Ingrijpen niet meer zo nodig als de grondprijs nog verder zakt! T en aanzien van pcw subsidies is er in de komende periode niet veel te verwachten zei de minister. Hij wees er op dat er dit jaar dan nog een bedrag van zes miljoen gulden is voor grond- verbeterende werken in akkerbouwgebieden. Er is gewoon geen geld voor, zei Van der Stee. Wanneer je moet bezuinigen dan ga je kijken waar je dat kunt doen. Geloof me, ook voor een minister is bezuinigen het moeilijkste wat er is. We hebben de zaak bekeken en zijn tot de konklusie gekomen dat we zeker niet mochten bezuinigen op de ruilverkavelingen. Ik sluit niet uit dat er incidenteel zo nu en dan nog wel iets voor pcw kan worden uitgetrokken, maar zoals gezegd indrukwekkend zal het niet zijn. Wat is de bedoeling van een subsidie, zo stelde de minister de vraag. Toch zo dat daardoor in zwakke gebieden de situatie verbetert! We hebben met de pcw echter juist het omgekeerde gezien in het verleden. De meeste gelden voor de pcw kwamen terecht op de sterkste bedrijven die tevens ook de grootste wa ren, met name in de IJsselmeerpolders. Zoiets kan toch nooit de bedoeling zijn van een subsidiebeleid. De minister vond verder dat de hoogte van de pcw bijdrage zoals die is geweest in ver gelijking met de waarde van de grond zeer weinig is. Wanneer je het zo beziet stelt het niet veel voor. D e minister zit kennelijk een beetje in zijn maag met de investeringsdrift van agrarisch Nederland. Volgens het Land bouw Ekonomisch Bericht 1978 is gebleken dat het investe- ringspeil in landbouwbedrijven in 76/77 met ongeveer 15% is gestegen. In de glastuinbouw ligt dit getal nog enkele procenten hoger. De opschorting van enkele bijdrage regelingen zijn daarvan nu het gevolg. We willen geenszins het landbouw- struktuurbeleid aantasten, zei de minister maar we moeten voorkomen dat we meer mogelijkheden scheppen dan nodig is. Aan overinvesteringsprikkels hebben we niets; subsidies voor zoiets is dan geld weggooien temeer als het gefinancierd moet worden uit algemene middelen. We gaan geen beleid voeren dat leidt tot subsidies tot het uiterste. Goed is goed, zo meende van der Stee. Waarom er ineens zo'n abrupt einde kwam aan die twee bijdrageregelingen (rentesubsidie en verbetering werksi tuatie melkveehouderij) werd ook duidelijk. Wanneer je name lijk zoiets van te voren aankondigd dan kun je er zeker van zijn dat er nog zeer velen zullen zijn die denken, ik zal nog vlug mijn aanvraag indienen. Het gevolg zou geweest zijn dat we nog overstroomd zouden zijn met aanvragen. We hebben het ineens gestopt en daarmee dat probleem voorkomen. De landbouw minister rekende nog eens voor hoe voordelig de WIR voor de landbouw in zijn geheel toch wel is. In het kader van deze wet vloeit nu bij het huidige investeringsniveau ongeveer 485 mil joen gulden naar de landbouw toe, bij de oude regeling was dit slechts 260 miljoen. De inwerkingtreding van de WIR heeft de investeringsdrang ook doen toenemen. Waarom dan nu pas de tijdelijke stop op de bijdrageregelingen werd ingevoerd kwam omdat de periode na de WIR als een soort bezinningstijd werd gezien. S teeds meer blijkt dat het landbouwvoorlichtingsapparaat langdurig bezig is met het uitrekenen van kosten die bepaalde uitbreidingsplannen van een individuele boer met zich mee brengen. Denk maar eens aan ligboxenstallen, zei de minister. Het bestuderen van dergelijke investeringsplannen vergt veel tijd. Daarom vinden wij het geenszins onrechtvaardig dat de betreffende ondernemer dan ook een deel van die bestede tijd aan het voorlichtingsapparaat vergoed. Hoe groot zo'n bijdrage zou gaan worden, daarover kon de bewindsman nog geen enkele mededeling doen want zoiets moet eerst nog in het Landbouw schap besproken worden. Wanneer er gesproken wordt over een verjonging bij de voorlichtingsdiensten dan bedoelt men daar I n de begroting wordt nu gesproken over tussenzonebedrijven, hiermede is de term