P. van den Berg,
tuinder aan de rand van de stad
w ij zullen de tuinders in de nieuwe lidstaten als kollega's
moeten zien en niet als konkurrenten. Wij moeten er hier voor
op onze hoede zijn dat de tuinbouw niet uitgespeeld gaat wor
den tegen de industrie. Kijk, met een goedkoop levensmidde
lenpakket hoef je in een industrieel land de industriearbeiders
niet zoveel te betalen en kun je goedkoop exporteren. Hoeveel
bezwaren er op het ogenblik ook aan kleven, je moet niet de
huidige verhoudingen tussen de arbeidsinkomens uit de tuin
bouw binnen en buiten de EG plotseling verstoren. Daarom ook
moet er een ruime aanpassingsperiode zijn voor de toetreding
van Spanje, Griekenland en Portugal tot de EG.
H et Westland? Sorry hoor. Vergeet het maar! Een aantal Brusselse autoriteiten windt er geen doekjes om. De
toekomst van de Nederlandse glastuinbouw zien zij niet zitten. Elders in Europa zijn de produktie-omstandigheden toch
veel gunstiger? Waarom dan de tuinders de hand boven het hoofd te houden die met schaarser en duurder wordende
energie zonodig de Westeuropese konsumenten van groenten, fruit en bloemen willen voorzien? Sorry hoor. Vergeet het
maar!
E en nieuw produkt is de vleestomaat. "De Marokkanen pro
beren een goede kwaliteit vleestomaat te brengen met een vrij
scherpe keur hierop. Maar zij hebben de teeltomstandigheden
veel minder in de hand dan wij. Wij zullen de produktie van de
nieuwe vleestomaten ook weer onder de knie krijgen met rassen
aangepast aan de Nederlandse omstandigheden en met een
aangepaste verpakking. Wij redden het wel weer, daar ben ik
van overtuigd. Het is een kwestie van inventiviteit, het zoeken
naar nieuwe markten en een voortdurend zoeken naar moge
lijkheden".
H oe mooi de produktie-omstandigheden elders soms ook
schijnen, hoe goedkoop de arbeid daar ook is, het blijkt dat er
H et tuindersvak is Van den Berg met de paplepel ingegoten;
zijn vader was tuinder. Na de bedrijfsovername is van lieverlee
het onverwarmd staand en plat glas vervangen door zwaar ge
stookt staand glas (warenhuizen). Inmiddels zijn de eerste, in de
jaren vijftig gebouwde warenhuizen in de afgelopen drie jaren
alweer vernieuwd.
D e man die het druk heeft met de dagelijkse beslommeringen
van zijn bedrijf, daarnaast een bijna gevulde dagtaak heeft aan
bestuurlijke aktiviteiten heeft als hobby het kweken van gerbe
ra's. "Ik beleef daar veel genoegen aan, heb er plezier in. Per
week besteed ik daar vier tot vijf uur aan. Volgens mijn vrouw is
het meer. Nou dan weetje het wel ongeveer
Meer werk dan twintig jaar geleden
Agressieve opstelling
Kwestie van inventiviteit
Unieke plaats
Het Westland is onvervangbaar
Dat gevecht om de afzet, dat zal er blijven
Niet uitgespeeld worden tegen industrie
Tuinderszoon
Gericht op stad en export
Zwak plekje voor gerbera's
-V
an dat soort uitspraken word ik koud noch warm. Het is een
geluid waarmee ik ben opgegroeid. Dan denk ik aan de angst
van mijn vader voor de overrompeling van de Duitse markt door
de Italianen. Dat was zo rond 1930. En dan denk ik terug aan
hetgeen wij na de tweede wereldoorlog hebben meegemaakt:
een geweldige groei in de export van onze tuinbouwprodukten".
Aan het woord is de heer P.van den Berg, tuinder in het West-
land, aan de rand van Den Haag en Delft. "Wij zijn volkomen
vergeten dat er in de jaren twintig vrij grote importen waren -
uiteraard per spoor - van Franse sla in Nederland. Wij zijn het
vergeten, maar het is er wel geweest."
