De maand december op het
Zuidwestelijk landbouwbedrijf
Akkerbouw
Veehouderij
M et de maand december zijn we weer gekomen in de laatste fase van het jaar 1978. Ook
dit jaar heeft weer zijn bijzonderheden gehad, zoals dit praktisch elk jaar het geval is.
Enkele bijzonderheden uit dit jaar, die waarschijnlijk in onze herinnering zullen terugko
men zijn:
D e suikerbieten zijn inmiddels gerooid,
maar nog lang -niet allemaal afgeleverd. Dit
laatste zal nog wel een aantal weken duren. Het
is dus zaak maatregelen te nemen om bevrie
zing te voorkomen. Dit kan eenvoudig door te
zorgen voor aanwezigheid van afdekmateriaal,
o.a. plastic (0,15 mm) zodat als het nodig is het
produkt direct afgedekt kan worden.
Op percelen bestemd voor bieten in 1979 kan
men in december nog een behandeling met
TCA uitvoeren over de (liefst bewerkte)
ploegsneden. Vergeet ook de kweek-kanten
niet!!
A Is de werkzaamheden op het land klaar
zijn, is ook de tijd aangebroken om vóór het
opbergen alle werktuigen eens een goede beurt
te geven. Dit klinkt als vanzelfsprekend, doch
niet iedereen is hiervan reeds overtuigd.
I n de eerste maand van de droogstand heeft
een koe aan 6900 VEM voldoende. Dit is ge
noeg voor onderhoud 5 kg melk. Met 9 10
kg droge stof uit goed hooi of graskuil wordt
aan deze energiebehoefte voldaan. Met ca. 7 kg
ds uit snijmaïskuil plus 0,5 tot 1 kg eiwitrijk
krachtvoer wordt ook in de energiebehoefte
voorzien, hoewel bij voorkeur aan deze dieren
geen snijmaïs gegeven moet worden. Met 20 kg
D e eerste volle dag, nadat de koe gekalfd
heeft, krijgt ze 2 kg krachtvoer meer. Daarna
wordt er geprobeerd om de koe naast dit rant
soen gedurende 5 dagen 1 kg krachtvoer meer
te geven per dag. Gestreefd wordt om het dier
minstens 8 kg krachtvoer te verstrekken. Dat
wil natuurlijk niet zeggen, dat het voeren be
langrijker is dan de koe. Bij eerste kalfskoeien
moeten we extra voorzichtig te werk gaan, zo
dat we ze niet te snel afdrijven.
D e gemiddelde koe gaat ongeveer 3,5 lacta-
tieperiode mee, terwijl op 7-jarige leeftijd de
hoogst gemiddelde jaarproduktie wordt be
reikt. Door een betere vruchtbaarheid en min
der uitval kan gestreefd worden naar een ho
gere gemiddelde leeftijd van de stal. De voor
delen hiervan zijn duidelijk, namelijk een ho
gere melkproduktie per koe en het aanhouden
van minder jongvee. De tussenkalftijd is de
periode tussen twee afkalvingen. Eén dag ver
korting van de tussenkalftijd levert 3,- per
koe extra op.
D oor het mooie najaarsweer konden de dieren lang buiten lopen. Dit heeft voordelen
opgeleverd voor de voederwinning. De nachten worden nu kouder en veel koeien zijn
opgestald of komen nog maar enkele uren buiten. Het is nu de tijd om de dieren op stal
zo goed mogelijk te verzorgen.
Wintertarwe
debedrijfsvooriiehters,c.a.r.goes ing. J.H. Zwart, en ing. F. van Houts
Suikerbieten
Consumptie-aardappelen
Structuur en ontwatering
Grondonderzoek
Winterrantsoen -
Onderhoud werktuigen
Het voeren van
droogstaande koeien
Het voeren van koeien die pas
afgekalfd zijn
Produktiegroepen
De tussenkalftijd.
- onderbreking van de zaai- en pootwerkzaamheden door onverwachte sneeuwval op
10/11 april;
- na half april geen stagnatie in de werkzaamheden;
- vlotte opkomst van alle gewassen;
- wat sombere en koele zomer met trage groei en late afrijping van granen en uien;
- over het geheel zeer goede opbrengsten;
- zeer gunstig najaar met weinig regen;
- tot nu toe lage prijzen van vooral de vrije produkten.
