betrekkelijk is. Belangrijk voor
de teler is, naast de kilogramopbrengst, de prijsverwachting van
een te kontrakteren soort. Nu er regelmatig marktberichten in
de landbouwpers verschijnen, kunnen deze aanwijzingen geven
van het te verwachten prijsniveau. Zekerheid heeft de teler niet,
want het afsluiten van een teeltkontrakt is een zaak op lange
"termijn, terwijl de graszaadmarkt schommelingen op korte ter
mijn kent.
Marktberichten
Wij menen echter, dat de teler toch zijn voordeel kan doen met
kennis van de algemene marktontwikkeling. De prijs voor de
teler kan echter niet lager worden dan de overeengekomen
minimum prijs. Veel effektiever zou nog zijn de publikatie van
uitbetalingsprijzen van de firma's. Tot nu toe beschikt alleen de
vertrouwenskommissie over deze prijzen. Deze kommissie heeft
geen bevoegdheid tot publikatie.
Voorlichting
,A.ktueel in de landbouw zijn de programmering en grootte
van het voorlichtingsapparaat en het onderzoek. Onder invloed
van Bestek '81 moeten veel instituten bezuinigen. Ook een ver
schuiving van ge^assenonderzoek naar meer algemeen en bio
logisch onderzoek eist zijn tol. Het graszaadonderzoek moet
eveneens inleveren en krijgt te maken met een verschuiving van
de onderzoekrichting. In een volgend artikel zal hierop nader
worden ingegaan.
De minister van Landbouw, die lastenverlichting voor het be
drijfsleven hoog in het vaandel heeft staan, speelt de zwarte piet
weer terug in handen van dat zelfde bedrijfsleven doordat on
derzoekinstituten een lawine van "eigen bijdragen" vragen. Dit
geldt niet alleen voor de graszadenteelt maar ook voor andere
gewassen. Een fraai staaltje van struisvogelpolitiek dat wij niet
kunnen waarderen en waar wij ons tegen moeten verzetten.
Zaaizadenkommissie Landbouwschap
12