Gerard de Jager
vindt
kontra ktteelt
een kompromis
tussen teler
en industrie!
W e hebben een heel mooi bedrijf zegt Ge
rard en ik geloof niet dat het qua oppervlakte
ontoereikend zal worden. Enige jaren geleden
dacht men daar anders over, ik zelf ook, maar
nu ligt de lijn toch weer anders. Bovendien ik
moet toegeven wanneer je op een dergelijk be
drijf geen brood kunt verdienen dan is het goed
mis in de landbouw. Gelukkig kan ik zeggen
dat het een renderend bedrijf is. Ik werk bijna
zonder loonwerker, de meeste arbeid kunnen
we zelf verrichten. Je begrijpt dat we daar dan
ook een aangepast machinepark voor hebben.
Dat blijkt ook wanneer we later de gebouwen
bekijken. Wat daarbij ook onmiddellijk opvalt
is de mate van georganiseerdheid en overzich
telijkheid. Dat heb ik van mijn vader geleerd,
zegt Gerard, wel en ik geloof dat ik het voor
beeld weer heb doorgegeven aan mijn zoon, die
er tenminste net zo over denkt als ik. Ik heb
hier nog een trekker die veertig jaar oud is en
waar ik destijds het trekkerrijden op heb ge
Plaatgronden
en infiltratie
W,
Voorzitter Kring Altena-Biesbosch.
M. van Wezel
Tot 60% afslibbaar
Een mooi
Blij met een opvolger
Li erard en Boukje de Jager wonen met hun vier kinderen in de Brabantse
Biesbosch en je zou dan onmiddellijk denken aan water, kreken, griend en
heel veel riet. Het tegendeel is waar. Dit gedeelte van de Biesbosch lijkt in
alle opzichten op goedverkavelde polders zoals je die bijvoorbeeld ook op
Noord-Beveland zou vinden.
Gerard de Jager is hoofdbestuurslid voor de kring Altena-Biesbosch. Zijn
ouders kwamen oorspronkelijk uit Zuid-Beveland, maar konden daar geen
boerderij te pakken krijgen en verhuisden zodoende in 1923 naar Wer
kendam.
In 1924 werd Gerard geboren en werd later boer op de Koning Willem II
hoeve in de polder "Kroon en Zalm".
Altijd goed
verkaveld geweest
Staatseigendom
en best bedrijf
Ik moet er overigens wel onmiddellijk aan toe
voegen dat de verkaveling ook voor mij wel
voordelen heeft gebracht. Vooral op het gebied
van de waterbeheersing is de zaak vooruit ge
gaan. We waren volledig afhankelijk van eb en
vloed en dat was vooral in de winter met
hoge waterstanden nogal een tere zaak. Men is
speciaal in het begin teveel uitgegaan van de
ontwatering alleen. Gelukkig heeft men nog op
tijd ingezien dat we hier met een uitzonderlijke
situatie te maken hebben. De meeste polders
hebben verschillende hoogten en je kunt hier
geen algemeen ontwateringsplan maken. Ver
schillende polders hebben ook nu nog ieder
hun eigen instelbaar peil.
e hebben hier te maken met plaatgron
den. De bovenlaag van klei varieert van 0 tot 70
cm en daaronder vind je fijn tot grofzandig
materiaal. Dat betekent zoals iedere plaat-
grondenkenner wel weet gemakkelijk verdro-
gingsverschijnselen wanneer grofzand aanwe
zig is.
Nu hebben we ook in het verleden altijd
over zoet water kunnen beschikken. Het gekke
is misschien dat voorheen de eb en vloed be
weging ook dienstig was voor de infiltratie van
de gronden. Hij laat het ons zien. We komen bij
een sluisje, waar de oude deur door de vloed
vanzelf werd dichtgedrukt en wanneer het eb
was en het water uit de polder moest worden
afgevoerd dan kon de sluisdeur open worden
gedrukt door het achterliggende polderwater
waardoor het weg kon stromen. We maken in
droge zomers nog veelvuldig gebruik van het
inlaten van water zegt Gerard. Alleen nu moe
ten we het zelf inlaten met behulp van een
elektropomp. Dat gaat gemakkelijk. Ik zet de
motor aan en zeg maar in 24 uur tijds kan ik het
peil in mijn sloten voldoende verhogen. Daar
komt nog bij dat ik binnen mijn eigen land ook
nog eens met drie verschillende waterpeilen
moet werken, vanwege het hoogteverschil. Het
water infiltreert door de zandige laag en je
komt een heel eind tegemoet aan een goede
waterhuishouding. Zelfs in het droge jaar '76
zijn we er nog niet zo slecht afgekomen, of
schoon het geen topjaar werd. In '47 en '59 toen
het ook extra droog was en we echt alleen van
de vloed-infiltratie afhankelijk waren ging het
stukken minder en hadden we ook slechte op
brengsten.
zich nog over de vraag of deze grond nu onder
de kategorie zee of rivierklei moet vallen. In
feite een overbodige vraag als men weet dat de
Biesboschklei in zoet water is gevormd en
zeeklei uitsluitend in zout water is afgezet, zegt
Gerard.
ok al is het bijna allemaal plaatgrond dat
wil niet zeggen dat de bovenlaag lichte grond
zou zijn. Ik heb hier percelen die dicht tegen de
60% afslibbaar aankomen. Zou je het over het
Gerard en Boukje hebben vier kinderen
hele bedrijf bekijken dan komen we aan een
gemiddelde van 55% afslibbaar.
Dat betekent datje met zulke zware grond ook
je bouwplan wel wat aan moet passen. Ik kan
niet zomaar overal terecht met aardappelen of
bonen. Met de moderne teeltmethoden kun je
weliswaar meer doen met aardappelen dan
vroeger, maar toch heeft het wel zijn beper
kingen.
Grofweg ziet mijn bouwplan er als volgt uit,
soms wel wat variërend van jaar tot jaar op het
kontraktteelt gebied. 2/9 deel suikerbieten, 3/9
deel granen, 1/9 deel graszaad, 1/9 deel aard
appelen en 2/9 deel konservengewassen en/of
handelsgewassen.
leerd. Het is een Case uit Amerika, een petro-
leumtrekker. Hij loopt nóg hoor, zegt hij, ter
wijl hij voor het plaatje even op de stoel gaat
zitten. In een andere schuur nog een wiedtrek-
kertje, ook van meer dan 20 jaar oud. Onder
houd is belangrijk. Toch ook een trekker van 90
pk een John Deere waarvan de nieuwigheid
nog afstraalt.
B ietenrooien dat doen we in kombinatie met
nog vijf andere akkerbouwers. Het aardappel-
Dit is de elektropomp waarmee water voor in
filtratie wordt ingelaten
H et bedrijf is 72 ha en puur akkerbouw op
een klein stukje na waar de grond minder ge
schikt is voor bouwland. Het is een bedrijf dat
goed verkaveld is. Die situatie is er altijd ge
weest en als het aan mij persoonlijk had moe
ten liggen zegt Gerard dan was voor mij de
ruilverkaveling niet zo noodzakelijk.
Z oals de naam al doet vermoeden is het be
drijf eigendom van de Staat. Eerst als kroon
domein en sinds 1973 als staatsdomein. De
overheid is niet bescheiden als het op pacht-
verhoging aankomt. Momenteel buigt men
10