Het echtpaar Bouma uit Hidaard
H et gezin Bouma-Gerbrandy telt 3 kinderen,
2 jongens en 1 meisje, die alle 3 de lagere school
bezoeken in Hidaard. Het meisje zit in de zesde
klas en moest in die week juist haar scholentest
afleggen voor het vervolgonderwijs. Voor ver
volgonderwijs komen in dit geval in aanmer
king de mavo te Wommels en de scholenge
meenschappen in Sneek en Bolsward, ieder op
ongeveer 10 km. afstand van de fam. Bouma.
De voorkeur gaat uit naar de mavo in Wom
mels, vanwege de afstand en tevens met het oog
op de overgang, die de kinderen van een kleine
dorpsschool als in Hidaard (21 leerlingen)
moeten meemaken naar een grotere vervolg-
school.
H et blijkt, dat zowel dhr. als mevr. Bouma
hun keus om boer of boerin te worden bewust
hebben gemaakt.
D e weinige vrije tijd in de weekends moet
dan ook in de rustige periodes gekompenseerd
worden.
T ot 1969 werd op het bedrijf van de Bouma's
zelfs alles nog met paardentraktie verricht. Het
bedrijf was toen 90 pondemaat groot en Bouma
Sr. was nog bestuurslid van het Fries Paarden
Stamboek. Vanaf dat moment dateert eigenlijk
de meer of minder permanente ontwikkeling
van het bedrijf. Aanvankelijk boerde dhr.
Bouma met z'n vader, daarna met 2 broers,
toen er samenvoeging plaats vond met een
naastliggend bedrijf. Op dit ogenblik runt dhr.
Bouma het bedrijf, dat inmiddels zo'n 200
pondemaat groot is geworden, samen met één
broer. Deze broer woont op de boerderij,
waarmee het oorspronkelijke bedrijf is samen
gevoegd. Deze boerderij staat zo te zeggen op
het andere eind van de kavel en zodoende is
deze familie geheel georiënteerd op het dorp
Oosterend. Hoewel Oosterend eveneens een
klein dorp is, is het toch aanmerkelijk groter
dan het piepkleine Hidaard.
B ouma is lid van de voorbereidingskommis-
sie voor de ruilverkaveling. In deze funktie
krijgt hij te maken met vele aspekten van het
boerenbedrijf. Het gaat natuurlijk in de eerste
plaats om de ekonomische voordelen, die van
zo'n ruilverkaveling verwacht mogen worden.
Men gaat echter steeds meer uit van de ge
dachte, dat grondgebruik niet meer louter een
agrarische aangelegenheid is en dat deze op
vatting ook in de uitvoering van de ruilverka
veling gestalte krijgt. Met deze gedachte kan hij
wel instemmen, maar de wijze waarop dit niet
agrarisch gebruik moet plaats vinden, is hem
nog niet duidelijk. Landschapsparken vindt hij
geen goede oplossing.
H et kost natuurlijk de nodige inspanning om
bij te blijven. Bouma hierover: "Mijn vrouw
leest de kranten beter dan ik en die geeft het
dan wel aan mij door. Vooral, wanneer ik eens
geen tijd heb gehad om het Fries Landbouw
blad te lezen, is het nodig, dat ik toch weet, wat
of er in stond."
Een modem Fries
veehoudersgezin
Een zeer kleine
leefgemeenschap
Bewuste keuze
Vakantie
140 koeien
leder zijn specialisatie
Ruilverkaveling en
weidevogels
Bijblijven en betrokken zijn
H et is de bedoeling om in deze reportage kennis te maken met een normaal, modern
boerengezin, dat zich in deze tijd bewust is van zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van
niet materiële zaken als natuur, landschap en kulturcle waarden in de moderne ontwik
keling. We hadden hiervoor, geruime tijd geleden reeds, uitgekozen het gezin Bouma-
Gerbrandy uit Trijehuzen onder Hidaard.
Zo reden we dan op een winderige novembermiddag over de nieuwe weg van Boksum naar
Bolsward en lieten de schoonheid van het Friese landschap in dit weidegebied op ons
inwerken. We proefden weer de romantiek, die de 100-jarige stamboekfokkerij met zich
mee heeft gebracht en, voor ons althans, iedere boerderij nog omhult. We zouden nog
gaarne eens een staldeur willen openen, om te zien of zich daarachter ook nog beloftevol
fokmateriaal ophoudt, dat door de fokker in een fris strobed wordt vertroeteld.