Van den Berg weet waarover hij praat. Hij staat aan het hoofd
van een groot tuinbouwbedrijf, dat dagelijks de grillen van de
markt ervaart. Hij is tweedevoorzitter van de grote veiling
Delft-Westerlee, voorzitter van het Proefstation voor de tuin
bouw in Naaldwijk en sekretaris van de afdeling Delft van de
Hollandsche Maatschappij van Landbouw.
dan toch steeds weer andere faktoren zijn die Nederland en het
Westland achter de stranden van de Noordzee een unieke plaats
geven. Die unieke plaats geldt ook de klimatologische omstan
digheden. Bovendien ligt het Westland in het hart van het
Westeuropese konsumptiegebied. Je kunt de produkten be
trekkelijk goedkoop in het Ruhrgebied, Berlijn, Parijs en Lon
den brengen. Hoe duur de dieselolie of de benzine ook is: een
wagen uit Nederland naar deze konsumptiecentra laten rijden is
altijd nog goedkoper dan vanuit Zuid-Spanje of Griekenland.
Dat hebben wij dan voor en dat moeten wij goed benutten om
ons op de markt te handhaven", aldus Van den Berg.
Hij wijst er nadrukkelijk op dat wij hier in Nederland volkomen
de mist ingaan als de Spaanse overheid de eigen tuinbouw
geweldig zou stimuleren en de produkten koste wat het kost zou
willen exporteren. "Trouwens", zo voegt hij eraan toe, "ook dat
hebben wij meegemaakt met Roemenië en Bulgarije. Met een
beleid evenwel dat er ook in de vergrote EG op gericht is elke
de mogelijkheden zich daartoe voordoen, dus voldoende grote
eenheden. Het goed draaien van de kombinatie is alleen moge
lijk door spreiding van verantwoordelijkheden. Daarvoor heb je
medewerkers nodig die hart voor het bedrijf hebben". Van den
Berg is zo gelukkig dat hij die mensen heeft getroffen.
O m aan goed geschoold en voldoende personeel te komen is
voor de Westlandse tuinders een groot probleem. Van den Berg
is bereid als tuinder de hand in eigen boezem te steken. "Door
onze opstelling in het verleden is het beeld van de tuinbouw niet
positief. Ook door de geweldige zuigkracht van de industrie na
de tweede wereldoorlog werd werken in de land- en tuinbouw
gezien als tweederangs arbeid. Op het ogenblik worden vele
pogingen in het werk gesteld om de arbeid in de tuinbouw
aantrekkelijker te maken en het image te verbeteren. Er zijn nu
meer arbeidsplaatsen in de glastuinbouw beschikbaar dan
twintig jaar geleden. Dat komt door de intensievere teeltmet
hoden. Het aantal werkers in de tuinbouw neemt gelukkig toe,
zoals o.a. blijkt uit het aantal geregistreerde jaarkontrakten bij
de Agrarische Sociale Fondsen".
an den Berg is ervan overtuigd dat een agressieve opstelling
van de Nederlandse tuinders t.o.v. het veroveren van nieuwe
markten, het behoud van de tuinbouw hier is geweest. "Op het
ogenblik zie je het met de bloemen: wij exporteren naar Ame
rika. In omgekeerde richting hebben wij gezien dat de Ameri
kanen getracht hebben - en met enig sukses - om een groot deel
van de Zweedse sla-markt op ons te veroveren met hun ijssla uit
California en Florida. Maar ook wij zijn aan de ijssla-teelt be
gonnen - onder glas. Dat ging met vallen en opstaan. Nu stel ik
vast dat wij ons verloren gegane marktaandeel terugveroveren
op de Amerikanen en eveneens op de Italianen. Wij hebben de
teelt van deze sla onder de knie gekregen. Dat is gelukt dankzij
de aanpassing van de ijssla rassen aan de Nederlandse omstan
digheden in de kassen en dankzij het doorzettingsvermogen van
de tuinders: na een mislukking het opnieuw proberen. Wij
hebben dat ook met de komkommerteelt gezien en met de
tomaten. Met de sla hebben wij nu veel sukses door deze in de
kas reeds in plastik zakjes te verpakken in dozen en aan de
veiling in de vacuümketel te koelen. Met het afleveren op lage
temperatuur zien wij kans ons marktaandeel weer te versterken.
