Een contract
tekenen:
eerst
advies vragen
Hinderwet op juiste moment
en juiste manier wijzigen
H
M ede door de waarschuwende vinger van de minister van
Landbouw en Visserij is in deze patstelling inmiddels verande
ring gekomen. Zijn boodschap was, vrij vertaald, kort en dui
delijk: "Regel het zelL anders doe ik het". De partijen in de
varkenssector hebben de onderhandelingstafel weer opgezocht
en het ziet er naar uit. dat men het nu wel eens wordt. Dat zou
betekenen dat contracten voor zowel fok- als mestvarkens ook
op basis van Algemene Voorwaarden afgesloten kunnen wor
den. Gezien de omvang van de Nederlandse varkenshouderij
een overeenkomst van groot belang.
E en wetsontwerp tot wijziging van de Hinderwet is op een ongelukkig tijdstip bij de Tweede Kamer ingediend. Er is al
eerder een wetsontwerp over een aantal algemene onderwerpen op het gebied van de milieuhygiëne ingediend. Dit
ontwerp van wet Algemene Bepalingen Milieuhygiëne is nog steeds in behandeling bij de Tweede Kamer.
H et Landbouwschap protesteert tegen de wijziging van het
bestaande artikel 13 uit de Hinderwet. Dit artikel bepaalt dat de
vergunning alleen geweigerd kan worden ingeval van gevaar,
schade aan eigendommen, aan bedrijven of aan de gezondheid
dan wel hinder van ernstige aard zal worden ondervonden,
terwijl hieraan in redelijkheid met voorwaarden niet aan tege
moet gekomen kan worden.
H et wetsontwerp tot wijziging van de Hinderwet kent een
schadevergoedingsregeling van beperkte omvang. De regeling
houdt onder meer in een billijke vergoeding voor kosten of
schade voor zover die redelijkerwijze niet of niet geheel zal
gedragen kan worden of voor zover die niet op grond van andere
wetten (Luchtverontreiniging, Geluidshinder) vergoed wordt.
De voorstellen om de Hinderwet te veranderen bevatten ook
een schadevergoedingsregeling bij vrijwillige bedrijfsbeëindi
ging. Als ondernemers met een Hinderwetvergunning er on
danks allerlei investeringen niet in slagen ontoelaatbare hinder
te weren, kunnen ze het bedrijf vrijwillig stoppen tegen een toe
te kennen schadevergoeding.
Landbouwschap:
LANDBOUWSCHAP
afdeling Pers en Voorlichting
J.R. Luiten.
i n verschillende sectoren van de landbouw wordt geproduceerd op basis van contracten. Rond de eeuwwisseling was er in
de akkerbouw al sprake van contractteelt. De intensieve veehouderij kent deze vorm van produktie nog niet zo lang: in
het begin van de zestiger jaren werd hiermee gestart. De pluimveehouderij liep toen voorop. Voor deze sector werden ook
het eerst "contractspelregels" voor de boer en industrie opgesteld. Deze zogenaamde "Algemene Contractvoorwaarden"
bevatten een aantal regels, waaraan de contracten moeten voldoen. Ook voor kalvermestcontracten bestaan sinds begin
dit jaar Algemene Contractvoorwaarden. In de varkenshouderij is de opstelling van deze spelregels wat minder soepel
verlopen. Ongeveer vijf jaar geleden liep een initiatief van het Landbouwschap vast en gingen de betrokken partijen,
zonder zaken te doen, uit elkaar.
De heer C. van Bruchem, medewerker van de sociaal-economi
sche afdeling van het Landbouwschap ging met ons wat dieper
in op de contractproduktie en de algemene voorwaarden. Ei
genlijk gaat het volgens hem bij contractering om "een afzon
derlijke overeenkomst tussen een agrarische producent en een
bedrijf, dat afneemt en/of toelevert. Bovendien heeft die over
eenkomst betrekking op één of meer toekomstige produktie-
ronden". Van Bruchem gebruikt de termen "afzonderlijke
overeenkomst" en "toekomstige produktieronden" niet toeval
lig. Hierdoor vallen de coöperatieve statutaire leveringsplicht en
de normale koop- en verkoopovereenkomsten buiten deze de
finitie.
Gedurende de laatste vijftien jaar heeft de contractproduktie
zich in de intensieve veehouderij een vaste plaats verworven. Er
is een enorme verscheidenheid aan contracten in omloop. Soms
zijn in de contracten slimme juridische vondsten verwerkt. De
bekende "kleine lettertjes" worden door de boer nogal eens over
het hoofd gezien. Vooral daarom zijn er, zo legt Van Bruchem
uit. algemene voorwaarden tot stand gekomen. "Als een boer op
basis van deze voorwaarden met een industrie in zee gaat kan
deze industrie niet in dat contract zetten wat hij wil. De rechten
en plichten van beide partijen zijn in zo'n contract op een
evenwichtige en duidelijke manier geregeld".
