Bertus Maijers
in Sprang-Capelle
is nog
steeds paraat
M en praat wel eens over heimwee he, zegt
Bertus, nou kan ik je vertellen dat mijn vrouw
eigenlijk gestorven is aan heimwee toen.ze
N u ongeveer drie jaar geleden heb ik me
helemaal uit het landbouwbedrijf teruggetrok-
Best wat anders gewild Heimwee
Een moeilijke tijd.
Kringvoorzitter Langstraat:
Drie keer vergaderen
per dag
Fries - Brabantse
vriendschap
B ertus Maijers is de voorzitter van de kring Langstraat en vervult die funktie met veel
plezier en ook al is hij nu 67 jaa^hij vindt de taken die hij moet behartigen nog niets te
zwaar. Je kunt het altijd aan hem zien zegt zijn vrouw Mina, wanneer er een vergadering
is, waar dan ook, dan is Bertus heel anders, 't Lijkt wel of hij dan veel opgewekter is dan
normaal! Hij ziet er ook nooit tegenop om naar die bijeenkomsten te gaan ofschoon dat
voor hem toch nogal wat voeten in de aarde heeft.
In deze gemotoriseerde tijd is iedereen zo gewend aan zijn eigen autootje waarmee hij of
zij overal gemakkelijk kan komen, dat men nauwelijks stilstaat bij mensen die geen
gebruik maken van een auto. Bertus heeft nooit een rijbewijs gehad, en hij is ook niet meer
van plan om er nu nog één te halen.
Het betekent wel dat hij, wanneer er bijv. een vergadering in Goes is, eerst op de bus moet
wachten die gelukkig vlak voor zijn woning stopt. Dan met de bus naar Breda en daar de
trein nemen naar Goes, 't Gebeurt ook wel dat hij een afspraak heeft met bijv. Gerard de
Jager van de kring Altena-Biesbosch en dat die hem dan in Raamsdonk ontmoet en hem
verder meeneemt naar de plaats van bestemming. Bertus vindt het allemaal geen pro
bleem, ofschoon zijn vrouw toch best zou hebben gewild dat hij een rijbewijs had, terwijl ze
onmiddelijk toegeeft dat ook zij geen rijbewijs heeft. Maar met alle beslommeringen heb
ik met een uitstekende gezondheid altijd de vergaderingen kunnen bezoeken, zegt Bertus
tevreden.
van geboorte uit Waspik, maar ze was met deze
mensen samen opgegroeid, en het was dan ook
een grote opoffering om naar Sprang te ver
huizen.
V anaf de oprichting van de afdeling hier ben
ik lid geweest van het bestuur. Later ook nog
voorzitter van de coöperatie en de afdeling. Na
de oorlog werd alles hier weer georganiseerd
onder de inspirerende leiding van onderwijzer
Elsman. Bij het bestuurslidmaatschap van de
afdeling bleef het niet. Ik ben aktief geweest in
het organisatieleven van de kerk. Ik ben voor
zitter geweest van de Christelijke school te
Loon op Zand en van de melkfabriek, ik ben
hoofdingeland van het waterschap Zuider Af-
waterings Kanaal (Z.A.K.). Ik heb zitting ge
had in het dagelijks bestuur van het waterschap
te Donge, en heb altijd zitting gehad in het
hoofdbestuur van de landbouworganisatie der
Noord Brabantse Maatschappij. Een hele
drukte al met al, maar ik heb lang een knecht
gehad op het bedrijf, zodat ik toch vrij redelijk
steeds weg kon. Soms had ik wel drie vergade
ringen per dag en je begrijpt dat het reizen met
openbaar vervoer vanuit een toch vrij oncen
traal gelegen gebied zoals hier wel eens pro
blemen schiep. Ik ben geen man van veel
woorden, degenen die mij kennen zullen dat
beamen, maar ik heb altijd de belangen van de
landbouw graag mogen behartigen.
B ertus is nu watje noemt een rustend boer. Ik
moet eerlijk vertellen, zegt hij, dat ik in mijn
hart nooit een echte boer ben geweest. Ik had
veel liever gestudeerd en iets anders gedaan in
mijn leven. Daarmee wil niet gezegd zijn dat ik
geen goede boer ben geweest, dat wel, maar
toch als ik het nog eens over moest doen? Dan
zou ik eerst studeren.'
Ik ben een man die heel graag en ook gemak
kelijk leerde en ik had graag wat meer de
wereld ingetrokken. Ik heb tot mijn negen
tiende jaar met bijlessen meer kennis opge
daan. 't Was vooral mijn moeder die er op
stond dat ik boer werd. Ze heeft er zelfs tranen
voor geplengd. Nou ja begrijp me goed, ik heb
er nu ik er op terug kijk ook geen spijt van
gehad, zo is het nu ook weer niet. We kwamen
echt uit een boerenmilieu. Ik ben een man uit
de streek en geboren op de Kaatsheuvel zodat
ik een rasechte Kaatsheuvelaar ben, en me
altijd nog in dat gedeelte thuis voel, ofschoon
we ons in Sprang-Capelle, waar we in 1953 zijn
gaan wonen, ook altijd goed op ons gemak
hebben gevoeld. We hebben tot 1953 op de
Regtevaart geboerd, op het bedrijf van mijn
ouders, en zijn in november van dat jaar ver
huisd naar het bedrijf in Sprang, het ouderlijk
huis van mijn vader, waar mijn oom eigenaar
van was. We hebben dit gekocht en zijn het
gaan bewerken. Ik ben nooit in militaire dienst
geweest, want ik lootte uit. Dit was de laatste
loting die in 1929 heeft plaats gehad, waar ik
het hoogste lot had en zo vrijlootte.
In 1942 ben ik getrouwd met Cornelia L.
Pruisters, afkomstig uit Waspik, en uit dat hu
welijk zijn twee zoons geboren; de jongste,
Adri, trouwde en heeft met zijn vrouw één jaar
in het ouderlijk huis gewoond, en is daarna
verhuisd naar het bedrijf van mijn zwager dat
hij in eigendom heeft gekregen, en waar hij nu
zo'n dertig stuks vee op houdt. Hij heeft er ook
nog een baan bij en dat bevalt hem uitstekend.
Hij rooit het wel. Piet is op het ouderlijk bedrijf
gekomen dat met bijgepachte grond 25 ha be
slaat. 't Is een veehouderijbedrijf met als ak
kergewas alleen wat snijmaïs. Maar voor het
zover was is er toch heel wat gebeurd in ons
leven. Mijn vrouw overleedin febr. 1970 en ik
bleef met de twee jongens achter. Dat was een
moeilijke tijd en in het begin moest die huis
houdelijke hulp worden opgevangen door
allerlei gezinshulpen die nu niet bepaald uit
blonken door ijver. Maar gelukkig heb ik later
wel een uitstekende werkster gekregen. Piet is
toen nog een tijd lang bij mij in huis gebleven.
moest verhuizen naar Sprang. Oorspronkelijk
boerden we op een bedrijf onder Kaatsheuvel,
maar later gingen we dus naar Sprang. Ze heeft
het daar nooit kunnen wennen. Zelfs kort voor
haar sterven was haar laatste wens dat ze niet
hier in Sprang zou worden begraven maar in
Kaatsheuvel aan de Zuidhollandse dijk. Ze was