VOOR ie
VROUW
hid
GEMltlD
Ouder worden - dat doen we allemaal
De minister en
"Boer Blijven"
M et het klimmen der jaren krijgen we andere zorgen, andere interessen. Onze kennissen worden ouder, familieleden
overlijden, we krijgen lichamelijke ongemakken. En: onze kinderen worden zelfstandiger. In Noord-Brabant heeft de
bond van plattelandsvrouwen al voor de tweede keer een bijeenkomst gewijd aan het onderwerp: Ouder worden. Een
huisarts, een maatschappelijk werker, iemand van de PSGV, een plattelandsvrouw, allemaal vertelden zij hun kijk op het
ouder worden.
D,
H ierna gaf de heer Maat, als maatschappelijk werker, zijn
visie over het ouder worden in het algemeen.
H,
PJGN-Nieuws
D e leiding bij de diskussie en het stellen van vragen was in de
ervaren handen van mevr. T. Kant-van Rijswijk, konsulente van
de plattelandsvrouwen in Brabant. In verschillende groepen
werden enkele vragen uitgediept.
Z.A.J.K. - Agrarische Studiedag
20 december
Thema: Bedrijfsovername
BEDRIJFSOVERNAME"
onder redaktie van de Redaktiekommissie
Bond van Plattelandsvrouwen voor Zeeland
en Brabant
Redaktieadres: Mevr. A.W. de Jonge-Jansen,
Bosdijk 1, 4493 PD Kamperland,
tel.: 01107-610
Hierbij dacht men dat de bejaarden zo lang mogelijk thuis en
zelf aktief moeten blijven. Wel elk geval individueel bekijken.
Op de vraag: "Welke voorzieningen moeten er volgens U zijn
om bejaarden zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen?", gaf
men diverse mogelijkheden. N.I.: alarm signaal met spreekmo-
gelijkheid, boodschappendiensten allerlei aktiviteiten al of niet
door en voor hun zelf organiseren. Voor de "middelbare le
vensfase" waren andere punten die vrij veel tijd en aandacht
kregen.
r. Pierik, huisarts, bekeek hét onderwerp "Ouder worden"
medisch. In sobere bewoordingen, maar heel intens, schetste hij
het lichamelijke proces van het ouder worden. In de eerste
plaats noemde hij diverse verschijnselen zoals: bloeddruk-ver-
hoging (ontstaan door slijtage proces van het bloedvatenstelsel),
verkalking (bloedvaten herseneti), hartinfarkt, slechter worden
van de slagaderen in de benen (50 m. lopen en dan even stil
staan), open benen en dikke voeten, rheuma (de gewrichten
funktioneren minder goed), slijtage nieren, alvleesklier gaat
onvoldoende werken en er ontstaat suikerziekte. Al met al dus
een duidelijke vermindering van de weerstand. "Waar je niets
tegen kunt doen. Een proces watje niet kunt stoppen". Daar niet
alle organen tegelijk versleten raken kun je door diverse onder
zoekmethoden; bijv. maken van röntgenfoto's, elektro-cardio-
gram enz., toch de ongemakken opsporen en voor de pijn en de
angsten iets geven. Ook kan men als het gehoor minder wordt
een gehoorapparaat aanschaffen en bij moeilijk zien een bril
gaan dragen.
Dr. Pierik zag het als zijn taak als huisarts dit slijtage proces van
het lichaam goed te begeleiden, veel te luisteren naar de ouder
wordende mens en deze vooral ook in zijn waarde te laten.
Hij gaf de sociaal maatschappelijke veranderingen aan. Zoals
het krijgen van pensioen en als de eigen woning te groot wordt
het verhuizen naar een bejaardenwoning of zelfs naar een ka
mer in een bejaardenhuis en misschien uiteindelijk in een bed in
een of ander verpleegtehuis.
Verder zei hij ondermeer: "Pleeg overleg met de kinderen maar
bouw niet op ze voor het latere levensgeluk. Neem zelfstandig
beslissingen en blijf zo lang mogelijk in het eigen huis. Maak
gebruik van diverse diensten: gezinsverzorging, bejaardenhulp,
kruis- en maatschappelijk werk. Wanneer het klaarmaken van
de warme maaltijd niet meer lukt, betrek deze dan via het
bejaardenhuis. Als de gezinswoning te duur wordt, vraag dan
huursubsidie aan bij de gemeente". Sommige ouderen vinden
het de plicht van de kinderen hulp te verlenen. Dit is echter lang
niet ideaal.