Duidelijke regels
V an Bruchem voegt er direct aan toe, dat de Algemene Con
tractvoorwaarden. die een vrijwillig karakter dragen, geen ga
rantie bieden voor een rendabel contract. "In de standaardtekst
van deze voorwaarden staan geen minimum- garantieprijzen of
maximum-voederprijzen en dergelijke. Waar het in de Alge
mene Contractvoorwaarden om draait zijn duidelijke regels
over het hoe. waar en wanneer.
De economische kant is een zaak voor de boer zelf. Het is net
zoals bij voetbal. De spelregels zijn voor beide partijen gelijk,
maar de doelpunten moetje zelf maken".
Het Landbouwschap heeft volgens Van Bruchem. die een dezer
dagen overstapt naar het Landbouw Economisch Instituut, ge
functioneerd als de grote motor achter de Algemene Contract
voorwaarden. In 1975 versterkte het Landbouwschap zijn
werkzaamheden op dit gebied door instelling van een Begelei
dingscommissie Contractproduktie Intensieve Veehouderij.
Van hieruit lopen er lijnen naar een zestal regionale advies
commissies. Belangrijkste drijfveer van het Landbouwschap is
de verbetering van de rechtspositie van de boer. Inmiddels bes
taat er een reeks algemene voorwaarden: slachtkuikens, broe-
deieren. consumptie-eieren, eendagskuikens en jonge hennen
en mestkalveren. Door het Landbouwschap zelf zijn ook alge
mene voorwaarden voor mestvarkens vastgesteld. Men noemt
de aktiviteiten van het Landbouwschap in dit verband ook wel
"daden van vrij bestuur", omdat er geen wet is. die Algemene
Contractvoorwaarden verplicht. Een boer kan in het contract
lezen of op zijn contract algemene voorwaarden van toepassing
zijn. Op goedgekeurde contracten voor vleeskalveren, slacht-
varkens. slachtkuikens. en kippe-eieren staat bovendien een
stempel van een Produktschap of het Landbouwschap.
Het aantal bedrijven, dat in de intensieve veehouderij op con
tract werkt loopt nogal uiteen: legkippen 3%, slachtkuikens 67%.
mestkalveren 59fokvarkens 7% en mestvarkens 19%. Deze
percentages geven enigszins een vertekend beeld, omdat het
vooral de grotere bedrijven zijn. die contracten afsluiten. Dat
wordt duidelijk aan de hand van het percentage dieren, dat op
contract wordt gehouden: legkippen 21%. slachtkuikens 68%.
mestkalveren 63%, fokvarkens 12% en mestvarkens 32%. Vol
gens Van Burchem groeit het aantal contractnemers nauwelijks
meer. Deze stabiliteit is in zijn ogen misschien een gevolg van
een wat terughoudender optreden van de industrie. Aan de
andere kant zijn het vooral de jongere boeren, die behoefte
hebben aan contractering. Over de omvang van contractpro
duktie op basis van Algemene Contractvoorwaarden zegt Van
Bruchem: "Het aandeel van de industrie met gestempelde con
tracten ligt voor de slachtkuikens ruim boven de helft. Voor de
kalvermestcontracten kan die vijftig procent straks benaderd
worden. Exacte cijfers hebben we nog niet, omdat de meeste
mestcontracten langer lopen dan een of twee jaar en dus pas
over enige tijd worden vernieuwd".
12
Wettelijk kader
V an Bruchem vindt, dat de Algemene Contractvoorwaarden
in de pluimveesector en, zoals het er nu uitziet, in de kalver-
mestsector in de praktijk redelijk goed zijn aangeslagen. Hij
meent, dat eerst voor alle sectoren van de intensieve veehouderij
dergelijke voorwaarden opgesteld moeten worden vQordat aan
een wettelijk kader wordt gedacht. "We moeten het eens een
jaar of drie afwachten en dan de cijfers nog eens bekijken. Als
driekwart van alle contracten in de intensieve veehouderij op
algemene voorwaarden wordt afgesloten ben ik tevreden. Dat
moet, dacht ik, het streefpercentage zijn. Tegen een wettelijk
kader zeg ik in principe "ja", maar we moeten die zaak niet
overhaasten".
Bedrijven die op contract werken groeien, zo zegt Bruchem, wat
sneller dan de "ongebonden" bedrijven. Nadeel van contracte
ring ziet hij in de prijsvorming, die wat minder doorzichtig is
geworden.
Ook de contracten zelf zijn vaak ondoorzichtig. Van Bruchem:
"Ik heb twee contracten naast elkaar gehad, waarin het ene de
boer 70,— vergoeding per varken garandeerde en het andere
30,— Door verschillen in de berekeningsmethode voor voe-
derprijzen en andere kosten was het economisch resultaat, of
tewel de winstmarge in beide contracten precies gelijk. Een boer
doet er goed aan om eerst advies te vragen over zijn contract
voordat hij er zijn handtekening onderzet. Voor dat advies kan
hij terecht bij de regionale Contract Adviescommissies, de so
ciaal-economische voorlichters (SEV) en de consulentschap
pen".
