Winterwerk op het
vollegrondsgroenteteeltbedrijf ing. A.J. van Oijen
Jaarverslag Proefstation voor de Fruitteelt
H et leeuwendeel van de gronden die voor de teelt van groen
ten worden gebruikt, zijn-indien noodzakelijk gedraineerd.
Echter hiermede alleen zijn wij er niet. Het is namelijk van
essentieel belang, dat de drainage ook steeds voor de volle 100%
functioneert. Regelmatige controle op een goede werking,
waarvoor juist de wat rustigere winterperiode geschikt is, zal
daarom noodzakelijk zijn. Een eerste en eenvoudige controle
is. door in een regenrijke periode eens langs de eindbuizen te
lopen om te zien of deze allemaal goed water afvoeren. Bij geen
of nauwelijks afvoer van water zit er iets fout. Het komt nogal
eens voor, dat alleen de eindbuis verstopt zit. De eerste controle
moet dus hierop zijn gericht. Naast een verstopping van de
E en belangrijke factor in het wel en wee van de vollegronds -
groenteteelt is de kalktoestand van de grond. Al vele malen is er
in publicaties op gewezen, dat een te lage pH voor een aantal
gewassen aanzienelijke oogsreducties oplevert. Toch blijkt bij
bezichtiging van de analyserapparaten, dat vaak het kalkcijfer
veel te laag is. De gewenste pHKCL voor een zandgrond ligt in
de buurt van 5,7 - 6. Een lager cijfer betekent vrijwel altijd, dat
er bekalkt moet worden. Van kalk is bekend, dat het een lange
periode nodig heeft voordat het volledig tot werking komt. Dit
laatste betekent dat reeds in het najaar met het op peil brengen
van de kalktoestand moet worden begonnen. Van belang is, dat
wij hierbij denken aan de 4 D's, namelijk dolokalk doorwerken
door droge grond, ofwel alleen bekalken bij droge weersom
standigheden en goed bewerkbare grond. Indien uit het analy
serapport blijkt, dat grote hoeveelheden moeten worden gege
ven, doen wij er goed aan de ene helft in het najaar en de andere
helft in het voorjaar toe te passen.
D e wintermaanden lenen zich bij uitstek voor het aanbrengen
van de organische bemesting. Tot voor enkele jaren geleden
bestond deze in hoofdzaak uit stalmest, waarvan vaak grote
hoeveelheden werden gegeven. Kans op overdosering was nau
welijks aanwezig, daar het vooral om de organische stofvoor-
ziening ging om de voedingselementen een voldoende laag ni-
M et het ontbreken van de winterperiode begint op het vollegrondsgroenteteeltbedrijf ook wat meer rust te komen. De
oogstwerkzaamheden zijn voor het grootste gedeelte achter de rug, terwijl het zaaien en planten nog een hele tijd voor
ons uit ligt. Natuurlijk is het een en ander sterk afhankelijk van het bedrijfstype. Zo zullen bijvoorbeeld de spruitkooi-
telers nog een hele poos in het spruitenveld moeten vertoeven, hetgeen voor de witloftrekkers de forceerruimte betekent.
Overigens krijgen zij ook wat meer gelegenheid voor het verrichten van andere werkzaamheden. In dit artikel willen wij
ingaan op enkele zaken die al weer gericht zijn op het nieuwe seizoen, maar gedurende de winterperiode moeten worden
uitgevoerd.
N;
H,
Ontsmetting steunmateriaal
Drainage
PhKCI
Organische bemesting
Veel onderzoek in de fruitteeltsektor
C.T. - Tilburg
D iverse ziekten en plagen, die tijdens het groeiseizoen aan
verschillende gewassen schade toebrengen, blijven op het
steunmateriaal over. Wij denken hierbij aan spint in bonen en
augurken, bacterievlekkenziekte is augurken, roest in bonen etc.
Ofschoon op de meeste bedrijven deze kwalen op het gewas
worden bestreden, blijft de infectiehaard vaak achter op de
palen en/of stokken. Door ook het steunmateriaal aan te "pak
ken" kan in een volgend jaar met een schone lei worden be
gonnen. Ook hier geldt: het is beter te voorkomen dan te gene
zen. Een goede remedie wordt verkregen door het steunmate
riaal te dompelen in een formaline oplossing. De concentratie
hiervoor bedraagt 95 ltr water 5 ltr formaline. Deze oplossing
kan men het beste gieten in een bak die voldoende lang en diep
is. zodat hierin de stokken en palen volledig kunnen worden
ondergedompeld. Men moet er voor zorgen, dat de formali-
neoplossing goed op het steunmateriaal kan inwerken. Dit te
gelijkertijd in het "bad" worden gedaan. Bovendien zal de on
derdompeling minimaal vijf minuten moeten duren. Het be
schikken over een goede dompelbak vormt vaak een probleem.