De heer Maat gaf de raad niet te lang te wachten met opgave
voor het bejaardenhuis daar er niet direkt plaats is. Er is een
indikatie-kommissie die bepaalt door het geven van een index
cijfer (1-7) als de maatschappelijk werker van te voren de gega
digde bezocht heeft, wanneer de bejaarde in het bejaardenhuis
van keuze, opgenomen kan worden.
Als laatste station in dit leven is er het verpleegtehuis voor
demente bejaarden. Hier wordt zoveel mogelijk gedaan door
artsen, verplegend personeel, fysiotherapeuten enz. om de in
woners zo goed mogelijk te begeleiden om ook hen een zo
volwaardig mogelijk bestaan te geven.
Als eerste: "Bent U het eens met de volgende uitspraak: Jonge
ren van vandaag willen graag praten met ouders. Merkt U daar
iets van?"
Eén stemmig luidde het antwoord in de diskussie groepeh hier-*
op: "Ja". Voor oudere ouders geeft de openheid vooral op
sexueel gebied vaak problemen. Zij zijn zelf opgevoed met veel
"taboes'
Wanneer onze kinderen ergens anders hun hart uit willlen stor
ten, moeten we proberen blij te zijn. Vooral niet jaloers zijn op
de moeder van de vriend of vriendin waar ze openhartiger zijn.
De maaltijd kan een hoogtepunt vormen in de dag met je kin
deren. Roep niet als maar: Houden jullie nu eens je mond en eet
door! "Neem er de tijd voor". (Moeders kookprestaties komen
dan ook eens tot haar recht!).
"Ouders willen hun kinderen graag beschermen. Kunt U voor
beelden noemen waartegen U uw kinderen zoudt willen be
schermen?"
"Eindeloos" zouden we ze willen beschermen. Zowel tegen li
chamelijk als wel tegen geestelijk letsel. Hieruit kwamen vragen
over druggebruik. Waarbij dhr. Mol konstateerde dat op het
ogenblik het druggebruik terug loopt. Het ergste probleem van
onze jeugd is het stijgende verbruik van alcohol dat als een
"sluipend kwaad" de kinderen belaagt. "De jeugd drinkt niet
meer maar zuipt", was zijn zorgelijke uitspraak. Met klem
drukte hij ons op het hart: "Geef zelf het goede voorbeeld. Zet
die drankfles niet zo dikwijls op tafel. Deel de pils niet zo vaak
uit. Doe dit alleen bij bijzondere gelegenheden. Echt men kan
tegen dit welvaartverschijnsel niet genoeg doen!" zo verzuchtte
hij.
Er waren voor alle gerezen vragen helaas geen kant en klare
oplossingen. Maar misschien kan men in gespreksgroepen in de
afdelingen hierover doorgaan", zo besloot mevr. Kant deze bij
zonder waardevolle ochtend.
De bijeenkomst, georganiseerd door het Provinciaal Be
stuur, werd dit keer gehouden te Meeuwen voor de afdelin
gen: Biesbos-Werkendam, Oudendijk-Woudrichem,
Sprang-Capelle en Heusden.
Mevr. G. Tol-Schipper, prov. bestuurslid, opende deze stu
diemorgen en heette de inleiders en deelneemsters hartelijk
welkom. RS.
XI
et ouder worden vanuit zijn praktijk, belichtte de heer Mol,
medewerker van het P.S.G.V., op een geheel eigen wijze. Hij
had zijn vorm van praktische vragen en informatie, gegoten in
een vraaggesprek met 3 personen. Dochter Annie 17 jr., moeder
51 jr., en vader 53 jr. oud.
Ieder had zo z'n eigen problemen. Deze "levenschetsen" vorm
den voor allen deze ochtend herkenbare situatie's. Zoals de
dochter die, na een gezellige avond op de soos, graag met haar
ouders, welke zoals gewoonlijk diep in hum stoel gedoken aan
de t.v. gekluisterd zaten, wilde praten. De eerste vaak ook met
keiharde kritiek op de laatsten ("Moeder kan zo zeuren. Vader
moet zo nodig veel geld verdienen").
De "tobberige" moeder met haar opvoedkundige problemen
waarvan ze 's nachts dikwijls wakker ligt, en dan de "serieuze"
vader die ontdekt; als hij zijn dochter ophaalt van de een of
andere fuif, zij een eerlijke lieve meid blijkt te zijn.
Tot slot vertelde mevr. Luigen, plattelandsvrouw, over ouders
en zelfstandige kinderen. Zij stelde: "Ouder worden, dat doe je
vanaf de dag datje geboren wordt. Je merkt het echter zelf pas
als je de eerste bewegingen voelt van je nog ongeboren kind.