In boerenkringen vraagt men zich vaak af, of de boer zich bij
contractering niet te sterk bindt aan een industrie. "De ver
plichtingen van de boer zijn in sommige contracten inderdaad te
groot. Voor zaken zoals begeleiding, voorlichting en financie
ring worden af en toe onevenredige hoge bedragen in rekening
gebracht. De opzegmogelijkheden kunnen bijvoorbeeld eenzij
dig geregeld zijn. Dat kan ook gelden voor boetebepalingen".
Coöperaties
"V" an Bruchem is van mening, dat contractering voor de boer
en de industrie een nuttige aangelegenheid kan zijn. "In deze
tijd van sterk schommelende prijzen en grote gespecialiseerde
bedrijven is een stuk zekerheid natuurlijk nooit weg. Die zeker
heid moet dan wel op een evenwichtige, duidelijke en redelijke
wijze zijn geregeld. Nogmaals, het devies voor de boer moet
zijn: contracteer onder algemene voorwaarden en vraag onaf
hankelijk advies voordat de handtekening wordt gezet. Dat
geldt voor alle contracten. Er wordt wel eens beweerd, dat er
veel verschil zou zitten in contracten van particuliere bedrijven
en die van coöperaties. Dat verschil zie ik niet. Bij allebei komen
we goede en minder goede contracten tegen. De stelling, dat de
boer met een coöperatief contact zonder meer beter af is dan
met een contract van een particulier bedrijf, is naar mijn mening
niet hard te maken".
f f
f F
Een wat minder gelukkige gang van zaken, zo concludeert het Landbouwschap. Het vindt dat terwille van de duidelijkheid
en de rechtszekerheid allereerst de zogenaamde procedurele knelpunten opgelost moeten worden. Pas als de procedure
gewijzigd is kan de Hinderwet inhoudelijk veranderd of herzien worden.
In een brief aan de Vaste Commissie voor Milieuhygiëne van de Tweede Kamer geeft het Landbouwschap enkele
opmerkingen betreffende de plannen tot wijziging van de Hinderwet.
et wordt onnodig moeilijk als het nu ingediende wetsont
werp tot wijziging van de Hinderwet uitgaan van de thans gel
dende wetstekst. Die tekst kan immers veranderen door het
eerder ingediende en in behandeling zijnde wetsontwerp (Al
gemene Bepalingen Milieuhygiëne). De twee wetsontwerpen
"lopen elkaar voor de voeten" en kunnen in feite vertragingen
teweegbrengen.
Het Landbouwschap voelt minder voor gedeeltelijke of deels-
gewijze herzieningen maar meer voor een algehele herziening
van de Hinderwet. Zo'n herziening kan plaatsvinden nadat de
Wet Algemene Bepalingen Milieuhygiëne aanvaard is.
Los van de hierboven gegeven kritiek kan het Landbouwschap
zich vinden in verschillende wijzigingsvoorstellen:
- voor bepaalde inrichtingen, uitbreidingen en wijzigngen van
bepaalde inrichtingen is geen vergunning meer nodig. Deze
vergunning wordt vervangen door een meldingsplicht.
- de bepaalde kategorieën inrichtingen worden aangegeven
bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Er zullen
algemene regels gesteld worden -waarover volgens het
Landbouwschap vooraf met het betrokken bedrijfsleven
overlegd moet worden.
- het verlenen van de vergunningen voor inrichtingen, die in
belangrijke mate gevaren, schade of hinder kunnen veroor
zaken. kan opgedragen worden aan de provincie.
Werkingssfeer Hinderwet oeverloos
De tekstwijziging die nu voorgesteld wordt luidt: "de vergun
ning kan slechts in het belang van het voorkomen of beperken
van gevaar, schade of hinder buiten de inrichting worden ge
weigerd".
Daarmee wordt de vergunning, zoals blijkt uit de Memorie van
Toelichting, afhankelijk gesteld van mogelijk gevaar, schade of
hinder voor landschappelijke, natuurwetenschappelijke, re
creatieve en ecologische waarden. Ook het belangrijke bijvoeg
lijk naamwoord "ernstig" wordt geschrapt. Bovendien kan de
vergunning worden geweigerd gelet op de ongewenste gevolgen
voor toekomstige ontwikkelingen (industrievestiging, woning
bouw, enzovoort).
De bedoelde toevoeging van artikel 12a en de wijziging van het
huidige artikel 13 uit de Hinderwet haalt veel overhoop en
breidt de werking van deze wet enorm uit. De tot nu toe bes
taande rechtsspraak geeft voor vele bedrijven geen enkel hou
vast meer omdat de werkingssfeer tot in het oeverloze uitgebreid
wordt.
Schadevergoeding verruimen
Het Landbouwschap vindt de laatste voorwaarden inzake het
hebben van een vergunning onjuist omdat vele bedrijven, gelet
op de jarenlange voorgeschiedenis met een rechtsbescherming
van bestaande bedrijven zonder vergunning op grond van de
Hinderwet, geen vergunning hebben. Deze bedrijven vallen
daarmee buiten de "schadevergoedingsboot". Het Landbouw
schap vraagt in de brief aan de Vaste Kamercommissie om de
schadevergoedingsregeling ook voor de bovengenoemde groep
van "vergunningloze" bedrijven toe te passen.