We genoten ook van het evenwicht in dit landschap, van de verdeling van de ruimte tussen
de boerderijen en de fijnzinnig gesitueerde dorpjes, die ieder door een passende kerktoren
zijn gemarkeerd. Het is of hier een uitzonderlijk begaafde meesterhand heeft aangegeven
waar en hoeveel er van ieder moest worden neergezet, teneinde dit verheven, harmonisch
landschapsbeeld te verkrijgen.
Dhr. Bouma is voorzitter van het schoolbestuur
in Hidaard en de betrokkenheid van het gezin
met de school is dan ook bijzonder groot. De
prestaties tijdens de wedstrijden schoolkaatsen
van de gemeente Hennarderadeel worden met
enige trots genoemd. In 1977 werd notabene
door het partuur van de kleine school uit Hi
daard het kampioenschap behaald uit 29 par
turen en in 1978 behaalde het vertegenwoordi
gende partuur van deze mini-school een eer
volle tweede plaats.
Deze eenmansschool is natuurlijk een objekt
van voortdurende aandacht. Zo is men er de
laatste jaren in geslaagd een jonge werkloze
onderwijzer voor de klas te krijgen, uiteraard
met medewerking van de inspektie. Hierdoor
verkeert het basisonderwijs in Hidaard in een
zeer gunstige positie op dit ogenblik. Ook wat
het vervolgonderwijs betreft vinden dhr. en
mevr. Bouma dat de mogelijkheden voor hun
kinderen momenteel niets te wensen overlaten.
Mevrouw Bouma, die op een boerderij is op
gegroeid, heeft vier jaar in Den Haag gewerkt
en woonde daar zelfstandig. Zij had dus alle
gelegenheid om afstand te nemen van het
platteland, maar het werd uiteindelijk toch
weer Friesland, met als beroep boerin, waarvan
het huisvrouw-zijn ook een onderdeel is. Mevr.
Bouma onderkent duidelijk de grote waarde
van het plattelandsleven, maar beseft tevens,
dat het grote inspanningen vraagt om het te
behouden. Vandaar haar aktiviteiten in de
werkgroep dorpsbelang van Hidaard, de to
neelvereniging, de dansklub en de feestkom-
missie. Als afd. bestuurslid van de C.H.U.
tracht zij ook politiek duidelijk te maken, dat
de waarden van het platteland niet opzij ge
schoven kunnen wordén.
Ook Bouma is niet automatisch het boerenbe
drijf binnen gestapt. Hij heeft na de middelba
re landbouwschool te Sneek, ook nog de hogere
landbouwschool te Leeuwarden doorlopen,
waardoor hij ook andere bestaansmogelijkhe
den had kunnen opbouwen. Om zonder koeien
en paarden door het leven te moeten, leek hem
echter een onmogelijke zaak en zijn grote liefde
voor de fokkerij moet dan ook wel doorslagge
vend zijn geweest bij zijn beroepskeuze. Bou
ma vindt, ondanks alle mechanisatie het boer
zijn een zwaar beroep. Door de mechanisatie
en wat ermee samenhangt neemt de geestelijke
belasting juist toe, omdat je steeds meer voort
durend op alles moet letten. Zijn hobby, de
Friese paarden, geven hem echter de nodige
ontspanning.
De Bouma's vinden de weinige vrije tijd voor
een boer wel een bezwaar en zij zijn van me
ning, dat af en toe bezinning nodig is om het
gezin niet de dupe te laten worden van het
bedrijf. Eenmaal in de 6 weken is dan voor de
familie Bouma onherroepelijk een vrije zon
dag. Meestal luki het wel een maal in de 3
weken, maar in een boerenbedrijf zijn er nu
eenmaal rustige tijden en tijden, waarin alles
tegelijk lijkt te gebeuren.