Het wordt nu al weer de tijd om vooruit te zien naar het nieuwe seizoen. De huidige
technische ontwikkelingen gaan dusdanig snel dat het voor veel bedrijven moeilijk is om
ze bij te houden. Het is dan ook nodig om goed geïnformeerd te zijn.
De bijeenkomsten van Uw standsorganisatie, de Verenigingen voor Bedrijfsvoorlichting,
de Studieclub enz. zijn misschien niet allemaal even interessant. Op deze bijeenkomsten
wordt veel gepraat over dingen die niet altijd van direct belang zijn. Het onbelangrijk
vinden om deze vergaderingen te bezoeken houdt echter in dat ook nuttige informatie
achterwege blijft. De kwesties die op de vergaderingen besproken worden kunnen van zeer
wezenlijk belang zijn voor de planning op langere termijn.
Zolang de suikerbieten
niet afgeleverd zijn, liggen ze voor rekening van de boer. Bescherm ze daarom tegen vorst.
E r is van dit gewas in oktober en november
reeds veel en onder zeer gunstige omstandig
heden gezaaid. Mede door hoge bodemtempe-
raturen ontstond een vlotte opkomst, zodat we
nu een zeer goede stand van de wintertarwe
kunnen waarnemen. Mocht er in december nog
wintertarwe gezaaid worden, dan is het aan te
bevelen iets meer zaaizaad te gebruiken en
onmiddelijk na het zaaien een chemische
onkruidbestrijding uit te voeren. Op die perce
len waar men bijvoorbeeld met het oog op een
te droge ligging nog geen bodemherbicide
spoot, kan men eventueel in december als de
tarwe minstens 2 blaadjes heeft, nog spuiten
met methabenzthiazuron (Tribunil enz.).
O ndanks de lage prijzen moeten de con
sumptie-aardappelen zo "goed mogelijk be
waard worden. Voor chips is een bewaartem-
peratuur van 8-10 graden C gewenst, voor frites
van 5-7 graden C en voor gewone consumptie
mag de temperatuur wel dalen tot 4-6 graden
C. Probeer de temperatuur zo correct mogelijk
in de hand te houden. In verband met mogelijk
gewichtsverlies niet overmatig ventileren. Het
gebruik van vochtige lucht is aan te bevelen.
Denk ook aan een regelmatige controle van de
kiemvorming en behandel de partij zonodig
met gas.
agenoeg is het ploegwerk weer klaar, be
halve nog een enkel perceel bietenland en nog
wat groenbemesting. De structuur van de
grond is, dank zij het zeer gunstige najaar,
goed. Echter wanneer het percentage humus in
de grond laag is of zeer laag, gaat deze goede
structuur weer gemakkelijk achteruit, zelfs
verloren. Denk daarom bij het opstellen van
Uw bouwplan ook aan een groenbemestings-
plan. Een goede structuur is namelijk een eer
ste vereiste om een hoog produktieniveau voor
alle gewassen te kunnen bereiken. Bovendien
vermindert het risico voor diverse teelten niet
onbelangrijk.
Ook de perceelsontwatering verdient in deze
maand extra aandacht. De investering voor
drainage is namelijk zeer hoog en wil men
hiervan het maximale rendement hebben, dan
is regelmatige controle op het functioneren van
alle reeksen noodzakelijk. Zorg daarom dat de
eindbuizen schoon en niet verzakt zijn. Even
tuele mankementen kan men herstellen met
doorspuiten van de buizen. Ook het doorspui
ten van een vrij nieuwe drainage is op ver
schillende gronden toch nodig. Het verder vol-
slibben en daardoor grote kosten kunnen hier
door worden voorkomen.
8
(Chemisch onderzoek van de grond is nodig
om een inzicht te hebben in de bemestingstoe
stand. De benodigde fosfaat- en kalimeststof
fen kan hierop worden gebaseerd. Van belang
is ook de kalktoestand, de zuurgraad en het
humusgehalte te kennen. Wanneer de grond
monsters in december worden genomen, kan
men er zeker van zijn dat men nog tijdig over
de analysecijfers kan beschikken. Op basis
hiervan kan een bemestingsplan worden opge
steld. Verder vraagt ook het grondonderzoek
op het vóórkomen van aaltjes etc. de aandacht.
Hierdoor kan worden voorkomen dat men
voor onaangename verrassingen komt te staan.
