i m mm
Najaarskeuring trekpaarden te Goes A.Z. de Buck
Het "tijdig" drachtig worden van de koeien
W ederom werd op 23 november op de Grote Markt onder dit keer goede weersomstandigheden en een internationale
publieke belangstelling de jaarlijkse keuring gehouden.
B eginnend met een kleine rubriek betreffende hengstveulens:
in de grote maat Bart van Boswijk, van A.L.C. Brooymans,
Oud-Vossemeer en de enthousiaste liefhebber Bj. Sustronk,
Zelhem. groot veulen met mogelijkheden, wellicht de laatste
zoon van bekende Bart van Wijngaarden, werd Kampioen.
Middenmaat: 2a Kastar van Steenzwaan van A.N. Steendijk te
Nieuwerkerk. Kleine maat: la Negus van de Welleweg van A.C.
Remeeus, Dreischor, mooi soortig veulen van Nico van
Schoonebeek.
B ij de jaarling merries stond la in de kleine maat Kitty van de
Linge van de Buck-de Werd, Best, met ras en evenzo beste
gangen, werd uitgeroepen tot kampioene, lb Karin van dezelf
de, kleine, zeer behaarde jaarling met kleine bemerking op
voorstand.
B ij de 2 jarige merries in de kleine maat la de zeer typische
Constaud van de Oudenhof, dochter Myrianne van de Ellerweg
van Maris, lb Dineke van Wezuperbrug, de Buck-de Werd,
blikvangster, maar wat te klein. Middenmaat Brenda van de
Havenweg van C. Maurice, Wolfaartsdijk, forse merrie die de
raskenmerken van haar ideale moeder, de Nat. Kamp. 1978,
Ylia helaas mist. lb Ilonka van Steenzwaan, Steendijk, wat
lange merrie. Grote maat: Beste kopnummers. la geimporteerd
Corrie van St. Pierre van P. Suy, Absdale, schitterend type met
voldoende benen, werd kampioene lb Dina van Molenhof,
Brooymans, nog groen met forse benen die best gebruikt wor
den, reserve kampioene, een omgekeerde volgorde had nie
mand verbaasd.
H et Jeugdkampioenschap was zoals voorzien voor Corrie van
St. Pierre
H ebben wij tenslotte de groepen en afstammelingen
Merries met afst. la Monique van Stuivenberg, Brooymans, met
beste groep w.o. de resk. van de tweejarige,
lb Mimi van Noordhoute, Stal te Zande.
D e gezondheid van de koeien en de oplettendheid van de
veehouder om de tochtige koeien te onderkennen, zijn als regel
de meest voorkomende oorzaken van het niet tijdig drachtig
worden van de koeien.
E en "probleem" waarmee veel rundveehouders te kampen hebben, is het tijdig drachtig krijgen van het melkvee. Een vrij
algemene klacht, die nogal eens voorkomt op dezelfde bedrijven.
Ing. P. Bastiaansen De specialist Rundveefokkerij
Oostkapelle
Gezien de grote belangstelling waarin zich het Trekpaard mag verheugen, konden de organisatoren rekenen op ruim 100
inzendingen.
Wij zullen ons in ons kommentaar hoofdzakelijk beperken tot de kopnummers gezien de beperkte ruimte in dit blad.
Een flink aantal merrieveulens met in de kleine maat la en lb 2
fokprodukten van Nico van Schoonebeek van Comb, de Buck-
de Werd, Oostkapelle kleine magere soortige veulens die elkaar
weinig toegaven.
In de middenmaat 2 veulens van Gamin van de Heide beide van
M.J. Mol te Waarde, beide mooi van type die we zeker nog
meerdere malen op onze keuringen zullen ontmoeten.
In de grote maat aan de kop Jolanda van Bleyendaal van Bart
van Wijngaarden uit de bekende Zeeuwse kampioene Greta van
Bazel van Brooymans, best veulen in het type van de moeder
gebouwd met beste gangen, werd Kampioene lb Elza van
Driewegen van J. de Visser, Souburg, zwaar veulen met vol
doende zwaar beenwerk werd terecht reservekampioene.
Middenmaat la Madeleine van 'T Ooievaarsnest van Stal te
Zande, Kapelle/Heinkenszand, pas geimporteerd uit België,
typisch jaarling met lange lijnen doch wat kleine voet, werd
reservekampioene.
lb eveneens geimporteerd door J. Maris te Grijpskerke, mager
met soort.
Grote maat: Eva van 't Molenhof van Brooymans, uit de goed
fokkende Monique van Stuivenberg. lb Yvonne van Waarde
van Mol.
2 stuks bij de jaarlinghengsten beiden een eerste premie, zullen
nog veel moeten doen, een in de kleine maat Jim van Steen
zwaan, Steendijk, in de middenmaat Johan van de Welleweg, de
Buck-de Werd, eerst genoemde werd kampioen.