Dan ook begint de bezorgdheid die je hele leven duurt. Wantje
kind is een angstig en kostbaar bezit dat je te leen hebt gekre
gen".
Je moet het zelfstandig maken dan loslaten en er afstand van
doen. Vooral met het zelfstandig worden moet men vroeg mee
beginnen. Is dat al niet wanneer je 3-jarige kleuter op z'n drie
wieler de omgeving gaat verkennen? En later bij de eerste
brommer, die dikwijls een bron is van slapeloze nachten voor de
ouders.
De griezelige subtiele grens te zien voor de ouders die wel
belangstelling kunnen tonen maar zich niet mogen bemoeien
met de zaken van de jongeren. Bewust op bepaalde momenten
je mond te moeten houden en als tegenstelling toch ook vaak
moet en kunnen praten en rustig luisteren.
"Kinderen moeten met behulp van de ouders zelf hun weg in dit
leven zoeken, waarbij de laatsten vooral met hun tijd mee
moeten gaan". Zo konkludeerde zij.
"Vindt U het juist dat de bejaarden in een bejaardenhuis wor
den opgenomen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?"
Van verschillende kanten is er reaktie gekomen op de
NAJK-diskussienota "Boer Blijven", zowel in positieve als
in negatieve zin. Een door zijn felheid opvallende reaktie is
afkomstig van minister Van der Stee in antwoord op vra
gen van Kamerleden bij het debat over de landbouwbegro
ting.
Er deugt eigenlijk niets van de voorstellen van de jongeren,
op zijn mooist kunnen
de voorstellen elementen bevatten die een nadere invulling
zijn van de beleidsombuiging die de minister zegt te willen,
in de richting van meer aandacht voor de middenbedrijven.
Volgens de minister schrijft - "bij eerste lezing" - de NAJK-nota
de strukturele ontwikkeling in de jaren 1950-1970 volledig toe
aan "falend" landbouwbeleid. Hierbij zouden we geheel voor
bijgaan aan andere belangrijke faktoren die deze ontwikkeling
hebben bevorderd, zoals technologische ontwikkelingen, alge
meen ekonomische groei, e.d. Het spijt me wel, maar Van der
Stee moet de nota nog maar eens een tweede keer gaan lezen,
want we schrijven de strukturele ontwikkeling in de land- en
tuinbouw niet volledig toe aan een "falend" landbouwbeleid.
"Boer Blijven" bevat een hoofdstuk over de gevolgen van het
landbouwbeleid voor de struktuur van de landbouw en bevat
een hoofdstuk over de ontwikkelingen in de samenleving die
van invloed zijn op de (struktuur van) land- en tuinbouw. Die
twee hoofdstukken horen bij elkaar, en daarin wordt wel dege
lijk op andere faktoren gewezen dan alleen het landbouwbeleid.
Zie bijv. bladzijde 11 en 17 van de nota.
De minister schrijft verder, dat wij zijn nu omgebogen beleid
verwarren met de verwachtingen die zijn uitgesproken in
"Landbouwverkenningen" bij "ongewijzigd beleid", dus als er
niets verandert.
Inderdaad, wij vermogen niet in te zien dat het nu voorgestane
beleid veel zal veranderen aan de voorspelling van de minister
over het aantal bedrijven in 1990 en 2000 bij "ongewijzigd
beleid". Als er in die jaren meer bedrijven zullen zijn dan het
voorspelde aantal, is dat niet zozeer aan dit soort landbouwbe
leid te danken, maar meer aan het gebrek aan werk buiten de
landbouw of door akties van boeren en tuinders voor een beter
inkomen.
De minister gaat in "Landbouwverkenningen" uit van een 0,5%
groei in produktievolume per jaar tot 1990, wij ook maar dan tot
2000. En dat vindt hij te veel, voor en gezien de afzetmogelijk
heden. Wellicht heeft de minister daarin gelijk. Daarom wordt
in de NAJK-nota ook gepleit voor produktieregeling om de boel
niet uit de hand te laten lopen, want als het doorgaat zoals nu,
dan is het voorspelde produktievolume van 21,2 min. sbe. in
1990 al in 1981 bereikt!
De minister zou verder niet weten hoe hij bestaande bedrijven
die groter zijn dan 225 sbe (de gemiddelde grootte van de be
drijven in 2000 in "Boer Blijven") tot dit niveau kan terugbren
gen. Dat wordt ook niet voorgesteld in de nota. Alleen de ver
schillen moeten kleiner worden door alleen bedrijven beneden
dit niveau te laten groeien. Die groeiruimte is er, omdat er in de
NAJK-visie nog heel wat kleine bedrijven zonder opvolger gaan
verdwijnen in de komende twintig jaar.