middenbedrijf weer verdwenen. Niemand heeft tot nu toe een definitie kunnen geven van wat nu eigenlijk een middenbedrijf is, zei de minister. De aandacht op deze bedrijven richten is één van de doelstellingen van het land bouwbeleid. Wat nu precies een tussenzonebedrijf is valt even wel ook niet gemakkelijk te omschrijven. Maar een karakteris D e minister was het eens met de vrees dat de toetreding van de drie nieuwe landen tot de EEG een verscherpte konkurrentie voor ons land kan betekenen. Maar een langdurige overgang speriode is vereist. Minstens tien jaar als dat nodig is zei hij. Toch moeten we niet direkt in paniek raken, want destijds vreesde men dat Italië de tomatenmarkt in Duitsland zou gaan beheersen. Dat is ook niet gebeurd. D e minister zag geen heil in het voorstel dat onlangs gelan ceerd werd om domeingronden te verkopen en daarvoor in de plaats dan gronden te verwerven voor natuurreservaten. Een onvoordelig zaakje voor onze minister van financien, zei hij. De domeingronden leveren nu rendement op en die dienen beheerd te worden als ware het een partikulier vermogen waaruit het hoogst mogelijke rendement dient te komen, men mag zoiets zeker niet verwarren met een publieke dienst. Min. v.d. Stee: M. van Wezel Z oals te vernachten nas is ook minister van der Stee ter ore gekomen dat er in enkele delen van ons land grondverkopen hebben plaatsgehad waarbij de verkoopprijs in vergelijking met perioden daarvoor spektakulair daalde. De minister was ingenomen met deze prijsdaling en hij zei dat hij hoopte dat deze ontwikkelingen geen eendagsvliegen zouden zijn. Ten aanzien van zijn plannen om met wetsvoorstellen te komen die een prijsdaling van de grond tot gevolg moeten hebben, zei Van der Stee in het licht van de recentelijke prijsdaling "Wanneer dit werkelijk zo doorzet en dan ook zo blijft dan zal ik zeker overwegen om mijn plannen te herzien. Overigens vergt dit dan natuurlijk wel een overleg op politiek niveau om ook het regeerakkoord m.b.t. dit onderwerp te wijzigen. Men moet goed begrijpen dat ik liever helemaal niet in zou grijpen op de grondmarkt. Als het dan toch moet dan zou ik het liefst zo weinig mogelijk doen, want het gevaar van overheidsbe- tutteling zit er al gauw in. Overigens is het Landbouwschap het met mijn voorstellen niet volledig eens. Zij menen dat met minder ingrijpende maatregelen meer kan worden bereikt. Ik zie dat niet zo zitten, zei de minister. Deze week gaf de minister van landbouw Mr. Van der Stee een perskonferentie naar aanleiding van de landbouwbegroting. Direkt daarna werden de leden van de Nederlandse Vereniging van Landbouwjour- nalisten door de bewindsman ontvangen op het mi nisterie. Tijdens beide bijeenkomsten werd in een ongedwongen sfeer van gedachten gewisseld over de begroting en het landbouwbeleid in zijn algemeen. Ofschoon er niet direkt revolutionaire nieuwe ge zichtspunten naar voren kwamen, leek het ons niet temin aardig om u door middel van dit artikel kennis te laten nemen van dit kontakt met de minister. T och zette de minister nog een paar kanttekeningen bij die grondprijsverlaging. Hij vroeg zich af of het effekt van de aan gekondigde wet op de vervreemding van de landbouwgronden al prijsverlagend heeft gewerkt, omdat men denkt, ik verkoop nü maar, want straks krijg ik vast en zeker veel minder. Mogelijk dat ook de slechte aardappel en uienprijzen van vorig jaar de bereidheid tot het betalen van hoge prijzen door de boeren in het Zuid-Westen heeft ingedamd. Wie zal zeggen, zo beweerde de ministe^dat straks wanneer we weer een paar jaren van hoge prijzen voor de genoemde produkten krijgen daarmee ook de grondprijs niet zal stijgen. Wel gaf de bewindsman volmondig toe dat deze veronderstellingen in feite ook maar wat eigen koffiedikkijkerij konklusies waren. Voorts was de minister van mening dat er maar weinig grond door jonge beginnende boeren voor zulke extreem hoge prijzen is gekocht. In de meeste