Herfstbekalking op snijmaisstoppels
KORTE WENKEN
I n de praktijk is men thans wel overtuigd van het nut van een
goede kalktoestand van de grond. Het is dan ook niet verwon-
E en van de mogelijkheden voor een najaars- of herfstbekal
king doet zich voor bij het vrij komen van de maisstoppel. Na de
oogst van het maisgewas blijft de stoppel veelal nog een tijd
liggen. De boer ziet hierin een voordeel voor het uitrijden van
drijfmest. Zonder enig bezwaar kan echter direkt na de oogst
kalk worden toegediend. Nadat deze met een kultivator of i.d.
wordt ingewerkt kan nadien nog voldoende drijfmest over de
bekalkte grond worden uitgereden. Het in het volgende jaar te
telen kalkbehoeftige gewas kan dan in eerste instantie alvast
weer profiteren van een perfekt uitgevoerd bekalkingsbeleid.
Teelt konservenpeulvruchten 1978 geen
vette pot
Aardappelsteun in Engeland
Goede kwaliteit pootaardappelen
in Frankrijk deze oogst
Teveel verstrekte bijstand wordt
verhaald
C.A.R.-Zevenbergen
AKKERBOUW
VEEHOUDERIJ
Goed bemestingsbeleid
Een goed doordacht bemestingsbeleid vormt een ideaal
uitgangspunt voor een prima teelt. Aan de hand van regel
matig grondonderzoek krijgt de boer een juist inzicht in de
bemestingstoestand van de grond. Met deze leidraad kan
het te verbouwen gewas met de gewenste hoeveelheid
plantenvoedende stof worden voorzien. Het rendement van
de aangewende organische meststoffen (drijfmest) en
kunstmest (N-P-K-Mg) wordt echter mede bepaald door de
pH van de grond. Een goede kalktoestand schept het ge
wenste milieu in de bodem voor een optimale benutting van
plantenvoedende stoffen.
Vroeg bekalken
Let op voor kontrakten 1979
De teelt van konservenpeulvruchten zal dit jaar geen sukses
worden. Hiermee zal rekening gehouden moeten worden als de
telers nieuwe kontrakten voor 1979 afsluiten met de konserve-
nindustrie en de -handel. Op landelijk niveau wordt nu over
legd.
Het Landbouwschap, dat de telersbelangen behartigt, beraadt
zich over de situatie in de sektor konservenpeulvruchten. De
Konservenpeulvruchtenkommissie overlegt met de kontrakte-
rende handel en industrie. Zij adviseert de telers op dit ogenblik
nog geen kontrakten af te sluiten.
De konserventeelt zal voor het telersinkomen in 1978 geen vette
pot opleveren. In 1977 was dat anders: behalve de redelijke
prijsverhoging die met de afnemende konservenindustrie en
-handel werd overeengekomen, waren de kilo-opbrengsten in
dat jaar heel goed.
In 1978 is het beeld in de konserventeelt somber. De konserve
nindustrie was niet bereid de prijzen in redelijke mate te ver
hogen. Zowel de lage prijzen als de overige kontraktvoorwaar-
den betekenden voor de telers een netto-teruggang ten opzichte
van 1977. Daarnaast blijken de hektare-opbrengsten en de
kwaliteit van het gewas dit jaar niet mee te vallen.
In tegenstelling tot de konservenpeulvruchten is het beeld van
de graanteelt in 1978 uitstekend. Het gunstige groeiseizoen, de
teeltmethoden, de sterk verbeterde rassen enz. hebben geleid tot
hoge graanopbrengsten per hektare. Deze gunstige ontwikke
ling van de graanteelt wordt ook in de komende jaren verwacht.
Gelet op de kostenontwikkeling en de plaats van de konserven
peulvruchten in het bouwplan ten opzichte van andere gewassen
(granen) meent de Peulvruchtenkommissie van het Landbouw
schap dat voor de konservenpeulvruchten in 1979 een aanzien
lijke prijsverhoging nodig is. Het overleg inzake nieuwe kon
trakten zal zich toespitsen op deze noodzaak. In afwachting van
eventuele resultaten doen de telers er goed aan nu nog geen
overeenkomsten met afnemers te sluiten. De telers worden door
het Landbouwschap op de hoogte gehouden van het verdere
beraad.
Bij de Britse Potato Board hebben telers een kwantum van
700.000 ton aangemeld voor overname in het kader van de steun
aan het prijspeil dat de regering voor de aardappeltelers heeft
bepaald.
Overigens mag de Board maar 500.000 ton overnemen.
De aanvankelijke raming van de opbrengst van de aardappel
oogst is door de Board met 100.000 ton verlaagd tot 400.000 ton.
Het verbruik herstelt zich weer, na de sterke teruggang die de
hoge prijzen van 1976 veroorzaakte. Er zijn ongeveer 33.000
aardappeltelers in Engeland, waarvan er ongeveer 6000 be
paalde hoeveelheden voor interventie hebben aangemeld.
10
derlijk dat de laatste jaren de kalkstrooier een vertrouwd beeld
in het agrarisch landschap is geworden. Een beeld dat vanwege
het nuttig effekt van de bekalking meer in het najaar dan in het
voorjaar gekonstateerd zou moeten worden. Verschuiving van
het kalk strooien van het voorjaar naar het najaar is niet alleen
landbouwkundig gezien aan te bevelen, ook de klachten over de
zogenaamde "voorjaarspiek" behoren dan tot het verleden.
Bekalking op de maisstoppel
In Frankrijk maakt men melding van een uitzonderlijk goede
kwaliteit van de oogst aan pootaardappelen.
Het areaal is dit jaar met 16,515 ha ongeveer 6 xh% kleiner dan
vorig jaar. Alleen voor de middel-vroege aardappelen en met
name voor de Bintjes is het areaal wat groter dan vorig jaar.
Geraamd wordt een totale produktie in de orde van grootte van
325000 ton. Daarvan zal naar raming rond 85% betrekking
hebben op A-kwaliteit, goed 10% op super élite en bijna 4% op
élite-kwaliteiten.
Alleen voor Bintjes wordt een bepaald overschot waarschijnlijk
geacht. Vooralsnog is bepaald dat per ha Bintjes 3 ton in 35/45
mm zal worden achtergehouden, om deze wanneer de markt dat
zou toelaten deze alsnog te spuien.
Het perspectief is overigens, gezien de weinig gunstige prijsont
wikkeling van consumptieaardappelen, weinig gunstig.
Afhandeling droogteschade 1976
Bij de definitieve afhandeling van de aanvragen ingevolge
de Rijksgroepsregeling zelfstandigen in verband met de
bijzondere weersomstandigheden in 1976, blijkt dat er in
een aantal gevallen aanleiding is om tot verhaal van teveel
verstrekte bijstand over te gaan.
Dit o.m. antwoorden de minister van landbouw en de
staatssekretaris van kuituur, rekreatie en maatschappelijk
werk (Kraayeveld-Wouters) op vragen van de Tweede Ka
merleden Cornelissen en Van der Linden.
Bij een aantal gevallen zijn de resultaten beduidend gun
stiger geweest dan ten tijde van de schattingen, op grond
waarvan bijstand werd verleend, mocht worden verwacht.
In hoeveel gevallen verhaal zal worden toegepast en welke be
dragen daarmeegemoeidzijn is op dit moment nog niet geheel te
zeggen. Destijds is geadviseerd aan ruim 15.000 zelfstandigen
bijstand toe te kennen.
De gemiddelde verstrekking bedroeg 19.000,- Van 4.500
van hen zijn inmiddels de benodigde jaarverslagen ontvangen
en hebben de plaatselijke kommissies zelfstandigen een advies
uitgebracht aan burgemeester en wethouders.
In 2.000 gevallen bleken de financiële resultaten in gunstige zin
af te wijken van het in die tijd te verwachten inkomen, waarop
de oorspronkelijke bijstandsbeslissing was gebaseerd. Op grond
hiervan hebben de kommissies geadviseerd tot toepassing van
verhaal en wel tot een gemiddeld bedrag van 11.000,—
VAN OUDSHER staat suikerbietenlandgoed bekend voor
wintertarwe. Dit is dan ook een goede vruchtopvolging. Om
bietenland voor wintertarwe geschikt te maken, is ploegen
op zwaardere gronden niet altijd nodig. Goed losrijden met
de vastetandkultivator 25 cm diep is onder droge om
standigheden ook een prima methode. Op slemperige grond
blijft ploegen gewenst.
SOMMIGE PERCELEN suikerbieten beginnen weer on
der de meeldauw te komen. Deze meeldauw treedt meestal
op in droge periodes. De veroorzaakte schade is vaak ge
ring, zodat bestrijden niet nodig is. Het aangetaste bieten
blad is ook niet erg schadelijk voor vee.
