Pat Benedict, een Amerikaanse akkerb
V oor Pat Benedict, 44, lang en zwaar, begint de dag nog net zo vroeg als
die begon voor de boeren in Mesopotamië 10.000 jaar geleden. Nog voor
het licht wordt komt hij uit bed en kleedt zich in een spijkerbroek, laarzen
en een eenvoudig werkoverhemd. Tegen zessen zit hij aan de ontbijttafel
samen met 'n paar buren in 't "Double D. Diner off Interstaten-weg
restaurant, net even buiten het plaatsje Sabin in Minnesota dat 333
inwoners heeft.
H et gevolg hiervan is dat nu niet meer alles
ineens wordt verkocht, zoals men eeuwenlang
gewend was, maar dat de verkopen meer ge
spreid worden over de loop van het jaar. Hier
door worden boeren tegenover moeilijke pro
blemen geplaatst zoals b.v.. zal de prijs van
tarwe of sojabonen in maart volgend jaar hoger
zijn dan nu. En als dat zo is is het dan verant
woord om b.v. 80% van de oogst te bewaren of
zal het maar 60% moeten zijn. Om het b.v. nog
ingewikkelder te maken kan het ook zo gaan
dat hij in oktober zijn spullen verkoopt, maar
afspreekt dat hij het geld pas in januari wil
Tijdens het onbijtuurtje wordt van alles en nog wat besproken, zoals
dorpsroddel en de toestand van de prijzen. Ze argumenteren wat over de
politieke situatie. Maar vooral het onderwerp prijzen is belangrijk, waarbij
Pat Benedict tracht te doorgronden wat zijn buren van plan zijn met hun
produkten zonder daarbij ook maar één direkte vraag daaromtrent te
stellen want zoiets zou als onbehoorlijk worden beschouwd, tegen de
ongeschreven regels.
Maar na dat uurtje, rijdt Pat naar het land, en in feite treedt hij dan
daarmee eveneens in de eeuw van de komputer.
Hoeveel ze produceren
Het komputertijdperk
Investering en inflatie
D,
Boer en konsument
De boer, een zakenman
Aantal personen dat door één boer gevoed kan worden!
United States
Westorn Europa 10.2
Japan £7^75^13.7
Soviet Union £^5io.o
World average Ö5.1
59.0
Time Oar! by Pawl J. Puglieaa
B enedict begint met een snelle rit langs zijn
akkers, groot 3500 acres en inspekteert de ge
wassen, voornamelijk tarwe, en suikerbieten.
Iedere keer wanneer hij even uitstapt of stil
staat trekt hij een kleine zakkalkulator tevoor
schijn en becijfert snel hoeveel gewasbescher
mingsmiddel hij voor dit of dat nodig heeft.
Die informatie geeft hij dan weer onmiddellijk
door aan de mensen die voor hem werken.
Tegen een uur of acht komt hij echter terug
thuis om daar te beginnen aan het meest be
langrijke werk van de dag. Enige uren achter
een brengt hij door achter een buro in zijn
kantoor. Hij bestudeert daar de laatste gege
vens van de komputer, die hem vertellen hoe
het er bijstaat met zijn bedrijf op dat moment.
In deze gegevens zijn o.a. verwerkt de hoe
veelheid water die er in de bodem beschikbaar
is, de bemestingstoestand, de tijd die er nodig is
voor de uitvoering van de verschillende werk
zaamheden en dat alles weer geprojekteerd
tegen de achtergrond van de mogelijke op
brengsten en prijsverwachtingen met als slot-
konklusie de te verwachten winst of verlies.
Voorts voorziet de komputer hem van een plan
hoe hij het meest voordelig zijn machinepark
dat meer dan een half miljoen dollar waard is
kan gebruiken. In de eerste plaats is ieder be
spaard uur niet alleen voordelig, maar iedere
liter brandstof die er bezuinigd kan worden is
volgens Pat meteen ook al weer de eerste winst
die kan worden geboekt. De komputergege-
vens verschaffen hem verder informatie over
het te verwachten optimale tijdstip van ver
koop van zijn prooukten, maar ook sommige
financiële zaken worden geanalyseerd, zoals,
hoe hij het beste de voorraden en bezittingen
binnen het familiebedrijf over zijn vrouw en
zeven kinderen kan verdelen om daardoor zo
min mogelijk belasting te moeten betalen.
Zo nu en dan peinst Pat even over het feit dat
hij het beheer voert over een zaak met een
waarde van 3,5 miljoen dollar, waardoor hij
alleen al met het regelen van velerlei zaken zo
druk in beslag wordt genomen dat er nauwe
lijks echt tijd overschiet om ook nog een prak
tisch boer te zijn in het land en werkzaamheden
uit te voeren die een boer het gevoel geven dat
hij ook echt boer is en bezig kan zijn met zaaien
en oogsten.
