Vergadering Produktschap Vee en Vlees Negen van de tien Nederlanders vinden werk van het waterschap belangrijk M inister A.P.J.M.M. van der Stee deelt in grote lijnen de zorg van het bestuur van het produktschap voor vee en vlees (pvv) over de fundamentele bedreigingen van de rentabiliteit in de nederlandse varkenshouderij. Hij liet het bestuur, dat in openbare vergadering bijeenkwam, weten, dat daarmee op het vlak van (brusselse) onderhandelingen rekening wordt gehouden. De feitelijke situatie op dit moment en de verwachtingen tot half 1979 gaven het pvv-bestuur ook nu geen aanleiding om de wolken boven deze groeisektor minder zwaar te nemen. De aanvankelijke veronderstelling dat de opbrengstprijzen voor de varkenshouders wellicht in het tweede halfjaar '79 wat zullen aantrekken, zoals in een notitie van sekretariaatszijde was gesteld, werd niet onderschreven. Een stijging van het vleesverbruik, met name voor var kensvlees in West-Duitsland, wordt best mogelijk geacht maar dat zal voor een belangrijk deel ten koste gaan van de rundvleeskonsumptie. H oewel het pvv-bestuur, anders dan in een ter bespreking voorgelegde aanbodsverwachting, geen uitspraak doet over de hoogte van de te verwachten opbrengstprijzen voor de varkens houders in de komende tijd, werd van boerenzijde aangedron gen om de veehouders meer houvast te bieden door een be trouwbare aktuele prijsinformatie. Die vraag kon pvv-voorzitter N a uitvoerig beraad besloot het pvv-bestuur een tweetal eu- ropese programma's ter verbetering van de marktstruktuur, na melijk voor het slachten en verwerken van onze varkens en runderen, ter aanmelding bij de Europese Kommissie door te zenden naar het ministerie van landbouw. N egen van de tien Nederlanders vinden het werk van de waterschappen belangrijk, tweederde zegt tevreden te zijn over de taakuitoefening. Zorgen in een groeisektor Investeringssubsidies veehouderij aan banden? Minister Van der Stee voelt niets voor noodfonds Slachtvarkensaanbod in EG blijft hoog De vee- en vleesmarkt O p grond van het ruime aanbod in de EG, dat naar ver wachting nog geruime tijd zal aanhouden zodat nog niet valt te bezren wanneer het dal in de opbrengstprijzen voor de var kenshouders gepasseerd zal zijn, houdt het pvv-bestuur zorgen. Vandaar dan ook dat met te meer teleurstelling kennisgenomen werd van brusselse berichten die er op duiden dat de afzetmo gelijkheden voor vlees van jonge, niet gekastreerde mannelijke varkens belemmerd blijft. Overigens staat dat in lijnrechte tegenstelling tot een door de raad van landbouwministers in de EG al eerder ingenomen standpunt. Het pvv zal er niettemin op blijven aandringen dat deze zaak blijvend de aandacht krijgt van de EG-landbouwministerraad. Ook zal het pvv een dringend beroep op de nederlandse over heid doen om uit te kosten van de vleeskeuring, voor 1979 begroot op 114 miljoen - die uit hoofde van volksgezond- heidsoogpunt af te zonderen en deze voor overheidsrekening te nemen. Daarbij zal er tevens bij de overheid op worden aange drongen om die bedrijfsgenoten er met klem toe aan te zetten de door hen te betalen keuringslasten tijdig af te dragen, die dat totnutoe nog niet deden. Het pvv-bestuur ziet in het niet voldoen van deze rekeningen- het zou gaan om een bedrag van ruim 20 miljoen - een ernstig konkurrentievervalsend element binnen de eigen sektor. Prijsstelling B ijna de helft van de ondervraagden (43%) zei geïnteresseerd te zijn in het werk van het waterschap. Bij gelijksoortige onder zoeken naar de mate van interesse voor het werk van gemeen teraad en provinciaal bestuur kwamen percentages van respek- tievelijk 36 en 30 uit de bus. Meer dan éénderde van de Nederlandse bevolking weet dat de zorg voor de waterhuishouding in ons land aan het waterschap is opgedragen (37%), daarnaast noemde men vaak Rijkswaterstaat (21%). Een vijfde