"V oor het berekenen van het winterrantsoen
is het nodig dat de voorraad wintervoer en de
analyses van het hooi en het kuilvoer bekend
zijn. Van de meeste voordroogkuilen zijn de
gegevens wel bekend. Het gemiddelde van de
voordroogkuilen in 1978 in Zeeland met de
gemiddelden van Nederland verschillen niet
veel. In beide gevallen is de ammoniakfractie
aan de hoge kant.
Zeeland Nederland
droge stof in gram per kg 505 510
VEM/kg droge stof 790 786
gram vre per kg droge stof 119 121
VEM/vre verhouding 6,6 6,5
ammoniakfractie 9,5 10,2
Als de analyse van het hooi of de snijmais nog niet
bekend is, dan zal men van zijn ervaring en gemid
delde gegevens uit moeten gaan.
Tegelijk met het monsternemen kunt U de kuil door
de monsternemer op laten meten. In de winter kun
nen de oudere kalveren en pinken genoeg energie uit
gemiddeld voordroogkuil of hooi halen. Met maïs
voert men echter al gauw boven de normen. Met het
voeren van veel snijmaïs wordt vervetting in de hand
gewerkt.
De maximale droge stofopname uit goed ruwvoer is
bij jongvee van 100 kg reeds 2,2 kg droge stof en loopt
op met 2 kg droge stof per 100 kg lichaamsgewicht.
Goed onderhoud bevordert de levensduur,
werkt kostenbesparend en voorkomt in het
volgende seizoen veel narigheid en oponthoud.
Werktuigen goed schoonmaken, invetten, ver
sleten onderdelen vernieuwen en indien nodig
verven kan men dan ook als een zeer nuttig en
noodzakelijk winterwerk zien. Ook het orde op
zaken stellen in de werkplaats is geen overbo
dige luxe.
Jonge kalveren en melkkoeien kunnen meestal niet
voldoende energie uit het rantsoen opnemen. Daar
om krijgen deze dieren krachtvoer. Hoeveel kracht
voer dit is, wordt vastgesteld aan de hand van:
de voederwaarde van het basisrantsoen;
de energie- en eiwitbehoefte van het dier;
- de melkproduktie van de koe, rekeninghoudend
met het vetgehalte.
Het beste is om het rantsoen en de krachtvoergift te
controleren en indien nodig bij te stellen.
De gemiddelde ruwvoeropname per koe is 9 kg droge
stof. Van het rantsoen mag deel uit structuurhou-
dende droge stof bestaan. Dus een koe die 9 kg ds uit
ruwvoer opneemt en 6 kg krachtvoer (ds 0,9 krijgt
in het totaal 14,4 kg ds binnen. Dus deze koe moet 4,8
kg structuurhoudende droge stof krijgen. Enkele
structuurnormen zijn; voordroogkuil 1, snijmaïs-
kuil 0,5, krachtvoer 0.
Wanneer het ruwvoerrantsoen uit 4 kg ds voor
droogkuil bestaat en 5 kg ds snijmaïs, bevat het (4x1)
5 x 0,5) 6,5 kg structuurhoudende droge stof.
bietenkoppen -blad en 10 kg snijmaïs met 6
kg voordroogkuil kan men deze dieren ook
goed voeren.
In de tweede maand van de droogstand heeft
een koe voor onderhoud 10 kg melk aan
11 kg ds uit goede graskuil of goed hooi vol
doende. Is het ruwvoer van matige kwaliteit
dan zal het dier 2 kg krachtvoer nodig hebben
om aan de norm van 9159 VEM te kunnen
voldoen. Dit is ook te bereiken met 20 kg bie-
tenkop met -blad plus 20 kg snijmaïs en 5,4 kg
voordroogkuil.
De laatste week voor het kalven krijgt de koe
minstens 1 kg krachtvoer.
Ais er op een bedrijf met produktiegroepen
gewerkt wordt, heeft men minimaal 3 groepen
namelijk droge koeien, laagproduktieve koeien
en hoogproduktieve koeien. Niet iedere lig-
boxenstal leent zich even goed voor het maken
van produktiegroepen maar met een beetje
goede wil is er wel wat van te maken.
Produktiegroepen hebben het voordeel, dat de
basisrantsoenen en de krachtvoergiften beter
verstrekt kunnen worden. Een ander voordeel
is dat de produktie beter in de hand te houden
is en dat in de melkstal gelijke porties kracht
voer gegeven kunnen worden. Bovendien ver
loopt het melken vlotter doordat de te melken
koeien ongeveer evenveel geven.
Deze periode is terug te brengen door: