De maand januari op het Zuidwestelijk landbouwbedrijf Akkerbouw W anneer U dit leest, is de jaarwisseling net gepasseerd. Juist in deze dagen houden we ons meer dan anders bezig met beschouwingen over wat is geweest en wat komen gaat. Terugkijkend naar de gebeurtenissen op het akkerbouwbedrijf in 1978 zijn de volgende zaken erg opvallend: H et landwerk ligt in deze maand hoege naamd stil. Hoogstens misschien nog wat kul- tivateren over de vorst, wanneer de gelegen heid daartoe gunstig is. Er is echter in de afge lopen maanden al wat gekultivaterd en boven dien is het ploegwerkdit jaar zodanig van kwaliteit geweest dat een winterbewerking nog nauwelijks nodig is. De grond ligt er in het algemeen netjes vlak geploegd bij en soms is er nauwelijks een bewerking met de kultivator nodig om te egaliseren. I n verschillende delen van Zeeland staat de teelt van groenbemesters op een heel laag pitje. Er zijn zelfs bedrijven waar praktisch nooit groenbemesters worden verbouwd. De organi sche stofvoorziening van onze akkerbouwbe drijven is dan ook een grote zorg worden en we mogen rustig stellen dat er op dit punt op grote schaal roofbouw op de grond wordt gepleegd. Vanuit het Konsulentschap zal er dan ook in 1979 aan dit aspekt veel aandacht worden be steed. Het is goed, dat we ons nu reeds beraden over welke percelen er dit jaar voor in aan merking komen. De meest voor de hand lig gende mogelijkheden zijn wel: Aktiviteiten op de akker in januari Bouwplan en bedrijfsopzet Het bemestingsplan 1979 De groenbemesting in het bouwplan ing. R. van der Meer. Na een zachte winter vond het zaaien en poten plaats begin april, daarop volgde een mooie meimaand, een sombere zomer en een prachtig najaar; De granen gaven erg hoge opbrengsten, in het bijzonder de wintertarwe; Het was een jaar zonder vergelingsziekte bij de bieten; De bieten groeiden erg lang door, gaven een hoge kg-opbrengst met een goed suiker gehalte; De prijzen van de produkten waren over de hele linie aan de magere kant. Met deze mee- en tegenvallers nog vers in het geheugen wensen de schrijvers van deze rubriek alle lezers voor 1979 het allerbeste toe voor het gezin en het bedrijf en dat het "boer blijven" omringd mag zijn met uitroeptekens in plaats van met vraagtekens. Erg vroeg op wintervoor geploegde percelen beginnen wellicht zo hier en daar wat groen te worden van onkruidopslag. Dit kan een reden zijn om alsnog de grond te bewerken. We moeten echter wel bedenken dat we dit onkruid ook chemisch kunnen bestrijden, met minder (sproei-) slagen in het land. taten van het vorig jaar hebben altijd een grote invloed op het bouwplan van het komende jaar. In het recente verleden is dat het geval geweest bij aardappelen, uien en blauwmaan- zaad. Thans zit de wintertarwe in de lift met een uitbreiding van zo'n 20 30% tengevolge van de hoge opbrengst in het afgelopen jaar. De oppervlakte van de tarwe in 1979 ligt daar mee vast. Ook wintergerst heeft een flinke uitbreiding Voor het onderhoud van werktuigen is goed gereedschap nodig. Berg het ook zo overzichtelijk mogelijk op. De bedrijfsvoorlichters, C.A.R. Goes, A. de Regt, Bij het kultivateren moeten de omstandighe den van de grond erg gunstig zijn (droog). Is dit niet het geval dan is het beter om er maar af te blijven. Er kan dan tenminste ook niets worden verknoeid. En hoe verder de winter vordert, hoe sterker deze motieven gelden, omdat dan de periode voor verwering en herstel te kort wordt. Op percelen waar in 1979 bieten geteeld zullen worden en kweek een probleem vormt, kan in januari een grondbewerking in kombi- natie met het spuiten van (bijvoorbeeld 30 kg) TCA aanbevolen worden, ook als in het najaar al TCA werd toegepast. Hetzelfde geldt uiter aard voor zwaar met kweek bezette stroken, langs een slootkant bijvoorbeeld. Als aanvul ling op een najaarsbehandeling geeft dit soms een verrassend goed effekt. O ndanks het goede voornemen om het be drijfsbeleid niet te laten beïnvloeden door toe vallige omstandigheden en jaarsinvloeden is daar kennelijk