PRAA TJE H, Kerstfeest vieren als zieke Limmerick Diskussie Kerstmis ••W, Kerstfeest f Er was eens een kerstgans in Groede. Die was het wat angstig te moede. Hij piekert: "Ach Heer, Straks laat ik een veer En moet 'k voor het Kerstfeest gaan bloede. Wie in haar afdeling eens van gedachten wil wisselen over het diskussie-onderwerp: ik en jij - hoe leven wij? kan dit voorstellen aan het afdelingsbestuur. Als diskussie-leidster kan gevraagd worden: (in Bra bant) mevrouw Van Dalen, Zuidlangweg 7, Dinte- loord, en (in Zeeland) Mevrouw B.M. de Melker, Molenstraat 26, Groede en mevrouw M.E.A. Sand- berg, Churchill-laan 2, Middelburg. Hoe zou een zieke het kerstgebeuren beleven? Moeilijk om over te schrijven vond ik, temeer daar ik zelf eigenlijk nooit ziek ben geweest met deze feestelijke dagen. Ook vrienden en kennissen waren allemaal nogal aardig gezond. En dan schiet er nog maar één mogelijkheid over. Je zult je moeten indenken hoe je Kerstmis zou vieren, als je dit jaar op de één of andere manier ziek zou zijn. Ik hoorde eens iemand zeggen, "je doet je mooier voor dan je bent met Kerstmis. Je zingt met elkaar massaal in een met kaarsen verlichte kerk van "Vrede op aarde" Je rent met kerstpakketten van de één naar de ander, je viert kerstfeest met plattelandsvrouwen, zondagschool en kinderkerk en dan moeten we ook nog even naar de oecumenische kerstzang- dienst. Met de bejaarden heb je al halverwege december kerstfeest gevierd, anders kom je niet klaar, want thuis moet er toch ook nog kerstfeest gevierd worden. Dus: huis schoon, zilver poetsen, eten koken en bakken dat het een lieve lust is, je zou haast "Het kind in de kribbe" vergeten. Ik probeer me voor te stellen dat ik bijv. met griep op bed lig. Dat kun je je n.l. nog een béétje indenken. Hoe het zou zijn als je met een ernstige zieke; thuis of in een ziekenhuis (misschien je laatste) kerst zou moeten vieren kun je je niet indenken. Dat moetje zélf meegemaakt hebben. Goed, ik heb dus griep. Ik ren niet. Geen boodschappen doen met uitpuilende tassen, geen kerststukken maken en me niet naar de nodige kerstfeesten slepen, De kerstklokken luiden en ik kan niet mee naar de kerk. Ik zie m'n dochters al met pannen aan m'n bed verschijnen, van hoe moet dit en wat moet daar in. 't Zilver wordt niet gepoetst want dat is glad niet nodig en er wordt een kerstboom in huis gezet, zo groot dat je nergens meer langs kunt. Maar het wordt toch Kerstmis, ook voor een zieke. Je beleeft het anders, je rent niet zo over en weer, je hebt meer tijd om na te denken en intenser beleef je het wonder van de geboorte van Jezus en zeker blijft ook de zieke hopen op vrede voor heel de wereld. Kerstfeest is voor zieke en gezonde mensen. 1 a hoor, de kinderen vonden het best om eens over Kerstmis te komen praten al moet Sinterklaas nog aankomen. Ik gaf ze ook wat viltstiften en tekenpapier. Het praat gemakkelijker als je wat te doen hebt. '"GZq,u wel fijn zijn als we ook een gewoon potlood kregen, stel je voor, dat het scheef wordt /Dus werd het gereedschap aangevuld met drie potloden. Daar togen ze aan het werk. Drie kinderen uit één gezin, 6, 7 en 8 jaar, drie totaal verschillende tekeningen. Wat leuk. ebben jullie altijd een kerstboom? vroeg'ik, om de zaak op gang te brengen. "Niet altijd hoor", zei Arian, "we hebben ook wel eens takjes in een bakje. Dat mogen we dan zelf maken." "En we hebben elektrische lichtjes", voegde Marcel eraan toe, "want kaarsen zijn te ge vaarlijk zegt Pappa." "Ja, stel je vóór, dat er een kaars...." Robbie deed zijn hand van pure spanning voor zijn mond. "En een stalletje, hebben jullie dat ook?" "Nee", zei Marcel, "een stalletje hebben wij niet." "Maar we maken er wel vaak zelf een van blokjes." "Er is een nest op de schoorsteen," deelde Robbie mee. "Ja en we hebben er ook een in een boompje, maar daar zitten nu geen vogeltjes in hoor." Trots merkte Marcel op: "Ik heb wel eens een vogelhuisje gebouwd," waarop Robbie veront waardigd mededeelde, dat hij nóóit wat mocht bouwen. "Ik moet het kerststalletje altijd bouwen" klonk het fier uit Marcels mond. "Maar Arian moet altijd de diertjes zoeken." "Natuurlijk, die kun je toch niet bóuwen." Robbie jubelde, dat hij prachtig huizen kan bouwen. "Een keer hebben we vórkens in het stalletje gezet," giechelde hij. Arianmoest lachten. "Ja", zei ze "we moesten