van de ondervraagden gaf een onjuist ant woord, terwijl nog eens éénvijfde zei het niet te weten. Meer dan de helft van de ondervraagden vond overigens dat over en door het waterschap te weinig voorlichting wordt gegeven. De resul taten van het onderzoek zijn onder meer ook naar regio uitge splitst. Hieruit blijkt dat men in het westen en züidwesten (met uitzondering van de grote steden) het best op de hoogte zegt te zijn van wat het waterschap precies doet. Mr. Vosters memoreerde verder onder meer in zijn jaarrede het feit dat "de Tweede Kamer zich met algemene stemmen ak koord heeft verklaard met het in de nota betreffende het Wa- terschapsbestel ontvouwde beleid. Het bestaansrecht van de waterschappen is daarmee opnieuw bevestigd en de weg is aangegeven waarlangs verdere ontwikkeling plaats dient te vinden. Het is van uitzonderlijk belang dat alle politieke groe peringen die in de Kamer vertegenwoordigd zijn, zich achter de zienswijze van de regering op het instituut waterschap en zijn funktie in het vlak van de waterstaatszorg hebben gesteld", aldus de heer Vosters. De Unie-voorzitter wees daarbij op de belangrijke taak die het provinciaal bestuur heeft bij het uitwerken van de beleidslijnen van de regering: "Ik heb de indruk dat deze beleidslijnen op provinciaal niveau wel als uitgangspunt worden aanvaard. In een enkele provincie valt evenwel in sommige kringen de nei ging te bespeuren om de diskussie nog eens over te doen. Hierbij wordt dan wel de stelling in het geding gebracht dat een taak geen waterschapstaak kan zijn omdat duidelijk algemene be langen in het geding zijn. Deze stelling berust op een misver stand en getuigt van onvoldoende kennis van zaken. Ten on rechte wordt verondersteld dat funktioneel bestuur beperkt is tot de verzorging van bepaalde belangen. Waar het om gaat is dat funktioneel bestuur beperkt is tot de uitvoering van een bepaalde taak. Ook funktioneel bestuur dient steeds gericht te zijn op het die- ir. G.A. Meijer zeer wel begrijpen. Hij zegde toe dat dit aspekt in het kader van het werk van de begeleidingskommissie informa- tienet pvv ter bespreking gebracht zal worden. Aan de hand van de door pvv-sekretaris J.J. Koch verstrekte aktuele marktinformatie werd in het pvv-bestuur geruime tijd stilgestaan bij het ruime aanbod op de varkensmarkt. Ook nu weer werd aangedrongen op de gewenste stabilisatie danwel aarzelende uitbreiding van de produktie, hoewel ons aandeel in de EG-produktie bescheiden is (ruim 12%). In de rundveesektor spelen de goede voederpositie en het gunstige najaar duidelijk mee in het slachtvee-aanbod. De hardheid van onze gulden tegenover andere valuta wordt daarbij mede gezien als een van de belemmerende faktoren voor de export yan fok- en ge- bruiksvee. Marktstruktuur Een van de pvv-bestuursleden wees de daarin opgenomen ka- paciteitsgrens waar beneden geen subsidie-mogelijkheid voor zien wordt, principieel van de hand. Hoewel er begrip was voor zijn principiële stellingname, bleef men toch van mening dat een verdere verlaging het karakter van een wezenlijke struktuur- verbetering ernstig in gevaar brengt. Tenslotte besloot het pvv-bestuur de begroting '79 goed te keu ren en in dat verband om de heffing voor de klassifikatie van ter slachting aangeboden varkens terug te brengen van 50 tot 45 cent per dier. nen van alle van zijn taakuitoefeing afhankelijke belangen, on geacht of zij van meer algemene of van meer specifieke aard zijn. Het waterachap als funktioneel bestuur is immers ingebed in het algemeen bestuur van de provincie. Tijdens de behandeling van de landbouwbegroting in de Tweede Kamer heeft minister van der Stee de Nederlandse landbouw geprezen om het feit dat men daar steeds op de juiste wijze zich wist aan te passen in de veranderende maatschappij en samenleving, waarin men niet meer uitsluitend alleen voor "brood" leeft. De bewindsman meent dat het van realisme getuigt om het zuivelprobleem te bestrijden via de weg van een beperkt prijs beleid of in een vaste hogere medeverantwoordelijkheidshef fing, of een kombinatie van beide. In het rapport van de Euro pese Commissie wordt gepleit voor de opschorting van investe ringssubsidies in de melkveehouderij. De minister is het hier mede in principe eens, want hierdoor kan een verdere produk- tiegroei tot staan worden gebracht en dat is belangrijker dan de zuiverheid van een struktuurbeleid. De beperkingen moeten evenwel gelijk over de EG lidstaten worden verdeeld en ge spreid worden over een aantal jaren. Overigens was hij van mening dat overschotten van 2 tot 3% niet waard zijn om over te praten omdat hiermede de verzekering van de voedselvoorzie ning is gewaarborgd. Er is niets tegen Kerstboter als daarmee de markt van de verse boter niet wordt verstoord zei hij. De minister is van mening dat Engeland dat een invoerverbod op aardappelen heeft ingesteld inbreuk pleegt op een der fun damentele beginselen van de Gemeenschap, waardoor het te recht is dat door de Commissie nu eveneens een procedure tegen de Britse regering is begonnen via het Hof van Justitie te Lux emburg. Waterbeheersingswerken, gericht op wateraanvoer zijn in prin cipe subsidiabel mits water beschikbaar is en de baten/kosten verhouding duidelijk positief is. Na het droge 1976 is er een studiekommissie ingesteld en het eindrapport zal eind 1979 worden uitgebracht. Minister Van der Stee (landbouw) staat zeer gereserveerd tegenover de gedachte een noodfonds te vormen in geval len van calamiteiten of andere onverwachte situaties. Dit o.m. blijkt uit zijn antwoord, mede namens de staatssekre- taris van kuituur, rekreatie en maatschappelijk werk, mevr. Kraayeveld-Wouters op vragen van de Tweede Kamerleden Cornelissen en Van der Linden betreffende de afhandeling van de droogteschade van 1976. De mogelijkheden van een noodfonds moeten niet worden overschat, de toepassingsmogelijkheden moeten niet worden onderschat en het bestaande sociale zekerheidsbeleid in ons land behoort een onderdeel te zijn bij de overwegingen betref fende de vorming van een noodfonds, zo motiveert de be windsman deze mening. In ons land zijn calamiteiten in de land- en tuinbouw, als gevolg van uitzonderlijke ongunstige natuurlijke- of weersomstandig heden over een lange reeks van jaren bezien slechts beperkt opgetreden. Voorts moet rekening worden gehouden met de noodzaak, dat de ondernemer gezien zijn ondernemersfunktie een stuk eigen risiko van schade ingevolge genoemde faktoren zelf zal dienen te dragen, ook in geval er een noodfonds zou bestaan. Ten slotte zullen de normen voor uitkeringen uit een noodfonds gezien de uiteenlopende oorzaken van de calamiteit van geval tot geval moeten worden vastgesteld en zal de uitkering individueel moeten worden bepaald. Ervaringen op dit terrein in andere landen zijn bepaald niet stimulerend voor het vormen van een noodfonds. Daarbij komt, dat het gevoerde inkomensbeleid en de in het kader hiervan bestaande Rijksgroepregeling Zelfstandigen krachtens de Algemene Bijstandswet de noodzaak tot het vor men van een noodfonds doen afnemen. Over de verstrekte bijstand naar aanleiding van de droogte- schade in 1976 delen de bewindslieden mee dat, in totaal is geadviseerd een bedrag van 209.000.000,— aan leenbijstand en een bedrag van 81.000.000,— a fonds perdu te verstrekken. Globaal komt dat hierop neer dat 20% van de toegekende aan vragen bijstand a fonds perdu betreft, 30% leenbijstand plus bijstand a fonds perdu en 50% alleen leenbijstand. De aanvankelijke vrees, dat een seizoenmatige teruglopende vraag naar varkensvlees in het voorjaar van '79 samenvalt met een sterk toegenomen aanbod in de Europese Gemeenschap lijkt ongegrond. Dit konkludeert het produktschap voor