Naast de Italianen waren ook de Fransen en Belgen een grotere
bedreiging gaan vormen. Nou, dat gevecht, dat zal er blijven".
Maar de zon, die in de zuidelijke landen gratis warmte levert,
daar kunnen wij toch niet tegenop stoken?
Van den Berg: "Je vergeet dat de zon ook wel eens anders
genoemd wordt: koperen ploert. Als je verder weet dat een alles
verzengende wind uit de Sahara binnen een paar dagen de toma-
tenoogst in Marokko of op de Canarische eilanden helemaal
waardeloos kan maken, dat wil ik daarmee aangeven dat in die
zuidelijke landen de produktie-omstandigheden ook heus niet
optimaal zijn. En dan heb ik nog niet eens de watervoorziening
genoemd".
I
lidstaat zijn boterham te laten blijven verdienen, dan mag ik wel
bezorgd zijn over de verwachte konkurrentie, maar dan is het
niet een bij voorbaat verloren zaak voor ons".
Het bedrijf van Van den Berg is groter dan het gemiddelde glas
tuinbouwbedrijf. Totaal telt het 50.000 m2 staand glas. Het is een
kombinatie van vijf afzonderlijke bedrijfseenheden met daarbo
ven een afzonderlijke leiding. Er zijn zo'n vijfentwintig mede
werkers, waarvan twaalf manlijke personeelsleden in vaste dienst
en twaalf tot vijftien vrouwen op part-time basis. Tot de vaste
medewerkers behoren ook vier buitenlanders, die reeds vijf tot
acht jaar aan het bedrijf verbonden zijn. Het zijn mensen die hun
vak verstaan, zegt V an den Berg.
Groenten en bloemen. Dat zijn de produkten die het bedrijf van
Van den Berg levert. Onderverdeeld: sla,
komkommers, tomaten en aubergines en wat de bloemen be
treft: gerbera's en jaar-rond chrysanten. Alle produkten vinden
hun afzet via de veiling.
"Alhoewel ik geen voorstander ben om meerdere teelten op een
bedrijf te gaan kweken, is het natuurlijk wel een goede zaak als
Z^.aan de Rijswijkse Sir Winston Churchill-laan, waaraan ook
het kantoor van het Produktschap voor Zuivel is gevestigd,
leunend tegen Den Haag, bewoont de familie Van den Berg een
eengezinswoning. Binnenkort verhuist men evenwel naar een
woning bij één van de bedrijven. "Ik ben opgegroeid in de
tuinbouw aan de rand van de stad. Die tuinbouw was behalve op
de stad, ook duidelijk gericht op de export: Engeland en Ruhr
gebied. Ik denk het nog wel even vol te kunnen houden aan de
rand van de stad. Voor mij staat vast dat de tuinbouw zich aliijd
rond de steden zal blijven groeperen. Ondertussen proberen wij
wel het Westland met hand en tand tegen de opdringende stad te
verdedigen. Het Westland is onvervanbaar; net iets meer zon
dan gemiddeld en net wat minder vorst dan in de rest van het
land". Drie bedrijven van Van den Berg grenzen aan de rand
van Delft en de andere twee aan Den Haag.
Voor de sierteeltsektor als geheel ziet Van den Berg nog steeds
mogelijkheden. "De markt is nog volop in ontplooiing. De Ne
derlandse kweker heeft volop kansen, ook wanneer de EG met
Spanje, Portugal en Griekenland wordt uitgebreid".
Wanneer de huisvrouw wat zuiniger zal moeten worden om in een
ekonomisch moeilijke tijd de touwtjes aan elkaar te knopen dan
zal zij volgens Van den Berg niet als eerste geen bloemen meer
kopen. "Als het nu eens slecht gaat, dan blijven de bloemen toch
een kleine vreugde geven? Bloemen zijn gewoon onderdeel ge
worden van het konsumptie-pakket van het gezin. In ekonomisch
moeilijke tijden verwacht ik wel dat de prijzen lager zullen wor
den en natuurlijk is er dan geen sprake van een florerende bloe
misterij. Maar de bloemen blijven hun plaatsje behouden. Je ziet
het toch in de steden, met hun hoogbouw? De mensen verlangen
naar een glimp van de natuur. Dat leveren wij".
Bokma.
15