Een enkeling beschikt over een oude badkuip of een gierton, die
in de lengterichting doormidden is gesneden. Beide kunnen als
zodanig goed dienst doen. Ontbreken deze attributen dan be
staan er mogelijkheden middels plastic folie zelf een "dompel-
bak" te construeren. Het beste kan men-dit doen door een kuil te
graven in overeenstemming met de gewenste afmetingen. Door
met één voldoende groot stuk plastic folie alle wanden hiermede
te bedekken ontstaat automatisch een ontsmettingsbak. Uiter
aard komen alleen de dikkere plasticsoorten, minimaal 0,35 mm
doorsnee, hiervoor in aanmerking. Bovendien verdient het
aanbeveling in plaats van één, twee lagen plastic folie te ge
bruiken.
deeltjes zijn dan onvoldoende bezakt en komen dan gemakke
lijk met het water mee in de drains terecht. Ijzerafzetting is een
veel voorkomende kwaal. Ook is de kans hierop het grootst de
eerste jaren na het aanleggen van de drainage. Het is vanzelf
sprekend, dat de problemen groter worden naarmate het
grondwater meer ijzer bevat In het algemeen kan de drainage
weer open worden gemaakt door deze met water schoon te
spuiten. Afhankelijk van de beschikbare apparatuur op het be
drijf kan dit in eigen beheer worden uitgevoerd of moet een
loonwerker worden ingeschakeld. Het schoonspuiten is beves
tigd, in de drain te steken. Vervolgens wordt het water ingespo
ten, bij voorkeur onder lage of middendruk. Geeft een derge
lijke behandeling geen resultaat dan zit de verstopping meestal
erg plaatselijk in de leiding en zal tot opgraven moeten worden
overgegaan. Gelukkig komt dit laatste in veel mindere mate
voor. Over het nut van het goed funtioneren van de drainage
behoeven wij eigenlijk niet veel te zeggen. Het is een ieder
genoegzaam bekend, dat vooral in regenrijke jaren de productie
in sterke mate kan worden beïnvloed door de waterafvoer.
veau hadden. Inmiddels is het een en ander gewijzigd. De oude,
vertrouwde stalmest heeft veelal plaats moeten maken voor
drijfmest. Uit oogpunt van organisch stofgehalte een verschra
ling, doch bij gebrek aan beter zullen wij het er mee moeten
doen. Overigens heeft drijfmest ook zijn waarde wel, doch ten
aanzien van de toepassing wordt wat meer nauwkeurigheid ve
reist. Drijfmest is in grote hoeveelheden aanwezig en kan dien
tengevolge vaak voor een relatief lage prijs worden aangekocht.
Dit alles is erg verleidelijk om de grond royaal van drijfmest te
voorzien. Toch zal blijken, dat enige terughoudendheid op zijn
plaats is wanneer wij zien wat 100 ton drijfmest gemiddeld
bevat. Hierbij wordt de drijfmest naar herkomst onderscheiden
en zullen de cijfers omgerekend in de diverse meststoffen wor
den weergegeven.
Kalkammonsalpeter Super/ Patentkali
in kg slakkenmeel in kg
in kg
rundvee 900 1.000 2.000
varkens 1.400 2.000 1.600
kippen 2.000 4.400 2.000
Natuurlijk komen deze voedingsstoffen niet volledig voor de
planten ter beschikking. Veel hangt af van de aanwendingspe
riode. Met name van stikstof mag worden aangenomen, dat deze
bij toepassing in het najaar voor 25 a 30% beschikbaar komt.
Bij aanwending in het voorjaar kan dit oplopen tot 50%. Voor
kippemest liggen deze percentages met respectievelijk 40% bij
toepassing in het najaar en 65% bij toepassing in het voorjaar
nog hoger. Met deze gegevens voor ogen zal blijken, dat 100 ton
in het najaar al een ruime bemesting is. Bij kippemest ligt dit in
de buurt van 30 ton. Tracht deze cijfers bij de toediening van de
drijfmest wat voor ogen te houden. Afwijkingen naar boven
jiebben al diverse keren gewassenschade tot gevolg gehad.