De Bouma's nemen wel ieder jaar minstens één
week vakantie. De wijze van besteden van deze
vakantie vormt in het gezin nog wel eens een
punt van diskussie. Zo zijn zij eens een week in
Appelscha wezen kamperen in een grote sa
lonwagen. Men was er heen gereden in een
huifkar, bespannen met 2 Friese paarden,
waarmee men in Appelscha ook weer tochtjes
kon maken. "Fantastisch", aldus Bouma. "Als
ik achter de paarden zit, voel ik me volmaakt
gelukkig en heb behoefte om iedereen te groe
ten." Als het aan Bouma lag, werd het ieder
jaar een vakantie met de Friese paarden, maar
mevrouw Bouma vindt, dat er meer dingen
zijn, die het waard zijn om in de vakantie mee
te maken. Het moet niet te eenzijdig worden,
vindt ze.
Toch beleeft ook zij ieder jaar veel genoegen
aan de Friese paarden, want het echtpaar doet
regelmatig mee aan wedstrijden in het ringste
ken op Friese chaizen en in oude Friese kle
derdracht. Ze rijden tevens mee in de carrousel
van de fokvereniging "It Fryske Hynder", die
af en toe ook buiten de provincie Friesland
optreedt. Dit zijn natuurlijk voor het echtpaar
Bouma feestdagen, al zijn dan de voorberei
dingen vaak veelomvattend.
Vroeger was op de boerderijen een kleine hof
houding aanwezig voor het oppoetsen van de
paarden en de tuigen en het onderhoud van de
rijtuigen, maar tegenwoordig moet dit door de
boer en de boerin zelf worden gedaan. Boven
dien konden de paarden vroeger tijdens het
werk worden getraind, maar hiervoor moet nu
eveneens apart tijd worden uitgetrokken. Maar
het is voor beiden ontspanning en over deze
hobby is mét hen gemakkelijk een hele avond
vol te praten.
Samen met een vaste kracht, verzorgen de ge
broeders Bouma de veestapel van 140 stuks
melkvee plus het nodige jongvee. Ze hebben
steeds veel interesse voor de veefokkerij gehad
en op de jubileumkeuring van het Fries Rund
vee Stamboek in 1974, in Leeuwarden, leken ze
zelfs naar de top door te breken, toen ze met
hun bedrijfskollektie een 1B prijs behaalden.
Nadien hebben ze echter nogal wat terrein
moeten prijsgeven op het gebied van de fok
kerij door onfortuinlijk fokken en het I.B.R.-
virus.
In 1972 is de ligboxenstal gebouwd. Het beheer
van een dergelijk omvangrijk en kapitaalin
tensief bedrijf vraagt natuurlijk wel een goede
werkverdeling en organisatie. En in dit geval
van een 2-hoofdige leiding, een goede samen
werking.
B ouma heeft speciaal het melken en de fok
kerij onder z'n hoede, terwijl z'n broer, die ook
de hogere landbouwschool in Leeuwarden
heeft doorlopen, meer de boekhouding, de
voederschema's en de mechanisatie voor z'n
rekening neemt. Regelmatig wordt echter een
hele avond besteed aan het rustig uitwerken
van alle zaken betreffende het bedrijf, waarbij
dan vooral van tijd tot tijd de kWartaaigegevens
van de boekhouding worden doorgenomen.
Een dergelijke avond heeft veel meer weg van
een kommissarissenvergadering van een groot
bedrijf of eigenlijk ook van een direkteureno-
verleg. Het vraagt in ieder geval wel van beide
participanten een evenwichtig oordeel over de
gang van zaken en daarbij is het ook vooral
nodig bij eventuele tegenslagen, alsook bij
onverwachte meevallers, het hoofd koel te
houden en met beide benen op de grond te
blijven staan. "Tot dusver slagen we daar uit
stekend in," aldus Bouma, die het echter wel
gunstig acht, dat ze er van jongs af aan met z'n
allen aan gewend zijn geweest om samen te
werken.