niet aan te ontkomen. De resul- ondergaan. In Zeeland is daarvan ruim 500 ha uitgezaaid. Wellicht zal er nog enige ruimte worden ge maakt voor zomergerst. Verdere vaststaande gegevens zijn in dit stadium toch ook de reeds bestemde percelen voor aardappelen en bieten. Althans in grote lijnen, want er zal nog wel genoeg gefilosofeerd worden over de aardap pelprijs die al of niet wordt gehaald met de vorige oogst en over het te voeren bedrijfsbe leid inzake de oppervlakte bieten. Dit laatste vooral in verband met de nieuwe regelingen en de ervaringen die men hiermee heeft opgedaan met oogst 1978. Ook de oppervlakte graszaad en karwij is voor 1979 reeds een bekeken zaak, maar dan rest er nog een areaal bouwland dat bestemd kan worden voor erwten, bonen, vlas, maanzaad, uien e.d. Naast de verwachtingen, die men van deze ge wassen heeft wat betreft kg-opbrengst en prijs zal men ook letten op de eisen die deze gewas sen stellen aan de vruchtwisseling, aan de risi- kospreiding en aan de vereiste werkverdeling. Een ondernemer is wel gewoon bepaalde risi- ko's te nemen, helemaal op zeker spelen kan nu eenmaal niet, maar deze risiko's dienen toch binnen bepaalde perken te blijven. Een van de bureauwerkzaamheden van de boer in januari is het rekenen naar de hoeveel heid en soort meststoffen die voor het bedrijf nodig zullen zijn. Daar de Nederlandse produktie van kalksal- peter wordt stqpgezet, is het gebruik hiervan een aflopende zaak. De meest gebruikte en kelvoudige stikstofmeststof is kalkammonsal- peter. Wat de fosfaatmeststoffen betreft is het zo dat de tripelsuper 43% naast de oude bekende korrelsuper 19% een zeer goed bruikbaar en niet duur produkt is. Dat kan men dus ook in het plan opnemen, evenals kali 60%. Met deze enkelvoudige meststoffen kan de bemesting helemaal worden rondgezet, ware het niet dat er dan bijna in alle gevallen meer dan één keer met de strooier over het land moet worden ge reden. Het gevolg is dat er ook nogal wat mengmeststoffen worden gebruikt, waarbij vooral de N P meststoffen in toenemende mate worden gebruikt. De meest bekende mengmeststoffen in de akkerbouw zijn wel 26 14 0,23 23 0,20 10 10,15 12 24, 0 25 25. De meeste van deze kun nen voor verschillende doeleinden worden toegepast. Met behulp van de genoemde en kelvoudige en mengmeststoffen kan voor elk bedrijf en voor elk perceel een verantwoord plan worden gemaakt. Het weglaten van de fosfaatbemesting op granen en het graszaad gebeurt vrij veel. Dit is alleen maar verant woord wanneer dit door middel van hogere giften aan de andere gewassen (bijvoorbeeld de rooivruchten) voldoende wordt gekompen- seerd. Over dit punt wordt wel wat gemakkelijk heen gestapt en dit zou wel eens de reden kun nen zijn dat er tegenwoordig zoveel grondana- lyses voor de dag komen, die een lage fosfaat toestand aangeven. In dit opzicht kan ook het doorrekenen van de fosfaatbemesting over de laatste 2 k 3 jaar erg leerzaam zijn. Wanneer daaruit blijkt dat de gemiddelde gift per ha en per jaar beneden de 75 kg P2O5 komt, dan is het wel uitkijken ge blazen. Er moet dan worden nagegaan of het bemestingsbeleid op lange termijn wel (of niet) juist is. Deze methode is echter slechts een ruwe Groenbemesting: broodnodig. In deze maand moet u reeds een plan opstellen, op welke percelen een groenbemestingsgewas gezaaid moeten worden. In wintertarwe onderzaai van Italiaans raai- gras, Engels raaigras of rode klaver; In zomergerst Engels raaigras of witte klaver. Engels raaigras kan zeer goed gemengd met zomergraan worden uitgezaaid. Dit brengt geen extra werk mee en de kans van slagen is groot. In vlas witte klaver. Als stoppelgewassen kunnen we gebruiken: wikken na graszaad, vroege- en pootaardap|- pelen, bladramenas in stoppels, die pas na 15 augus tus kunnen worden ingezaaid. Bij het bepalen van de hoeveelheid kunstmest is het nuttig om over grondanalyses te kunnen beschikken. benadering. Beter is het om exakt volgens het grondonderzoek te werken.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 8