Merries geboren in 1975, de grote maat: la kampioene Idoena
van de Gavers Suy, grove wat ouderwets aandoende merrie,
middenmaat la Jenny van Hogelande, Brooymans, mooi type,
uit beste merrie stam, res. kamp. lb. de zware goedgebeende
Nicolien van Rozalie van C. van de Houten, Kerkwerve, destijds
als jaarling kampioene.
Kleine maat Klaartje uit de Linde van C. Oele, Kloetinge,
mooie merrie.
Oudere merries tot 9 jaar.
Kleine maat: la Grada van Steenzwaan, Steendijk, zware merrie
met wat storend hoofd. lb. Lyda van Kijfhoek van St. van de
Velde, Zonnemaire.
Middenmaat: la Duchesse van Moerkapelle, Maris, mooie
merrie met wat smalle voeten, was als jaarling reeds kampioene,
lb. Fabiola van Brugge, Brooymans.
Grote maat: Pascale van 't Molenhof, Brooymans, staande een
schitterende merrie doch in beweging wat tekort komend, lb
Elza van Souburg, Maris, magere merrie met beste gangen.
Merries van 9 jaar en ouder
Kleine maat: la Jenny van de Sluys, B. de Maaker, Wolfaarts
dijk, kast van een merrie, een schralere konditie haar ten goede
komend, lb Joziena van St. van de Velde.
Middenmaat: Clarona van ten Holt, de Maaker, stond in een
pracht konditie, is wel eens ondergewaardeerd, lb. Monique
van Stuivenberg, Brooymans, schrale konditie, fokt best.
Grote maat: la de schrale maar chique Unique d'Arville, de
Buck-de Werd met beste benen en.zeer vlotte gangen, lb. de
kapitale Rosalie van Gebr. Geldof, Oostkapelle, moeder van
twee Nationaal Kampioenes.
Bij de oudere werden 12 kandidates nog eens nader bekeken en
mochten tenslotte 3 merries het strijdperk om de hoogste titel
betreden, t.w. Grada van Steenzwaan, Steendijk, Duchesse van
Moerkapelle, Maris, en Unique d' Arville, van de Buck-de
Werd, welke laatste uitgeroepen werd tot algemeen Kampioene.
Duchesse werd reserve.
Fokgroepen 2 stuks, la Stal te Zande; lb J. de Visser.
Hengsten met afst. Nico van Schoonebeek van A.Z. de Buck,
mooie groep en zoals een jurylid opmerkte, uniform zonder
beenafwijkingen.
Jammer dat in deze geen konkurrentie meer is.
S talgroepen jong:
la Comb, de Buck-de Werd, Oostkapelle, lb A.L.C. Brooy-
- 'Tl 3
Alg. kampioen oudere merries. Unique d'Arville, eig komb. de
Buck-de Werd Oostkapelle.
1 prijs. Hengstveulen met afstammelingen, Nico v. Schoonebeek,
eig. A.Z. de Buck - Oostkapelle.
Wat blijft dan over?
Via bedrijfsbegeleiding, welke de laatste jaren overal in opgang
komt, is reeds gebleken dat de tussenkalfperiode op probleem
bedrijven in 1 a 2 jaar met 20 k 30 dagen bekort kan worden.
Zonder op financiële konsekwenties in te gaan, is het voor ieder
duidelijk dat dit een gezonde vooruitgang betekent.
Tegen het normale percentage verwerpen van 2 a 3% zijn geen
voorzorgsmaatregelen te treffen. Wel is van belang dat een zo
groot mogelijke hygiëne rondom het geboorteproces plaatsvindt
om het optreden en het voorkomen van z.g. "witvuilers" tegen te
gaan. Daarnaast is het waarnemen van de tochtigheid bij de
koeien een essentiële opdracht aan de veehouder, die tot de
vaste dagelijkse werkzaamheden behoort. De uitspraak van Dr.
Uwland "de boer kan geld verdienen met de handen in zijn zak"
is zeker terecht.
Bevruchtingsresultaten op de proefboerderij Cranendonk
R^eeds diverse jaren zijn de bevruchtingsresultaten op de
proefboerderij van de Stichting "Cranendonk" te Maarheeze
zeer gunstig.
In 1977 was het aantal dagen tussen het afkalven en het defini
tief drachtig worden 85 dagen. Vanaf 1 november 1977 tot 30
april 1978 waren de cijfers reeds bekend. In deze periode zijn 74
dieren geinsemineerd, waarvan er 71 definitief drachtig waren
op gemiddeld 84 dagen na het afkalven. We vroegen de be
drijfsleider de heer Romme, hoe zijn werkwijze was.
De heer Romme stelt dat het bijhouden van de administratie op
de vruchtbaarheidskaart van de Gezondheidsdienst een eerste
vereiste is. Deze kaart mag op geen enkel bedrijf ontbreken.
Zowel voor hemzelf als voor de dierenarts is deze kaart onmis
baar. Ten alle tijden moet men een overzicht hebben van het
gehele bedrijf en van elke koe afzonderlijk.
Een goede identiflkatie van de koeien hoort hierbij, te meer daar
op dit bedrijf meerdere medewerkers aanwezig zijn.