Zj ojuist is het Jaarverslag 1977 van het Proefstation voor de Fruitteelt verschenen, waarin - na een kort algemeen
gedeelte over het Proefstation en de viering van het 75-jarig bestaan in 1977 - de verschillende onderzoekers een overzicht
geven van hun onderzoek en de resultaten daarvan.
eindbuis kan deze ook verzakt zijn, waardoor eveneens de af
voer kan worden belemmerd. Beide kwalen zijn gemakkelijk te
verhelpen. Ligt de eindbuis goed en niet verstipt, dan ligt de
oorzaak meestal in de drain zelf. Veelal zijn er dan in de dTain
verstoppingen opgetreden, ten gevolge van kleine gronddeeltjes
of ijzerafzetting. Gronddeeltjes komen vaak in de drain terecht,
de eerste jaren na het aanleggen van de drainage. De grond-
14
Het streven naar behoud en opvoering van de kwaliteit stond
centraal in het onderzoek
adat in de twee laatste decennia in het fruitteeltkundig on
derzoek veel aandacht is besteed aan de vraag met welke hoe
veelheden kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen de hoog
ste kg-opbrengst is te behalen, worden de aksenten nu meer en
meer verlegd in de richting van 'met hoe weinig kunstmest en
gewasbeschermingsmiddelen kan zonder risiko's een goede
oogst kwaliteitsfruit geteelö worden?'. Zo blijkt uit het jaarver
slag dat de aktiviteiten van de afdelingen Bodemkunde, Ento
mologie en Fytopathologie daar duidelijk op in spelen. Aan de
hand van klimaatkamerproeven tracht de afdeling Fysiologie na
te gaan in hoeverre klimatologische faktoren de kwaliteit mede
bepalen.
Met ditzelfde doel voor ogen staat bij het teeltonderzoek groot-
fruit het plantsysteem en de snoei centraal. Het streven is hierbij
fericht op opvoering en in elk geval het behoud van de uiterlijke
waliteit (vruchtkleur, vruchtgrootte) bij een zo hoog mogelijke
produktie. Hierbij is bovendien gebleken dat belangrijke op
brengsten in de aanloopjaren van de beplanting kunnen worden
verkregen en dat deze in sterke mate worden bepaald door de
kwaliteit van het plantmateriaal. In verband daarmee kreeg het
teeltonderzoek in de boom kwekerij fase van appel en peer meer
aandacht.
Bij het onderzoek aan kleinfruit bleek dat een goede vocht-
voorziening van zeer groot belang was. Zo waren door de ern
stige droogte in 1976 op veel praktijkpercelen de jonge frambo-
zenscheuten te kort gebleven en hierdoor was de opbrengst in
1977 zeer matig. Op het Proefstation was dit gelukkig niet het
geval dank zij de goede vochtvoorziening door middel van
druppelbevloeiing. De waarde van de vochtvoorziening blijkt
ook uit de resultaten van een watergiftenproef bij vier aardbei
rassen en een proef met druppelbevloeiing bij het frambozeras
Schönemann. Daarbij werd met druppelbevloeiing zelfs een
verdubbeling van de opbrengst bereikt.
Enkele nieuwe aktuele proeven
et is in kort bestek onmogelijk om veel proeven te noemen.
Daarom moeten we met een greep uit het vele volstaan. Zo
werden bij de teelt van groot-fruit o.a. de volgende proeven
gestart: de plantdiepteproef M 26 (welk effekt heeft de plant-
diepte op de groei en verankering van de boom en kunnen
bomen zonder palen gekweekt worden door diep te planten); de
herkomstenproef virusvrije M 9 (om na te gaan in hoeverre
verschillende herkomsten een verbetering betekenen ten op
zichte van de reeds in gebruik zijnde); vergelijking van de op
kweek van de slanke spil en de Noordhojjandse spil (om te
onderzoeken of de nieuwe in Noord-Holland ontwikkelde
boomvorm beter is dan de thans gangbare slanke spil).
Bij de teelt van kleinfruit werden o.a. de volgende proeven
geplant:
- een frambozerassenproef (vergelijking van 12 rassen);
- een rassenproef met herfstframbozen (vergelijking van vier
rassen);
- een rassenproef met vollegrondsaardbeien (14 rassen en se-
lekties) en een klonenproef met het ras Gorella
Het handzame jaarverslag biedt veel informatie aan fruittelers,
leraren van tuinbouwscholen en medewerkers van handel en
industrie die belang stellen in het praktijkgerichte onderzoek in
de fruitteelt.
Enkele figuren en tabellen verduidelijken de tekst. Het jaarver
slag wordt afgesloten met een opsomming van door de mede
werkers van het proefstation in 1977 gepubliceerde artikelen.
Het jaarverslag kost 7,50 en wordt belangstellenden toege
zonden na ontvangst van dit bedrag op postrekening 49.50.17 van
het Proefstation voor de Fruitteelt te Wilhelminadorp onder
vermelding van "Jaarverslag 1977". Begunstigers van het proef
station ontvangen het jaarverslag gratis.