Met een beetje spijt in zijn stem zegt Pat, dat hij
dit soort praktijkwerk heel erg mist, want zo
meent hij als je b.v. acht uur op een trekker zit
dan levert dat een waardevolle bijdrage aan je
zielerust, hij ziet het zelfs als een soort therapie.
Helaas kan ik me zelf niet veroorloven om een
hele dag een machine te bemannen. Ik moet
instaat zijn om van het een naar het ander te
kunnen gaan om er voor te zorgen dat overal
op het bedrijf de zaak blijft draaien. Wanneer
een boer klaagt dat hij niet genoeg tijd heeft om
naar het land te gaan moet dat toch wel iets
nieuws zijn in de historie van pak weg 10.000
jaar landbouwgeschiedenis. Toch is het verhaal
van Pat Benedict een veel voorkomend gebeu
ren in het Amerika van 1978, waar hij met een
grote groep anderen er voorzorgt dat de land
bouw de meest progressieve en efficiënte be
drijfstak in het land blijft en de grootste kracht
is bij het op peil houden van de handelsbalans'
Revolutionaire veranderingen vinden plaats op
het Amerikaanse platteland, waardoor de
landbouw in toenemende mate een kapitaal-
sintensieve, technisch hoogwaardige massa-
produktie zaak aan het worden is.
Tengevolge hiervan kun je momenteel de
Amerikaanse boeren in twee soorten splitsen,
n.l. de kleine boeren die niet meekunnen met
de huidige ontwikkeling en daardoor in een
snel tempo de landbouw verlaten, en de andere
groep boeren zoals o.a. Benedict, die gebruik
weten te maken van het te verkrijgen krediet,
de meest recente onderzoeksresultaten en
daardoor een steeds groter aandeel in de land
bouw veroveren. Het is deze groep die bijna al
het amerikaanse voedsel produceert en ook
bijna al de export van agrarische produkten
voor haar rekening neemt.
Om zich in deze snel veranderende bedrijfstak
met zijn vaak kleine winstmarges staande te
houden dient men uit het juiste hout te zijn
gesneden.
Jack Neuman (45) uit Sangamon in Illinois,
een boer die mais, sojabonen en varkens heeft,
zegt, kijk vroeger was het zo dat een zoontje dat
niet al te slim was altijd nog goed genoeg was
om boer te worden. Tegenwoordig zou een
dergelijke zet op een fiasco uitlopen!
Vorig jaar ontvingen de arbeiders in de slacht
huizen, konservenfabrieken en diepvriesbe-
drijven 32% van de voedseldollar en dat is meer
dan de boer ervan ontvangt. Van het voedsel
dat te koop wordt aangeboden in de super
markten en dergelijke komt maar 31% van de
prijs aan de boer ten goede. In 1973 bedroeg
dat percentage nog 37.
Stijgende kosten bij de verwerking en distribu
tie zorgen voor vreemde paradoxen. Hogere
prijzen voor de produkten vinden onmiddellijk
hun weerklank in de supermarkten. Toch kun
nen b.v. grossiersprijzen nog scherp stijgen
terwijl tegelijkertijd de boerenprijzen al flink
dalen.
Een voorbeeld is de periode van de grote rus-
sische graaninkopen in 1972, terwijl toen ook
andere landbouwprodukten flink gevraagd
werden. Dit veroorzaakte een ongekende
prijsstijging en een gouden tijd voor de boeren.
Het netto agrarische inkomen verdubbelde in
drié jaar tijds tot een nooit geëvenaarde hoogte
van 33 biljoen dollar, in 1973. Daarnaast gin
gen de prijzen van de tussenhandel drastisch de
hoogte in, en dat werd weer gekombineerd met
de hogere olieprijzen, hetgeen resulteerde in
een versnelling en verhoging van de inflatie'
Maar in 1976 en 1977 daalden de prijzen van de
agrarische produkten drastisch waardoor het
netto agrarische inkomen daalde tot 20,5 bil
joen dollar in 1977, terwijl de konsument er
niets van merkte. Hierdoor ontstond er grote
onrust onder de boeren, waardoor ze zelfs met
hun trekkers; sommigen daarvan waren 30.000
van de vele voorbeelden. Het een en ander
heeft wel tot resultaat dat dit jaar het netto
agrarische inkomen mogelijk 25 biljoen dollar
zal bedragen, vergeleken met vorig jaar een
verbetering van 25%, en op de derde plaats in
het rijtje van de beste jaren. Daar staat overi
gens wel tegenover dat de koopkracht van deze
verdiensten niets hoger is dan in 1969. Hieraan
is de inflatie schuldig. De agrariërs klagen
daarover steen en been, maar ze staan in het
klagen niet alleen, want ook de konsument
klaagt mee, die moet immers ook meer betalen
zonder er meer voor te kunnen kopen!