Dat beiden ook behoorlijk in het organisatie-
leven zijn betrokken vindt Bouma eveneens
een voordeel. Zo is z'n broer kommissaris van
de zuivelkoöperatie "De Takomst", afd. voor
zitter van de C.A.F., lid van de kritekommissie
van het Landbouwschap en bekleedt tevens
nog een kerkelijke funktie, terwijl Bouma zelf,
behalve het schoolbestuur ook zitting heeft in
de voorbereidingskommissie van de ruilverka
veling. Ook de schoonzuster van dhr. Bouma
blijft in dezen niet achter als sekretaresse van
het schoolbestuur in Oosterend en sekretaresse
van de afd. Oosterend van de vrouwenbond
N.C.V.B. Deze funkties doen natuurlijk wel
regelrecht een aanslag op je vrije tijd," aldus
dhr. Bouma, "en daarom moet je vooral pro
beren niet te veel met baantjes te worden op
gescheept, maar soms kun je er eenvoudig niet
onderuit. In zo'n kleine gemeente hangt er
soms veel van één zo'n funktie af.
Volgens Bouma moet het landgebruik in even
wicht blijven met de natuur en landschapsbe
scherming. De agrariërs zijn zich hun verant
woordelijkheid ten aanzien van de natuur heus
wel bewust," vindt hij. Je komt echter met te
veel mensen in aanraking, die zich hun ver
antwoordelijkheid ten opzichte van de agrariër
niet bewust zijn, en daardoor laten oplossingen
wel eens te lang op zich wachten. Zo is er b.v.
de achteruitgang van de weidevogels. Wat wij
thans nodig hebben zijn betrouwbare cijfers
over de juiste aantallen en betrouwbare be
richten over de veiligheid bij de trek en de
invloed van de vergiftige stoffen bij b.v. de
kieviten.
Wanneer er maatregelen moeten worden ge
nomen om ze te beschermen, dan zal dat op één
of andere manier geld moeten kosten. Voordat
je hieraan begint zul je toch eerst gegevens
moeten hebben, zodat je weet watje doet, an
ders wil niemand hier iets voor betalen, ook de
overheid niet. Het lijkt er veel op, dat de kievi
ten van alle weidevogels het meest van de mo
derne bedrijfsmethoden te verduren hebben,
maar de cijfers spreken elkaar soms tegen. Dhr.
Bouma vindt, dat de boer steeds de verzorger
van het landschap is geweest en er zeker prijs
op zal stellen om deze funktie te behouden,
mits men elkaar positief tegemoet zal kunnen
treden. De eerste voorbeelden zijn er reeds en
hieraan moet voldoende aandacht worden be
steed.
Trouwens de taak van mevr. Bouma is nogal
veelomvattend en hoewel het bedrijf ook een
groot gedeelte van haar tijd opeist, is ze geïn
teresseerd in een groot aantal andere dingen,
waarvan we er reeds een aantal hebben ge
noemd. Niet vermeld hebben we echter nog
haar aandeel in de maatschappelijke dienst
verlening in Hidaard, in dit geval dan de ge
zinsverzorging, waarvoor zij als kontaktper-
soon optreedt.
Tijdens het bezoek, dat de minister van
C.R.M., mevr. Gardeniers aan de gemeente
Hennarderadeel bracht, kreeg mevrouw Bou
ma gelegenheid, om de funeste uitwerking, die
de bezuiniging van de maatschappelijke
dienstverlening vooral op het platteland heeft,
aan de minister mee te delen.
Het bezoek van de minister moest blijkbaar
precies volgens plan verlopen. Men had daar
toe eerst informatie ingewonnen, of mevr.
Bouma een beetje behoorlijk Nederlands
sprak. Men heeft toen misschien wel gewezen
op haar vier jaar durende verblijf in Den Haag
en zij werd daarom goed genoeg bevonden om
de minister toe te spreken. Mevrouw Bouma
had daarom een, volgens haar zeggen, keurige
speech in even keurig Nederlands op papier
gezet, die precies de onderwerpen aansneed,
die zij had doorgekregen. Toen de minister
echter te kennen gaf, dat zij de Friese taal niet
kon spreken, maar uitstekend verstaan, liet
mevr. Bouma de Nederlandse speech maar in
haar tasje en sprak de minister toe in het Fries,
daarbij misschien een enkele keer van het
voorgeschreven onderwerp afwijkend, maar
toch, uit het hart. Voor zich zelf was ze over de
uitgesproken toespraak beter tevreden, dan
over de toespraak in haar tasje.
E.D.
14