geval len ging het toch vaak maar om enkele hektares die dan bij het bedrijf werden gevoegd. Sterkste bedrijven profiteerden van p.c.w. subsidie Overinvestering met subsidies prikkelen is geld weggooien Overheid gaat de helft van keuringskosten betalen! D e Overheid wil het landbouwbedrijfsleven tegemoet komen in de keuringskosten en zodoende met een lastenverlichting een mogelijkheid scheppen tot een hoger inkomen en een verbete ring van de konkurrentiepositie. Het gaat hier om een bedrag van rond de 200 miljoen gulden. Hiervan wil de overheid gelei delijk aan de helft voor haar rekening nemen zei Van der Stee. In feite loopt Nederland in dit opzicht wel wat achter bij de andere partnerlanden waar een dergelijke bijdrage in de keu ringskosten door de overheid allang gemeengoed is. Tot 1981 zal dit bedrag dat beschikbaar is voor de lastenverlichting oplopen tot 70 miljoen gulden. Landbouwvoorlichting presenteert de rekening mee dat soms enkele jaren voor de pensionering van een oudere funktionaris reeds een jonge kracht wordt aangetrokken om na de pensionering direkt diens plaats op te vullen. Het komt zo nu en dan ook voor dat er voorlichtingsfunktionarissen zijn die er moeite mee hebben om tot hun 65e jaar mee te draaien en nu door de verjonging van de dienst de mogelijkheid hebben voortijdig af te haken. Afzet via export verder bundelen O nze export heeft zich momenteel weer gestabiliseerd, zei de minister. Er zit echter geen groei in en het ziet er niet naar uit dat er echte groei in komt. De hardheid van onze gulden speelt hierbij ook een rol. De overheid kan een stimulerende rol spelen bij het organiseren van een goed afzetbeleid, maar ze kan niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten die het afzetbeleid in handen heeft. Een goed voorbeeld van een gekoördineerde aanpak noemde de minister de zuivelexport. Maar er kan nog veel meer verbeterd worden. Als voorbeeld noemde hij de kon- servenindustrie. Vele naast elkaar opererende bedrijfjes die soms elkaar doodkonkurreren met b.v. spotgoedkope appel moes. Ook de tulpenafzet heeft te maken met een gemis aan eenheid. Het is dan ook zaak dat er naar gestreefd wordt om te komen tot een betere aanpak van het afzetbeleid. Bij de zuiveloverschotten is de situatie ernstiger dan men denkt O ok de zuiveloverschotten kwamen weer eens ter sprake. De minister zei dat de situatie veel zorgelijker is dan menigeen zich voorstelt. Het is onaanvaardbaar voor de belastingbetaler dat hij moet bijdragen aan het wegwerken en financieren van de zui veloverschotten die nu toch onderhand wel een struktureel ka rakter hebben en zeker 10% binnen de EEG bedragen. Ik ver wacht dan ook dat de Europese Kommissie met zeer ingrijpende voorstellen zal komen en daarvan zal ook veel gerealiseerd moeten worden. We kunnen ons niet afwenden van dit zuive loverschotten probleem. Ieder voorstel kan bediskusieerd wor den. Nederland moet zich wel enigszins realiseren dat we op zuivelgebied binnen de EEG een buitenbeentje vormen en ook dienen we er op toe te zien dat we niet geïsoleerd komen te staan. Ik zie het daarom niet anders dan dat we offers zullen moeten brengen. Maar daaraan wil ik direkt toevoegen, zei de minister, dat Nederland zeker niet zwaarder getroffen mag worden dan andere landen. Wanneer men b.v. zou voorstellen dat men maar 1 xh koe per ha zou mogen houden, dan zou zoiets voor ons land volstrekt onaanvaardbaar zijn. Ook een zeer zware heffing op graanvervangende produkten, zoals soja en tapioca zou voor ons onaanvaardbaar zijn. Toch zullen we van de andere kant in het licht van dit alles een Europese politiek moeten blijven voeren. Interventieregeling magere melkpoeder weg Een mogelijkheid om tot een zekere mate van kostenbespa ring te komen zou kunnen zijn om de interventieregeling voor magere melkpoeder te stoppen. Er zijn nu zuivelbedrijven in de ons omringende landen waar zuiver en alleen maar voor de