e inflatie en de gedachte dat land toch al
tijd een belangrijk instrument is bij het oplos
sen van het wereldvoedselprobleem zijn er de
oorzaak van dat de grondprijzen sinds 1972
meer dan verdubbeld zijn en nu gemiddeld 490
dollar per acre bedraagt. Overigens moet je
voor eerste klas akkerbouwgrond in het mid
denwesten waar beste mais en tarwe wil groei
en rekenen op een bedrag van 2000 dollar per
acre. Moest je in 1974 b.v. voor een trekker
16.000 dollar betalen, nu kost zo'n trekker twee
keer zoveel. Er zitten dan wel enkele nieuwe
snufjes aan, maar in grote lijnen is de trekker
nauwelijks veranderd. Het gevolg van dit alles
is dat boeren gedwongen werden enorme fi
nanciële risiko's te nemen om aan de gang te
JZL r zullen stedelingen zijn die om deze op
merking enigszins schamper zullen grijnsen.
Niettemin hebben recente opiniepeilingen ge
leerd dat de stedelijke bevolking steeds meer
sympathie voelt voor de boeren. Er bestond
overigens een hardnekkig geloof bij "de stede
ling dat de grote boeren voortdurend werden
verwend met allerlei subsidies die weer tot ge
volg hadden dat de voedselprijzen de laatste
tijd gemiddeld met 10% stegen en daardoor de
inflatie bijzonder in de hand werkten. Toch zijn
er echter maar weinigen in de U.S., die zich
realiseren dat na 1973 87% van de prijsstijgin
gen op indexbasis van voedsel plaatsvonden
nadat het produkt de boerderij had verlaten!
Overigens is dat veelal het gevolg van de toe
nemende wens van de konsument om etens
waren alsmaar fraaier en duurder te koop
aangeboden krijgen, met daarnaast een klein
kostenaandeel vanwege de loonstijgingen van
amerikaanse landarbeiders.
dollar waard, de straat opgingen om te protes
teren tegen dergelijke lage prijzen.
Dit jaar hebben de boeren weer een overvloe
dige oogst binnengehaald en zijn de prijzen
ook sterk verbeterd. Ten opzichte van vorig
jaar een gem. verhoging van 23%. Daarentegen
stegen de prijzen van kunstmest, zaaizaad en
gewasbeschermingsmiddelen maar met 10%.
De opbrengsten van de meeste gewassen waren
zo goed dat de tussenhandel zelf hun prijzen
en marges naar beneden bracht. De maisop-
brengst was zo hoog dat de oogst niet allemaal
in de silo's kon worden geborgen en tijdelijk op
voetbal en tennisvelden moest worden opge
slagen. In de landbouw is het vaak zo dat de
ellende ergens anders het fortuin van de boer
hier bepaalt. Een expert die veel te maken heeft
met het verstrekken van leningen aan boeren,
zei, je moet dit jaar wel een bijzonder onbe
kwaam iemand zijn in de landbouw als je geen
winst weet te maken. Een van de redenen is dat
b.v. de prijs van slachtvee erg hoog is en de prijs
van graan naar verhouding laag. Maisboeren
mopperen, maar de veehouders hebben alle
reden tot juichen. Dat is overigens maar één
Een protestdemonstratie zoals die vorige herfst en winter plaatsvonden in vele delen van de States
blijven of de zaak te moderniseren. Renteper
centages van 12% en meer, gedaan voor het
aankopen van meer land en modernere ma
chines kunnen er toe bijdragen, dat de renta
biliteit verbetert maar eveneens er de oorzaak
van zijn dat een boer geruineerd wordt wan
neer hij de investeringen in een te overhaast
tempo heeft verricht, terwijl b.v. de oogst en de
prijzen tegenvallen, zoals dat in de jaren 76/77
voorkwam. Het waren juist de jonge begin
nende boeren die het'felst protesteerden tegen
de lage prijzenzij waren het immers die het
meest en snelst hadden geïnvesteerd en het
krachtigst werden uitgeperst door de voorthol
lende inflatie. Ondertussen is iedere boer ook
gedwongen om een marktspecialist te worden
tengevolge van de ingrijpende wetswijzigingen
in 1973. Voor die tijd ontving men een gega
randeerd bedrag van de overheid, terwijl die
dan verder voor de afzet zorgde. Momenteel is
het nog wel zo dat er een soort garantieprijs
bestaat, die grotendeels de kostprijs dekt, maar
voor de rest moet de boer het zelf maar uitzoe
ken. Inplaats daarvan stimuleert de overheid
de boeren om hun eigen produkten ook zelf te
bewaren wanneer men niet van plan is deze
onmiddellijk te verkopen. Er worden lage rente
leningen ter beschikking gesteld waardoor men
zelf opslagruimte kan laten bouwen. In het ge
hele middenwesten zijn nu blinkende metalen
graansilo's met een puntdak te zien in het veld
en zijn daarmee net zo gewoon geworden als de
witte boerenhoeven van vroeger.