■dllUT Gil LANDBOUWBEGROTING 1979 D insdag was het weer zover! D at zal voorhands niet kunnen gebeuren door de sub sidieregeling P.C.W. te heropenen. Dat is een grote te leurstelling, zeker voor het Z.W. Of krijgen wij nog een aparte regeling? Wij zullen in elk geval aan blijven drin gen op een verruiming van de ƒ6,- min. die nog uit de oude begroting beschikbaar is gekomen. G raag willen wij instemmen met de visie van de minis ter dat ruilverkaveling en herinrichtingsobjekten van groot belang zijn voor de landbouw. zuidelijke landbouw maatschappij De bruine bonen oogst is ook aan de gang. Er zijn verschillende manieren om dat werk te doen. Hier een beeld uit de Quarlespolder waar een teler het nog "op de traditionele wijze" uitvoert. De gemiddelde opbrengstverwachtingen voor dit produkt zijn niet hoog gestemd. VANUIT DE Z.L.M. GEZIEN VRIJDAG 22 SEPTEMBER 1978 66e jaargang - No. 3449 tuinbouwblad 2t£L^ z.l.m Hare Majesteit de Koningin heeft de jaarlijkse troonrede uitgesproken bij de opening van het nieuwe parlemen taire jaar. Een nieuw parlementair jaar wat in het teken staat van de bestrijding van de werkloosheid en de infla tie. Met de bezuinigingsoperatie Bestek 81 van 10 mld. zal echter de werkloosheid voor I979 niet verminderen, nee, zelfs nog toenemen. De regering zal het komende jaar voor moeilijke beslis singen komen te staan op sociaal economisch terrein. En dan, na afloop van de troonrede, komen de tongen los. Kommentaren worden gegeven door politici, vakbonden, werkgevers en ook het Landbouwschap. Kommentaar van positief via afwachtend tot zeer negatief. Voor ons is natuurlijk de landbouwbegroting van groot belang en wanneer wij dan kommentaar geven is dat wat gereserveerd. Dat komt ook wel doordat wij als landbouw mede sterk afhankelijk zijn van het E.E.G. beleid; dat blijkt ook duidelijk wanneer wij de landbouwbegroting doorlezen. Wij vragen ons af of hierdoor het nationale landbouwbeleid niet te veel wordt afgevlakt. Wij blijven sterk afhankelijk van het beleid wat de over heid - het ministerie van landbouw - voert. Er zijn echter voor het komende jaar geen spectaculaire ontwikkelingen van de zijde van het min. van landbouw in het vooruitzicht gesteld Zoals was te verwachten loopt ook de landbouwbegroting in de pas met de bezuini gingsoperatie. Een bezuiniging van ƒ36,1 min. opeen totale begroting van 2.082,6 min. valt op zich nog wel mee. Maar zoals gezegd, de landbouw heeft niet alleen te ma ken met een nationaal beleid. Wij zitten immers nog steeds met het gat wat is ontstaan door de Brusselse prijsvaststelling. Een gat, ontstaan doordat de prijsaan passing niet in verhouding staat met de ontwikkeling van de kosten in de landbouw. Binnen deze begroting zijn er weinig mogelijkheden voor aanvullende maatregelen. ƒ20 min. komt er beschikbaar ais bijdrage in de keu ringskosten en de kwaliteitskontrole van agrarische pro- dukten, en dat is geen 80 min. waar aanvankelijk over is gesproken. De bijdrage aan het O&S fonds wordt terug gebracht op ƒ90,9 min., was 1 07,2 min. Het is ons dan ook niet duidelijk op welke andere wijze min.v.d.Stee het waar wil maken dat - zoals de minister schrijft - "Het waarbcygen van de inkomenspositie in de landbouw zal in sterkere mate gezocht moeten worden aan de kant van de lastenverlichting". P.C.W.Particulier Cultuurtechnische Werken Een regeling op langere termijn is daarbij van groot be lang. Hierdoor is een evenwichtiger investeringsbeleid op de bedrijven mogelijk en ook een betere werkverdeling bij de aannemersbedrijven. Ruilverkaveling Nog 35% van de landbouwgrond is slecht tot zeer slecht verkaveld. Toch ook hier een bezuiniging van 261,4 min. naar 246,2 min. voor het komende jaar. Verschillende passages in de toelichting hebben betrek king op zaken die in het afgelopen jaar in diskussie zijn geweest, o.a. de landbouwkundige toetsing, verbetering van het pachtstelsel, de onteigeningswet met het voor keursrecht van gemeentes enz. Belangrijk is het dat er zo snel mogelijk een afronding komt ten aanzien van deze zaken, zodat wij in ieder geval weten waar wij aan toe zijn. Afzet landbouw produkten D e minister stelt de vraag of de traditionele afzetstrate gie met de individualistische inslag nog wel voldoet on der de gewijzigde omstandigheden. Door samenwerking, of minstens samenspraak kan wor den voorkomen dat afnemers ons dwingen tot een te grote prijskonkurrentie. Wij zijn van mening dat hierme de een zeer belangrijke zaak aan de orde is gesteld. Het mag dan ook niet blijven met alleen de vraag te stellen. Overheid, handel en industrie en de producent zullen gezamenlijk met een antwoord moeten komen. Het is duidelijk dat onze kollega's in het buitenland niet stilzitten, zodat, willen wij niet achterop raken, wij geza menlijk een aangepast progressief beleid zullen moeten voeren. In de Z.L.M. is over afzetbevordering de laatste tijd gesproken, zodat dit probleem ook in onze kring on derkend wordt. En ook de overheid heeft veel belang bij een goed afzetbeleid als wij zien dat de helft van de agrarische produkten wordt geëxporteerd met een over schot van bijna ƒ8 mld. Landbouwkundigheidsonderzoek H et licht in de bedoeling het landbouwkundig onder zoek voor een deel om te buigen in de richting van land schap en milieu belangen. Wij willen er voor waarschu wen dat dit niet tot het gevolg mag hebben dat hierdoor het onderzoek zich gaat richten tegen de landbouw. Dit onderzoek moet plaatsvinden in de realiteit waarin de' landbouw zich op de dag van vandaag bevindt, gericht op de verdere ontwikkeling van de landbouw, zowel als op een verantwoord landschap en milieu beleid. Het middenbedrijf I n de landbouwbegroting wordt gesteld dat het beleid zich moet richten op de middengroep van bedrijven. Een belemmering hierbij zal de komende tijd zeker zijn de beperkte werkgelegenheid in andere sektoren. Hierdoor zullen de uitbreidingsmogelijkheden voor -de midden groep beperkt zijn doordat de afvloeiing vanuit de land bouw beperkt zal zijn. Voorlichting Fot slot nog een opmerking over de voorlichting. Wij staan afwijzend tegenover een regeling waarbij een ge deelte van de voorlichtingskosten betaald moeten gaan worden. Ook wanneer dit gaat om voorlichting bij subsi die aanvragen of ontwikkelingsprojekten. Een dergelijke regeling zal moeilijk te scheiden zijn van de normale be drijfsvoorlichting, maar past ook niet in het kader van de voorlichting door de overheid zoals deze door de jaren heen tot ontwikkeling is gekomen. De praktijk ziet de voorlichting als een positieve bijdrage van de overheid bij de ontwikkeling van de landbouw, en dat moet zo ook in de toekomst blijven! Doeieman 1

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 1