Maar waar het in de diskussienota vooral om draait zijn be
hoorlijke inkomens in de land- en tuinbouw om de werkgele
genheid in de landbouw toch zoveel mogelijk te redden, accep
tabele werktijden en redelijke werkomstandigheden. Van der
Stee vindt dat die doelstellingen niet - "ernstige twijfel" heet dat
in zijn taalgebruik - tegelijk gerealiseerd kunnen worden, alt
hans niet binnen het algemeen ekonomisch kader waarvan de
landbouw deel uitmaakt.
Met andere woorden de ekonomie is de baas en niet de mensen.
Alsof die ekonomie niet "gemaakt" wordt door bankdirekteu-
ren, fabrieksmanagers, vakbonden, boeren én ministers.
Gerrit Walstra
Programma van de studiedag van het Zeeuws Agrarisch
Jongeren Kontakt op woensdag 20 december a.s., te hou
den in "De Caisson" te Kapelle-Biezelinge.
1430 uur: aanvang: opening door Jos de Regt, voorzitter
Z.A.J.K.
14.45 uur: inleiding door de heer Markusse over de financië-
le/ekonomische aspekten die een rol kunnen spelen bij bedrijf
sovername
15.15 uur: koffiepauze
15.30 uur: rollenspel: er wordt aan de hand van een konkrete
situatie over bedrijfsovername een rollenspel gespeeld; n.a.v.
het rollenspel worden diskussievragen opgesteld
16.45 uur: diskussie n.a.v. het verhaal van de heer Markusse
17.30 uur: borrelpauze
18.30 uur: koffietafel
19.30 uur: aanvang avondprogramma; opening door Jos de Regt
19.45 uur: Jos Akkermans, een jonge boer die driejaar geleden
een bedrijf heeft overgenomen, vertelt zijn ervaringen
20.00 uur: Sam Coppoolse, een jonge boer die het niet is gelukt
een bedrijf over te nemen, vertelt zijn ervaringen
20.15 uur: Marinus Geuze, vice-voorzitter N.A.J.K., geeft de
visie t.a.v. bedrijfsovername weer van het N.A.J.K.
20.30 uur: koffiepauze
20.40 uur: inleiding door Drs. A. Stokkers, sociaal-ekonomisch
medewerker van het stafbureau van het Ministerie van Land
bouw, over de visie van het Ministerie van Landbouw t.a.v.
bedrijfsovername
21.00 uur: diskussie met bovengenoemde inleiders
KOSTEN: de gehele dag 15,— middag of avond 5,—
Met dit thema hoopt het Zeeuws Agrarisch Jongeren Kontakt een studie
dag te organiseren die speciaal de problemen van de jonge agrariër aans
nijdt.
Als Z.A.J.K. wordt ons wel eens verweten dat we té veel algemene land
bouwkundige problemen op willen lossen en overal onze mening op willen
geven, maar daardoor te ver van onze eigen leden af gaan staan.
Voor alle kritiek moet je open staan, zowel die van onder- (R.A.K.) als van
bovenaf (N.A.J.K. of standsorganisaties).
Het thema "bedrijfsovername "gaan we daarom op deze studiedag als volgt
behandelen:
Het eerste gedeelte van de dag: hoe kun je een oplossing voor jouw pro
bleem vinden en tevens diverse problemen signaleren d.m.v. het rollenspel.
Als we hier gezamenlijk aan werken en aan kunnen geven welke problemen
onoplosbaar zijn, spelen we die door naar het avondprogramma.
Dus voor de jonge boer die voor de bedrijfsovername staat of bezig is met de
overname, is het van erg veel belang om hier de hele dag aan mee te doen.
Een studiedag is er om van elkaar te leren.
Het avondprogramma staat meer in het teken van de problematiek: "jong
agrariër nu en in de toekomst".
Als wij een bedrijf over kunnen nemen, wat hangt er ons dan over enkele
jaren boven het hoofd?
Het thema "bedrijfsovername" is zodoende wel veelomvattend, maar kon-
kreet genoeg om er over mee te denken en te praten op deze dag.
Een goede suggestie voor iedereen die wel of niet komt:
Lees de diskussienota van het N.A.J.K. "Boer Blijven "en bespreek die met
buren of in je gespreksgroep!
Op de studiedag zal er zeker wel eens naar verwezen worden.
Heb je hem nog niet: vraag er naar op ons sekretariaat. (01100-21010;
Marlies).