WILT U VEEL zaaizaad gebruiken bij wintertarwe? Dan
heeft U zeker een slecht zaaibed? Bij een goed zaaibed en
een goede zaaimethode geeft ruim zaaizaadgebruik alleen
maar een te dichte stand. Een dichte stand vraagt om ziek
ten, omdat de planten elkaar bekonkurreren. Gebruik bij
oktober-zaai niet meer dan 125 kg zaaizaad per ha. Bij fijne
korrels kunt U met nog 15 kg minder per ha volstaan.
HET SMEREN van werktuigen en trekkers gaat het beste
als ze nog warm zijn. Verwijder eerst stof en oud vet rond de
vet nippels en voorzie de lagers van voldoende vet. Om
brandgevaar te voorkomen, moet U brandstof tanken wan
neer de trekker of motor nog koud is. Ga nauwkeurig te
werk en houd uw machines en motoren schoon. Aan het
"werktuig" kent men de vakman.
DE TIJD VAN stoppelbewerking is voorbij. Besteed nu
ieder werkbaar uur aan de oogst van aardappelen, suiker
bieten en ploegen. Nog steeds geldt, vroeg, vlak en droog,
geeft het beste ploegwerk. Als U akkerbouwer wilt blijven
dan moet toch zeker op uw ploegwerk niets aan te merken
zijn. Met minder mag U geen genoegen nemen.
WAARSCHIJNLIJK zult U nu reeds weten waar volgend
jaar de snijmaïs wordt gezaaid. Weet U ook of deze percelen
kweekvrij zijn? Is dit niet het geval, dan zult U deze kweek
toch wel zonder uitstel gaan bestrijden? Dit dient dan wel te
gebeuren voor half oktober. De kweekbestrijdingsmiddelen
hebben een lange nawerking en doen bij te laat gebruik veel
schade aan de maïs.
DE WET OP de investeringsrekening biedt ook kansen
voor bedrijven met lage inkomens. Voor het plaatsen van
nieuwe bedrijfsgebouwen bedraagt de belastingvrije subsidie
b.v. 23%. Ook vaste installaties en werktuigen komen voor
premie in aanmerking. Voor aanschaf van nieuwe werktui
gen is de premie 7%. Mocht U bepaalde plannen hebben,
dan is er nu een goede reden om met de bedrijfsvoorlichter
deze plannen eens door te spreken.
VOOR EEN BUITENSTAANDER is een flinke koppel
koeien in de weide een fraai gezicht. Voor de veehouder is
het van meer belang dat de dieren een hoge jaarproduktie
hebben. Dit kan alleen als de koeien regelmatig drachtig
worden. Wanneer er op dit onderdeel problemen zijn, moet
U eens overleg plegen met de dierenarts. Ook het bijhouden
van een vruchtbaarheid-ziektekaart geeft een goede kon-
trole op het al of niet tijdig drachtig worden.
De bewindslieden wijzen er op dat het vanzelfsprekend is dat bij
bijstandsverlening op grond van Rijksgroepsregelingen de be
palingen van de Algemene Bijstandswet toepassing vinden, dus
ook de verhaalsbepalingen.
De indruk dat bedragen, die a fonds perdu zijn verstrekt niet
voor verhaal in aanmerking zouden komen, kan dan ook niet
zijn gewekt.
In de brochure "Financiële hulp voor agrarische ondernemers
in verband met de abnormale weersomstandigheden in 1976" is
het begrip bijstand a fonds perdu vertaald in bijstand, die als
regel niet behoeft te worden terugbetaald. Dit is achteraf bezien
een niet zo gelukkige formulering. Alleen in die gevallen waarin
het werkelijke inkomen beneden de bijstandsnorm ligt, behoeft
de bijstand niet te worden terugbetaald.
Heeft men meer verdiend dan komt deze bijstand in principe
voor verhaal in aanmerking, voor zover daardoor het inkomen,
dus inklusief bijstand a fonds perdu niet beneden de bijstands
norm daalt.
Desgevraagd verklaarden bewindslieden dat het op zich wen
selijk moet worden geacht om regelingen te kreëren die het
mogelijk maken om noodsituaties het hoofd te bieden. Uit er
varing is gebleken hoe moeilijk het is op dergelijke situaties te
anticiperen.
Wel kan worden gekonstateerd dat op grond van de Rijks
groepsregeling zelfstandigen in zeer korte tijd een hulpverle
ningsprogramma is opgesteld, dat talloze boeren heeft ontlast
van liquiditeitsproblemen.
Uiteraard blijft het streven erop gericht om bij het tot stand
komen van dergelijke regelingen interpretatieverschil tot een
minimum te beperken.