een os en een stier hebben. Een os hebben we wel maar een stier niet." "Ik dacht, dat het eenj os en een ezel moesten zijn?" opperde ik. "Ach ja, dat bedoel ik ook." Toen moesten we weer! lachen. "Hè," mopperde Marcel, "mijn boom' wordt helemaal scheef'. "Nou, dan wordt het: toch een buitenboom, net zoals zo vaak voor; jullie huis staat?" Nee, geen buitenboom, een, binnenboom moest het worden en dus> begon hij opnieuw op de achterkant van het vel. Wel jammer, want het zou echt een mooie boom zijn geworden. il je weten, wat we met Kerstmis het liefste eten?" vroeg Arian. "Spruitjes" riep Robbie," die zijn héérlijk." Allemaal wilden ze wel "bief'. En dan wilde Robbie rijst. "Ik neem geen groente", zei Marcel, "maar wel bief1 met friet". "Nog iets vooraf?" Ja, dat moest garnalencocktail zijn. Arian keek duister. "Ik ook garnalencocktail" zei Robbie. Toen hield Arian het niet ipeer uit: "Jullie nemen allebeid MIJN lievelingskostje en JIJ houdt niet eens van garnalen!!!" "Nee, daar houd ik niet van" erkende Robbie. Maar mijn voorstel om dan maar garnalencocktail zonder garnalen te bestel len kon toch geen genade vinden. "Wat wil je toe?" vroeg ik. "Hopjesvla." "Ik niet", zei Marcel, "ik wil van dat gele". "Vanillevla?" "Nee, dat gele met alkohol erin" hielp zijn zusje. "O, advokaat." "Ja, advokaat en witte en rode wijn." Het klonk uiterst bevredigend en het vond bijval bij zijn broertje. Maar Arians diner was toch wat anders: Garnalencocktail, WANT DIE VOND ZIJ HET LEKKERST, de bief maar dan met parijse aardappeltjes en ze verkoos erwtjes en worteltjes boven spinazie. Caramel met slagroom toe en tonic met citroen om te drinken. Je zou er trek van krijgen met al dat gepraat over kerstdiners. Het is nu kerstmis. De kerstboom hangt vol: slingers, kransjes, kerstballen en kaarsjes. Sinterklaas is weer naar Spanje. Madeion zit op een stoel naast de kerstboom. O, wat is de kerstboom mooi, zegt Madelon. Plotseling hoort ze een zacht trompetgeluidje. Wat zal dat zijn? O, een echt levend engeltje! Engeltje: ik kwam speciaal voor jou uit de hemel want jij bent degene wiens vader kerstman is. Madelon: Maar dat is helemaal niet waar, mijn vader is dood gewoon piloot. Engeltje: Ja maar, jouw vader komt elke nacht uit bed om bij elke kerstboom een boek neer te leggen. Madelon: Dat zal ik dan eens aan mijn vader vragen. Madelon ging naar haar vader om te vragen of het werkeüjk waar is wat het engeltje zei, en ja hoor, Madelons vader was kerstman en is nog steeds kerstman. VAN AR V OUT Het is nu Kerstfeest. De boom zit vol met ballen en slingers en kaarsen en allemaal mooie dingen. De kaarsen branden vol licht. Het is een fijne dag met Kerstfeest. Het vuur is aan, want het is koud. Binnen in de huizen branden de kaarsen. Alle mensen zijn blij. Sinterklaas is weer naar Spanje met zijn Pieten. De Kerstman is nu bezig. Buiten sneeuwt het en er zijn geen kinderen buiten, want binnen helpen de kinderen de boom versieren. Dat is leuk werk. "Dat is toch niet eerlijk? En het is juist extra veel!" "Nee hoor, zij kunnen het veel beter. Met Kerstmis hoeven wij niet te helpen." "Wil je ook weten, wat ik het liefst zou dóen?" vroeg Arian. Dat spreekt vanzelf. 's Morgens eten op bed van Marcel en Robbie. DAT DOEN WE NIET!! klonk het heftig protest. niet afwassen, dat doen Marcel en Robbie. DAT DOEN WE LEKKER OOK NIET!! fijn spelen zonder ruzie. 's Middags visite, die lang blijft. 's avonds naar de nachtmis om twédlf uur. Robbie wil 's morgens heel vroeg een stadje bouwen al om 7 uur. 's Middags spelen met playmobil. 's Avonds buiten spelen als het donker is, tik kertje, en als hij binnen moet komen verder met het stadje. Verder kerstliedjes zingen EN NIET AFWAS SEN. Marcel wil zijn bief met friet op bed hebben en de anderen moeten schoonmaken terwijl hij lui óp de bank ligt met een biertje. Verder wil hij wandelen met Oma's hond en 's nachts om twee uur verstoppertje spelen met zijn zaklicht, WANT DIE VAN JULLIE DOEN HET NIET! "Maar nu Jan en Anneke, wat moeten die doen?" "Die nodigen de familie uit." "En wie moet er nu die afwas doen?" "Nou, zij natuurlijk." Het zal vast een heerlijke Kerstdag worden en de tekeningen kunnen ze mooi gebruiken om het huis mee te versieren.. Ik neem me voor 's middags bij hen op visite te gaan. 5

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 29