interventieregeling magere melkpoeder wordt gemaakt. Dan volgt de zeer kostbare procedure van opslag, zeg maar dat die b.v. een half jaar duurt, waarna het produkt vervolgens weer naar de veehouderijbedrijven verdwijnt om als veevoer te die nen. Je zou er mee kunnen beginnen om die opslagfase over te slaan, waardoor je ook de interventieregeling niet nodig hebt. Het geld dat besteed wordt aan die opslag kan dan ten nutte worden gemaakt op een andere manier. Ook zou je de onder- melk direkt terug kunnen voeren naar de veehouderijbedrijven waarmee je niet alleen veel energie zou besparen, maar ook veel rompslomp zou kunnen voorkomen. Door het omzeilen van de interventieregeling zou je magere melkpoeder zo af kunnen prijzen dat dit produkt kan konkurreren met b.v. tapioca. Hoe het allemaal zal gaan worden is nog niet bekend want de dis- kussies hierover zullen dit najaar op gang komen binnen de Europese Kommissie. De minister zag in een eventueel verd wijnen van de interventieregeling geen bedreiging voor het in komen van de veehouder. Het mag de garanties van de vee houder niet aantasten, zei hij. Verder zit de EEG melkveehou derij nog met de medeverantwoordelijkheidsheffing in de maag. Met de tot nu toe verzamelde gelden is nog weinig indrukwek kends tot stand gekomen. De minister karakteriseerde deze heffing als "Een ervaring rijker". Wanneer het nog eens moest gebeuren dan zou zo'n heffing waarschijnlijk niet meer tot stand komen. Van de andere kant is het zo dat nu een dergelijke heffing er eenmaal is, men toch na moet gaan wat er eventueel wel voor zinnigs met deze fondsen kan worden gedaan. Het ziet er niet naar uit dat we nog van zo'n heffing afkomen. Er is door verschillende landbouwvoormannen uit bepaalde EEG landen te hard voor gevochten, wanneer nu een voorstel zou komen om de heffing weer maar op te doeken dan zou dit een enorm prestigeverlies naar de achterban toe zijn. Wat is nu een groot bedrijf tiek daarvan is dat ze in sommige gevallen een klein duwtje in de rug nodig hebben omdat ze er op eigen kracht niet helemaal kunnen komen, maar wel de potentie in zich hebben om na dat duwtje het verder wel ekonomisch te kunnen rooien. Toch gaat de minister bij een melkveebedrijf met meer dan dertig koeien al denken aan een groot bedrijf. Onlangs hoorde ik nog iemand beweren datje pas na zestig koeien van een groot bedrijf kunt spreken, zei Van der Stee, maar, zo voegde hij daaraan toe, met zoiets ben ik het volstrekt oneens. Dat is te gek! Geen overdreven zorg koesteren Voor nieuwe ontwikkelingen moet men niet altijd bang zijn. Er is zo nu en dan sprake van scharrelvarkens. Na de emoties rond de scharrelkip weer eens wat anders. Wanneer de konsument het op prijs stelt om scharrelvarkens te eten en hij daarvoor ook bereid is meer te betalen, welnu dan zal de Nederlandse onder nemer hem dat vast en zeker wel leveren. Men wil best goed en lekker eten, als het maar niet te gek veel verschilt in prijs met de produkten die onder normale omstandigheden tot stand zijn gekomen. Overigens kan het volgens de minister hier en daar best wel wat goedkoper. Hij noemde als voorbeeld het vlees. Er is soms sprake van een vleesberg. Dat komt in de interventie en vergt dan enorme financiële bedragen alleen al aan opslagkos ten. Toch kennen we gelijkertijd hoge vleesprijzen, waardoor de konsumptie daalt. Wanneer je nu die kosten van opslag eens niet nodig had door het vlees direkt op de markt te brengen en met het geld dat je anders aan opslag kwijt was geweest de prijs verlaagde dan zou de konsumptie kunnen toenemen. De terughoudendheid van de S.B.L. Het S.B.L. gaat een terughoudend beleid voeren op de grond markt en dat zal niet alleen gelden voor landbouwgronden, maar evenzeer voor gronden die aangekocht worden voor landschapskonservering. Een voorzichtig beleid geldt voor iedereen, zei van der Stee, ook voor CRM! 8

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 8