vee en vlees (pvv) naar aanleiding van de uitkomsten van een telling in augustus jl. van het aantal varkens in de E.G. Desondanks is er sprake van een voortdurend stijgende produktie. Pas na het eerste half jaar van '79 komt er wellicht een wat betere prijs voor de varkenshouders, schrijft het pvv. Verwacht wordt, dat het aanbod tot april '79 nog zeer ruim blijft: rond 5% meer. Vanaf begin april '79 zal dit aanbod in de gemeenschap niet meer zo veel uitlopen. Niettemin wordt de slachtvarkensproduktie in de gemeenschap in de periode juli '78/'79 rond 4% hoger geraamd dan in de periode juli '77/'78. Vergeleken met de EG-slachtvarkenspro- duktie in '76/'77 beloopt de produktietoename ca. 7,7 miljoen stuks 7%). Dat wil zeggen een totaal aanbod van 114,4 miljoen dieren waarvan 14,1 miljoen in ons land. Het Neder landse aandeel in de EG-produktie beloopt derhalve 12,3%. Aangezien voor de Nederlandse varkenshouderij de afzet in het buitenland van levensbelang is - rond 60% van onze binnen landse produktie wordt geëxporteerd - zal de sterke toename van het aanbod vooral in West-Duitsland 2,7 miljoen dieren) en Denemarken 1 miljoen dieren) op ons prijsniveau van doorslaggevende betekenis zijn. Niet alleen de grote aanvoer van slachtvarkens in de afgelopen weken, ook de valuta-perikelen hebben de toch al niet hoge opbrengstprijzen voor de varkenshouders verder onder druk gezet. Juist omdat ook "Brussel" nog niet het einde van het huidige prijsdal kan overzien, heeft de Europese Kommissie besloten om de dit voorjaar ingestelde mogelijkheid om var kensvlees in partikuliere opslag te houden, thans teruggenomen. "Maar men wil er de komende winter misschien wel weer naar kijken." Aldus pvv-sekretaris J.J. Koch in zijn bespreking van de aktuele marktsituatie in de openbare vergadering van het be stuur van het produktschap voor vee en vlees te Rijswijk. Op vallend noemde hij de thans zeer lage prijzen voor varkensle vers. "De tijden van hoge prijzen zijn definitief voorbij; we zijn teruggedrukt op de wereldmarktprijs nu Amerikaanse levers vrij Duitsland binnen kunnen komen." De situatie op de rundvleesmarkt wordt momenteel gekenmerkt door een rustig verloop. Dat wordt ook voor de komende pe riode voorzien. Het goede najaar met nog doorgroeiend gras en de gunstige voederpositie op de melkveehouderijbedrijven, heeft tot gevolg dat de gebruikelijke najaarsuitstoot zo niet uit blijft dan toch vertraagd plaatsvindt. Bovendien geeft de door Brussel per 6 november opengestelde mogelijkheid om runde rachtervoeten in partikiiliere opslag te nemen, steun aan deze markt. Het steunbedrag voor 5 maanden opslag beloopt rond 1.700,— bij een minimum hoeveelheid per kontrakt van der tig ton. Hoewel de EG-onderhandelingen over een gemeenschappelijke regeling voor de schapensektor in het slop zitten, voelen wij ons tamelijk wel bij de huidige situatie, aldus de heer Koch. Hij onderkende, het was recentelijk nog weer gebleken, dat uitslui tend nationale regelingen ook gevaren in zich bergen. De enkele dagen durende onderbreking van afgifte van Franse invoervergunningen - deze Nederlandse export is vrijwel uit sluitend op Frankrijk gericht - is daarvan een voorbeeld. Van pvv-zijde is daarop snel en kennelijk met succes op gereageerd. Wat het belang van die taken betreft skoort bij het publiek de bestrijding van de waterverontreiniging (vooral bij de jeugd) het hoogst. Als tweede komt de bescherming tegen overstroming (vooral bij ouderen) en als derde de peilbeheersing in sloten en kanalen. Van de Nederlanders weet 83% dat het waterschap een overheid is. Dit zijn een aantal belangrijke uitkomsten van een landelijk opinie-onderzoek dat bureau Lagendijk in opdracht van de Unie van Waterschappen verrichtte naar meningen van het publiek over waterschappen. 8

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 8