Belangrijk vindt hij dat ook tussen de melkperioden door, de
koeien worden geobserveerd op tochtigheid, zowel in de voor-,
namiddag als 's avonds besteed hij hieraan 10 a 15 minuten.
Juist in de periode dat de meeste koeien rustig zijn, ontdekt hij
meestal de tochtige dieren. Tijdens het melken etc. vallen ze veel
minder op.
mans^ Oud-Vossemeer, lc M.J. Mol, Waarde, ld Stal te Zande,
Kapelle/Heinkenszand.
Stalgroepen oud:
la J. Maris, Grijpskerke, met zeer uniforme groep op de voet
gevolgd door B. de Maaker, Wolfaartsdijk en A.L.C. Brooy
mans. ld. Stal te Zande, 2a J. de Visser, Souburg, 2b. St. van de
Velde, Zonnemaire, 2c A.C. Remeeus, Dreischor, 2d P. Maas,
Ritthem.
Konkluderend mag men stellen dat de Zeeuwse fokkers met
trots op deze keuring terug kunnen zien, met beste rubrieken die
paarden omvatten die nationaal zeker tot de top behoren.
1 prijs hengstveulens, kleine maat, Negus van de Welleweg, eig.
A.C. Remeeus, Dreischor.
Res. kamp. merrieveulen. Elza van Driewegen, eig. J. de Visser,
West-Souburg.
Alle koeien worden, nadat ze 4 k 5 weken hebben afgekalfd,
door de dierenarts bij het maandelijks bezoek gekontroleerd.
Koeien met afwijkingen komen op deze manier voor de dag en
worden zonodig behandeld.
Met het kontroleren van de drachtigheid heeft hij goed sukses
en hij durft te stellen dat de waarneming voor 98% klopt.
Met het insemineren van de gezonde koeien wordt, ongeacht de
produktie, reeds na 40 dagen na het afkalven begonnen. De
eerste inseminatie vond gemiddeld 53 dagen na het afkalven
plaats. Zoals te verwachten was, viel het drachtigheidspercen-
tage wat tegen en bedroeg slechts 42%. Vandaar dat het aantal
inseminaties per drachtige melkkoe op 1.95 vrij hoog uitkwam.
Voor de pinken was dit veel gunstiger, namelijk 1.48. Toch was
de gemiddelde tussenkalftijd van 364 dagen zeer gunstig.
Doordat men vroeg begon, viel een 2de inseminatie altijd nog
op een tijdstip dat de koe binnen het jaar kon afkalven.
Zoveel mogelijk worden de beste fokstieren gebruikt. Komt een
koe na twee inseminaties terug, dan wordt terecht een stier
gekozen die als een beste bevruchter bekend staat.
Voor de pinken wordt een fokstier gebruikt, die weinig geboor
temoeilijkheden geeft. Dit geeft twee voordelen. Zwaar afkal
ken van de pinken geeft veel problemen, ook om ze later weer
drachtig te krijgen. Op deze manier tracht men deze problemen
te voorkomen. Daarnaast zijn de vaarskalveren, afkomstig van
een fokstier als fokkalf voor het bedrijf meer waard. Aan een
z.g. "pinkenstier" durft men niet aan.
Voorzorgsmaatregelen bij het afkalven
T egen de tijd dat de koe gaat afkalven, wordt ze uit de koppel
verwijderd en in de afkalfstal neergezet. De mening van de heer
Romme is dat een gesloten afkalfstal minder goed voldoet dan
een afkalfstal in de ruimte bij de andere koeien. Geheel afge
zonderd zou vertraging geven bij het afkalven. Daarom wordt
aan een vlot en rustig verloop de voorkeur gegeven. Het
achterstel van de koe en alle hulpmiddelen worden goed onts
met. Deze handeling wordt tijdens de geboorte nog eens her
haald. Als alles normaal verloopt, blijft de koe tot 24 uur na het
afkalven in de box. Daarna wordt de box direkt schoongemaakt
en weer ontsmet. Het blijvend afzonderen van zichtbare "wit
vuilers" zou wenselijk zijn, doch is in de praktijk niet uitvoer
baar. Een rendabel veehouderijbedrijf is afhankelijk van vele
faktoren. De vruchtbaarheid van de veestapel is er slechts één
van. Echter wel een belangrijk onderdeel, waarvoor de aandacht
nimmer mag verslappen.
Wat de oorzaak is, is niet altijd zondermeer te verklaren. Het is echter een vaststaand feit, dat het niet tijdig drachtig
worden van de koeien geld kost.
Derving van melkproduktie en kalveren is steeds het gevolg. Vruchtbaarheid bij rundvee is niet sterk erfelijk en ook de
voeding heeft weinig invloed. Dat hoogproduktieve dieren minder vruchtbaar zouden zijn, is nog steeds niet aangetoond.
Ook de kleine verschillen in bevruchtingsresultaten per stier en de resultaten van de inseminator moet hierbij niet als
oorzaken gezocht worden.
17